N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: computers repareren voor projecten in Afrika.
Tussen nette rijen afgedankte beeldschermen, harde schijven en toetsenborden staat zestiger Dennis Kerkvliet. In ‘zijn’ hoekje van de reusachtige kelder van Betuwe Wereldwijd, een Culemborgse organisatie die oude naaimachines, computers, fietsen en gereedschap opknapt en verzendt aan goede doelen in onder andere Tanzania, Kenia en Oeganda. Tools4Change heten ze daar.
Toen Kerkvliet na een hart- en een herseninfarct arbeidsongeschikt werd verklaard, nodigde zijn zwager hem uit hier eens mee te lopen. „Er kan hier wel wat meer structuur in, dacht ik.” Eerder werkte hij bij Pon Logistics, „die verwerken 100.000 artikelen per dag”. Hij laat een kist met gereviseerde pc’s zien. Op de door hem gemaakte etiketten staan het gewicht, diverse codes en het adres van ‘Oblige for Vulnerable Children Tanzania’. „De projecten hebben vaak mooie namen. Dit gaat om beter onderwijs en medische hulp voor wezen en kwetsbare kinderen.”
In de werkplaatsen van Betuwe Wereldwijd heerst rust. Nevendoel van de organisatie is werkplekken bieden aan mensen die wat ondersteuning nodig hebben. Behalve 30 vrijwilligers werken er 25 deelnemers met een beperking. Kerkvliet komt hier twee dagen per week: „Voor mij zijn multitasken en spreken lastiger dan vroeger en ik kan minder prikkels aan.” In de computerwerkplaats begeleidt hij mensen met ‘een rugzakje’. „Leuk, soms moeilijk. Adhd, autisme of een korte spanningsboog: het vraagt allemaal een andere aanpak.” Hij grijnst: „Binnenkort mogen we naar ‘Ik ben Harrie’, een training waar je mensen leert begeleiden.”
’s Ochtends verdelen ze het werk. „Installatie van pc’s, het inpakken van orders, of een ritje om wat op te halen. Als je deurkruk beetpakt, weet je nog niet wat er die dag gaat gebeuren.” Soms kijkt hij computers na, maar „ik ben niet zo technisch als anderen”. Zoals de jongen met autisme die verderop een computer updatet. Of de oudere man die een antieke trapnaaimachine repareert, voor gebieden waar geen stroom is.
„Er is in die landen voldoende kennis, maar het ontbreekt aan simpel gereedschap.” Dat soort ongelijkheid vindt hij veel te groot. „Is er een kabeltje gebroken of een batterijtje leeg: weg ermee, lijkt het hier soms.” Ooit was hij op vakantie in Zuid-Afrika: „Daar werd ik geconfronteerd met gigantische verschillen tussen arm en rijk. Maar veel mensen willen daar niets van weten. Als je iets zegt over de rest van de wereld, dan vinden ze dat lastig.” Relativerend: „Ik ben maar een klein stukje in een groter geheel. Maar we doen iets. Je gaat hier aan de gang en het groeit.”
Zou hij de projecten willen bezoeken? Hij knikt geestdriftig. „Ik zou wel op de kade willen staan. Het komt daar aan en dan? Van de douane tot hoe ze met de computers werken, wat kunnen we beter doen? Dat zou ik ter plekke van de mensen willen horen.”