Een dag in het pakketpunt: ‘Als ik begin met scannen, komen ze meteen’

Barbie is zoek, en haar eenhoorn ook. De vrouw aan de balie van FD Printing Center, aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht, heeft het speelgoed besteld voor haar dochter. Die wordt morgen vijf.

„Het is een pakketje van Vinted”, zegt ze tegen Patrick Vlijter (62), de eigenaar van deze printshop die ook een pakketpunt is. Vinted is een online marktplaats voor tweedehands spullen. Vooral kleding, maar ook tassen, sieraden, speelgoed en meer. De vrouw bestelt er wel vaker, vooral vanwege de duurzaamheid, zegt ze. „Ik heb er een iets beter gevoel bij, want het bestaat al.” De Barbie-met-eenhoorn is dus niet nieuw, maar haar dochter „is er net zo blij mee”.

Moeten ze de pop wel kunnen vinden.

„Is het groot of klein?” vraagt Frank Vlijter (53), de jongere broer van Patrick. Ze runnen het hier met z’n tweeën. Eigenlijk was hij druk met het printen van een grote menuposter voor een restaurant in Noordwijk, met kippenboutjes, samosa’s en rijst erop, maar als Patrick iets niet kan vinden, haalt hij Frank erbij. Volgens Frank is dat omdat hij anders zoekt. „Ik scan niet, ik kíjk.” Volgens Patrick is het omdat Frank degene is die de pakketjes na binnenkomst opruimt – en dus ook degene die het pakket misschien verkeerd weggezet heeft.

„Volgens mij is het niet heel groot”, zegt de vrouw. Ze wacht geduldig terwijl Patrick de volgende in de rij alvast helpt.

Een minuutje later heeft Frank het pakketje met de Barbie gevonden.

„Bedankt, hè!” roept de vrouw nog over haar schouder, en dan loopt ze de winkel uit.

Weer 23 cent verdiend.

Je doet het erbij

Van dit soort pakketpunten zijn er duizenden in Nederland. Het zijn winkels die allereerst iets anders zijn. Een printshop, een kiosk, een tabakszaak, een fietsenwinkel, een kleine supermarkt, een stomerij, een wasserette. Allemaal doen ze het erbij, want van alleen pakketjes aannemen en afgeven kun je niet rondkomen. Winkeliers doen het voor de extra aanloop: mensen komen voor een pakketje, maar misschien dat ze ook iets anders meenemen of later terugkomen nu ze weten dat je hier zit en wat je verkoopt.

Patrick Vlijter is de ondernemer, degene die de kansen ziet. Vroeger had hij een cd-winkeltje in Utrecht, gespecialiseerd in r&b en Latijns-Amerikaanse muziek, en later een tweede in het centrum van Amsterdam. Met de printshop begon hij omdat hij via de muziekwinkel mensen had leren kennen die evenementen organiseerden en daar flyers en posters voor wilden laten drukken.

Maar cd’s verdwenen in de tijd, en tijdens de economische crisis van 2008 en 2009 stortte de entertainmentbranche in. Na wat omzwervingen kwam hij hier terecht, in een groot pand waar vroeger een Turkse bank zat, aan het begin van de vijf kilometer lange winkelstraat. Er staan meerdere professionele printers, waaronder een matzwarte ter grootte van een piano. Ze verkopen ook kantoorartikelen.

Als Patrick Vlijter een pakket niet kan vinden, haalt hij zijn jongere broer Frank (53) erbij, die de pakketjes dagelijks wegzet.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

‘Frenkie’, zoals Patrick hem noemt, hielp vroeger al in de muziekwinkel, want hij had „na de militaire dienst niets omhanden”. Hij is iets frivoler dan zijn broer, maakt graag een praatje met klanten. „Een pakketje ophalen bij Frank en je kunt er weer tegenaan”, schreef een lokaal krantje onlangs in een rubriek over de Amsterdamsestraatweg.

Het was in 2013 dat pakketbedrijf DPD belde. Of ze een verzend- en afhaalpunt wilden worden. „Daar heb ik toen mee ingestemd”, zegt Patrick. Een tijdlang verwerkten ze zo’n dertig pakketjes per dag.

