Op 18 augustus in 1868 om 10:42:10 uur lokale tijd zag de Engelse astronoom Norman Pogson vanuit het Madras Observatory in het Indiase Machilipatnam gedurende een zonsverduistering iets geks. Hij zag een onbekende gele lijn oplichten op zijn apparatuur, terwijl hij keek naar de hete atmosfeer van de zon, de zogeheten corona.
Normaal gesproken wordt deze overschaduwd door al het licht van de zon zelf, maar in het donkere India zat de corona als een sierlijke lichtkrans om de verduisterde bol. De corona is 1 miljoen kelvin, en die extreme temperatuur zorgt voor zeer helder licht, waardoor chemische elementen in de atmosfeer herkend kunnen worden in het lichtspectrum.
Pogson zag een heldere gele lijn in het spectrum van de corona die nooit eerder waargenomen was. Hij rapporteerde aan de lokale officier en ging verder met zijn ‘normale’ onderzoek naar asteroïden. Drie maanden later ontdekte hij 107 Camilla, een van de grootste asteroïden in de Melkweg. Een mooie vondst maar het had ook een nieuw element kunnen zijn, zo bleek later.
Ze verwachtten een metaal
De gele lijn was de voorbode voor de ontdekking van het eerste edelgas uit het periodiek systeem die uiteindelijk werd toegekend aan de Engelsman Norman Lockyer en de Fransman Pierre Janssen. Ze noemden het helium, naar het Griekse woord voor de zon, helios. Het achtervoegsel -ium werd toegevoegd omdat ze een metaal verwachtten, maar na de ontdekking van helium op aarde door de Schotse scheikundige William Ramsay in 1995, bleek het een edelgas. Maar de naam is nooit meer aangepast.
Helium is een cool element, letterlijk. Het heeft het laagste smelt- en kookpunt, respectievelijk -272,2 en -268,9 graden Celsius. Het is een inert gas, wat betekent dat het geen chemische reacties aangaat. Daarnaast is helium een bijproduct van het radioactieve verval van uranium en thorium. Door de verhouding tussen helium en uranium of thorium te meten, kun je fossielen, mineralen en gesteenten dateren.
Lage zwaartekracht
De zoektocht naar helium is nu, 155 jaar na haar ontdekking, terug van weg geweest. De vraag naar het kleurloze edelgas is namelijk enorm. In het heelal vormt helium 25 procent van de materie. Hoewel in 2016 bij het Rukwameer in Tanzania een grote heliumvoorraad gevonden werd, bestaat slechts 0,0005 procent van onze atmosfeer uit helium. Door een relatief lage zwaartekracht op aarde houdt onze atmosfeer helium niet goed vast, en vliegt het de ruimte in.
Zonde, want helium kent veel nuttige toepassingen. Door het lage kookpunt werkt helium goed als koelmiddel voor processen die heel lage temperaturen behoeven, zoals het opwekken van kernenergie of om supergeleidende elektromagneten in MRI-scanners te koelen. Een andere toepassing is die van hijsgas. Omdat helium veel lichter is dan lucht en bovendien onbrandbaar is, wordt het gebruikt in weerballonnen en zeppelins, zodat ze zweven. Daarnaast wordt het toegevoegd aan zuurstofflessen voor duikers, omdat louter zuurstof giftig wordt bij hoge druk; helium voorkomt dit.
In Vietnam zijn zeker 34 mensen om het leven gekomen nadat een toeristenboot kapseisde. Dat meldt persbureau AP. De boot belandde tijdens een rondvaart door de drukbezochte baai van Ha Long in stormachtig weer en sloeg vervolgens om.
Aan boord waren 53 mensen, onder wie vijf medewerkers. Onder hen waren naar verluidt twintig kinderen. Reddingswerkers hebben elf slachtoffers kunnen redden. Tientallen levenloze lichamen zijn inmiddels uit het water geborgen. Acht opvarenden worden uren na het ongeval nog vermist.
Over de nationaliteit van de slachtoffers is officieel nog niets bekendgemaakt. De meeste toeristen waren volgens de Vietnamese krant VNExpress afkomstig uit Hanoi, de hoofdstad van Aziatische land.
Na het ongeluk werd een reddingsactie op touw gezet. Daarbij werden volgens VNExpress zo’n driehonderd reddingswerkers ingezet en dertig boten van onder meer de marine, kustwacht en politie. Een jongen van veertien kon volgens de krant vier uur overleven dankzij een luchtbel in de stuurhut van het schip.
De baai van Ha Long, met haar duizenden kalkstenen eilanden die boven het water uitsteken, staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is een van de populairste toeristische bestemmingen van het land. Het ongeval vond volgens VNExpress waarschijnlijk plaats in de buurt van de Dau Go-grot, een van de grootste grotten in de baai.
