Een kwart eeuw na de ramp ligt het vuurwerk nog steeds in woonwijken

In de statige Burgerzaal van het gemeentehuis in Enschede ziet burgemeester Roelof Bleker op maandagavond 3 februari 2025 hoe verdriet en woede om voorrang vechten bij een presentatie over de vuurwerkramp bij SE Fireworks. Dat verrast hem niet meer: het mag dan 25 jaar geleden zijn, veel mensen zijn getroffen of kennen iemand die slachtoffer is.

Op 13 mei 2000 hoorde Bleker in zijn woning in Enschede de drie explosies die de wijk Roombeek met de grond gelijk maakten. Die zonnige voorjaarsdag verloren 1.250 mensen hun huis, raakten 947 mensen gewond en vielen er 23 doden, onder wie vier brandweerlieden.

Als lid van de gemeenteraad van Enschede voor de PvdA werd hij direct geconfronteerd met het leed van de slachtoffers. Voor de wederopbouw van Roombeek, waar hij als wethouder stedelijke ontwikkeling intensief bij betrokken was, had hij veel contact met de bewoners.

Roelof Bleker weet dus wat hij kan verwachten als op die avond in februari de resultaten van een omvangrijk onderzoeksrapport over de ramp worden gepresenteerd. De emoties liggen in Enschede maar net onder het oppervlak en bij sommigen is het wantrouwen jegens de overheid groot.

Hoe komt dat? Wat zijn de lessen van de vuurwerkramp in Enschede? En waarom worden sommigen daarvan nog altijd niet serieus genomen?

Volgens de regels opgeslagen vuurwerk in woonwijken kan een zware explosie veroorzaken

René Torenvlied
hoogleraar

Welke rol had de rijksoverheid?

De presentatie in de Burgerzaal wordt afgetrapt door René Torenvlied, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente en Matthijs Moorkamp van de Radboud Universiteit Nijmegen. Torenvlied is voorzitter van de commissie die in opdracht van de Tweede Kamer vanaf 2022 nieuw onderzoek heeft gedaan naar de ramp.

De Kamer wilde dat de commissie Torenvlied en zijn team specifiek zouden kijken naar de rol van de rijksoverheid bij de ramp in Enschede. En met name naar de vraag wat er was geleerd van een eerdere vuurwerkramp: in Culemborg in 1991. Vandaar de titel van hun rapport: Leren van twee vuurwerkrampen.

Naast die vragen over het verleden leven er bij de Kamer zorgen over het heden. Bijvoorbeeld over de veiligheid van de opslag van vuurwerk in woonwijken en, nog zo’n gevoelig onderwerp, over de instructies voor de brandweer bij bestrijding van vuurwerkbranden.

Ook Torenvlied heeft inmiddels ervaring met de hevige emoties die het vuurwerkdossier oproept in Enschede. Wat niet helpt is dat zijn commissie geen antwoord heeft gegeven op die ene, ultieme vraag: hoe is de brand bij SE Fireworks ontstaan?

Het raadsel over ‘het eerste vlammetje’ is een belangrijke bron van twijfel en wantrouwen. Na al het feitenonderzoek dat al gedaan is, verwachtte Torenvlied niet dat hij die vraag zou kunnen beantwoorden. Dat was zijn opdracht ook niet.

Maar dat doet aan het sentiment in Enschede niets af, blijkt tijdens de presentatie. „Hoe kan ik verder, als de waarheid wordt verzwegen?”, vraagt Mathilde van der Molen retorisch tijdens de bijeenkomst. Haar man is een van de brandweerlieden die 25 jaar geleden stierf bij de explosies in Enschede. Zonder antwoorden kan ze haar verlies niet echt verwerken.

Een gewaarschuwd man

René Torenvlied grijpt in een vergaderzaal van de Universiteit Twente af en toe nog terug naar zijn lijvige rapport als hij vertelt over zijn onderzoek en de vragen die daarover nog altijd leven. Hij was een gewaarschuwd man toen hij er aan begon: bij een groep direct of indirect betrokkenen roept iedere actie van de overheid bij voorbaat weerstand op. „Ook als je onafhankelijk onderzoek doet in opdracht van de volksvertegenwoordiging”, zegt Torenvlied.

De harde conclusies over de overheid doen daar niets aan af. Zo stelt Torenvlied dat „de onveilige vuurwerkopslag in Nederland rond 2000” is ontstaan door slechte afstemming tussen de rijksoverheid en gemeenten die betrokken waren bij de vergunningverlening en vuurwerkbedrijven en het toezicht daarop.