Maar wat er gebeurt: zodra je er één doet, bellen al die andere ook. Stuk voor stuk. DHL, UPS, Mondial Relay, Homerr. „Met een verkoopverhaal. U kunt bij ons zoveel verdienen, aanloop, dat verhaal.” Ze zeiden tegen allemaal ja.

Alleen GLS en PostNL doen ze niet. GLS is met ongeveer achthonderd punten in Nederland de kleinste speler. PostNL eist bij elk pakketpunt een eigen opslag en een eigen balie in dat kenmerkende oranje. In de praktijk komt het erop neer dat als je PostNL doet, je niet ook met andere koeriersbedrijven in zee kan.

Zodra je met één vervoerder in zee gaat, bellen al die andere ook

Patrick en Frank plaatsten de balie verder naar voren, braken de ruimte waar de bankloketten vroeger zaten open en richtten het achterste deel in als opslag, met stellingen langs de muur. Nu gaan er elk dag 200 tot 250 pakketjes door hun handen.

Vanwege Vinted

Voor de pakketpuntdrukte zijn meerdere verklaringen. Een bestelling direct naar een afhaalpunt laten sturen gebeurt steeds vaker. Je hoeft niet thuis te blijven voor de bezorging en het is duurzamer, omdat het bestelbusje minder kilometers maakt (mits je zelf lopend of met de fiets naar het afhaalpunt komt). Het hielp ook dat het tijdens de coronajaren nog normaler werd om allerhande spullen via internet te bestellen, en dat pakketpunten daarom als ‘essentiële voorziening’ werden aangemerkt tijdens de strenge winterlockdown van ’20-’21.

Maar belangrijker nog is de populariteit van het Litouwse tweedehandskledingplatform Vinted, dat in 2019 het Nederlandse United Wardrobe overnam. Vinted heeft inmiddels wereldwijd 100 miljoen gebruikers en in Nederland maar liefst 4,5 miljoen. Bijna alle pakketbedrijven werken ermee samen. Bij Vinted is laten bezorgen bij een afhaalpunt, in plaats van bij je thuis, de norm – en sowieso 2 tot 3 euro goedkoper.


Lees ook

In de steeds populairdere markt voor tweedehandskleding maakt Vinted voor het eerst winst

Doorverkoopapps als Vinted  stellen mensen in staat hun kledingkast regelmatig te updaten, zonder telkens iets nieuws te hoeven kopen.

Vinted is „een heel belangrijke reden voor de pakketgroei”, zegt Patrick Vlijter. Hij schat dat 60 tot 65 procent van de pakketjes die ze verwerken via Vinted komt. Frank denkt zelfs dat het 80 procent is.

De vervoerders zelf geven geen precieze cijfers, maar bevestigen in grote lijnen dit beeld. De samenwerking tussen DPD en Vinted „is significant en groeit snel”, zegt de woordvoerder. De woordvoerder van DHL ziet een „groei van platforms voor tweedehandsspullen”. En ook voor Homerr is Vinted „een grote klant”, zegt mede-oprichter Mark-Jan Pieterse.

Frank schat dat 80 procent van de pakketjes die ze verwerken via Vinted komt

Daar komt de bezorger van Mondial Relay, tegen het eind van de ochtend. Adidas-jasje, opgewekte groet. Drie donkergrijze zakken sleept hij mee tot achter de balie. Hij zet ze neer, lacht wat met Patrick, geeft hem een boks en vertrekt weer.

„Een tijdje terug belden ze”, zegt Frank Vlijter. „Als jullie die zakken binnenkrijgen, kan het dan binnen een uur uitgepakt worden? Ik zei: sorry, maar dat gaat ’m echt niet worden. Of jullie moeten meer betalen, of we moeten het anders gaan inrichten.” (Mondial Relay reageerde, als enige van de in dit artikel genoemde pakketbedrijven, niet op vragen van NRC, ondanks verzoeken per telefoon en e-mail.)

Het doet ertoe hoe snel ze de binnengekomen pakketjes opruimen, omdat de meeste koeriers op het moment dat de zakken hier neerploffen al een notificatie uitsturen naar de ontvangers. Je pakketje ligt klaar!

Maar dan ligt het nog helemaal niet klaar. Ze moeten op alle pakketjes nog duidelijk de naam van de ontvanger en de datum van binnenkomst schrijven en dan op alfabetische volgorde in een van de magazijnkasten zetten. Dat proberen ze „tussendoor” te doen, zegt Frank, en „zo weinig mogelijk in de avond”.

