„Geven jullie om het klimaat?” Anniek (18) kijkt de kring rond.
Neuh, niet echt”, zegt Alex (18). Ook twee andere jongens zeggen er „neutraal in te staan” en er „niet zoveel mee bezig te zijn”.
„Dat verbaast me”, zegt Anniek. „Ik had verwacht dat er wel meer mensen met zorgen zouden zijn.”
„Ik vind het wel belangrijk”, zegt Josephine (19), „maar ik vind het ook fijn om verre reizen te kunnen maken.”
Teuntje lacht. „Dat kun je natuurlijk niet op de fiets doen!”
Op een rond kleed in een enorme loods in Amersfoort staan de jongste deelnemers aan het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat deze zaterdag van start ging nog wat onwennig bij elkaar. Ze zijn tussen de 17 en de 19 jaar oud en vormen een representatieve afspiegeling van de groep in deze leeftijdscategorie in Nederland. 6 procent van de Nederlanders valt in die leeftijdscategorie, met zijn negenen vormen deze jongeren 5 procent van de deelnemers. De grootste groep, 49 procent van Nederland versus 52 procent van het burgerberaad, is vijftig-plus.
Jonge deelnemers tijdens de lunchFoto Diewertje Bravenboer
Het burgerberaad, een democratische inspraakvorm, zal in de komende maanden zes weekenden samenkomen. Onder professionele begeleiding zullen zij met elkaar in gesprek te gaan over de vraag: hoe kunnen we in Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat? Ook zullen ze door deskundigen worden geschoold over klimaatverandering en kunnen ze zelf experts uitnodigen om mee te denken over bepaalde deelonderwerpen. Na afloop komen ze tot vijftien aanbevelingen die in september aan het kabinet worden aangeboden.
Dat zijn adviezen, „niet zoals bindende studieadviezen”, benadrukt minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC), die samen met minister Sophie Hermans (Groene Groei en Klimaat, VVD) is uitgenodigd voor de aftrap. „Maar onze grondhouding is dat we jullie aanbevelingen heel serieus nemen”, vervolgt ze. „We zullen alles moeten meewegen en kijken wat haalbaar is”, zegt ook Hermans, „maar de adviezen zijn heel belangrijk.”
In de opdracht voor dit burgerberaad, dat door het vorige kabinet en de Tweede Kamer werd gegeven, staat dat de politiek een motiveringsplicht heeft ten aanzien van de uitkomsten van het burgerberaad, en dat het parlement een besprekingsplicht heeft. „Hoe verschillend de partijen uit deze coalitie ook zijn”, zegt Uitermark later, „wij stellen de burgers meer dan ooit centraal. Daarom zou het ook niet eerlijk zijn om beloftes te doen die we niet kunnen waarmaken.”
Bezorgde burgers
In totaal ontvingen 70 duizend mensen een uitnodiging, vierduizend mensen gaven aan mee te willen doen, uiteindelijk werden 175 mensen geselecteerd. Dat gebeurde door een gewogen loting, om een representatieve groep te krijgen – „Nederland in het klein”, benadrukt de organisatie – op basis van geslacht, opleidingsniveau, woonplaats en opvattingen over het klimaatvraagstuk. Zo is 18 procent van de Nederlanders zeer bezorgd over het klimaat en 22 procent niet bezorgd, een groep die ook minder klimaatbeleid wil.
Sjoerd Douma (48) uit Leiden heeft vooraf geen idee wat hij moet verwachten. „Ik had geen goede reden om me hier niet voor aan te melden toen ik een uitnodiging ontving”, zegt de hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam. „Klimaat is een probleem voor de hele aarde, maar er zijn ook andere grote problemen in de wereld. Ik vind het belangrijk dat onze adviezen straks haalbaar zijn voor iedereen. Verder ga ik er vooral heel open in.”
Ook Ramona de Roij (53) uit Tilburg laat het op zich afkomen. „Klimaat is voor mij geen groot thema”, zegt ze. „Ik ga er vooral praktisch mee om, net hoe mijn pet staat.” Ze werkt als IT-er voor een verzekeraar en wil er tijdens het burgerberaad vooral op letten dat aanbevelingen eerlijk zijn. „Zoals subsidies voor elektrische auto’s. Die zijn nu alleen voor de early adopters, maar als anderen dan ook elektrisch willen rijden, worden ze ineens afgeschaft.”
Alle leeftijdscategorieën waren aanwezig tijdens de eerste bijeenkomst van het burgerberaad.Foto Diewertje Bravenboer
Beter leren luisteren
Wat die adviezen gaan worden, staat nu nog helemaal open. De eerste ochtend is vooral kennismaken. Deelnemers zitten in een grote, ovalen kring en er wordt uitgelegd hoe het proces zal gaan verlopen. Ook leren deelnemers vast een beetje hoe ze goed naar elkaar kunnen luisteren. „Dat is een van de belangrijkste dingen”, zegt voorzitter van het burgereraad Nienke Meijer. „Dat iedereen hier de ruimte krijgt om te zeggen wat hij of zij vindt – ook de mensen die dat vanuit zichzelf wat minder snel zouden doen.”