Ook blijkt uit het onderzoek van Torenvlied dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat en dat van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voor de ramp in Enschede jarenlang ruzie maakten. Dat conflict ging over de regels voor opslag van professioneel vuurwerk door vuurwerkleveranciers. Het gevolg was dat er ten tijde van de vuurwerkramp in Enschede geen richtlijnen waren „die de omgang met, en opslag van, professioneel vuurwerk reguleerde[n]”.

Die conclusies voeden het wantrouwen tegen de overheid. „De reactie is: ‘zie je wel, ze houden informatie achter”, zegt Torenvlied. „Het gekke is dat dat wantrouwen zich vervolgens ook tegen ons richt. Ook wij worden, ten onrechte, gezien als een verlengstuk van de overheid omdat wij geen antwoord hebben op die ene ultieme vraag: de oorzaak van de ramp bij SE Fireworks.”

Campagne

Het leidde in Enschede tot een strijd over het rapport van Torenvlied, dat eind 2023 al werd aangeboden aan de Tweede Kamer. Het is de reden dat het ruim een jaar heeft geduurd voordat Torenvlied zijn bevindingen kon presenteren in Enschede.

Die vertraging werd mede veroorzaakt door een van de hoofdpersonen in dit dossier: Rudi Bakker, voormalig eigenaar van SE Fireworks. Hij diende een klacht in bij de universiteit omdat het onderzoek niet aan de ethische standaard zou voldoen. Die klacht werd afgewezen en ook een poging om via de rechter presentatie van het rapport tegen te houden, slaagde niet.

Het past bij de strijd voor eerherstel die Bakker voert na zijn onherroepelijke veroordeling tot één jaar cel voor dood door schuld in 2003. Zo grijpt hij in 2018 een rapport van Europarlementariër Paul van Buitenen aan voor een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad. Dat werd afgewezen.

Vuurwerkopslag in woonwijken

Het rapport van Van Buitenen was voor de Tweede Kamer wel reden om Torenvlied te vragen nieuw onderzoek te doen. Naast de rol van de rijksoverheid bij de vuurwerkrampen in Culemborg en Enschede, leven er bij de Kamer ook vragen over vuurwerkopslag. Is dat wel veilig voor de mensen die daarbij in de buurt wonen? En hoe zit het met de veiligheid van brandweerlieden die een vuurwerkbrand moeten blussen?

De antwoorden van Torenvlied en zijn team op die vragen zijn glashelder: nee, het is nog altijd niet veilig. Het is een van de paradoxen van de vuurwerkramp. De regels voor de opslag van ‘zwaar’ professioneel vuurwerk zijn sindsdien zo streng dat dit uit Nederland is verdwenen. Dat vuurwerk ligt nu in oude bunkers in Duitsland en België.

De regels voor opslag van ‘licht’ consumentenvuurwerk zijn na de ramp in Enschede juist minder streng geworden

De regels voor opslag van ‘licht’ consumentenvuurwerk zijn na de ramp in Enschede juist minder streng geworden. Zo bestaat hiervoor wel een meldplicht maar geen vergunningplicht. De gedachte is dat deze categorie vuurwerk niet massa-explosief is, en bij een brand niet in één keer ontploft, zoals het vuurwerk bij SE Fireworks. Vandaar dat de opslag van maximaal 10.000 kilo consumentenvuurwerk nog altijd is toegestaan in woonwijken.

Onder dat beleid zitten aannames die volgens Torenvlied niet altijd kloppen. „Zogeheten licht vuurwerk is gevaarlijker dan werd aangenomen. Dat heeft te maken met een paar complexe technische kwesties. Zo kan de manier waarop vuurwerk is verpakt grote gevolgen hebben. En de classificatie van vuurwerk – er zijn vier categorieën van licht tot zwaar – is niet altijd betrouwbaar.

Het maakt controle in de praktijk heel moeilijk, stelt Torenvlied. Dat komt volgens de hoogleraar bestuurskunde omdat regels worden aangepast of niet eenduidig worden geïnterpreteerd.

Daarnaast gedraagt vuurwerk zich bij brand niet altijd voorspelbaar, aldus Torenvlied. „Dat betekent dat consumentenvuurwerk zich wel ‘massa-explosief’ kan gedragen. Dat wil zeggen dat volgens de regels opgeslagen vuurwerk een zware explosie kan veroorzaken omdat het in één keer ontploft.”

