N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Boeken
Maritieme geschiedenis Cathalijne Boland schetst een meeslepend beeld van de wereld van de Rotterdamse redersfamilie achter de Holland-Amerika Lijn. Aan drama geen gebrek.
Natuurlijk kon de uitgever van Reuchlins reis het niet nalaten te vertellen dat de hoofdpersoon van het boek meevoer op de Titanic. Het drama met het onzinkbaar geachte schip spreekt meer dan een eeuw later immers nog onverminderd tot de verbeelding. Vandaar dat het boek behalve een ondertitel, De Holland-Amerika Lijn en de landverhuizers, ook een ‘boventitel’ kreeg: ‘Vanaf de Titanic stuurde hij zijn vrouw nog een opgewekt – laatste – telegram.’
Die ‘hij’ is George Reuchlin, directeur van stoombootmaatschappij de Holland-Amerika Lijn. ‘Sea perfectly smooth greetings’ was de tekst van het telegram dat hij zijn vrouw Athie in Rotterdam stuurde voordat de Titanic in 1912 de Atlantische Oceaan op ging. Het zou zijn laatste reis worden.
Het is een spannend boek, want aan drama geen gebrek. Naast het bekende drama van de Titanic is er bijvoorbeeld ook een bloedstollend hoofdstuk over een andere scheepsramp, die met de Veendam, een schip van de Holland-Amerika Lijn (HAL), in 1898. Tijdens een zware storm brak de schroef onder het schip vandaan en sloeg het achterschip lek. Midden op de Atlantische Oceaan. Kapitein Stenger liet de stoompompen in werking stellen en gaf mannelijke passagiers opdracht de handpompen te bedienen. Dat kon niet verhinderen dat de Veendam begon te zinken. Net op tijd verscheen er een schip aan de horizon: de St. Louis, van de concurrerende American Line. De zee was zo wild dat de schepen niet naast elkaar konden varen om de passagiers te laten overstappen. Ze moesten in kleine groepen met sloepen worden overgezet. Uren duurde de nachtelijke reddingsoperatie. Als laatste verliet de kapitein zijn schip.
Op de beschrijving van dit drama volgt een mooi, veelzeggend zinnetje: ‘Alle passagiers en bemanningsleden werden opgevangen in hun eigen klasse.’ Veelzeggend, omdat Reuchlins reis veel meer is dan een spannend boek over varen op de oceaan. Boven alles is het een prachtige schets van de Nederlandse en Europese klassenmaatschappij rond 1900.
Katoenen bloempjes
George Reuchlin was de nazaat van migranten die vanuit het zuiden van Duitsland via de Elzas en Zwitserland uiteindelijk in Rotterdam terechtgekomen waren. Zijn vader Otto had in 1871 een stoomvaartmaatschappij opgericht onder de naam Plate, Reuchlin & Co. Later werd dat de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij (NASM), en weer later kwam daar de toevoeging Holland-Amerika Lijn bij, omdat buitenlanders de Nederlandse naam niet konden uitspreken. Nauwgezet beschrijft Cathalijne Boland, die met dit boek haar debuut als schrijver maakt, het leven van George Reuchlin vanaf zijn eerste reis naar Amerika op zestienjarige leeftijd.
Ik begon een beetje wantrouwend aan het boek, omdat de eerste bladzijden al zo rijk zijn aan details dat ik de schrijfster ervan verdacht dat ze, onder het mom van ‘literaire non-fictie’, nogal eens een beroep had gedaan op haar verbeelding. Daarom kon ik de verleiding niet weerstaan eerst de uitgebreide verantwoording achterin het ruim 400 pagina’s dikke boek te lezen. Daarin schrijft Cathalijne Boland: ‘Niets in dit boek is verzonnen.’ Dat hoefde ook niet, omdat het Reuchlin-archief, dat sinds 2016 openbaar toegankelijk is bij het Rotterdamse stadsarchief, een enorm rijke bron was, ‘met een grote verscheidenheid aan archiefstukken, van balboekjes tot en met het kransje van katoenen bloempjes en glacéleren knopjes dat Athie op haar trouwdag droeg’. ‘Door de gegevens uit ruim dertien strekkende meter aan archiefdozen met brieven, menukaarten, zakagenda’s, kasboekjes, gelegenheidsgedichten, poesiealbums, notitieboekjes, notariële akten, fotoalbums, diploma’s, pokkenbriefjes, inboedelbeschrijvingen, krantenknipels, aantekeningen van allerlei aard en een trouwalbum geduldig bij elkaar te puzzelen, ontstond er langzaam een beeld van een persoon, een tijd, een huwelijk.’