Gertjan (52) uit Roosendaal ziet op dat vlak nu al winst voor zichzelf. In een gesprekje tijdens de pauze tussen hem en twee andere deelnemers is hij volop aan het woord, tot hij even kort stil valt. „Ik ben slecht in luisteren. Ik heb mijn mening en denk dat dat de goeie mening is. Maar ik heb vandaag al best veel nieuwe dingen gehoord.” Hij ziet wel dat de wereld verandert door de opwarming van de aarde, maar ideeën daarover worden „door de media” toch wel veel „door ieders strot gedouwd”. Klimaat vindt hij zelf „niet zo belangrijk”. Gaat dat veranderen door beter te luisteren? „Misschien.”
Frank laat zijn kamertje in de daklozenopvang zien: een rood en een groen speelgoedautootje op een richel, de schoenen in het gelid naast het bed, notitieblokjes en andere spullen op een stoel. Hij vertelt: „Ik heb al drie keer eerder in deze kamer in de opvang geslapen. Ik kan niet zo met andere mensen.”
Frank, zo hadden Bea Zomer van het Leger des Heils en Jan van Oosten – gemeentelijk projectleider opvang – eerder verteld, slaapt normaal buiten, in het groen. Hij doorkruist meerdere keren per dag de bossen en parken van Den Haag. Maar vanaf zaterdag is een deel van het Haagse Bos en de Scheveningse Bosjes een week lang afgesloten.
Er gaat veel tijd, geld en energie in deze top zitten. Je zou willen dat die ook wordt gebruikt om dakloosheid structureel aan te pakken
De burgemeester van Den Haag heeft tijdens de NAVO-top een noodverordening afgekondigd voor het gebied rondom de conferentielocatie en rondom paleis Huis ten Bosch, inclusief de bossen. Dat betekent dat alleen deelnemers van de top na identiteitscontrole toegang krijgen. Iedereen die er normaal komt, van hondenuitlaters en hardlopers tot de dertig tot veertig dakloze mensen die in tentjes wonen – vooral Europese arbeidsmigranten – moeten weg. Wie de noodverordening negeert, wordt gewaarschuwd en riskeert een celstraf.
In andere landen worden tijdens politieke toppen en sportevenementen steden soms ontdaan van alles wat als onwelgevallig wordt beschouwd. Parijs bracht vorige zomer duizenden dakloze mensen naar opvanglocaties, tot in Marseille. De Haagse gemeenteraad maakte zich zorgen: wat zou er met de dakloze mensen tijdens de NAVO-top gebeuren?
Lees ook
Meer dan helft van de mensen die op straat slapen, is arbeidsmigrant
Hotelkamers
Wethouder Mariëlle Vavier (Zorg, Armoede, Inclusie en Internationale Zaken, GroenLinks) zegt: „We kwamen er snel achter dat de groengebieden onder de noodverordening vielen en dat er noodzaak was deze mensen te verhuizen. Het is een behoorlijk aantal, sommigen hebben de plek rondom hun tent echt ingericht als thuis.”
Dat was niet de enige zorg: omdat het aantal dakloze mensen groter is dan het aantal opvangplekken is de gezinsopvang in Den Haag „hartstikke vol” en vangt de gemeente moeders met kinderen op in hotelkamers. Die wilden hoteleigenaren terug om te kunnen aanbieden: Den Haag verwacht 8.500 deelnemers aan de top. De gezinnen slapen nu in buurgemeenten en worden waar nodig met pendelbusjes van en naar werk en school gebracht.
De buitenslapers zijn volgens Vavier deels ‘zorgmijders’ die de overheid niet vertrouwen. Al maanden zijn hulporganisaties en boswachters van de gemeente en Staatsbosbeheer bezig hun voor te bereiden op de top. Jan van Oosten laat de appgroep van de hulpverleners zien, met de naam ‘NAVO-top maatwerk’. Net nog is iemand gesignaleerd die onder een brug slaapt. Aan de ene kant ervan geldt de noodverordening, aan de andere kant niet. Van Oosten zegt: „Meneer zal het niet begrijpen.” Een van de boswachters kent de man en zal hem een blauw polsbandje geven, waarmee hij naar de opvang kan die voor de komende twee weken is ingericht.
Een slaapzaal in de NAVO-opvang in een voormalige school. Foto Bart Maat
Daarvoor is bewust gekozen voor het gebouw waar de winteropvang is, dat kennen de meesten. Bea Zomer van het Leger des Heils zwaait er de scepter: „Ze weten dat het hier veilig is.” Ze leidt rond door slaapzalen, laat de grote plastic bakken zien waar de dakloze mensen hun tenten in kunnen opbergen, de wasmachines, de regels op een briefje aan de muur „om prettig met elkaar hier te zijn”.
Nu het zomer is, zijn er extra regels. Als de basisschool naast de opvang uitgaat, moet iedereen bijvoorbeeld binnen blijven. Alcohol drinken en wiet roken mag alleen bij een picknicktafel ver van de school.