Die conclusie heeft verstrekkende gevolgen, gezien de ramp in Enschede: in circa vierhonderd woonwijken in heel Nederland wordt consumentenvuurwerk met instemming van de overheid opgeslagen.

Bestuurlijke tweespalt

In reactie op de conclusies van Torenvlied heeft het kabinet de regels voor de verpakking van consumentenvuurwerk in 2024 aangepast. In overleg met de vuurwerkbranche worden bepaalde verpakkingsmethoden uitgefaseerd.

Daarnaast wordt in opdracht van staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) nader onderzoek gedaan naar het onvoorspelbare gedrag van consumentenvuurwerk. Maar volgens het Veiligheidsberaad, dat spreekt namens de 25 veiligheidsregio’s in Nederland, is dat allemaal niet genoeg.

Zo circuleert er nog tot de zomer van dit jaar consumentenvuurwerk in onveilige verpakkingen. Ook blijkt er een fout te zitten in de Omgevingswet waardoor er ook zwaarder, professioneel vuurwerk in woonwijken mag worden opgeslagen.

Die conclusie heeft grote gevolgen voor de instructie voor brandweerlieden die een vuurwerkbrand moeten blussen. Omdat ook consumentenvuurwerk massa-explosief kan zijn, lopen brandweerlieden grote risico’s bij het blussen. Daarom is de instructie na het rapport van Torenvlied aangepast. „ Het is veilig of het is niet veilig”, zo stelt het Veiligheidsberaad. „Voor de brandweer kan daar geen licht tussen zitten.”

Betonplaten die onder de vuurwerkcontainers van SE Fireworks lagen zijn nog steeds te zien aan de Tollensstraat.

Foto Eric Brinkhorst

Dat betekent dat brandweerlieden, vanwege het aannemelijke risico op een zware ontploffing, afstand moeten houden bij het blussen van een brand bij een locatie waar consumentenvuurwerk is opgeslagen. Veel meer dan de wijk ontruimen kunnen ze in zo’n situatie formeel niet doen.

Maar dat levert volgens het Veiligheidsberaad een duivels dilemma op voor brandweercommandanten. „Tijdens een brand bij een vuurwerkopslag kan de noodzaak ontstaan – mede onder druk van het publiek – om met gevaar voor eigen leven toch dit gebied in te gaan om mensen te redden.”

Omdat er nog onderzoek loopt, wil het kabinet op dit moment niet overgaan, op het verzoek van het Veiligheidsberaad, tot een verbod voor de opslag van consumentenvuurwerk in woonwijken. En die weigering is voor burgemeester Roelof Bleker van de gemeente Enschede weer reden geweest om in de pen te klimmen.

Dat vuurwerk is veel gevaarlijker dan we altijd dachten

René Torenvlied
hoogleraar

Na de presentatie van Torenvlied in Enschede heeft Bleker het kabinet per brief gevraagd maatregelen in te voeren „die veilige opslag van (consumenten)vuurwerk garanderen”. De nieuwe blusinstructie voor de brandweer vindt Bleker niet realistisch, „gezien de geschiedenis van de stad Enschede”. Bij een brand in een woonwijk „verwachten mensen dat de brandweer handelt”.

Hij bepleit een aanpassing van de Omgevingswet, waarin opslag van vuurwerk kan worden geregeld. Maar dat zal er wel niet van komen nu er in de Tweede Kamer een meerderheid is voor een algemeen vuurwerkverbod, denkt Bleker. „Ik verwacht dat daarmee de noodzaak tot regulering van de vuurwerkopslag in woonwijken verdwijnt.”

Hoogleraar Torenvlied denkt dat de praktische invoering van een vuurwerkverbod nog wel twee jaar kan gaan duren. Tot die tijd accepteert Nederland volgens Torenvlied, ondanks al het onderzoek naar de vuurwerkramp bij SE Fireworks, dus het reële risico van een vuurwerkexplosie in een woonwijk: „Dat vuurwerk is veel gevaarlijker dan we altijd dachten.”


Lees ook

Zijn beelden van de vuurwerkramp gingen de wereld over. Als burgemeester zegt hij: wees voorbereid op rampen

Danny de Vries, burgemeester van Oudewater, was verslaggever tijdens de vuurwerkramp in Enschede. Foto Merlin Daleman