Voordat de komma een leesteken werd, was zij een spreekteken; hier een maat rust nemen in je tekst. Intussen speelt het kikkervisje vele rollen. Wat vaststaat: dat veel lezers deze zin niet gek hadden gevonden als er geen dubbele punt in had gestaan maar een komma. Dat blijkt eens te meer na een vonnis van de Amsterdamse kortgedingrechter over het meest veelzijdige én vermoedelijk meest omstreden leesteken.
De rechter oordeelde op verzoek van koepelorganisatie Stichting Federatie Islamitische Organisaties (FIO) over de interpunctie in een column van Nausicaa Marbe in De Telegraaf (‘Gaza-akkoord zal Jodenhaat niet stoppen’, 17 januari). Zij schreef daarin: „Zondag wordt er ook geschreeuwd op de Dam tijdens een ‘solidariteitsdemonstratie met Gaza’ georganiseerd door aan Hamas gelieerde organisaties, Milli Görus en de moskeekoepel FIO. FIO is een Haagse koepel, maar het stadsbestuur vindt het vast prima dat ze met Hamas meeheult.”
Volgens FIO noemt Marbe de koepel in haar column een aan Hamas gelieerde organisatie (iets wat FIO ontkent). Volgens De Telegraaf staat dat er niet en heeft Marbe dat ook niet willen zeggen. Het zou alleen zo gelezen kunnen worden als er na „aan Hamas gelieerde organisaties” een dubbele punt in plaats van een komma had gestaan, aldus de krant.
In zijn vonnis van 27 februari zegt de rechter dat „de strikt taalkundige uitleg van De Telegraaf op zich juist is”, maar dat die zin „door de gemiddelde lezer bij oppervlakkige lezing” verkeerd zal worden begrepen, omdat die lezer „het subtiele onderscheid tussen een komma en een dubbele punt niet (meteen)” ziet. De kans op verkeerde lezing wordt volgens de rechter nog vergroot door de zin na de gewraakte uitlating, waarin wordt gesproken over „meeheulen” met Hamas.
Van de rechter moet de krant daarom een mededeling bij de online versie van de column plaatsen dat hier sprake is van „een ongelukkig geformuleerde zin” plus uitleg hoe de zin niet moet worden gelezen. Dat heeft de krant intussen gedaan.
„Mensen die ergens iets lezen wat er helemaal niet staat, dat kunnen we niet hebben, het is dan ook essentieel dat de rechter daar tegen optreedt”, sneerde GeenStijl.
„Mislezers krijgen gelijk”, schreef Marbe deze week zelf op X. „Als je je niet meer kunt baseren op de regels van de Nederlandse taal, als de rechter die niet meer erkent of bagatelliseert, dan is dat een hellend vlak.”
Taalkundigen vinden het eveneens vreemd dat de rechter op de stoel van de eindredacteur gaat zitten. „Leestekens zijn richtingwijzers, ze moeten duidelijk maken wat er wordt bedoeld”, reageert Wim Daniëls, auteur van vele boeken over taal, waaronder De geschiedenis van de komma (1994). „Ze zijn evenwel niet bij wet geregeld.”
Maar de uitspraak zelf „is nog niet zo gek”, vindt Daniëls. Een dubbele punt staat gewoonlijk voor een aankondiging en een komma voor ‘nevenschikking’. Dat is de conventie, maar „er zijn genoeg lezers die de betwiste zin lezen zoals de FIO-mensen hem hebben gelezen”, zegt hij. Volgens hem had De Telegraaf „betere richtingwijzers moeten gebruiken om de misinterpretatie uit te sluiten die inderdaad op de loer lag”.
‘Bevoogdend en curieus’
Dat zegt ook Marc van Oostendorp, hoogleraar Nederlands aan de Radboud Universiteit Nijmegen. „Anders dan De Telegraaf betoogt is er geen officiële interpretatie van wat een komma betekent en je kunt dit wel degelijk zo lezen [als FIO doet].”