Thymen Arensman had het zaterdagochtend voor de start van de veertiende etappe nog tegen zijn teamgenoten gezegd: als ik meer dan vier minuten voorsprong heb op de slotklim naar Luchon-Superbagnères, een skioord in de Pyreneeën, dan kan ik de etappe winnen.
Zaterdagmiddag bleek dat iets meer dan drie minuten genoeg was. Alleen kwam Arensman over de finish op de met dikke wolken omhulde bergtop. De koeienbellen klingelden, maar waar de koeien stonden, kon je door de dichte mist niet zien.
De achtervolgers van Arensman waren ook nergens te bekennen; hij had nog ruim een minuut voorsprong over, na een solo van 37 kilometer. Op de voorlaatste klim op de flanken van de Peyresourde was hij er vandoor gegaan. „Vanaf toen ging ik all out, constant tegen de kramp aan”, zei Arensman na afloop, de winnaarsmedaille om zijn nek. Hij had onderweg veel Nederlandse vlaggen gezien. „Dat geeft je toch 10 tot 20 watt aan vermogen meer. Misschien was dat net het verschil.”
De Nederlander (25) in dienst van het Britse INEOS Grenadiers is bezig aan een spectaculair debuut in de Tour de France. In de tiende etappe in het Centraal Massief reed hij ook al de hele dag vooraan, maar moest hij de zege aan Simon Yates laten. „Ik had vandaag net zulke goede benen”, zei Arensman. „Die heb ik goed gebruikt.”
Thymen Arensman tijdens de veertiende etappe. Foto Sarah Meyssonnier/Reuters
Ellendig zware rit
De eerste die Arensman na de finish een feliciterende hand toestak, terwijl de Nederlander nog op de grond zat bij te komen van zijn prestatie, was Tadej Pogacar. Arensman was de enige die in de Pyreneeën de Sloveen wist te verslaan. Pogacar werd eerste, eerste en tweede; achter hem zijn de verschillen inmiddels opgelopen tot proporties die je normaliter aan het einde van de derde week van een grote ronde ziet. Niet al in week twee.
Het begon op de Hautacam, de slotklim van donderdag, waar Pogacar met dank aan zijn ploeggenoten van UAE Team Emirates-XRG omhoog gelanceerd werd en meteen een overtuigende voorsprong nam van ruim drie minuten.
Vrijdag in de klimtijdrit werd de marge groter. Het maakte niet uit dat Pogacars fiets zwaarder was dan die van zijn concurrenten, of dat hij zonder opzetstuurtje niet in een aerodynamische positie kon zitten. Pogacar trapte op de klim naar Peyragudes gewoon harder, reed sneller, en pakte zo tientallen secondes erbij.
Op zaterdag, in een ellendig zware rit die de renners achtereenvolgens over de Tourmalet, Col d’Aspin, Peyresourde en naar Luchon-Superbagnères leidde, leek de wil om te domineren bij Pogacar wat gezakt. Maar toen zijn voornaamste rivaal Jonas Vingegaard probeerde weg te komen op de laatste beklimming van de dag, kon Pogacar eenvoudig mee. In de laatste meters sprintte hij weg en pakte zo nog maar eens vier seconden. Het gat met Vingegaard op plek twee is nu 4 minuten en 13 seconden.
De verdere consequenties van Pogacars superioriteit: de nummer vijf van het klassement, de Fransman Kevin Vauquelin, staat op ruim tien minuten. Die marge kun je verdubbelen voor de nummer tien, Carlos Rodriguez uit Spanje. En Arensman, die dus als enige tijd wist te pakken op Pogacar, staat zestiende op bijna drie kwartier.
Van der Poel mikt op groen
Achter Pogacar moeten de rest van het peloton en hun teams op zoek naar andere doelen om voor te rijden. In de strijd om de bolletjestrui voor de beste klimmer, nu om de schouders van Lenny Martinez, komen er nog veel kansen om punten te scoren, met nog drie flinke bergetappes en talloze beklimmingen te gaan.
Voor de sprinters lijkt er nog maar een vlakke etappe aan te komen, de zeventiende naar Valence. In de tussenliggende ritten zijn er echter ook (weliswaar minder) punten te verdienen voor de sprinttrui, in tussensprints en aan de finish. Mathieu van der Poel liet in de rit van zaterdag zien wel interesse te hebben in het groene tricot. Achter leider Jonathan Milan kwam hij als tweede over de streep bij de tussensprint. Het verschil tussen de twee renners is nu 61 punten in het voordeel van de Italiaan – Pogacar staat er nog tussen op de tweede plaats.
Veel van de klassementsrenners in de top10 zullen eveneens genoeg motivatie hebben. Voor jonge coureurs als Florian Lipowitz (staat derde, is 24 jaar), Oscar Onley (vierde, 22 jaar), Tobias Halland Johanessen (achtste, 25 jaar) en Vauquelin (vijfde, 24 jaar) is dit hun eerste, serieuze kans om bij de beste tien te eindigen.
