Een joekel van een kaakloze parasitaire vis

Een stofzuigerslang met tandjes – zo zou je de bek van de lamprei kunnen omschrijven. Een kaakloze parasitaire vis die zich vastzuigt aan een andere vis en vervolgens met z’n tong een gat in de zij van zijn prooi raspt. Gruwelijk en fascinerend tegelijk.

Wereldwijd leven er tientallen soorten lampreien, en in Nederland komen er drie voor: de beekprik (die geen parasiet is), de rivierprik en de zeeprik. Die laatste is een joekel, die meer dan 60 centimeter lang kan worden en daarmee tot de grootste kaakloze vissen behoort.

Deze week schrijven Chinese onderzoekers in Nature over nóg een reusachtige lamprei. Een uitgestorven soort die de naam Yanliaomyzon occisor heeft gekregen; een fossiel van zo’n 160 miljoen jaar oud, en maar liefst 642 millimeter lang. Een verwant fossiel dat de onderzoekers beschrijven, Yanliaomyzon ingensdentes, lijkt met 296 millimeter een kleiner neefje, maar is niettemin indrukwekkend. Zéker als je bedenkt dat de al eerder gevonden oudst bekende fossiele lampreien (van zo’n 360 miljoen jaar oud) hooguit de lengte hadden van een fikse regenworm. Bovendien hadden die vroegste lampreien nog niet zulke vervaarlijke tanden, en was er bij hen – naar het lijkt – ook nog geen sprake van een complexe levenscyclus. Bij hedendaagse lampreien bestaat die uit drie fases: eerst brengen de larven enkele jaren in de zeebodem door, daarna zwemmen de jonge vissen als bloeddorstige parasieten rond en tot slot planten de volwassen vissen zich voort (zonder daarbij nog te eten).

Door de twee in Nature beschreven lampreifossielen te vergelijken met oudere fossielen concluderen de onderzoekers dat die driefasenlevenscyclus pas in het Jura-tijdperk ontstond, rond de 180 miljoen jaar geleden – dus relatief kort vóórdat de twee Yanliaomyzon-soorten rondzwommen.

De tandjes en de lichaamsbouw van de twee beschreven soorten vertonen overigens opvallende gelijkenis met een nu nog levende lamprei, schrijven de onderzoekers: de ‘buidellamprei’ Geotria australis, die op het zuidelijk halfrond leeft en zoals zijn naam doet vermoeden een zakvormige uitstulping heeft.