Tussenuur. Twee jongens zitten onderuitgezakt op een bank in de aula, handen in de zakken. Ze kijken een beetje rond en zeggen weinig tegen elkaar. Een ander groepje jongens speelt wild een potje tafelvoetbal. Aan een tafel leest een meisje een schoolboek. Zo zonder telefoons lijkt het wel 1994 in plaats van 2024, zeker nu ook de mode uit die tijd weer terug is: de tieners dragen baggy broeken, hoodies, sportkleding.
Ongeveer een jaar geleden was NRC hier ook, op het Leonardo College, een school voor mavo, havo en vwo in Leiden. Het was december 2023 en het landelijke ‘mobieltjesverbod’ voor middelbare scholen zou bijna ingaan, op 1 januari 2024. Een verbod is het eigenlijk niet, wel een dringend advies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan scholen om geen mobiele telefoons meer toe te staan in de klas. Sinds het begin van dit schooljaar geldt het ook op basisscholen en in het speciaal onderwijs.
Tijdens het vorige bezoek van NRC waren ze op het Leonardo College alvast aan het oefenen met het verbod, waar scholen zelf invulling aan mogen geven. Op het Leonardo gingen ze in die oefenweek voor ‘thuis of in de kluis’. Leerlingen mochten dus de gehele schooldag niet op hun telefoon. Na die oefenweek besloot de school, naar aanleiding van een enquête onder leerlingen, om de mobieltjes voorlopig alléén uit de klas te weren.
Maar sinds eind augustus, het begin van dit schooljaar, geldt er tóch een totaalverbod, vertelt plaatsvervangend rector Mirre van der Heiden in haar werkkamer. „De andere regel bleek slecht te handhaven, want je kunt altijd zeggen dat je een tussenuur hebt als je door de gang loopt met je mobiel in de hand. En leerlingen namen ‘m tóch mee de klas in, omdat de telefoon niet per se in de kluis hoefde. Dat leverde leraren strijd op aan het begin van de lessen.”
Volgens Van der Heiden was het nog niet zo simpel om een totaalverbod in te stellen. De school wilde dat eerst via het leerlingenreglement doen, waarover leerlingen in de medezeggenschapsraad stemmen. Maar daar zat dit jaar maar één leerling in. „En we vonden deze beslissing te groot voor één leerling. Uiteindelijk heeft het schoolbestuur het geregeld via het leerlingenstatuut.”
Met het telefoonverbod wil het kabinet een ‘leeromgeving’ scheppen „waarin leerlingen zich kunnen concentreren, betrokken kunnen zijn en docenten effectief kunnen lesgeven”, schreef staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie, VVD) in november 2023 in een Kamerbrief.
Na een paar maanden bleken scholen overwegend positief over het verbod, blijkt uit een onderzoek in opdracht van OCW. Ze merken dat er meer sociale interactie is tussen leerlingen en dat ze geconcentreerder zijn in de les. Dat leerlingen meer met elkaar bezig zijn, zorgt echter op sommige scholen ook voor meer incidenten en ruzies. Of de schoolprestaties van leerlingen verbeterd zijn door het verbod, vonden scholen lastig te zeggen; daar spelen immers allerlei factoren mee.
Vastgeplakt
Ook schooldirecteur Van der Heiden is over het algemeen positief. „Ik denk wel dat leerlingen na schooltijd alsnog vastgeplakt zitten aan hun telefoon en de verloren schermtijd misschien zelfs wel inhalen. Maar je leert kinderen wel om hun mobiel weg te leggen, om het verlangen naar hun telefoon even opzij te zetten.”
Ze is niet gek; ze wéét dat veel leerlingen hun telefoon gewoon in hun tas of broekzak hebben zitten in plaats van thuis of in de kluis. „Maar dat is van alle tijden: je probeert de regels te omzeilen, af en toe word je gesnapt en dan neem je je verlies.” Op ’t Leonardo moet je je telefoon dan inleveren. Pas na tien over vier mag je ‘m weer ophalen.
Voor henzelf heeft het mobieltjesverbod niet zoveel zin, zegt een groepje vwo 6-leerlingen dat op de gang huiswerk zit te maken. Zij zaten „sowieso al niet echt” op hun telefoon tijdens de les, zegt Felien (18). En ze deden ook gewoon leuk met elkaar in de pauzes. Hun telefoon hebben ze trouwens in hun broekzak en als ze ‘m voelen trillen, gaan ze even naar de wc om hun berichten te checken.
