Een staakt-het-vuren moet hulp voor Gaza mogelijk maken, maar of dat lukt is zeer de vraag

Nu een staakt-het-vuren in Gaza aanstaande lijkt, ligt er een enorme klus voor hulporganisaties. In vijftien maanden oorlog zijn bijna twee miljoen Gazanen ontheemd geraakt. Aan vrijwel alles is een tekort: medicijnen, onderdak, voedsel en schoon water. Hamas en Israël hebben afgesproken dat Israël iedere dag zeshonderd vrachtwagens met humanitaire hulp de Gazastrook moeten binnengelaten. Eerder werden die tegengehouden. Maar ook nu er een akkoord ligt, zijn er nog veel obstakels.

Naast voedsel en schoon drinkwater is „zorgen voor een werkend gezondheidsnetwerk in Gaza de prioriteit”, zegt Bastiaan Van Blokland, woordvoerder van het Rode Kruis. „Denk ook aan wat daarbij komt kijken: medicijnen, bedden, generatoren, diesel voor de generatoren.”

„Het is nu winter, dus het kan nat zijn en ’s nachts ook koud,” zegt Van Blokland. Mensen hebben goed onderdak nodig, en om dat te bouwen, moeten de juiste materialen aanwezig zijn. Volgens het akkoord zullen er minimaal 60.000 tijdelijke huizen en 200.000 tenten Gaza binnen worden gebracht. Dat is zo’n lange lijst aan hulp dat zeshonderd vrachtwagens met hulpgoederen per dag „bij lange na niet genoeg is,” aldus Van Blokland: „Vóór het conflict gingen er elke dag al vijfhonderd vrachtwagens met hulpgoederen naar Gaza.”

Een konvooi van vrachtwagens met medische hulpgoederen bereikt Khan Younis, op 13 januari.Foto Bashar Taleb/AFP

Daarnaast zijn er ook hulpverleners nodig. Zusterorganisatie de Palestijnse Rode Halve Maan heeft volgens Van Blokland ongeveer 1.500 vrijwilligers en hulpverleners in Gaza. „Maar die zijn al anderhalf jaar onder enorme druk aan het werk en moeten worden afgelost, of in ieder geval ondersteund.”

Voor de gigantische hulpoperatie in Gaza is steun nodig van de internationale gemeenschap, zei VN-coördinator Humanitaire Hulp en Wederopbouw in Gaza Sigrid Kaag donderdag in Nieuwsuur. De kosten voor noodhulp en wederopbouw kunnen op de lange termijn oplopen tot 100 miljard dollar, verwacht Kaag. „We hebben de financiering nodig van VN-lidstaten in de vorm van giften of leningen. Het gaat niet om een dag, het gaat over een hele lange periode dat er hulp en geld nodig is.”

Kapotte wegen

Het leveren van hulp in Gaza wordt bemoeilijkt door de grootschalige vernietiging van infrastructuur. Afgelopen september zou al bijna 70 procent van de wegen door Israëlische bombardementen zijn beschadigd of verwoest, blijkt uit een analyse van onder meer de City University of New York. Waar eens straten waren, zijn nu modderige doorgangen, hoogstens provisorisch vrijgemaakt van puin.

„Onze collega’s van de Palestijnse Rode Halve Maan konden door de verwoesting soms niet overal komen met hun ambulances”, zegt Van Blokland. Daarbij is de situatie ook onveilig omdat er, vooral in Noord-Gaza, „grote hoeveelheden onontplofte explosieven liggen”.

Het probleem was nooit dat er geen hulp was, maar dat Israël die tegenhield bij de grens

Thea Hilhorst
hoogleraar humanitaire studies

Een ander probleem is dat de politie in Gaza niet meer functioneert, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. De politie viel onder Hamas, maar de Palestijnse beweging is ernstig verzwakt door de oorlog. „Hulp moet wel ordelijk kunnen worden uitgedeeld”, stelt Hilhorst. „We moeten voorkomen dat criminele groepen daar een rol gaan spelen of dat mensen hulp confisceren om duurder door te verkopen.” Zulke problemen verdwijnen volgens Hilhorst als er zoveel hulp binnenkomt dat de schaarste aanzienlijk vermindert.

VN-coördinator Kaag vreest dat het gebrek aan autoriteit in de Gazastrook voor landen ook een belemmering is voor financiële steun. Zolang niet duidelijk is wie het in Gaza voor het zeggen heeft tijdens het bestand, „zal het animo om iedere keer weer investeringen te doen in Gaza niet erg groot zijn”, zei Kaag bij Nieuwsuur. Ze pleit er daarom voor om de verantwoordelijkheid voor de Gazastrook bij de Palestijnse autoriteit onder te brengen, die het bestuur vormt van de Palestijnse gebieden. Ze wil ook dat er weer wordt gewerkt aan een tweestatenoplossing.

Israël belemmert hulp

Hoewel Israël akkoord is gegaan met het binnenlaten van meer hulp in de Gazastrook, dreigt het tegelijkertijd de komende humanitaire operatie te belemmeren. Eind januari worden twee Israëlische wetten van kracht die de activiteiten van UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, ernstig beperken. Israël beschuldigt medewerkers van UNRWA van betrokkenheid bij de Hamas-aanvallen van 7 oktober. Door het contact met UNRWA te verbreken en de VN-organisatie te verbieden om te opereren vanuit Israël, wordt het veel ingewikkelder voor de organisatie om hun werk in Gaza uit te voeren.

„Heel erg krom”, noemt Hilhorst de nieuwe Israëlische wetgeving. UNRWA is volgens haar meer dan een hulporganisatie, en „functioneert als een overheid.” Straks komen er „elke dag zeshonderd trucks aan hulpgoederen naar Gaza, maar is er geen overheid die kan zorgen voor de coördinatie”. Volgens Hilhorst zou er bij „Israël aan alle kanten op moeten worden aangedrongen om het verbod op UNRWA op te heffen, of tenminste uit te stellen”.

Tot slot moeten er ook inspanningen op gang komen om te documenteren hoeveel slachtoffers er zijn gevallen door het stoppen van die hulp, zegt Hilhorst. „Volgens het internationaal recht had die hulp de afgelopen vijftien maanden helemaal niet belemmerd mogen worden,” stelt de hoogleraar. „Het probleem was nooit dat er geen hulp was, maar dat Israël die tegenhield bij de grens.”