„Ik ben benieuwd hoe de rechter ‘gemiddelde lezer’ en ‘oppervlakkige lezing’ definieert”, zegt Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale. Maar Marbe had het „handiger kunnen opschrijven”, vindt ook hij. „En als ze bijvoorbeeld nóg een organisatie had genoemd, had het probleem van die dubbelzinnige komma zich helemaal niet voorgedaan. Maar voor de gemiddelde lezer die ik ben is het ook zo wel duidelijk dat hier om een opsomming gaat.”
Ewoud Sanders, taalkundige en jarenlang auteur van de rubriek Woordhoek in NRC Handelsblad, noemt het „bevoogdend” en „curieus” van de rechter te veronderstellen dat „lezers het correcte gebruik van leestekens niet meer zouden kennen”. Hij stelt zich daarmee ferm op in het kamp van Nausicaa Marbe, althans taalkundig.
En het kamp van Lynne Truss, die in 2003 de bestseller Eats, Shoots and Leaves schreef, genoemd naar een Engels taalgrapje met de hoofdrol voor een panda in een pub en een verkeerd geplaatste komma in een dierengids. Daardoor eet de panda geen scheuten en bladeren, maar een broodje, waarna hij twee revolverschoten lost en de pub uit loopt. Ondertitel: The zero-tolerance guide to interpunction.
Je moet altijd opkomen voor de juiste leestekens, zegt Truss. Niet „omdat er overgevoelige zielen zijn die flauwvallen als ze denken dat ze verkeerd worden gebruikt. Maar omdat er zonder interpunctie geen betrouwbare manier is om betekenis over te brengen.”
Of dat nog zo is – komma of dubbele punt – de tijd zal het leren.
Crimineel geld opsporen was relatief simpel toen Michiel Zwinkels zich als officier van justitie net na de eeuwwisseling stortte op de Amsterdamse onderwereld. „Toen had je criminelen zoals Cor van Hout en Willem Holleeder die hun geld in Nederland investeerden en gebruikmaakten van een constructie met een vennootschap op Curaçao. Zo overzichtelijk is het nu niet meer.”
Deze maand is Zwinkels (54) twee jaar hoofdofficier van het Functioneel Parket. Hij geeft leiding aan de specialistische tak van het Openbaar Ministerie die met 450 werknemers onder meer verantwoordelijk is voor het bestrijden van witwassen en fraude en naleving van de sanctiewetgeving.
Onder de noemer ‘misdaad mag niet lonen’, staat die aanpak al jaren hoog op de agenda. Over de mate van succes valt te twisten. In Nederland zou jaarlijks 16 miljard euro worden witgewassen, becijferde de Universiteit Utrecht in 2018.
Het is geld dat „in potentie had kunnen worden afgepakt”, stelde de Algemene Rekenkamer in 2022 in een kritisch onderzoek. Het instituut constateerde dat sinds 2010 honderden miljoenen extra werden gestoken in de jacht op crimineel geld. Die investering wordt wel terugverdiend, maar toch wordt er volgens de Rekenkamer slechts „beperkt wordt geoogst”.
Het OM, de politie en fiscale opsporingsdienst FIOD zouden onvoldoende samenwerken. Het bedrag dat het OM jaarlijks afpakt van criminelen schommelt rond de 100 miljoen euro.
In een vergaderkamer met uitzicht over het Amsterdamse IJ licht Zwinkels de complexiteit van de jacht op crimineel geld toe. „In twintig jaar tijd is het ontrafelen van witwasconstructies hopeloos veel complexer geworden.” En dat terwijl er anno 2025 nog steeds wordt geprocedeerd in zaken waar Zwinkels als beginnend officier bij betrokken was.
Zo werd begin dit jaar kasteelheer Jan-Dirk Paarlberg, die voor Holleeder witwaste, door de staat ‘gegijzeld’ en vastgezet. De reden? Na een ontnemingstraject van het OM wegens witwassen weigert Paarlberg een openstaande schuld van 15 miljoen euro te betalen.
