Een fraai en gedetailleerd boek over de recente geschiedenis van de Amsterdamse beurs

Recensie

Lees-, kijk-, of luistertips van redacteuren over economische onderwerpen

Lezen over de recente geschiedenis van de Amsterdamse beurs is lezen over miljonairs, onderbroekenlol, financiële schandalen en officieren van justitie die in het zand bijten.

Joop van den Ende (links), beursvoorzitter Boudewijn van Ittersum, André van Duin en John de Mol bij de beursgang van Endemol in 1996.
Joop van den Ende (links), beursvoorzitter Boudewijn van Ittersum, André van Duin en John de Mol bij de beursgang van Endemol in 1996.

Foto Maurice Boyer

De Amsterdamse beursbestuurder Piet van Outersterp belt eind jaren tachtig de top van Philips. Hij vermoedt dat analisten meer informatie hebben gekregen dan de gewone belegger. Van Outersterp is commissaris voor de notering, hoofdscheidsrechter van de aandelenhandel. Hij vraagt een medewerker aan Beursplein 5 getuige te zijn van zijn telefoongesprek met Eindhoven.

„Je baas, krullenbol”, bast hij tegen de secretaresse van Philips-topman Cor van der Klugt. Op haar reactie – „ik heb geen krullen” – antwoordt Van Outersterp: „Elke vrouw heeft krullen.” Even later belt Van der Klugt, die wil protesteren tegen de behandeling van zijn secretaresse. Van Outersterp bluft hem af. „Moet je goed luisteren, Van der Klugt, als jij nog een keer iets aan analisten vertelt, dat je niet aan mij vertelt, dan sodemieter ik je met het hele zootje van de beurs af. Is dat duidelijk?”

Nadat de toezichthouder de hoorn erop heeft gegooid, zo beschrijft auteur en Volkskrant-columnist Peter de Waard, belt de baas van Philips zelf terug en biedt zijn excuses aan.

De anekdote uit Het geheim van Beursplein 5 illustreert de „legermentaliteit” van die jaren in de mannelijke beurswereld. Met Van der Klugts oorwassing laat De Waard ook treffend zien op welke informele manier de spelregels voor een eerlijke beurshandel werden gehandhaafd.

De scheldkanonnade van Van Outersterp toont tegelijk de toegenomen zelfverzekerdheid in het beursgebouw. In de jaren zeventig – het boek beschrijft de beursontwikkelingen in de afgelopen vijftig jaar – werden handelaren in hun mooie pak nog misprijzend aangekeken als zij van station Amsterdam Centraal naar het beursgebouw aan het Damrak liepen. Toen eenmaal het geld tegen de plinten begon te klotsen, groeide het zelfvertrouwen van de hoekmannen en de commissionairs en was van gêne geen sprake meer.

Dat komt ook dankzij de florerende optiebeurs. Een optiehandelaar die na één goudgerande transactie binnenloopt, koopt een Ferrari en neemt iemand in dienst die steeds muntjes in de parkeerautomaat voor de deur moet gooien.

„De bescheidenheid van de jaren zeventig maakt plaats voor de arrogantie van de jaren tachtig”, schrijft De Waard. Als een feestje uit de hand is gelopen, laten handelaren aan het eind van de avond een stapeltje bankbiljetten in het etablissement achter om de schade te vergoeden.

Misbruik van voorwetenschap

De geschiedenis van de beurs weerspiegelt de ontwikkelingen in de maatschappij, waar de kritiek op de financiële wereld toeneemt. Gevolg is dat de spelregels formeler worden. In navolging van andere beurzen komt er wetgeving om bijvoorbeeld misbruik van voorwetenschap tegen te gaan. De nieuwe Wet toezicht effectenverkeer vervangt in 1988 de Beurswet – uit nota bene 1914. Daarna volgen wetten elkaar snel op. Het toezicht komt in handen van een nieuwe organisatie binnen de beurs, de Stichting Toezicht Effectenverkeer.

Tal van grote en minder grote schandalen halen het nieuws. Van de voorkenniszaak rond automatiseringsbedrijf HCS (met onder anderen Joep van den Nieuwenhuyzen), het beruchte effectenkantoor Nusse Brink tot en met de turbulente beursgang van World Online met Nina Brink. De Waard beschrijft het fraai en vaak tot in detail.

Operatie Clickfonds lijkt in het boek dan weer wat ondergesneeuwd. In 1997 beschuldigde justitie talrijke handelaren, pensioenbeheerders en ondernemers van criminele handelingen. Wekenlang beheersten invallen en arrestaties het nieuws: de vermenging van de onderwereld met de bovenwereld leek een feit. De zaak bloedde echter grotendeels dood, en terecht concludeert De Waard dat justitie zich op een verschrikkelijke manier had vergaloppeerd.

De gevolgen waren groot, niet alleen voor de beschadigde betrokkenen en voor het Openbaar Ministerie dat van alle kanten kritiek kreeg. Ook was de consequentie dat een paar jaar later het financiële toezicht helemaal werd overgeheveld naar de overheid. Dat kwam in handen van de Autoriteit Financiële Markten, waar Arthur Docters van Leeuwen, voormalig hoofd van veiligheidsdienst BVD, de scepter ging zwaaien.

Volgens de auteur zijn er „geruchten” dat Operatie Clickfonds zo zwaar is aangezet om politiek Den Haag de kans te geven de financiële controle over te nemen. Je zou een kwart eeuw later graag willen lezen wat er van die geruchten waar is gebleken.

Tientallen jaren speelde de Amsterdamse beurs een grote rol in de media. Boudewijn baron van Ittersum was een bekend gezicht als baas van de aandelenhandel, terwijl oud-minister Tjerk Westerterp als chef van de Optiebeurs nauwelijks uit De Telegraaf was weg te slaan. Van die rol van de beurs is nauwelijks iets over. Wie kent nu de huidige bestuursvoorzitter van Euronext Amsterdam?

Voor die teloorgang zijn genoeg oorzaken, alleen al omdat de effectenhandel zijn nationale karakter verloren heeft. De automatisering maakt het mogelijk dat 80 procent van de handel in Amsterdam uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk komt. De rest is het werk van partijen uit Azië en Europa. Diezelfde automatisering heeft er ook voor gezorgd dat de beelden van schreeuwende beurshandelaren in het centrum van Amsterdam uit het televisiejournaal verdwenen. Alles gebeurt inmiddels digitaal, ergens in the cloud.

Na verschillende fusies en overnames maakt Amsterdam nu deel uit van een collectief van zes Europese beurzen, waarin Parijs en Milaan de eerste viool spelen. De beurs is een ver-van-mijn-bedshow geworden, constateert De Waard. De tijd „dat beleggers op hun lokale bank met koffie en cake hun portefeuille doornamen” is al lang voorbij.