Een perverse prikkel: ‘de forensisch arts wordt bijna per lijk betaald’

Analyse

Geneeskunde Er is al jaren een groot tekort aan forensisch artsen en de oplossing is niet in zicht. Zelfs een noodmaatregel mislukte. Ook helpt het niet dat het beroep gepaard gaat met onregelmatige tijden en een mager loon. „Deze geneeskunde is heel slecht planbaar.”

De sectiekamer van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag.
De sectiekamer van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. Foto ANP / XTRA NIELS WENSTEDT

Het meest schrijnende, vertelt forensisch arts Guido Reijnen, is een euthanasie die op het laatste moment wordt uitgesteld. „Dan heb je het over iemand die ondraaglijk lijdt, een datum in zijn agenda heeft gezet, zich mentaal op zijn sterfdatum heeft voorbereid en dan vlak van tevoren een telefoontje krijgt: ‘Er is woensdagmiddag om vijf uur geen forensisch arts beschikbaar, dus het wordt vrijdag.’ Daar heb ik hele grote moeite mee.”

Hij kent meerdere van dergelijke gevallen, zegt Reijnen. „Dat is heel erg pijnlijk. Maar het gebeurt wel.”

Een forensisch arts controleert of een euthanasie volgens protocol is uitgevoerd, onderzoekt slachtoffers van zedenmisdrijven, verzorgt de lijkschouw bij een onnatuurlijke dood. Maar met het huidige tekort aan forensisch artsen moeten slachtoffers wachten en wordt de lijkschouw soms uitgesteld. Code zwart heet dat – er is dan geen forensisch arts beschikbaar. Het uitstellen van deze onderzoeken is „erg zorgelijk”, schreven 25 GGD-directeuren publieke gezondheid vorig jaar in een brandbrief aan de ministers van VWS, Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken. Het aantal onderzoeken dat landelijk wordt uitgesteld, wordt niet bijgehouden.

Guido Reijnen is 2,5 dag per week longarts in het Bravis Ziekenhuis in West-Brabant en 2,5 dag forensisch arts – plus voorzitter van beroepsvereniging FMG, het Forensisch Medisch Genootschap. De tweehonderd forensisch artsen in Nederland zijn veelgevraagd en komen zo’n 68.000 keer per jaar in actie. Naast lijkschouwingen bij een mogelijke niet-natuurlijke dood zijn ze er voor arrestanten (die kunnen niet snel langs hun eigen huisarts) en voor zedenmisdrijven. Bij die laatste gaat het om het onderzoeken van slachtoffers van verkrachting en aanranding. Verder schrijven forensisch artsen letselrapporten voor de politie (beschrijving van het letsel) of het OM (is het zware mishandeling of poging tot doodslag?). Daarnaast doen ze zo’n 20.000 tot 30.000 bloedproeven, vooral bij mensen die achter het stuur worden aangehouden.

Al jaren is er een groot tekort aan forensisch artsen. De uitstroom is hoog; een derde is over vijf jaar gestopt, vooral door pensionering. Er worden ook weinig nieuwe forensisch artsen opgeleid; zo’n 10 per jaar, terwijl dat er minimaal 27 moeten zijn, schreef het Capaciteitsorgaan dat het kabinet adviseert over de benodigde opleidingsplekken voor de komende jaren, eerder dit jaar. Ook werken forensisch artsen vaak in deeltijd, met een andere medische functie ernaast, en worden er steeds strengere eisen aan hun onderzoeken gesteld, zodat die meer tijd kosten. Inmiddels is „de kritische ondergrens bereikt”, aldus het Capaciteitsorgaan. Woensdag debatteert de Tweede Kamer hierover.

„De forensisch artsen proberen alle gaten op te vullen en moeten steeds harder lopen, in 24uurs- of 36uurs-diensten. Dat is niet vol te houden”, zegt forensisch arts en bijzonder hoogleraar forensische geneeskunde en gezondheidsstrafrecht aan de Universiteit Maastricht, Wilma Duijst-Heesters.

VR-bril

Na de jarenlange waarschuwingen, onder meer van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, stelde demissionair minister Ernst Kuipers (Zorg, D66) in 2022 een noodmaatregel in, een experiment van een jaar. Basisartsen (die de studie geneeskunde hebben afgerond) mochten toen een deel van het werk overnemen: euthanasie en mensen in verpleeghuizen die aan een val waren overleden. De basisartsen deden met een VR-bril op de lijkschouw, een forensisch arts keek op afstand mee en was eindverantwoordelijk. Dat zou tot minder werk voor de forensisch arts moeten leiden.