Lees ook
Heinen houdt vast aan uitwisseling bankgegevens in de strijd tegen witwassen
De zaak tegen Paarlberg stamt van twintig jaar geleden. Waarom duren zulke zaken zo lang?
„Het liefst doe je alle strafzaken binnen een of twee jaar af, maar dat is helaas niet de realiteit. Zeker in zaken met ondoorzichtige constructies, vermenging van onder- en bovenwereld in binnen- en buitenland, is het een kwestie van de lange adem. Bovendien wordt bij dit soort zaken tegen bijna elke beslissing die we nemen door de verdachte geprocedeerd. Dat maakt dat ook zo’n zaak met Paarlberg heel lang kan duren.”
Dat heeft de samenleving te accepteren?
„Ik vind het wel onze plicht om te kijken wat daar aan te doen is. Als officier van justitie heb ik een strafzaak gedraaid met zo’n twintig Hells Angels. Die zaak werd heel groot gemaakt, met alle mogelijke strafbare feiten erbij. In dat soort gevallen moeten wij scherper kiezen en niet zo veel mogelijk ten laste leggen. Als we bijvoorbeeld ook een in het buitenland gepleegd strafbaar feit vervolgen, heb je zomaar anderhalf jaar vertraging vanwege de benodigde internationale rechtshulp.
„Tegelijkertijd laat die lange termijn bij zo’n zaak als die van Paarlberg zien dat wij niet opgeven. Op het moment dat er een rechterlijk vonnis is over een ontneming van crimineel geld, willen we dat geld ook echt innen. Dat kan soms lang duren, maar is van belang voor de geloofwaardigheid.”
We zien dat geld via ondergronds bankieren een weg zoekt naar plekken met minder toezicht. En daar begint dan het echte witwassen
Uit de jaarcijfers van uw parket blijkt steevast een aanzienlijk verschil tussen het geld waarop beslag is gelegd (371 miljoen in 2023) en dat daadwerkelijk is afgepakt (95 miljoen in 2023).
„Je kunt niet altijd alles afpakken waar je beslag oplegt. Een deel van het geld gaat soms naar de fiscus of het buitenland als we internationaal beslag hebben gelegd. Ook kunnen we niet altijd alle strafbare feiten bewijzen waarop dat beslag is gebaseerd. Ik vind dat wij ons succes niet te veel moeten baseren op het afpakresultaat. Dat verengt de discussie.”
Waar meet u succes dan wel aan af?
„Het gaat mij meer om het verstoren van de structuren die criminele geldstromen mogelijk maken. De manier waarop dit geld in de samenleving komt, is een ecosysteem geworden, dat gaat op heel veel manieren. Soms worden er via internationale bedrijven grote bedragen witgewassen. En in andere gevallen wordt crimineel geld lokaal in kleine hoeveelheden uitgegeven en zijn daar heel veel mensen bij betrokken.”
Het beeld van de crimineel die contant geld in de schuur heeft liggen of door de stad rijdt om zijn vastgoed te inspecteren, is achterhaald?
„Vastgoed is nog altijd interessant voor criminelen, maar daarin wordt echt veel subtieler geïnvesteerd. We zien nog steeds dat het wordt gekocht via buitenlandse investeringsmaatschappijen.
„Daarnaast sijpelt crimineel geld op allerlei manieren de samenleving in. De term ondermijning wordt vaak gebruikt, maar mijns inziens ligt de nadruk daarbij te veel op drugscriminaliteit. De georganiseerde misdaad richt zich ook op zorgfraude, milieufraude of online oplichting.
„Daarmee wordt echt heel veel geld verdiend, dat vaak deels weer wordt geïnvesteerd in drugshandel. En via trucs wordt ook geïnvesteerd in cryptovaluta om de criminele herkomst van geld te verhullen. Maar het ondermijnende is nu juist hoe al dat criminele geld in onze samenleving verdwijnt.
„Omdat de bovengrens van contante transacties steeds lager wordt, zie je ook steeds meer heel kleine contante transacties. Criminelen kopen geen auto meer van 100.000 euro met cash, maar leasen die en betalen dan de maandelijkse termijn in contanten. Dat soort lease of huurkooptransacties zien we steeds vaker.”