Wat de gemeente en de hulpverleners hopen, is dat de dertig mannen en een paar vrouwen beter in beeld komen. Wethouder Vavier zegt: „We grijpen deze tijd aan om te kijken hoe we ze kunnen helpen. Sommigen zijn al behoorlijk lang dakloos.”
Zomer vertelt: „Twee weken is niet lang, maar we kunnen voortborduren op wat we in de winter hebben ingezet. Wil iemand detoxen, kunnen we iets anders betekenen?”
Lees ook
Lees ook: Twee dagen NAVO-top, maanden verkeershinder in Den Haag
All-inclusive
In het oude schoolgebouw zitten de Brit James en drie Poolse mannen aan lange tafels in de voormalige gymzaal. De geur van eten stijgt op uit de keuken. Een van de Polen vertelt zijn baan te zijn verloren toen hij aan een oor doof werd. „Het zou goedkoper zijn ons allemaal een week op een all-inclusive naar Egypte te sturen”, zegt James. „Als ik Mark Rutte zie, dan zal ik dit bespreken.” Rutte, vertelt hij, kent hij uit de tijd dat hij nog in de horeca werkte en de toenmalige premier zijn zondagse cappuccino kwam drinken.
Tijdens de NAVO-top in Den Haag worden daklozen in de omgeving van het World Forum tijdelijk van straat gehaald. Foto Bart Maat
James vindt het maar lastig: de opvang ligt aan de andere kant van de stad dan de Scheveningse Bosjes, waar hij normaal slaapt. „Ik zie wel hoe dit gaat, misschien zoek ik iets anders.” Jan van Oosten van de gemeente vertelt dat er ook dakloze mensen zijn die echt niet naar de opvang wilden en elders in Den Haag hun tent hebben opgezet.
Bij de organisaties die zich bezighouden met dakloze mensen, zijn ze tevreden over de zorgvuldigheid waarmee de gemeente te werk gaat. „Er is echt nagedacht over een plek en mensen zijn ook niet zomaar hotels uitgezet”, zegt Jan de Vries van het Straatconsulaat. „Het navrante is wel dat er met zo’n evenement héél veel kan, er gaat veel tijd, geld en energie inzitten. Je zou willen dat die ook wordt gebruikt om dakloosheid structureel aan te pakken.”
We grijpen deze tijd aan om te kijken hoe we ze kunnen helpen. Sommigen zijn al behoorlijk lang dakloos
Het is niet zo, zegt wethouder Vavier, dat jaarrond niet wordt gezocht naar oplossingen. Voor Europese arbeidsmigranten die hun baan en daarmee ook hun onderkomen verliezen, loopt een pilot met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken waarbij twintig bedden vrij worden gehouden. „Zo konden 212 mensen een nieuwe baan en huisvesting vinden, of terug naar hun land van herkomst”, zegt Vavier.
Het echte probleem is volgens de wethouder het woningtekort en een „kabinet dat maatregelen neemt die geen zoden aan de dijk zetten”. Ook speelt mee dat er te weinig zorg is voor mensen met verward gedrag, „waardoor mensen met een al marginale positie te snel dakloos worden”, en dat er in sommige sectoren nog altijd kortlopende contracten worden aangeboden. „Drie maanden heb je werk en slaap je op een matrasje, daarna sta je op straat.”
In de opvang klopt Frank op zijn bed. „Ik heb echt een heerlijk laken en dekbed”, zegt hij. „Ik kom helemaal tot rust na al die regen. Ik ben zo dankbaar.”
Sloffen naast een bed in een slaapzaal in de NAVO-opvang. Foto Bart Maat
Zijn coalitiegenoten hebben nét van Geert Wilders te horen gekregen dat hij het kabinet ten val brengt en dat hij premier Dick Schoof zal bellen. Maar éérst gebruikt de partijleider z’n telefoon om een bericht op X te plaatsen: „PVV verlaat de coalitie.” En pas daarna belt hij de minister-president.
Zoals bij vrijwel alle belangrijke beslissingen die hij neemt, maakt Wilders het laten klappen van het kabinet kenbaar op het sociale medium X. En geeft daarmee de aftrap voor de verkiezingscampagne, waarin – zo bleek al enkele dagen na kabinetsval – X weer een hoofdrol zal spelen voor de PVV. „I’ll be back”, luidde de slogan op een poster die de partijleider van zichzelf twitterde – zonnebril en leren jack incluis – met de toevoeging: „As prime minister”.
NRC analyseerde ruim 21.000 tweets en X-berichten van PVV-voorman Wilders, die hij verzond sinds 2009 – waarvan 1.007 gedurende de elf maanden en één dag dat zijn partij deelnam aan het kabinet-Schoof. Uit die inventarisatie blijkt de PVV meer dan ooit een one-issuepartij: Wilders plaatst onverminderd berichten over asiel en islam, maar waar voorheen de zorg, ouderen en stikstof aan bod kwamen, zijn die onderwerpen vrijwel uit beeld verdwenen.
Terwijl Wilders in de coalitie zit, is een op de vijf berichten een aanval op een andere coalitiepartij, de rechtsstaat of het kabinet. Zo verstuurt Wilders gemiddeld meer dan tien berichten per maand waarin hij tegen de rechtsstaatverklaring van de coalitie ingaat.
