Een stukje van de heilige Bernadette laat het rijke Roomse leven in Maastricht opbloeien

De voorzijde van het altaar van de Onze Lieve Vrouwekerk in Maastricht oogt deze Tweede Paasdag anders dan anders. In een glazen kist staat daar in een glimmende reliekenhouder een stukje van het lichaam van de heilige Bernadette Soubirous. Ook uit Lourdes overgekomen: een steen uit de grot waar Maria in 1858 voor het eenvoudige, boerenmeisje zou zijn verschenen, en heilig water uit de bron die Bernadette op aanwijzing van de Heilige Maagd liet ontspringen.

Normaal is het vooral in de kapel bij de ingang van de kerk een drukte van belang. Daar steken gelovigen, ietsisten en zelfs atheïsten alle dagen van het jaar kaarsjes op bij het beeld van de Sterre der Zee (Maria). Nu is het reliek van Bernadette gearriveerd in het mogelijk meer dan duizend jaar oude godshuis, het begin van een tournee van een maand langs verschillende plekken in de zeven Nederlandse bisdommen.

Als er nog iets van het ‘rijke Roomsche leven’ over is, dan is het hier op deze dag te zien. Tussen de afgeladen banken staat het gangpad vol met priesters, lectoren, diakens, acolieten, misdienaren, dragers en leden van de broederschap. Vanachter het altaar klinken koorzangers, strijkers, koper en pauken.

Op dit hoogfeest vraagt monseigneur René Maessen onder meer aandacht voor alle slachtoffers van oorlog, de toenemende tweedeling in de samenleving en „de teleurgestelden in de kerk, om welke reden dan ook”. Doe gewoon goed en help daar waar niet geholpen wordt, is zijn boodschap. En voor iedereen zijn Maria en Bernadette daarbij een extra steun en toeverlaat.

Gelovigen leggen tapijt neer voor de processie.
Foto Chris Keulen

Missioneringsoffensief

Op een commando in Maastrichts dialect („Ein, twie!”) heffen leden van het Dragersgilde Sterre der Zee na de mis de baar met het reliek van Bernadette op de schouders. Daarna trekken ze met andere relieken, beelden, gelovigen en geestelijken in processie door de binnenstad van Maastricht. De tocht gaat snel op in de overige zondagse activiteiten.

Het stukje lichaam van Bernadette werd afgenomen toen haar stoffelijk overschot decennia na haar dood voor haar zaligverklaring werd opgegraven en nog volledig intact bleek te zijn. Het reliek werd tot zes jaar geleden alleen in Lourdes bewaard, maar gaat sindsdien de wereld rond. Onder meer Italië, Spanje, Ierland, Brazilië, Duitsland en Polen werden al aangedaan. Na Nederland komt Mexico aan de beurt.

onderzoeker Meertens InstituutPeter Jan Margry De Mariaverering blijft sterk

Het reliek zou eigenlijk vier jaar geleden al een rondgang maken door België en Nederland. Vanwege de coronapandemie kwam de tournee toen niet verder dan de eerste halte, het West-Vlaamse Poperinge.

„Het reizende reliek is vooral iets van de laatste jaren”, ziet Peter Jan Margry, onderzoeker aan het Meertens Instituut en emeritus hoogleraar Europese etnologie aan de Universiteit van Amsterdam. „Het past in een soort missioneringsoffensief van de katholieke kerk. Het instituut boet aan populariteit in. Heiligen een stuk minder en de Mariaverering blijft helemaal sterk.”

Reliekenverering gaat volgens Margry terug tot het begin van het christendom: „Het katholieke geloof had altijd al een mystieke en een instrumentele kant. Het hecht ook aan afbeeldingen en directe verwijzingen naar God en heiligen. Tot martelaren, die stierven voor het geloof, en andere heiligen werd en wordt gebeden, omdat mensen denken dat ze een bemiddelaarsrol kunnen vervullen naar God. Tastbare resten van die martelaren en andere heiligen helpen daarbij.”

Elke kerk of elk klooster wilde vroeger iets hebben. Het kwam tot een levendige handel in relieken en geregeld tot onderlinge berovingen. De echtheid van de materialen was soms twijfelachtig. De grap gaat dat van alle vermeende splinters van het kruis van Christus samen een zeewaardig schip te maken zou zijn. Wie eenmaal een overblijfsel van een heilige bezat, liet daar vaak een kostbare reliekenhouder omheen maken.

„Maria is als heilige moeder de primus inter pares onder de heiligen”, zegt Margry. „Van haar bestaan weinig of geen relieken, al beweren sommige kerken dat ze haar haren of moedermelk bewaren. Die status van Maria maakt dat ook wordt gebeden tot iemand voor wie zij zou zijn verschenen en die haar boodschappen zou hebben doorgekregen, zoals de later heiligverklaarde Bernadette en haar relieken.”


Lees ook
De ‘vrouwkes van de grot’, noemen ze ons’

‘De ‘vrouwkes van de grot’, noemen ze ons’

Cultuurkatholiek

Hoezeer de Française nog tot de verbeelding spreekt, blijkt nog dagelijks op de flanken van de Sint-Pietersberg in Maastricht. Daar liet behangfabrikant Andreas Claereboets na een reis naar Frankrijk al in 1874 (Bernadette zelf leefde nog) een Lourdesgrot bouwen. Aanvankelijk was die bedoeld voor privédevotie. Later ging die ook open voor passanten.

Ad Himmelreich woont in dezelfde straat en zorgt met een aantal anderen voor het openen en sluiten van het toegangshek en een beetje toezicht. „Tot voor een paar jaar geleden kwam dat allemaal neer op een vrouw op leeftijd. Sinds haar verhuizing doen we het met de bewoners van zeven adressen in onze buurt.”

Himmelreich woont weliswaar naast de kerk van Sint-Pieter in een deel van de voormalige pastorie, maar heeft weinig meer met het instituut. Hij noemt zich „cultuurkatholiek”. „En er bestaat zoiets als genius loci, de geest van een plaats. De plek van deze Lourdesgrot heeft iets speciaals.”

Met zichtbaar plezier toont hij de variëteit op een muur vol plaquettes met teksten gericht aan Maria, voornamelijk daterend van eind negentiende, begin twintigste eeuw. Smeekbedes en dankzeggingen wisselen elkaar af. Het gaat om liefde, gezondheid, zaken en dood. Nederigheid overheerst, maar een enkeling spreekt de Heilige Moeder aan in gebiedende wijs, alsof het betalen voor het plekje op deze wand rechten geeft. „En kijk daar: de Maastrichtse Vereniging van Weldenkende Christenen.”

Een kaars kost 1 euro, een noveenkaars (voor negen) dagen 6 euro. Er brandt altijd licht.

Himmelreich wijst op de bloemen en bloemstukken onder de kaarsen. „Vorig jaar lag er nog een vers bruidsboeket. Sinds corona, toen mensen nog meer zijn gaan wandelen, is het hier alleen maar drukker geworden. Er is kennelijk meer behoefte aan een moment van rust en bezinning.”