Boven de balie hangt daarom een bordje met het verzoek om pas de dag ná zo’n afhaalbericht langs te komen.

Een andere maatregel om de drukte een beetje te beteugelen is dat ze pas vanaf twaalf uur pakketjes uitgeven. Dat besluit nam Patrick in september vorig jaar, op een dinsdag. Toen hij ’s ochtends om negen uur aan kwam rijden stond er al een rij voor de dichte deur. Hij deed open, hielp de voorste in de rij en was tot zes uur ’s middags aan één stuk door met pakketjes bezig. „Toen dacht ik: dit doen we niet meer.” Tot het middaguur hebben ze nu de tijd voor andere dingen.

„Hoi, ik kom een pakketje van Homerr ophalen.”

Het is kwart voor twaalf als de jonge vrouw binnenloopt. Frank, die achter de computer met een printopdracht bezig is, wijst op een ander bordje, waarop staat dat pakketjes ophalen vanaf twaalf uur kan.

Ze zakt ineen, alsof ze te horen heeft gekregen dat ze voor een examen gezakt is. „Oooh. Echt?”

Ja, twaalf uur.

„Mwoooh. Oké… dan ga ik maar weer.”

‘Hij is héél lang vandaag’

Op weinig plekken is de drukte bij pakketpunten – of: het effect van de populariteit van Vinted – zo goed te zien als hier. Direct ná twaalf uur ontstaat een rij tot buiten de winkel, de hoek om, de stoep op.

Op de Amsterdamsestraatweg gaat het verkeer altijd door: auto’s, lijnbussen, ambulances, brommers, (bak)fietsers, voetgangers. Het is naast een winkelstraat ook een doorgangsweg richting het station en het centrum van de stad. Veel mensen die langsfietsen of -lopen kijken met enige verwondering naar de rij. Je ziet ze denken: wat zou hier te krijgen zijn?

„Hij is héél lang vandaag”, zegt een vrouw achter in de rij tegen een vriendin die toevallig langsloopt. „Ik kies de volgende keer weer een andere.”

Dat snapt de vriendin wel. „Ik doe weleens die daar”, zegt ze, en ze wijst naar de overkant.

Binnen een straal van twintig meter zitten nóg twee pakketpunten. Direct naast FD Printing Center zit een telefoonwinkel die ook een PostNL-punt is. En die aan de overkant, dat is de Family Habesha shop, waar ze ingrediënten uit de Eritrese en Ethiopische keuken verkopen – teff, shiro, berbere – maar ook keukengerei, servies, zeep, shampoo en hairextensions. In het midden staat een koeling met blikjes Coca-Cola, Fanta, Red Bull en Heineken.

Eigenaar Bana Araya (31) begon vorig jaar als pakketpunt. Hij heeft zojuist elf zakken van Homerr binnengehad, en vijf of zes losse pakketjes van GLS. Dat zijn de enige twee vervoerders waar hij mee werkt. „DHL en andere hebben me ook gevraagd, maar ik heb er de ruimte niet voor.” Hij is net begonnen met het scannen van de pakketjes en bergt ze dan op in een ruimte achter in de winkel van hooguit zes vierkante meter. Bij Homerr krijgt de ontvanger pas een mail of een notificatie als het pakket wordt ingescand door de winkelier. „Dat is perfect”, zegt Araya. „Als ik begin met scannen, komen ze meteen.”

De Family Habesha shop waar ze ingrediënten uit de Eritrese en Ethiopische keuken verkopen.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Hij verdient er niet veel mee, zegt hij, maar dat het voor extra verkoop zorgt, merkt hij wel. „Mensen komen voor een pakketje en dan kopen ze ook iets. Dat gebeurt veel.”

En houdt het hem niet van z’n andere werk?

Hij kijkt even rond in de winkel, waar verder helemaal niemand is.

„Ja, maar wát?”