Niet alleen rechtbanken moeten het ontgelden: de PVV-leider roept op demonstraties te verbieden en neemt meermaals de Raad van State op de korrel, die kritische kanttekeningen plaatst bij onder meer migratiemaatregelen („Niks aantrekken van die ongekozen bureaucraten van de RvS!”, zegt de partijleider).
Ook eist Wilders dat Syriërs en andere bevolkingsgroepen het land uit worden gezet. „Het was dus een Syriër”, twittert hij bijvoorbeeld in februari, na een steekincident in Nieuwegein. En: „Tijd voor een asielstop en het terugsturen van Syriërs. Nederland gaat hier anders helemaal kapot aan.” Achteraf blijkt de dader geen Syriër.
Yesilgöz
Eén keer maakt hij een toespeling op zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak, waarvoor hij wegens groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie is veroordeeld in 2020. Onder een filmpje van ongeregeldheden bij de MediaMarkt in Rotterdam, schrijft hij: „#minder”.
„Wilders gooit rode stukken vlees de arena in”, zo reageert VVD-fractievoorzitter Dilan Yesilgöz herhaaldelijk op tweets van de PVV’er. Andere coalitiegenoten noemen de berichten ‘vermoeiend’ of ‘lelijk’ en proberen ze te negeren. Premier Schoof zegt eens: „Ik reageer nooit op tweets.”
Dat maakt de X-berichten van Wilders niet minder relevant. De PVV heeft geen wetenschappelijk bureau, geen vastgelegde grondbeginselen, geen kantoor. Wat de PVV vindt, is wat Wilders vindt – en dat gaat de wereld in via X. Al ruim vijftien jaar is het privéaccount van Wilders op X daarmee het primaire communicatiekanaal van de PVV, een partij met momenteel 37 zetels in de Tweede Kamer.
Op de PVV-website staan de X-berichten van Wilders onder ‘nieuwsoverzicht’. Dat bevat ook filmpjes met citaten van hem (soms van andere PVV’ers) uit Kamerdebatten. Voor andere partij-uitingen kun je op de site alleen terecht bij een link naar het privéaccount van Wilders op X: het is daarmee het belangrijkste en meest complete archief van de PVV-standpunten.
Wat veranderde aan die opvattingen toen de PVV deelnam aan de regering? Welke thema’s weigerde hij los te laten? Hoe wist Wilders de aandacht steeds weer op zijn thema’s asiel en immigratie te vestigen? En waarover zweeg hij juist?
Wat is de X-factor van Wilders?
‘Zonnetje’
Zijn avontuur op X, dan nog Twitter, begint op 22 mei 2009 om elf over half tien in de ochtend. „In auto op weg naar…”, luidt Wilders allereerste tweet. De tweede, een halfuurtje later: „Zonnetje schijnt hier…” In een volgende verklapt hij dat hij in het Duitse plaatsje Monschau was. Hij sluit de dag op Twitter af met: „Met blackberry in mijn hand dit bericht te typen achter in de auto die over het Limburgse land zoeft. Zonnetje schijnt nog.”
Wilders plaatst in de weken die volgen nog tien tweets en dan wordt het stil. Na een halfjaar doet hij een nieuwe poging: „twitter weer geactiveerd kijken of ik het nu wel volhou :-)”
Hij houdt vol. En hoe.
Momenteel is hij met ruim 1,6 miljoen volgers de populairste Haagse politicus op X. Andere prominente Nederlandse politici halen de half miljoen volgers vaak niet eens. Wilders kan zich ook meten met buitenlandse radicaal-rechtse politici. Hij is – nota bene: met voornamelijk Nederlandse tweets – een stevige middenmoter tussen Viktor Orbán (599.000 volgers), Alice Weidel (1,1 miljoen), Nigel Farage (2,2 miljoen) en Marine Le Pen (3,1 miljoen).
Wilders hoeft geen verantwoording af te leggen voor de berichten. Tijdens de coalitieonderhandelingen schrijft hij bijvoorbeeld over de VVD-staatssecretaris van Asiel en Migratie: „Eng mannetje die [Eric] Van der Burg, tijd dat ie snel opkrast.” VVD-leider Yesilgöz noemt het „ongepast”. Maar Wilders trekt zich van kritiek niets aan: „Wat anderen ervan vinden, zal me een worst zijn.”
Toespeling
Zo handhaaft hij de gehele regeerperiode een afstand tussen de PVV-bewindslieden en de rest van het kabinet. Op X is hij nauwelijks de coalitiegenoot die trots is op ‘zijn’ kabinet, veel meer de buitenstaander die zich van het politiek establishment afkeert. Drie kwartier na het opblazen van het kabinet spreekt Wilders via X persoonlijk kiezers aan als medeslachtoffers van het kabinet-Schoof: „Ik heb de kiezer het strengste asielbeleid ooit beloofd, maar dat werd u niet gegund.”
Zoals hij de wensen van ‘de kiezer’ zegt te kennen, claimt hij ook te weten wat ‘het volk’ wil. Bijvoorbeeld in 2019 bij de Europese verkiezingen, als hij via Twitter steun betuigt aan de burgers van Europa dat „in crisis” zou verkeren en waar landen door migratie hun soevereiniteit zouden verliezen.
