Een ‘Europese NBA’ – slechts voor select groepje topclubs

Een uitverkochte basketbalarena, een finalewedstrijd die tot de laatste minuten spannend is, duizenden fans die in de arena hartstochtelijk hun clubliederen ten gehore brengen, miljoenen fans die thuis voor de televisie zorgen voor klinkende kijkcijfers en online recordaantallen interacties op sociale media.

Nee, dit gaat niet over de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA. En ook niet over de olympische basketbaltoernooien in Parijs van afgelopen zomer, waar thuisland Frankrijk twee keer in een kolkend stadion een finale verloor (tegen de VS en in 3×3 tegen Nederland).

Het betreft de EuroLeague, de hoogste basketbalcompetitie van Europa. Afgelopen mei versloeg de Griekse club Panathinaikos voor ruim dertienduizend fans in Berlijn in de finale het Spaanse Real Madrid. „Ongeëvenaard”, noemde ECA, het bedrijf dat de competitie in handen heeft, het slotstuk van het seizoen.

Private investeerders

Nu blijkt hoeveel dat waard is. Eerder deze maand meldde de Financial Times dat de Britse investeringsmaatschappij BC Partners zou overwegen om voor 300 miljoen euro een aandeel te nemen in de EuroLeague. Die interesse past in een trend dat sportcompetities en -teams steeds vaker worden gezien als investeringskans. In de VS is tweederde van de basketbalclubs in de NBA deels eigendom van investeerders. In de grote sportcompetities in de VS – naast de NBA ook ijshockey (NHL), honkbal (MLB) en American football (NFL) – is het sinds vijf jaar verboden meer dan 30 procent van een team te verkopen aan private investeerders.

In Europa waren investeringsmaatschappijen tot nu toe vooral geïnteresseerd in voetbal. Onderzoek in 2023 toonde aan dat 35 procent van alle voetbalclubs in de vijf grootste Europese competities – Engeland, Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk – op een of andere manier investeerders aan zich gebonden heeft. Clubs als Chelsea, AC Milan en Atalanta zijn volledig in handen van (een consortium van) investeringsmaatschappijen.

Nu heeft BC Partners veel geld over voor een basketbalcompetitie. En met het bod van naar verluidt 300 miljoen euro voor 30 procent zou de totale waarde worden geschat op bijna een miljard euro, ongekend voor een sport die in de VS razend populair is, maar op het Europese continent ver na voetbal komt en concurrentie heeft van andere sporten als tennis, wielrennen en Formule 1.

„Het is duidelijk dat basketbal aantrekkelijk wordt gevonden en dat de sport in Europa groeiende is”, zegt commercieel directeur Maarten Hoffer van de Nederlandse Basketball Bond (NBB). „Dat is absoluut een goede ontwikkeling.”

Super League

Toch is niet iedereen even blij met de commerciële aandacht voor de EuroLeague, en dat heeft alles te maken met de opzet van de competitie. Het wordt georganiseerd door het bedrijf ECA, dat op zijn beurt in handen is van dertien grote Europese clubs, waaronder de basketbalafdelingen van Real Madrid, FC Barcelona, Olympiakos, Panathinaikos, Fenerbahçe en Bayern München.

Deze dertien clubs hebben het voor het zeggen in de EuroLeague, en hebben zichzelf jarenlange licenties gegeven om in de competitie uit te komen, ongeacht hun prestaties. Sinds 2019 is het niet meer mogelijk voor basketbalclubs die kampioen worden in hun nationale competities zich direct te plaatsen voor de EuroLeague. Daarover gaan de aandeelhouders, die jaarlijks vijf of zes plekken verdelen via wildcards en promotie- en degradatieplekken vanuit de EuroCup, de tweede Europese competitie in handen van ECA.

Klinkt bekend? Zo ongeveer luidde de opzet van de Super League, de Europese supercompetitie in het voetbal die twaalf topclubs – waaronder Real Madrid en FC Barcelona – in 2021 wilden opzetten. Na twee dagen sneuvelde het plan wegens fel verzet van fans. Ook daar was het de bedoeling dat de twaalf clubs gegarandeerd elk jaar konden meedoen; degradatie was slechts bedoeld voor een handjevol clubs dat de competitie moest aanvullen.

„Dit is het businessmodel: dat er maar een paar grote topclubs overblijven”, zegt Tsjalle van der Burg, econoom aan de Universiteit van Twente. Hij volgde de economische en juridische ontwikkelingen rond de Super League de afgelopen jaren op de voet. „Zo krijgen de deelnemers veel marktmacht in eigen land, soms zelfs een eigen monopolie. Hierdoor stijgen prijzen voor fans, de inkomsten voor clubs, en gaat daarmee de waarde van de clubs die in de competitie zitten omhoog.”

