Een tragi-komische roman over een intellectuele Mr. Bean die eindelijk eens orde op zaken wil stellen

Groots en meeslepend leven, tevens een liefdevolle en gelijkwaardige relatie hebben en op Oudejaarsdag tevreden constateren dat je geslaagd bent in alles wat je doet. Is dat mogelijk? De 49-jarige Lars in Kleinigheden, Nele Pollatscheks tweede roman, wordt zich in toenemende mate van zijn onvolkomenheden bewust. Hij denkt associatief, is chaotisch en ook nog vervreemd geraakt van zijn vrouw en kinderen. Pathologisch is zijn uitstelgedrag, waardoor hij na al die jaren nog geen enkele roman, laat staan zijn ‘levenswerk’, heeft geschreven, ook al beschouwt hij zichzelf als schrijver. Het valt niet mee om zin te geven aan het leven.

Wat maakt het dat een mid-dertiger met haar roman zo’n furore maakt op de Duitse boekenmarkt? Schrijvers als Wilhelm Genazino en Wolf Haas hebben het gestuntel van een man met subtielere humor neergezet. En Heinz Strunk maakt furore met de droge humor waarmee hij dat doet.

Pollatscheks tragikomische bestseller voldoet vrijwel geheel aan Aristoteles’ eenheid van tijd, plaats en handeling door Lars te laten klungelen op Oudejaarsdag. En de intellectuele humor kleurt de gebeurtenissen rondom de huishoudelijke taken.

Voor de bijna-vijftiger Lars is alles een opgave, zijn leven bestaat uit vele onverrichte zaken en op de laatste dag van het jaar wil hij in ieder geval een deel van zijn voornemens verwezenlijken en zijn vrouw ermee imponeren: „De orde in je gedachten moet ook nog in materiële werkelijkheid worden omgezet, dus in marxistische zin gaat het niet eens om een fenomenologie van de orde, maar om de reëel bestaande properheid. Het is niet voldoende om het huisraad te interpreteren, men moet het ook nog veranderen. Men moet de mop aan de steel bevestigen. De kwantiteit van het schoonmaken in het hoofd moet nog omslaan in de kwaliteit van de binnenshuiselijke properheid.” Met dit soort zinnen karakteriseert Pollatschek de intellectualiteit van haar personage en biedt ze haar lezers plezier in het ontdekken van bewerkte citaten van Marx.

Ikea-bed

Terwijl Lars een takenlijst probeert af te werken voordat het Nieuwjaar is, dwalen zijn gedachten af, komen herinneringen op, analyseert hij het gedrag van zijn gezin en zijn onvermogen om structuur aan te brengen en zich te concentreren. Door alle genummerde onderdelen van een Ikea-bed met fantasiewoorden te herbenoemen wordt de vaderlijke plicht draaglijk. Lars herschept de bedmontage en bedrijft taalfilosofie tegen de verveling. De onderdelen noemt hij ‘hoosjies’, ‘knulpen’, ‘splitslingen’, ‘plootsen’, ‘pleumels’, ‘lonzen’, ‘wuutjes’, ‘vrolen’, ‘miezels’, ‘spronen’, enzovoort.

Lars is een intellectuele variant van Mr. Bean, maar Pollatschek blijft niet in de slapstick hangen en tilt haar roman naar een hoger niveau door het beschouwelijke karakter van de ik-verteller.

De vaart waarmee Pollatschek schrijft en de soms manische uitweidingen van haar personage zorgen ook voor herkenning, want Lars belichaamt het menselijke onvermogen en de neiging om eigenwaarde te putten uit grensverlegging.

Swingend is de vertaling en inventief de hoofdstukstructuur die na hoofdstuk 1 de genummerde takenlijst volgt. Al lezend vraag je je af of Cicero gelijk had door te stellen dat luiheid de angst voor te verrichten arbeid is: „In feite is alles altijd plakkerig. Overal. En dan zou je moeten schoonmaken, en dan zou je moeten opruimen. De keuken zou je moeten opruimen, de woonkamer zou je moeten opruimen, de werkkamer […], de slaapkamer […], die moet je beslist eens goed uitmesten, en voor je het weet, zie je ̶ als je nu eens echt zou kijken – dat je je hele leven moet uitmesten. Je kan er dus beter niet naar kijken.”

De belastingaangifte die Lars op Oudejaarsavond doet is een marteling, al maakt iedere kwitantie een herinnering los die met het verleden confronteert. De roman Kleinigheden geeft behalve een vermakelijke leeservaring ook vele vragen mee, ook die naar oorzaak en nut van goede voornemens.