Gedurende de gehele regeerperiode handhaaft Wilders een afstand tussen de PVV-bewindslieden en de rest van het kabinet
Afgelopen week doet hij daar een schepje bovenop. Niet alleen spreekt hij steun uit voor boze burgers die bij Ter Apel eigen grenscontroles houden („Fantastisch initiatief”), maar voegt ook toe: „Ik wil volgende keer graag meedoen.”
Wanneer minister David van Weel (Justitie, VVD) diezelfde burgers op X op het hart drukt „neem niet het recht in eigen hand. Laat politie en marechaussee hun werk doen”, herplaatst Wilders die post met het volgende commentaar: „Slappeling. Je doet helemaal niks.”
Faber
Wanneer het kabinet-Schoof na 223 dagen formeren op een zomerdag op het bordes staat, lijkt het tij even te keren. Wilders plaatst een van de foto’s een paar minuten later op X. „2 juli 2024: De #PVV in de Nederlandse regering!”, schrijft hij. Daarna drie hartjes.
Met vijf ministers en vier staatssecretarissen zit de PVV in het kabinet. Marjolein Faber is minister van Asiel en Migratie en de partij levert ook de minister van Economische Zaken (Dirk Beljaarts), die voor Buitenlandse Handel (Reinette Klever) en de staatssecretaris Digitalisering (Zsolt Szabó). Van die thema’s moet de PVV nu ook wat vinden.
Dat ligt niet voor de hand: de partij is vooral bekend geworden door migranten en moslims aan te vallen. Sinds 2009 schrijft of herplaatst Wilders ruim 2.500 berichten over die groepen – ruim 10 procent van het totaal. De islam noemt hij „een kwaadaardige ideologie”.
Niet zelden bevatten die tweets oorlogsretoriek. In 2017 schrijft hij: „Ongeveer 1.400 jaar geleden is ons de oorlog verklaard. Door een ideologie van haat en geweld: de islam. Het is tijd om terug te vechten.”
Dat Wilders niet van plan is zijn islam-kritiek te stoppen, blijkt al snel. Binnen een maand na de beëdiging van het kabinet, plaatst hij op X: „Het is een symbool van onvrijheid en vrouwenonderdrukking afkomstig van een religie van intolerantie, minachting, haat en misogynie: de islam.”
Waar Wilders eerder de koran of islamitische scholen wilde laten verbieden, oppert hij dat een jaar lang niet
De rechtsstaatverklaring, waarin de coalitiepartijen de vrijheid van godsdienst benadrukken, staat dit alles niet in de weg. Daarin staat namelijk óók dat kritiek op religie is toegestaan. Dat benadrukt Wilders in een tweet aan de vooravond van het begin van het kabinet: „Islam is een religie. En religiekritiek is geoorloofd. En na 20 jaar beveiliging, safe houses, 5 fatwas, duizenden doodsbedreigingen en het bezoeken van vele islamitische landen, kan ik zeggen dat de #islam een walgelijke, verwerpelijke, gewelddadige en haatdragende religie is.”
Zijn toon matigt hij wel enigszins. Waar Wilders eerder de koran of islamitische scholen wilde laten verbieden, oppert hij dat een jaar lang niet. (Nog geen week nadat hij uit de coalitie is gestapt, schrijft hij alweer dat het islamitische Offerfeest moet worden verboden.)
Als coalitiegenoot plaatst Wilders ruim duizend X-berichten, 115 over de islam. Die „hoort niet bij Nederland”, herhaalt hij meerdere keren. En bij een foto van een folder van de Jumbo over de ramadan, schrijft hij: „Voor mij nooit meer #Jumbo.” Nog eens 195 berichten gaan over asiel en migratie.
De profielfoto van Geert Wilders op X.
Salarissen
De PVV bevestigt in het regeringsjaar het beeld van een one-issuepartij. Dat was anders. Neem de zorg, daarover postte Wilders voorheen tientallen keren per jaar. Tijdens de coronapandemie ging het meerdere keren per maand over de „zorghelden”. Ook bepleit hij jarenlang hogere salarissen voor zorgmedewerkers en bezuinigingen op „zorgbobo’s”. Maar zolang PVV’er Fleur Agema het ministerie van Volksgezondheid bestiert, plaatst Wilders slechts twee berichten over de zorg.
Ook over pensioenen plaatste hij tientallen berichten per jaar. Zo was hij kritisch op het nieuwe stelsel („casino-pensioen”, „pensioenroof”). Dit jaar gingen nog maar vier berichten over pensioenen, onder meer een waarin hij aankondigde een voorstel van NSC te steunen.
Ouderen lijken als thema passé. Ze vormden ooit een trouwe doelgroep van Wilders: hij plaatste sinds 2014 170 berichten die het woord ‘ouderen’ bevatten. Maar ten tijde van kabinet-Schoof werden ouderen geen enkele keer genoemd door de PVV-leider.