Maar dit voorjaar concludeerde Kuipers dat de noodmaatregel is mislukt. Er deden nauwelijks basisartsen mee, de werkdruk van de forensisch artsen werd nauwelijks verlaagd, het gebruik van de VR-bril werd door de artsen als „bezwaarlijk en ongemakkelijk” ervaren en bovendien werkte de VR-bril niet altijd goed. Reijnen: „De beeldverbinding werd op gegeven moment vervangen door WhatsApp-bellen. Dan gaan we echt over de grens.”

Als laatste redmiddel bedacht Reijnen samen met een collega het ‘vooropleidingsregister’. Daarin kunnen basisartsen zich, sinds 1 juni, inschrijven om zich te oriënteren op het vak van forensisch arts, na een „juridische en praktische stoomcursus” van zes dagen. Ze mogen dan gelijk een aantal werkzaamheden van de forensisch arts overnemen en na een jaar beslissen of ze daadwerkelijk de driejarige opleiding tot forensisch arts gaan volgen. Juridisch mag het, zegt Reijnen, het is helemaal uitgezocht met diverse ministeries .

Maar net als bij de noodmaatregel blijkt ook nu de praktijk weerbarstig: voorlopig zijn er slechts vijf inschrijvingen, terwijl Reijnen hoopt op minstens twintig per jaar. „Het valt een beetje tegen. Het wordt spannend hoeveel er uiteindelijk komen.”

Onregelmatig werk, weinig geld

Hoe komt dat? Belangrijke reden is de grote concurrentie: basisartsen kunnen kiezen uit zo’n 25 vervolgopleidingen. Forensisch arts worden staat dan niet bovenaan, weet ook Reijnen.

Zo is het werk zeer onregelmatig – een forensisch arts werkt 24/7 in piketdiensten, maar weet niet of en wanneer hij wordt opgeroepen. „Huisartsen en ziekenhuizen kunnen bijna alles plannen. Forensische geneeskunde is heel slecht planbaar.” Omdat in de meeste regio’s – de artsen zijn vaak in dienst van een GGD – per verrichting wordt betaald, zijn ook de inkomsten onzeker. „Het kan best dat iemand een paar uur voor niks zit te wachten. Dan word je dus niet betaald.” Het omgekeerde geldt ook, zegt hij: „Hoe meer lijkschouwen je binnenhaalt, hoe meer je verdient. Dus bij elk twijfelgeval rijd je er heen. Een perverse prikkel. Als je dit systeem moet uitleggen aan iemand anders, moet je bijna zeggen: je wordt per lijk betaald.”

Lees ook: Advies: Kabinet moet ‘gezondheidscommissaris’ aanstellen en veel meer geld steken in ‘wankele’ publieke gezondheidszorg

Alleen voor kinderzedenzaken is er sinds 2022 een oplossing. Daar is geen tekort meer sinds tien gespecialiseerde forensisch artsen in dienst zijn getreden bij de nieuwe landelijke organisatie LOEF, die zich hierin heeft gespecialiseerd. Voor die tijd deed het Nederlands Forensisch Instituut die onderzoeken, maar dat kampte ook met een tekort aan artsen.

Voor alle andere zaken is alle hoop gevestigd op het vooropleidingsregister. Wat als ook dat niet werkt? Reijnen, hoopvol: „Dit is het meest creatieve dat ik kon bedenken. We hebben flink campagne gevoerd, dit móét gaan werken.”

Geen bloedproeven meer

Om de druk op de forensisch artsen te verminderen, zouden bloedproeven, euthanasie en overlijden na een val niet meer onder hun verantwoordelijkheid moeten vallen, zegt hoogleraar Duijst-Heesters. Het maakt het vak voor jonge artsen interessanter en het scheelt tijd: „Bij een bloedproef rij je een uur heen en een uur terug, voor een prik van drie minuten. Daar gaat heel veel tijd mee verloren, terwijl het ook door een verpleegkundige kan worden gedaan.” Daarnaast hebben forensisch artsen recht op „een fatsoenlijke baan. Neem ze gewoon in dienst.”

Voorlopig rest Guido Reijnen weinig anders dan de grenzen op te zoeken. Euthanasiegevallen bijvoorbeeld zou Reijnen – die zelf ook af en toe een euthanasie uitvoert – altijd door laten gaan. „Als hier een code zwart-scenario is en ik krijg te horen: ‘het kan niet’, dan doe ik die euthanasie gewoon en kom ik de volgende dag wel naar het mortuarium voor het onderzoek. De wet zegt dat we ten spoedigste moeten schouwen. Maar als er niemand is, betekent ten spoedigste ook gewoon de volgende dag.”