Veel werk, weinig verdienen

Het was voor Omar Johari (52) van Ariana Telecom, iets verderop in de straat, juist wel een reden om te stoppen. Tot vorig jaar deed zijn winkel voor smartphonereparaties en telefoonhoesjes ook dienst als Homerr-pakketpunt. „Maar dan was ik bezig met een reparatie en dan moest ik ook die mensen helpen”, zegt hij. Dat het een tot het ander leidde – mensen kwamen voor een pakketje en lieten daarna ook een telefoon repareren – gebeurde „heel weinig”.

Maar het belangrijkste was dat hij er bijna niets aan overhield. „Het was veel werk, weinig verdienen.”

Hoeveel krijgt een pakketpunt per pakketje? Araya en Johari noemen allebei het bedrag van ongeveer 30 cent. Dat strookt met cijfers van de Kamer van Koophandel en ook met wat Mark-Jan Pieterse van Homerr aan de telefoon zegt: zij betalen „20 tot 80 cent per pakket”, afhankelijk van onder meer de grootte ervan en de locatie van het pakketpunt. „Wij zitten op het gemiddelde van de markt.” Soms is de vergoeding per pakket iets lager maar maken ze daarnaast ook een vast bedrag per maand over. Aandacht voor het harde werken en de tomeloze inzet van de mensen van pakketpunten, bijvoorbeeld door dit artikel, is welkom, voegt Pieterse toe: „Het zijn echt onze helden.”

Bij FD Printing Center krijgen ze tussen de 23 en de 49 cent per pakket. „De grotere jongens betalen iets meer”, zegt Patrick Vlijter. Dat zijn DHL, DPD en UPS. „Tegen de 50 cent, en in drukkere periodes, rond Kerst bijvoorbeeld, soms zelfs 75 cent.”

Homerr en Mondial Relay betalen minder. „We hebben al een paar keer gebeld om te zeggen: we doen het niet meer.” Homerr heeft inmiddels een vast bedrag van 250 euro extra per maand toegezegd. Met Mondial Relay is afgesproken dat ze maximaal vijf zakken per dag mogen brengen.

Elke dag gaan er zo’n 200 tot 250 pakketjes over de balie van de printshop. Belangrijkste reden: de populariteit van kledingplatform Vinted.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

Doordat ze naast zichzelf alleen maar wat scholieren en stagiaires aan het werk hebben lukt het om de kosten te drukken en het pakketpunt op zichzelf een beetje rendabel te maken. „Maar je moet volume hebben”, zegt Patrick. „Als je maar met één of twee pakketdiensten samenwerkt, houdt het je alleen maar van je werk. En je moet opslagruimte hebben.”

Hoewel ze er dus erg weinig aan overhouden, merken ze wel dat het voor ‘aanloop’ zorgt. Het is vanwege het pakketpunt, zegt hij, dat ze nu ook kantoorartikelen verkopen. „Mensen komen hier voor een pakketje en dan komen ze later terug voor iets anders. We merken dat, want dan lopen ze meteen daarnaartoe” – hij wijst naar de kasten langs de andere kant van de winkel – „voor een ordner of iets dergelijks. We denken dat dat komt doordat ze de winkel hebben leren kennen door de pakketjes.”

Designertas is kwijt

Het is even voor tweeën en de rij voor de pakketbalie is onverminderd lang. Hoeveel Patrick Vlijter er aan de voorkant ook wegwerkt – welke vervoerder, wat is je achternaam, heb je een afhaalcode, is het een groot of een klein pakket? – aan de achterkant groeit het weer aan. Er staan continu tien tot vijftien mensen; het kan gerust een halfuurtje duren voor iemand aan de beurt is.

En wat komen ze zoal ophalen of wegbrengen?

Een aansluitstukje voor een gasfles, in het geval van Floor Jan, voor in de rij. Hij bestelde het bij een campingwinkel, UPS leverde het hier af.

Sabrine staat erachter, dochtertje op de arm. Zij komt wat kleding terugsturen naar de winkel.

Andrea komt juist twee pakketjes met kleding ophalen, een van G-Star en een van Zalando. Ze had het naar haar huis laten sturen, maar ze was niet thuis en toen heeft de koerier het hiernaartoe gebracht.

Achter Andrea staat Nathalie, zij bestelde tweedehands schoenen van Louis Vuitton via Vinted.

Daarachter Arie, hij heeft een groot zwart krat bij zich: een Lego-bouwpakket dat terug moet naar de winkel waar hij het huurde.