Hetzelfde geldt voor stikstof, boeren, de ‘klimaatgekte’, woningnood: onderwerpen die op veel aandacht van Wilders konden rekenen. Maar dit jaar: zes berichten over stikstof, twee over boeren, tien over klimaat. Vijftien keer gaat het over de woningmarkt, maar dertien keer daarvan over statushouders, die van Wilders geen voorrang meer mogen krijgen op een sociale huurwoning.
NSB
Reinette Klever, namens de PVV minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, speelt met een vulpen in Vak K. Het is 4 juli, het debat over de regeringsverklaring is pas begonnen en het ene na het andere oppositielid stelt vragen over háár. Over „de racistische complottheorieën” die ze heeft verkondigd, volgens D66-leider Rob Jetten. Over een speldje met de Prinsenvlag, die door de NSB werd gebruikt, dat ze heeft gedragen.
Klever mag zelf geen antwoord geven. Dat is de taak van premier Schoof. Maar die gaat nauwelijks in op de kritiek: „Ik heb vertrouwen in alle leden van dit kabinet”, zegt hij.
Na drie kwartier is Wilders het beu. Hij loopt naar de interruptiemicrofoon en noemt de reactie van Schoof „slappe hap”. Verbazing in de Tweede Kamer: de leider van de grootste coalitiepartij die de premier zo hard aanvalt? Ongekend.
Een uur later plaatst Wilders een video op X. „Slappe hap”, luidt het bijschrift. „Als PVV-bewindspersonen voor racist worden uitgemaakt in een Kamerdebat dient de premier daar meteen keihard afstand van te nemen. Minder accepteer ik niet.”
Tijdens de PVV-regeringsdeelname valt Wilders ruim honderd keer het kabinet, een coalitiepartner of een van ‘hun’ bewindspersonen aan. Tien keer dreigt hij het kabinet op te blazen, de eerste keer in september 2024, als het nog geen drie maanden zit.
Hij spreekt ‘zijn’ partijloos premier Schoof zestien keer direct aan op X. Hij noemt hem „ongelooflijk zwak”, Schoof moet „optreden of aftreden” en Wilders draagt hem op om het „linkse, antisemitische en radicaal islamitische tuig” veel harder aan te pakken.
Wanneer Schoof in het AD zegt dat hij de baas is van Nederland, twittert Wilders: „Schoof is absoluut niet de baas, dat is de Tweede Kamer.”
Suikerfeest
De VVD wordt twintig keer direct aangevallen – vaker dan NSC (elf keer). Zo moet het „klimaatgedram van de VVD” stoppen en moet een „VVD-burgemeester” – die Wilders niet bij naam noemt – harder optreden tegen rellen in Scheveningen.
Minister David van Weel (Justitie, VVD) is na Schoof het vaakst aangevallen kabinetslid: dertien keer. Het gaat vooral over „tuig” dat „GEARRESTEERD” moet worden. En als Van Weel moslims een fijn Suikerfeest wenst, twittert Wilders: „De VVD houdt van de islam. De PVV houdt van Nederland.”
Nog geen uur later oogst minister Faber (Asiel, PVV) een zoveelste loftuiting: „Heel goed!”, twittert haar partijleider, vergezeld van een spierballenemoji. In totaal complimenteert hij haar 65 keer. Vier keer noemt hij Faber een „kanjer”.
Geert Wilders tijdens het debat over de val van het kabinet-Schoof.
Foto Bart Maat
Zo’n reeks berichten gericht op één persoon is niet uitzonderlijk, maar meestal is de toon allesbehalve complimenteus. Zo verstuurt Wilders 264 keer een negatief bericht over voormalig D66-leider Sigrid Kaag, variërend van „minister van Palestijnse Zaken en Terreur” tot „heks”. En neemt hij herhaaldelijk de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema onder vuur: „ONTSLA HALSEMA”, „ontsla dat mens”.
Juist in de periode dat de PVV deelneemt aan het kabinet, gaat hij met die uitlatingen die in strijd zijn met de rechtsstaat zó ver, dat de rechtbank Amsterdam hem tot de orde roept.
Strafmaat
Het is kwart over vijf ’s nachts en Wilders is wakker. Hij is zojuist geappt door de Israëlische ambassadeur in Nederland. Het is 8 november, de nacht van de rellen in Amsterdam na de wedstrijd van Ajax tegen Maccabi Tel Aviv. Op dat moment gaan op sociale media alleen filmpjes en verhalen rond zonder context. Maar Wilders denkt al snel te weten wat zich heeft voorgedaan en twittert: „Looks like a jew hunt in the streets of Amsterdam. Arrest and deport the multicultural scum that attacked Maccabi Tel Aviv supporters in our streets.”
Een paar dagen later vraagt Wilders in een Kamerdebat aan Schoof of de nationaliteit van de daders van de Maccabi-rellen kan worden ingetrokken. Dat is mogelijk als de verdachten worden veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. De minister van Justitie zal dat bespreken met het Openbaar Ministerie, antwoordt Schoof. „Nederlandse nationaliteit van daders #Jodenjacht intrekken is mogelijk!”, plaatst Wilders op X.