Recent onderzoek van de politie laat toch juist zien dat criminelen vooral onderling zaken doen via een parallel financieel systeem van ondergrondse banken?
„Criminelen gebruiken ondergronds bankieren inderdaad om elkaar te betalen of tegoeden tegen elkaar weg te strepen.
„Maar dat is niet het hele verhaal. Ondergronds bankieren is niet meer dan het verplaatsen van contant geld van de ene naar de andere plek. Daarmee is het nog niet witgewassen. Het moet nog steeds van de onder- naar de bovenwereld. We zien dat geld via ondergronds bankieren zijn weg zoekt naar plekken met minder toezicht. En daar begint dan het echte witwassen. Dat wil zeggen dat contant geld giraal wordt gemaakt en daarna een schijnbaar legale bestemming krijgt.”
Heeft u een concreet voorbeeld van hoe dat werkt in de praktijk?
„Recent hadden wij een succesvol undercovertraject waarbij een agent witwassers vroeg om contant geld op een rekening in Canada te krijgen. Dat geld is door de verdachten eerst naar Hongarije verplaatst. Via een corrupte bankmedewerker is dat contante geld op een bankrekening gestort en vervolgens naar China overgemaakt. En een Chinese handelsonderneming heeft het weer overgemaakt naar Canada.
„Een ander voorbeeld is een systeem waarbij Chinese studenten in Europa met contant geld van ondergrondse bankiers bijvoorbeeld in de P.C. Hooftstraat, dure tassen, horloges en juwelen kopen. Die spullen gaan dan naar China om daar te worden verkocht. Zo krijgt dat in Nederland uitgegeven contante geld in China een ogenschijnlijk legale herkomst. Deze manier van witwassen wordt Daigou genoemd: Chinees voor ‘kopen in opdracht van een ander’.”
Dat klinkt alsof crimineel geld zeer versnipperd wordt witgewassen.
„Precies. Er is niet één manier, er zijn vele honderden manieren. De overeenkomst is dat crimineel geld altijd stroomt. Dat maakt het ook zo lastig om aan te pakken. Daarom moet je je op structuren richten waarmee dat witwassen wordt gefaciliteerd. Uit onze onderzoeken blijkt dat steeds meer internationaal wordt samengewerkt tussen criminele groepen en statelijke actoren uit landen als Iran en Rusland. Wij zien dat internationale financiële systemen die worden gebruikt voor sanctieontduiking en terrorismefinanciering ook worden ingezet voor het witwassen van crimineel geld. Een land als Iran heeft jarenlange ervaring met het ontduiken van sancties, die kennis is voor criminele groeperingen ook van belang.”
In Nederland werden de afgelopen jaren veel maatregelen getroffen tegen witwassen. Daarbij zijn banken gedwongen om veel meer verdachte transacties te melden. Heeft dat effect?
„Banken hebben veel kritiek op het feit dat ze zo veel ongebruikelijke transacties moeten melden: dat zou tot niets leiden. Dat is een misvatting. Meldingen leiden niet altijd tot een strafrechtelijk onderzoek, maar ze zijn wel ongelooflijk belangrijk om inzicht te krijgen in het ecosysteem.
„Zo is op grond van die vele miljoenen meldingen door de Financial Intelligence Unit [waar banken ongebruikelijke transacties melden] een systeem van witwassen ontdekt: het zogeheten Cash Compensatie Model. Dat brengt het aanbod van en de vraag naar contant geld bij elkaar. Drugscriminelen zitten vaak met contant geld dat ze kwijt willen. Dat lukt bij opdrachtgevers in arbeidsintensieve sectoren zoals de bouw, tuinbouw en transportsector, waar het personeel– meestal arbeidsmigranten – regelmatig deels contant wordt uitbetaald, zodat minder of geen belasting hoeft te worden afgedragen.
