Een select groepje Nederlanders mag het kabinet adviseren omtrent klimaat − ‘Ik vind het ook fijn om verre reizen te kunnen maken’

„Geven jullie om het klimaat?” Anniek (18) kijkt de kring rond.

Neuh, niet echt”, zegt Alex (18). Ook twee andere jongens zeggen er „neutraal in te staan” en er „niet zoveel mee bezig te zijn”.

„Dat verbaast me”, zegt Anniek. „Ik had verwacht dat er wel meer mensen met zorgen zouden zijn.”

„Ik vind het wel belangrijk”, zegt Josephine (19), „maar ik vind het ook fijn om verre reizen te kunnen maken.”

Teuntje lacht. „Dat kun je natuurlijk niet op de fiets doen!”

Op een rond kleed in een enorme loods in Amersfoort staan de jongste deelnemers aan het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat deze zaterdag van start ging nog wat onwennig bij elkaar. Ze zijn tussen de 17 en de 19 jaar oud en vormen een representatieve afspiegeling van de groep in deze leeftijdscategorie in Nederland. 6 procent van de Nederlanders valt in die leeftijdscategorie, met zijn negenen vormen deze jongeren 5 procent van de deelnemers. De grootste groep, 49 procent van Nederland versus 52 procent van het burgerberaad, is vijftig-plus.

Jonge deelnemers tijdens de lunch
Foto Diewertje Bravenboer

Het burgerberaad, een democratische inspraakvorm, zal in de komende maanden zes weekenden samenkomen. Onder professionele begeleiding zullen zij met elkaar in gesprek te gaan over de vraag: hoe kunnen we in Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat? Ook zullen ze door deskundigen worden geschoold over klimaatverandering en kunnen ze zelf experts uitnodigen om mee te denken over bepaalde deelonderwerpen. Na afloop komen ze tot vijftien aanbevelingen die in september aan het kabinet worden aangeboden.

Dat zijn adviezen, „niet zoals bindende studieadviezen”, benadrukt minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC), die samen met minister Sophie Hermans (Groene Groei en Klimaat, VVD) is uitgenodigd voor de aftrap. „Maar onze grondhouding is dat we jullie aanbevelingen heel serieus nemen”, vervolgt ze. „We zullen alles moeten meewegen en kijken wat haalbaar is”, zegt ook Hermans, „maar de adviezen zijn heel belangrijk.”

In de opdracht voor dit burgerberaad, dat door het vorige kabinet en de Tweede Kamer werd gegeven, staat dat de politiek een motiveringsplicht heeft ten aanzien van de uitkomsten van het burgerberaad, en dat het parlement een besprekingsplicht heeft. „Hoe verschillend de partijen uit deze coalitie ook zijn”, zegt Uitermark later, „wij stellen de burgers meer dan ooit centraal. Daarom zou het ook niet eerlijk zijn om beloftes te doen die we niet kunnen waarmaken.”

Bezorgde burgers

In totaal ontvingen 70 duizend mensen een uitnodiging, vierduizend mensen gaven aan mee te willen doen, uiteindelijk werden 175 mensen geselecteerd. Dat gebeurde door een gewogen loting, om een representatieve groep te krijgen – „Nederland in het klein”, benadrukt de organisatie – op basis van geslacht, opleidingsniveau, woonplaats en opvattingen over het klimaatvraagstuk. Zo is 18 procent van de Nederlanders zeer bezorgd over het klimaat en 22 procent niet bezorgd, een groep die ook minder klimaatbeleid wil.

Sjoerd Douma (48) uit Leiden heeft vooraf geen idee wat hij moet verwachten. „Ik had geen goede reden om me hier niet voor aan te melden toen ik een uitnodiging ontving”, zegt de hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam. „Klimaat is een probleem voor de hele aarde, maar er zijn ook andere grote problemen in de wereld. Ik vind het belangrijk dat onze adviezen straks haalbaar zijn voor iedereen. Verder ga ik er vooral heel open in.”

Ook Ramona de Roij (53) uit Tilburg laat het op zich afkomen. „Klimaat is voor mij geen groot thema”, zegt ze. „Ik ga er vooral praktisch mee om, net hoe mijn pet staat.” Ze werkt als IT-er voor een verzekeraar en wil er tijdens het burgerberaad vooral op letten dat aanbevelingen eerlijk zijn. „Zoals subsidies voor elektrische auto’s. Die zijn nu alleen voor de early adopters, maar als anderen dan ook elektrisch willen rijden, worden ze ineens afgeschaft.”

Alle leeftijdscategorieën waren aanwezig tijdens de eerste bijeenkomst van het burgerberaad.
Foto Diewertje Bravenboer

Beter leren luisteren

Wat die adviezen gaan worden, staat nu nog helemaal open. De eerste ochtend is vooral kennismaken. Deelnemers zitten in een grote, ovalen kring en er wordt uitgelegd hoe het proces zal gaan verlopen. Ook leren deelnemers vast een beetje hoe ze goed naar elkaar kunnen luisteren. „Dat is een van de belangrijkste dingen”, zegt voorzitter van het burgereraad Nienke Meijer. „Dat iedereen hier de ruimte krijgt om te zeggen wat hij of zij vindt – ook de mensen die dat vanuit zichzelf wat minder snel zouden doen.”

Gertjan (52) uit Roosendaal ziet op dat vlak nu al winst voor zichzelf. In een gesprekje tijdens de pauze tussen hem en twee andere deelnemers is hij volop aan het woord, tot hij even kort stil valt. „Ik ben slecht in luisteren. Ik heb mijn mening en denk dat dat de goeie mening is. Maar ik heb vandaag al best veel nieuwe dingen gehoord.” Hij ziet wel dat de wereld verandert door de opwarming van de aarde, maar ideeën daarover worden „door de media” toch wel veel „door ieders strot gedouwd”. Klimaat vindt hij zelf „niet zo belangrijk”. Gaat dat veranderen door beter te luisteren? „Misschien.”