Het OM maakt niet veel later bekend dat de arrestanten níét worden verdacht van een terroristisch misdrijf. Wilders post snel op X: „Angst om door te pakken. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Zwak OM.”
Die tweet en Wilders’ eerdere uitspraken halen de rechtszaal. De politiek heeft zich bemoeid met de strafmaat, betoogt de advocaat van de verdachten. Hij pleit daarom voor een lagere straf.
Een reeks berichten gericht op één persoon is niet uitzonderlijk, maar meestal is de toon allesbehalve complimenteus
Op 24 december veroordeelt de rechtbank Amsterdam de eerste verdachten. Behalve de veroordeelde krijgt ook Wilders in het vonnis een uitzonderlijke veeg uit de pan, in de vorm van een minicollege staatsrecht: „Het zou politici en met name Kamerleden, die onderdeel zijn van een andere staatsmacht dan de rechtbank en het Openbaar Ministerie, passen om zich niet uit te laten over de door hen gewenste wijze van rechterlijke afdoening van individuele strafzaken terwijl de rechtbank nog geen uitspraak heeft gedaan.”
Door de jaren heen stelt Wilders regelmatig de rechtsstaat zelf ter discussie of valt die zelfs frontaal aan: „DE RECHTSSTAAT IS FAILLIET!”, „Die rechters zijn echt gestoord”, „Activistische linkse rechters maken Nederland helemaal kapot”. En hij doet de rechters af als „incompetente ziekelijke D66-rechters”.
Wat in het regeringsjaar van ‘de koelkast’ wel enigszins afgekoeld blijft in de X-berichten van Wilders, is diens afkeer van andere instituties. Zo noemt hij de Tweede Kamer niet meer een „nepparlement”. De regering van Rutte omschreef hij als een „corrupte bende”, nu heeft hij het over de „ruïnes van Rutte”. En waar de Europese Unie „een dictatuur” was, ageert hij nu tegen ‘de bureaucratie’ van Brussel.
Populisme
Een auto met geblindeerde ruiten komt aangereden. PVV-leider Geert Wilders stapt uit, begeleid door trommelslagen. Het beeld bevriest, een tekst verschijnt: „Geert Wilders, Netherlands, PVV.” Zo wordt de ene na de andere Europese politicus in het filmpje opgevoerd, als filmsterren op de rode loper: Marine Le Pen van het Franse Rassemblement National, Matteo Salvini van Lega uit Italië, de Hongaarse premier Viktor Orbán, Tom Van Grieken van Vlaams Belang. Dan eindigt het filmpje ineens, met de tekst: „Patriots for Europe.” Die vormen een nieuwe politieke familie, waar bijna alle radicaal-rechtse populistische leiders zich bij aansluiten.
Wilders houdt van het internationale podium. Hij mag graag speechen op het radicaal-rechtse CPAC-congres in Hongarije. Ongeveer een kwart van zijn X-berichten schrijft hij in het Engels. En sinds de oprichting van de Patriots en de aansluiting van de PVV daarbij afgelopen zomer vult Wilders’ tijdlijn zich regelmatig met foto’s en selfies met Orbán en andere leiders van Europese rechts-radicale partijen. Wilders is lastig te bereiken voor Nederlandse media, maar hij schrijft wel regelmatig opinieartikelen voor de Amerikaanse alt-right website Breitbart.
Wilders hoopt een graantje mee te pikken van de successen van andere radicaal-rechtse partijen. Als Donald Trump de Amerikaanse verkiezingen wint, feliciteert hij hem nog dezelfde nacht via X. Trots deelt de PVV-leider ook dat zíjn post op CNN verschijnt, terwijl Trump zijn overwinningsspeech uitspreekt. De volgende dag plaatst Wilders een selfie op X, waarop hij getooid is met een MAGA-petje.
In de eerste drie maanden na Trumps overwinning schrijft Wilders achttien berichten over Trump, altijd vol enthousiasme: „Trump is right”, „hulde aan president Trump”, „Very true @realDonaldTrump!”
Geert Wilders en Stephan van Baarle (DENK) tijdens het debat over de val van het kabinet-Schoof.
Foto Bart Maat
Zelensky
In één klap is het gedaan met de lofredes, als Trump de Oekraïense president Volodymyr Zelensky aanpakt in het Witte Huis. Wilders tweet nog slechts twee keer over Trump en de „hysterische anti-Trump stemming”, maar daarna zwijgt hij maandenlang over de Amerikaanse president.
Tot het kabinet valt. Als een woordvoerder van het Witte Huis verklaart achter Wilders te staan, twittert hij: „Thank you @realDonaldTrump!” En een dag later: „We will win the Dutch elections again and Make The Netherlands Great Again!”
Zijn enthousiasme over X neemt daarna niet af. Met het veelvuldig twitteren van voor PVV positieve opiniepeilingen – nadat hij het tienpuntenplan ‘tegen immigratie’ presenteerde twee weken geleden – begon Wilders al met de verkiezingscampagne vóórdat hij de stekker uit het kabinet had getrokken. En daarmee lijkt X wederom een factor van groot belang te worden voor de PVV-campagne.