„Van veel crimineel geld kunnen we nog zeggen: dat gaat naar het buitenland. Maar dit zit in de haarvaten van onze economie. En het corrumpeert aan alle kanten: het zorgt voor oneerlijke concurrentie, de belastingdienst wordt geflest en het vergroot de kans op arbeidsuitbuiting.”
In Italië wordt beter samengewerkt: de bestrijding van de maffia is daar een taak van overheden op alle niveaus
Uit uw beschrijvingen valt op dat crimineel geld steeds complexere routes zoekt. Maakt dat u moedeloos?
„Zo voelt het voor mij niet. Twintig jaar geleden was ik als officier van justitie met een concrete zaak bezig. Nu richt ik mij op het systeem.”
In hoeverre beschikt u over het gereedschap om dat systeem aan te pakken?
„Het strafrecht is beperkt en altijd achteraf. Voor de aanpak van criminele geldstromen moeten wij anders gaan kijken. Mijn pleidooi is dat daarvoor een nationale strategie moet komen. Nederland heeft allerlei drempels waardoor verschillende partijen niet kunnen samenwerken. In een land als Italië werkt dat anders. Daar is de bestrijding van de maffia een taak van overheden op alle niveaus.
„Dat is in Nederland niet zo en daarom kunnen wij op grond van de privacywetgeving veel informatie niet delen. Als een gemeente in een onderzoek naar een vergunningsaanvraag van een verdacht bedrijf bijvoorbeeld een rechtbankvonnis wil inzien, moet het gewoon op rechtspraak.nl tussen de geanonimiseerde vonnissen zoeken.”
En daarvan profiteren kwaadwillenden?
„Absoluut. Er moet in Nederland beter worden samengewerkt om crimineel geld aan te pakken en daarvoor kunnen we wel wat meer hulp gebruiken van de wetgever. Wat we bijvoorbeeld in vrijwel alle zaken terugzien, is misbruik van vennootschappen. Het toezicht op rechtspersonen in Nederland is volstrekt versnipperd. De Kamer van Koophandel heeft daarover recent aan de bel getrokken. Ze ziet dat allerlei verdachte vennootschappen worden opgericht, maar kan daar zelf niks aan doen.
„Ander voorbeeld, zelfde probleem: het is heel makkelijk om een burgerservicenummer aan te vragen om daar vervolgens mee te frauderen. Dat begint met het aanvragen van een bankrekening waarvoor je zo’n bsn nodig hebt. Wij zien groeperingen die hele structuren, inclusief burgerservicenummers en Kamer van Koophandel-inschrijvingen, panklaar hebben liggen om te verkopen aan andere criminelen. Mijn oproep aan de politiek: maak daar werk van.”
Lees ook
Ook Kamer constateert: de anti-witwasaanpak is in de praktijk doorgeschoten
Criminelen wassen op grote schaal misdaadgeld wit in sectoren van de economie waar veel arbeidsmigranten werken. Medewerkers van onderaannemers in de pakketbezorging, de zorg, de bouw en de land- en tuinbouw worden betaald met crimineel contant geld.
Uit een analyse van de Financial Intelligence Unit (FIU), een toezichthouder waar banken ongebruikelijke financiële transacties moeten melden, blijkt dat dit de eerste stap is van een relatief simpele constructie om geld wit te wassen.
Volgens Michiel Zwinkels, hoofdofficier van justitie van het Functioneel Parket dat verantwoordelijk is voor de aanpak van financiële fraude, komt deze vorm van witwassen steeds vaker voor. Met grote gevolgen: „Hierdoor komt crimineel geld terecht in de haarvaten van onze economie”, aldus Zwinkels in een interview met NRC.
Het zorgt voor oneerlijke concurrentie, de belastingdienst wordt geflest en het vergroot de kans op arbeidsuitbuiting
Het witwassysteem, dat het Cash Compensatie Model wordt genoemd, werkt als volgt: onderaannemers in arbeidsintensieve sectoren betalen hun werknemers met cash afkomstig uit criminele netwerken. Door hun werknemers contant te betalen, kunnen ze belasting ontduiken.