Al snel was ik ervan overtuigd dat de schrijfster alleen vertelt wat ze weet. We lezen daarom weinig over de manier waarop George Reuchlin aan zijn einde komt op de Titanic: daar waren geen bronnen voor. Maar voordat we daar zijn hebben we veel geleerd over een grote variëteit aan onderwerpen. Dit boek is maritieme geschiedenis, omdat het gaat over de bouw van schepen waarmee de duur van een reis over de Atlantische Oceaan werd teruggebracht van weken tot minder dan vijf dagen. Bedrijfsgeschiedenis, omdat het gaat over de ondernemingen die deze schepen exploiteerden en de deals die zij sloten om een lucratieve markt te verdelen. Sociale geschiedenis, bijvoorbeeld als het gaat over de oceaanstomer als nieuwe huwelijksmarkt. Ik leerde over de communicatie tussen schepen toen er nog geen satellieten waren. Boland moet daarover vertellen om uit te kunnen leggen waarom in Rotterdam snel bekend werd dat er iets was gebeurd met de Titanic, terwijl nog in het duister werd getast over het lot van de opvarenden. Als ze beschrijft hoe Athie’s vader zijn dochter na een wandeling in het Park in Rotterdam opvangt om te voorkomen dat ze het nieuws in de NRC leest, zie je hen bijna lopen.
Interessant zijn ook de passages over Europese migratiegeschiedenis, die je niet kunt lezen zonder te denken aan de huidige asielproblematiek. De jonge George Reuchlin maakt voordat hij directeur wordt een 1600 kilometer lange reis door Midden-Europa om uit te zoeken hoe de HAL landverhuizers kan werven als klant. Oostenrijk, en met name Hongarije, werpen barrières op: ze willen geen goedkope arbeidskrachten kwijtraken.
Graf op zee
Cathalijne Boland heeft een prettige schrijfstijl. Ze citeert nauwelijks uit de vele brieven die ze onder ogen moet hebben gehad. Ze vertelt. Over de reis van George Reuchlin door Oostenrijk-Hongarije schrijft ze bijvoorbeeld: ‘George liet hun rijtuig stoppen bij een paar boerderijtjes aan de kant van de weg. Dorpjes als deze konden vanuit de verte nog wel een idyllische aanblik bieden. Met een houten kerkje in het midden, een paar charmante, rietgedekte huisjes, hoge bomen rondom, een meertje, rondscharrelende kinderen. Maar hij wist inmiddels hoe het er van dichtbij uitzag en hoe het er stonk.’
Het interessantst zijn de passages die inzicht geven in het leven van de zakelijke elite rond 1900. Persoonlijke en zakelijke contacten lopen daarin voortdurend door elkaar. Als één van de directeuren van de HAL overlijdt komen vertegenwoordigers van andere rederijen vanzelfsprekend hun medeleven betonen. De begrafenis is een mannenaangelegenheid. ‘Vrouwen en kinderen gingen nooit naar een begrafenis, want publiek vertoon van emoties was ongewenst.’ Ook de vrouw en de kinderen van de overleden directeur blijven thuis.
In brieven spreekt George Reuchlin zijn vrouw aan als ‘ouwetje’ en hij prijst haar als ze ‘flink’ is wanneer ze weer eens afscheid hebben moeten nemen. Het is haar taak om voor een stabiele thuisbasis te zorgen. Ze reist nooit mee naar Amerika, waar haar man om de haverklap naartoe vaart. Maar ze mag wel mee naar Londen om meubeltjes en gordijnen uit te zoeken.
Een huwelijk is in die dagen een zakelijke aangelegenheid, en trouwen doe je met iemand uit je eigen klasse. Want klassen zijn strikt gescheiden, ook op een passagiersschip dat over de Atlantische Oceaan vaart. Alleen met toestemming van de kapitein is het mogelijk een restaurant of dek van een andere klasse te bezoeken.
Na de ramp met de Titanic wordt er een schip gecharterd om lichamen te bergen. 306 lichamen worden er uit het water gevist. De eerste- en tweedeklas passagiers worden gebalsemd. Die uit de eerste klas krijgen een kist, die uit de tweede klas een stuk canvas. Passagiers uit de derde klas krijgen het vaakst een begrafenis op zee.