Met dat gegeven in het achterhoofd is een waardering van 1 miljard euro voor de EuroLeague mogelijk zo gek nog niet, denkt Van der Burg. „Want het geeft je, als die competitie een succes wordt, voor eeuwig recht op een competitie waarin alleen de beste clubs spelen. Dat bedrag verdien je in de komende tien, dertig of vijftig jaar dan mogelijk zelfs heel ruim terug.”

Weinig rijkdom

Kijk maar naar de Amerikaanse sportcompetities, die stuk voor stuk een gesloten karakter hebben. De waarde van clubs als de New York Yankees (honkbal, 6,5 miljard euro), Dallas Cowboys (American football, 10,1 miljard), Los Angeles Lakers (basketball, 5,9 miljard) of Toronto Maple Leafs (ijshockey, 2,6 miljard) bedraagt miljarden dollars en is de laatste jaren alleen maar toegenomen.

Het probleem van een gesloten competitie is dat die waardestijgingen op het conto komen van de deelnemende clubs – en niemand anders. „Dat is niet gezond voor de sport”, zegt directeur Hoffer van de NBB. Hij wijst op het jarenlange proces dat voorafgaat aan het opleiden van goede spelers, coaches en scheidsrechters. „Met een gesloten competitie creëer je een concentratie van clubs waar al het geld zit die al dat talent in Europa inpikken, zonder dat ze waarde laten terugvloeien naar de plekken waar dat talent is opgeleid.” Op termijn gaat de sport zo kapot, meent Hoffer. „Want zonder nationale competities waar talent wordt opgeleid, krijg je geen topniveau in die ene topcompetitie.”

In de Nederlandse basketbalcompetitie, die sinds 2020 fuseerde met haar Belgische evenknie in de BNXT League, is weinig te merken van de beoogde rijkdom. De afgelopen jaren hadden sommige clubs problemen met het verkrijgen van een licentie omdat ze hun begroting niet rond kregen. In juli dit jaar gaf de club ZZ Leiden, die vorig seizoen kampioen werd, een Europees ticket terug omdat de eigen sporthal te weinig zitplaatsen had. Voor een uitbreiding of het uitwijken naar een groter stadion was geen geld.

Europese Commissie

Hoffer is niet de enige die niet te spreken is over de huidige opzet van de EuroLeague. In september 2020 diende ULEB, de koepelorganisatie die elf nationale basketbalcompetities in Europa vertegenwoordigt, een klacht in bij de Europese Commissie tegen de ECA en de EuroLeague voor hun „concurrentiebeperkende gedrag”. „We zien graag een opwindende competitie met de beste clubs in Europa”, stond in de bijgaande verklaring, „maar sportieve prestaties moeten de basis vormen voor toegang”.

De klacht ligt nog altijd ter behandeling bij de EU, maar Van der Burg denkt dat ULEB een goede kans maakt. „In de EU heb je te maken met het mededingingsrecht, om voor eerlijke concurrentie te zorgen. Op grond daarvan dient een gesloten Europese sportcompetitie te worden verboden.”

In zekere zin zou ULEB zich daarmee in eigen voet schieten, want als oud-organisator van de EuroLeague (sinds 2000) is het nog altijd minderheidsaandeelhouder van de competitie. Maar in de jaren erna zijn de deelnemende clubs aan de macht gekomen, en heeft de EuroLeague een steeds geslotener karakter gekregen. Inmiddels heeft de mondiale basketbalbond FIBA concurrerende Europese basketbalcompetities opgericht (de Basketball Champions League en de Europe Cup) zodat goed presterende clubs in nationale competities zich nog steeds voor Europese bekeravonturen kunnen kwalificeren.

Op de achtergrond speelt ook nog de interesse van de NBA mee, dat Europa als een grote groeimarkt ziet en plannen heeft voor een eigen competitie of jaarlijks terugkerend toernooi op het continent. Gesprekken tussen de NBA en de FIBA daarover lopen nog.

Voor de EuroLeague heeft de versplintering van het Europese basketballandschap nog geen gevolgen: het meldde afgelopen seizoen records op het gebied van toeschouwers, kijkcijfers en online media-interacties, en nu is daar de interesse van BC Partners.

NBB-directeur Hoffer hoopt dat de commerciële interesse tot iets positiefs zal leiden. „Als zo’n investeringsmaatschappij erin stapt, dan zal winstmaximalisatie het doel zijn. Ik denk niet dat een gesloten competitie het meest winstgevende systeem is, dus wie weet brengt het een verandering teweeg.”