Voor de werkzaamheden die deze onderaannemers verrichten, versturen ze een factuur aan hun opdrachtgevers die via het normale bankverkeer wordt betaald. Terwijl de kosten van deze bedrijven (deels) met contant crimineel geld worden betaald, komen de inkomsten vervolgens legaal via de bank binnen.
Daarmee is het contante criminele geld giraal gemaakt en heeft het in de vorm van betaling van geleverde diensten een legale herkomst verkregen. Via valse facturen komt het geld dan uiteindelijk weer terecht bij bedrijven die worden geleid door de criminelen die de cash hebben geleverd.
Volgens hoofdofficier Zwinkels „corrumpeert” dit systeem van cashcompensatie de economie. „Het zorgt voor oneerlijke concurrentie, de belastingdienst wordt geflest en het vergroot de kans op arbeidsuitbuiting.”
Ernstig
Eind vorig jaar heeft de rechtbank in Rotterdam een viertal verdachten van deze vorm van witwassen veroordeeld tot celstraffen van vijf, vier en tweeënhalf jaar. Tussen 2020 en 2023 hebben de vier als lid van een criminele organisatie voor 4,5 miljoen euro witgewassen. Volgens de rechtbank vormt „witwassen op deze schaal een ernstige bedreiging van de legale economie en tast het de integriteit van het financiële en economische verkeer aan”.
Zwinkels stelt dat deze zaak het topje van de ijsberg is. „Er lopen meerdere onderzoeken naar deze vorm van witwassen.” Deze zaken laten volgens de hoofdofficier zien dat de meldplicht voor banken van kleine ongebruikelijke transacties waardevol is in de strijd tegen het witwassen van crimineel geld. „Er is veel kritiek van banken op die meldplicht, maar dit systeem had nooit kunnen worden blootgelegd zonder al die meldingen.”
Zwinkels vraagt ook om meer aandacht van de landelijke politiek. De Rekenkamer uitte enkele jaren geleden stevige kritiek op de gebrekkige samenwerking tussen onderdelen van de overheid bij de aanpak van witwassen.
Lees ook
Heinen houdt vast aan uitwisseling bankgegevens in de strijd tegen witwassen
Privacyregels
De hoofdofficier stelt dat het voor het Openbaar Ministerie vaak niet mogelijk is gevoelige informatie te delen met lokale overheden die onderzoek doen, bijvoorbeeld in het kader van vergunningsaanvragen. „Wij mogen vaak geen dossierstukken delen met overheden op grond van de privacywetgeving.”
En dat gaat ver. Stel dat een ondernemer die is veroordeeld voor het zwart betalen van arbeidsmigranten, een vergunning aanvraagt voor de bouw van tijdelijke woningen; dan heeft de gemeente volgens Zwinkels geen toegang tot het volledige vonnis – op grond van die privacyregels.
We kunnen iets leren van de Italiaanse aanpak. Daar zijn alle overheden verantwoordelijk voor de aanpak van de maffia
De enige mogelijkheid is om via rechtspraak.nl geanonimiseerde vonnissen op te vragen waarin geen namen worden genoemd. Het Openbaar Ministerie mag ook geen dossierstukken delen van het onderzoek naar deze veroordeelde ondernemer.
„Wat dit betreft kunnen we iets leren van de Italiaanse aanpak”, stelt Zwinkels. „Daar zijn alle overheden verantwoordelijk voor de aanpak van de maffia. Als dat in Nederland ook zo wordt geregeld, kunnen wij als Openbaar Ministerie veel meer informatie delen met betrokken overheden dan nu. En dat kan de aanpak van witwassen enorm helpen.”
Lees ook
Werkt Italiaanse aanpak ook bij onze ‘poldermaffia’?
Na de val van het college van Gedeputeerde Staten van Groningen in september was het onduidelijk of Susan Top (53) in het nieuw te vormen college kon aanblijven als onafhankelijk gedeputeerde voor het gasdossier. Dinsdagavond werd na twee maanden formeren bekend dat het nieuwe college van BBB, PvdA, GroenLinks en VVD wil dat Top aanblijft.