In januari vorig jaar betuigde Wilders nog openlijk de liefde aan X:
„Stop criticizing X.
X is freedom.
X is interaction.
X is debate.
X is fun.”
Lees ook
Rotterdamse moslims over de anti-islamtweets van Wilders: ‘Doet ons niks meer’
Geert Wilders (PVV) in de weer met zijn telefoon, op de dag dat hij besloot het kabinet ten val te brengen.
Volgens de overlevering was het protest tegen de plaatsing van kruisraketten – in 1983 in Den Haag – met 550.000 deelnemers het grootste in de Nederlandse geschiedenis. Er werd door de organisatie hard gerekend om het aantal aanwezigen in te schatten – daarvoor keek ze onder meer naar de verkoop van treinkaartjes en het aantal gehuurde bussen. Logisch, want het aantal mensen dat op komt dagen, laat zien hoeveel draagvlak de boodschap geniet.
Aantallen zijn politiek, ziet ook Stefan Verwer, communicatiemanager bij Oxfam Novib. Verwer werkte mee aan de inschatting van het aantal mensen dat afgelopen zondag de Rode Lijn-demonstratie van Oxfam Novib bijwoonde.
Sommige betogers haakten af bij het Vredespaleis, bijvoorbeeld mensen die slecht ter been waren
Die middag meldde de organisatie dat 150.000 mensen aanwezig waren bij het protest in Den Haag. Met de demonstraties wil de organisatie doorgaan totdat „de Nederlandse politiek de Rode Lijn trekt en de Nederlandse medeplichtigheid aan Israëls oorlogsmisdaden stopt”.
Oxfam Novib had deze keer goed uitgedacht hoe het aantal deelnemers te tellen, zegt Verwer: „We wilden voorkomen dat het bij een ruwe schatting bleef. Er wordt vaak geprobeerd de opkomst lager voor te stellen dan die daadwerkelijk is.”
Dat ervoer hij na de vorige Rode Lijn-demonstratie van 18 mei, die werd ingeschat op honderdduizend deelnemers – een aantal waarvoor niet zo’n uitgebreide onderbouwing was als deze keer.
‘Sfeerbeheerders’
Hoe kwam Oxfam Novib tot de schatting? Met behulp van ongeveer vijftig ‘sfeerbeheerders’, die ervoor moeten zorgen dat de demonstratie niet uit de hand loopt. Die stonden langs de aanlooproutes naar het Malieveld en op het terrein zelf. Later stonden ze ook langs de stoet die door de stad trok. Op drie afgesproken momenten maakten ze foto’s van hun locatie. Een collega verderop, achter een computer, stelde vast hoeveel personen er gemiddeld per vierkante meter stonden. „We hebben de gegevens ingevoerd in MapChecking”, zegt Verwer. Dat is een online tool die aan de hand van de dichtheid van mensen en het oppervlak het aantal aanwezigen schat.
MapChecking wordt ook door sommige gemeenten en de politie gebruikt bij evenementen. Maar: „Het blijft voor een groot deel mensenwerk.”
De eerste telling, waar 150.000 uitkwam, was tussen 13.00 en 13.30 uur, zegt Verwer. Het was het drukste moment aan het begin van de mars. Latere tellingen waren iets lager, onder andere omdat een deel van de deelnemers onderweg stopte of voortijdig vertrok. „Sommigen haakten af bij het Vredespaleis, bijvoorbeeld mensen die slecht ter been waren.”
Het verschil tussen de hoogste en de laagste meting was volgens Verwer maximaal vijfduizend mensen.
Lees ook
Aantallen, daar draait het om op de tweede Rode Lijn-demonstratie
Politie
In nieuwsberichten kwamen ook heel andere aantallen naar voren: enkele tienduizenden, „honderdduizend”, schreef de NOS. En persbureau ANP schatte op een bepaald moment zeventigduizend mensen.
Hoe zit dat? Ze maakten volgens Verwer vooral een inschatting op het oog. Dat is bijna niet te doen als het om zoveel mensen gaat, zegt hij. „Op ons podium werd aanvankelijk ook door iemand het getal 100.000 genoemd, nog voordat wij onze onderbouwde inschatting hadden gedaan.”
Oxfam Novib was deze keer de enige die systematisch telde. De politie schatte in het verleden vaak achteraf de opkomst, maar niet langer, zegt woordvoerder Suzanne van de Graaf van de landelijke politie. De politie merkte dat haar inschattingen vaak verschilden van die van de organisatie, wat vervolgens tot onmin leidde. „Het blijven schattingen.”
Zulke onenigheid ontstond bijvoorbeeld bij de mars Samen voor Nederland, in 2021. De organisatie wilde een geluid tegen de coronamaatregelen laten horen. De gemeente sprak van ruim twintigduizend demonstranten, de organisatie ging uit van vijftigduizend tot honderdduizend mensen. „Zo wilden wij het niet”, zegt Verwer. „Je wil niet dat de discussie gaat over het aantal mensen, in plaats van over de boodschap.”
Lees ook
Zette Belgrado een geluidswapen in tegen betogers? ‘Het voelde alsof iemand mijn gezicht had opgeblazen’