Dan Bettina, die een tweedehands jumpsuit, ook via Vinted, bestelde voor 6 euro.

Josianne, achter haar, bestelde twee T-shirts via Vinted.

Direct na twaalf uur ontstaat een rij tot buiten de winkel, de hoek om, de stoep op.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Floris, daar weer achter, is vandaag samen met zijn broertje, die buiten staat te wachten, „drie uur bezig” om alles wat hij besteld heeft op te halen bij allerlei pakketpunten. Hij heeft sinds kort „een handeltje”: hij koopt en verkoopt polo’s via Vinted. Op vakantie in Kenia, ze zijn net terug, hebben ze van alles besteld. De polo van Ralph Lauren die hij hier komt ophalen kostte 9 euro en hij denkt hem voor 60 euro te kunnen doorverkopen.

Lily dan, oordopjes in, grote oorbellen. Zij komt een Vinted-pakketje ophalen van Mondial Relay, zegt ze als ze eenmaal vooraan staat.

„Heb je ook de afhaalcode?” vraagt Patrick.

„Nee, want ik heb geen wifi en de 5G doet het niet zo goed.”

„Wat is uw achternaam?”

Zonder afhaalcode is het zoeken lastiger, weet Patrick. Die code kan hij scannen, en dan heeft hij alle informatie meteen bij de hand. Nu niet. Floris, de jongen van het polo-handeltje, had ook al geen code paraat.

Lily bestelde een designertas van Jérôme Dreyfuss, vertelt ze terwijl Patrick naar achteren loopt om te zoeken. Wel spannend, want het was weliswaar tweedehands, maar ze betaalde alsnog 200 euro. „En misschien raakt het wel kwijt.”

Wel, het is ook kwijt. Na twee minuten zoeken komt Patrick met lege handen terug naar de balie.

„Ik zie niks. Ik zie het niet liggen.”

„O”, zegt ze bedremmeld, terwijl ze opzij stapt. „Anders laat ik wel eerst iemand voorgaan. Even kijken of het wel Mondial Relay is.”

Het is soms lastig, geeft Patrick eerder op de dag toe, om vriendelijk te blijven. Hij begrijpt het als klanten geïrriteerd zijn, zeker als een pakketje lang onderweg is geweest. Krijgen ze eindelijk bericht dat het klaarligt, ligt het er niet. Of het is kwijt. „Het komt natuurlijk weleens voor dat we het verkeerd wegzetten.” Dan zetten ze naam en telefoonnummer op een briefje en zoeken ze ’s avonds verder.

En natuurlijk, er zijn ook gewoon vervelende mensen. Die zitten ertussen. „Met heel veel moeite moet je dan rustig proberen te blijven. Dat lukt niet altijd, maar meestal wel. Frenkie kan dat beter dan ik.” Hij lacht. „Soms denk ik: ik draai je echt de nek om nu.”

Het is soms lastig, geeft Patrick eerder op de dag toe, om vriendelijk te blijven. Hij begrijpt het als klanten geïrriteerd zijn, zeker als een pakketje lang onderweg is geweest

Maar veruit de meesten, dat moet ook gezegd, begrijpen het als hun pakketje even niet gevonden kan worden. „Die zien ook hoe druk het hier is.”

Als Patrick de klant na Lily geholpen heeft, meldt ze zich weer. Ze draait het scherm van haar telefoon naar Patrick toe. Ze heeft de afhaalcode gevonden.

„Ja”, zegt hij, „dat is dus DPD. Geen Mondial Relay.”

„Nee, precies. Normaal doe ik het altijd via Mondial, maar nu dus niet.”

„Daarom vraag ik dat. Want anders ben ik voor niks aan het zoeken.”

Hij scant de code. Nu heeft hij het zo gevonden.

197 pakketjes

Half drie ’s middags, en Bana Araya van de Family Habesha shop is net klaar. Elf zakken had hij geleverd gekregen, allemaal zijn ze leeg nu. Hij heeft in tweeënhalf uur 197 pakketjes ingescand en op alfabet in de kast gezet. Bij elk ervan ging er automatisch een pushnotificatie of een e-mail naar de ontvanger. Zo’n dertig mensen, schat hij, zijn al langsgeweest om hun pakketje op te halen.

De anderen zullen zo wel komen.