Bij de teams van medefavorieten Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel, vóór aanvang van de Tour althans, was dit weekend wel iets van berusting te proeven. „Jonas weet dat hij het in de klimtijdrit super goed heeft gedaan, maar er is er eentje beter. Dan ga je dat accepteren”, zei ploegleider Grischa Niermann van Visma-Lease a Bike. „We staan nog altijd tweede en we kunnen nog veel meer andere dingen winnen. Dat gaan we niet zomaar weggooien.”
De Nederlandse ploeg wil etappes winnen – „dat wilden we voor de Tour ook al”, zei Niermann – en staat eerste in het ploegenklassement. „Dat is nu misschien nog wel belangrijker geworden.” En wat ook niet vergeten moet worden, zei de ploegleider van Vingegaard, „is dat heel veel ploegen heel graag met ons zouden willen ruilen om de eennabeste renner van deze Tour te hebben”.
Toch is het lastig om gemotiveerd te blijven als het grote doel uit zicht verdwijnt, gaven ze toe bij de bus van Soudal-Quickstep, de ploeg van Evenepoel. „Je probeert elke dag met een schone lei te beginnen, maar dat is niet eenvoudig”, zei ploegleider Tom Steels zaterdagochtend. Evenepoel stond op dat moment nog derde. „Je moet jezelf telkens herpakken. Maar we blijven strijden voor een goed klassement”, zei Steels. Later op zaterdag zou Evenepoel tijdens de beklimming van de Tourmalet afstappen.
Al goed in Vuelta en Giro
Uitgerekend de man die Pogacar wel wist te kloppen, is juist naar de Tour gekomen zonder ambities voor de gele trui. Arensman geldt nu al een aantal jaar als Nederlands’ beste klassementsrenner, en werd al eens vijfde in de Vuelta d’Espana en zesde in de Giro d’Italia. Hij won ook in 2022 een Vueltarit.
Maar voor zijn Tourdebuut – zijn tiende deelname aan een grote ronde – had Arensman, een goede klimmer en tijdrijder, een vrije rol gekregen van zijn team. De eerste week was hij met name bezig met bidons halen en zijn ploeggenoten uit de wind houden. „Ik wilde vooral ervaren hoe de grootste wedstrijd van de wereld was. Dat ik meteen een etappe kan winnen, is wel heel speciaal”, zei Arensman na afloop, nog steeds verbaasd over wat hij zojuist had gedaan.
„Dit is hoe je een ontsnapping kunt laten slagen, chapeau en petje af naar Thymen”, zei Pogacar na afloop over de man die hem voorbleef. De Sloveen toonde zich niet verrassend zeer tevreden over het trio Pyreneeënritten en de voorsprong die hij heeft opgebouwd in het algemeen klassement.
Arensman had het in de mist van Luchon-Superbagnères intussen alweer over de dag van morgen, als er een overgangsrit naar Carcassonne op het programma staat. „Dat is een mooie kans voor ons team.” Hij verwachtte dan zelf niet mee vooraan te zitten. „Ik ben best wel naar de kloten nu. Eerst maar eens wat champagne vanavond.” Is er dan nog meer mogelijk, zoals de bergtrui, nu de Nederlander in topvorm verkeert? „Dat is geen prioriteit”, hielp Arensman dat idee meteen uit de wereld. „Maar ik hoop nog een etappe.”
<dmt-util-bar article="4900731" data-paywall-belowarticle headline="De enige die Pogacar in de Pyreneeën kon verslaan, was Thymen Arensman. ‘Ik ging all out, constant tegen kramp aan’” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/19/de-enige-die-pogacar-in-de-pyreneeen-kon-verslaan-was-thymen-arensman-ik-ging-all-out-constant-tegen-kramp-aan-a4900731″>
De 25-jarige debutant Thymen Arensman heeft zaterdag voor een grote verrassing gezorgd in de Tour de France. Arensman, rijdend voor INEOS Grenadiers en debutant in de Tour, wist de veertiende etappe van de Ronde van Frankrijk te winnen.
Arensman, die in de tiende etappe van deze Tour al behoorlijk dicht bij een ritzege kwam, bewees gedurende de rit tot de beste klimmers ter wereld te behoren. Deze etappe, de derde in een reeks klimritten in de Pyreneeën met de slotklim Luchon-Superbagnères, wordt beschouwd als een van de zwaarste in zijn soort.
Toch wist Arensman zich staande te houden. Met nog ruim 36 kilometer te gaan ging de Gelderlander op soloavontuur. Al snel sloeg hij een gat van drie minuten. In slotkilometers besloten Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard, respectievelijk nummer één en twee in het klassement, nog in de aanval te gaan, maar het gat met Arensman bleef uiteindelijk groter dan een minuut.
Lees ook
Thymen Arensman is ‘een denker’ en de meest veelbelovende ronderenner van Nederland