Ik vind het echt goed dat onderbouwers leren dat ze niet op hun telefoon moeten zitten
Felien: „Maar misschien heeft het voor de onderbouw wel nut, want dan ben je nog heel bang voor iedereen.” Waarmee ze bedoelt dat de telefoon voor verlegen tieners een sociaal schild kan zijn, waardoor ze die overdadig gebruiken.
„Ja, ik vind het echt goed dat onderbouwers leren dat ze gewoon niet op hun telefoon moeten zitten”, zegt Noa (17). „En ik vind het leuk om te zien dat ze echt met elkaar praten in de pauze. Ik denk dat je zo ook sneller mensen leert kennen.”
Afgelopen jaar verscheen ook een onderzoek van de Radboud Universiteit naar het telefoonverbod, waarvoor leerlingen van twee scholen in de regio Nijmegen werden bevraagd. De onderzoekers vonden onder meer het ‘third person effect’: leerlingen in de bovenbouw vinden het verbod vooral nuttig voor leerlingen in de onderbouw. „De eerste klassen zijn verslaafd, dus dit is goed voor hun (sic)”, zei een leerling.
In het onderzoek geven leerlingen het telefoonbeleid gemiddeld een 4,8. Ze zeggen onder meer dat het „geen voordelen” heeft en dat het „stom”, „onzin” of „kut” is. Ze vinden het onhandig dat ze hun rooster en cijferapp Magister niet meer kunnen checken, dat ze geen praktische dingen met hun ouders kunnen regelen en dat ze minder bereikbaar zijn voor vrienden. Sommigen vervelen zich meer op school. 46 procent geeft aan de telefoon buiten schooltijd vaker te gebruiken.
Minder afgeleid
De leerlingen zijn niet alleen maar negatief. 20 procent geeft aan minder afgeleid te zijn in de les. 40 procent vindt het gezelliger tijdens de pauzes en de helft praat meer met vrienden en klasgenoten.
Het is „gewoon onhandig”, zegt Roumaissa (16) uit havo 4. Ze zit met twee klasgenoten aan een tafel een verslag te maken voor aardrijkskunde. „Om woordjes te leren gebruikte ik altijd mijn telefoon. En ik kan mijn rooster niet meer checken.” In de aula hangen nu beeldschermen met de roosters, maar daar heeft Roumaissa niets aan. „Als je al boven bent, kun je niet meer gaan kijken.”
Het is ook drukker, zegt ze. Geïrriteerd: „Jongens gaan nu meer doen, ze gaan vechten, aan elkaar zitten, want ze vervelen zich.”
Sakina (16) deelt Roumaissa’s mening, maar „mijn moeder vindt het verbod helemaal geweldig”, lacht ze.
Toch lijken de leerlingen op het Leonardo een tikje minder negatief dan bij het bezoek van vorig jaar. Toen werden er helemaal geen voordelen genoemd en was het vooral héél saai zonder telefoon.
Jongens gaan nu meer vechten, want ze vervelen zich
Pip (14) uit vwo 3 legt het uit. „Oké, hear me out!” zegt ze. Haar vijf klasgenoten aan tafel, allemaal meiden, giechelen. Op tafel liggen samenvattingen in mooie handschriften, versierd met markeerstiften in hippe kleurtjes. „In het begin is het echt niet leuk, want je zit elkaar een beetje in stilte aan te staren. En ik wilde mijn mammie appen enzo. Maar oprecht, het heeft écht voordelen: het is echt tachtig-twenty, eerst was het fifty-fifty.”
De rest is het met haar eens: in een tussenuur gaan ze nu kletsen of huiswerk maken, waar ze eerst het hele uur op hun telefoon zouden hebben gezeten. Onhandig is dat ze geen „leuke herinneringen” (foto’s) meer kunnen maken met elkaar. Af en toe spelen ze een kaartspelletje. Tafelvoetballen doen vooral de jongens.
Ja, hoe denken de jongens er eigenlijk over? Jens (14) en Destan (15) uit vwo 3 kijken verstoord op van hun potje tafelvoetbal in de aula. De één maakte net bijna een goal. Ze geven korte antwoorden, terwijl hun ogen gericht blijven op het witte balletje dat roerloos voor de goal ligt. „In het begin vond ik het wel kut, maar daarna vond ik het eigenlijk wel prima”, zegt Jens.
„Mogen wij na jullie een potje?”, komt een andere jongen vragen.
„Ja, prima”, zegt Jens.