Weinig mensen hebben zo veel kennis van het Groningse gasdossier als Top. Al in 2014 werd ze lid van de dialoogtafel, waar de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), het Rijk, regiobestuurders en maatschappelijke organisaties samenkwamen.
Van 2014 tot 2021 was ze als secretaris het gezicht van het Groninger Gasberaad, een netwerk van maatschappelijke organisaties dat opkomt voor gedupeerden van de gaswinning en probeert het politieke beleid over de gaswinning te beïnvloeden. Zeven jaar lang voerde ze honderden overleggen met bewoners, regionale bestuurders, ambtenaren en ministers in Den Haag. Ze stond bekend om haar inhoudelijke kennis van het omvangrijke gasdossier. „Een spil vanaf het eerste uur. Een van de weinige mensen die goed ingevoerd zijn”, zei gedupeerde Sijbrand Nijhoff bij haar afscheid van het Gasberaad over Top.
In 2021 verliet ze de organisatie, moegestreden. „Ik heb niet meer het idee dat wij als maatschappelijke organisatie het beleid nog kunnen beïnvloeden”, zei ze daarover tegen NRC.
Als afscheid ging ze vijf dagen wandelen door de provincie met politici, bestuurders en inwoners. Alle gedupeerden van de gaswinning die ze tijdens die dagen sprak, kregen een beeldje van een zwaluw. Het symbool van hoop.
Lees ook
‘Deze mensen hebben niet om de bevingen gevraagd. Het is ze aangedaan’
Die hoop waren inwoners van Groningen verloren, na de door de gaswinning veroorzaakte aardbevingen, alle problemen aan hun huizen die daardoor ontstonden en de moeizame procedure om die hersteld te krijgen, zei Top toen ze door de parlementaire enquête aardgaswinning in juni 2022 ondervraagd werd. „In Groningen is men gestopt met hopen.” Zelf was ze ook gefrustreerd geraakt. „Onmacht is een van de meest vervelende emoties”, zei ze tijdens haar verhoor.
Coalitie
Een jaar later kreeg ze de kans om zelf mee te besturen. Na de winst bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 verraste de BBB, die een coalitie mocht vormen, met de aanstelling van Top als partijloos gedeputeerde. Ze werd speciaal aangesteld voor het gasdossier en werd verantwoordelijk voor onder andere het schadeherstel en de versterking. Die rol kreeg ze in een coalitie met naast BBB het Groninger Belang, de PvdA en de ChristenUnie. Nu zat Top aan de andere kant van de bestuurstafel.
Daar kreeg ze niet lang de tijd voor. In september vorig jaar viel het college na een conflict over de ontwikkeling van een windmolenpark bij de Eemshaven. Tien jaar geleden werd al afgesproken dat daar 24 windturbines zouden komen. In het hoofdlijnenakkoord dat de coalitie had gesloten was afgesproken geen nieuwe windmolenparken aan te leggen, maar de bestaande plannen, zoals in de Eemshaven, wel door te laten gaan. De BBB stemde toch tegen de aanleg van het park, waarna de ChristenUnie het vertrouwen in de coalitie opzegde.
Of Top door kon als gedeputeerde, was sindsdien onduidelijk. De gedeputeerden van BBB, PvdA en Groninger Belang maakten eerder al bekend te stoppen. Maar over partijloos gedeputeerde Top kwam niets naar buiten. Tot frustratie van inwoners. „Susan Top moet door voor ons allemaal”, schreven 48 Groningers in januari in een ingezonden brief in het Dagblad van het Noorden. „Het gasdossier is weerbarstig. Voor ons is glashelder dat Susan Top door moet als gedeputeerde om de continuïteit te waarborgen. We willen niet opnieuw onrust. We hebben voortzetting van beleid nodig. Een ‘Nij Begun’ heeft doorzettingsvermogen, moed en kracht nodig en daarom willen we dat Susan Top doorgaat.”