Een bos bloemen voor moeder? Niet schuin afsnijden!

Bloemen De bloementeelt heeft grote impact op het klimaat. Hoe en waar koop je een duurzamere bos voor, we noemen maar iemand, een moeder?

Pluktuin
Pluktuin Foto ANP

Los of in een bos of boeket: bloemen horen tot de meest gegeven cadeaus. In feite schenken we de voortplantingsorganen van een plant; de felle kleuren en lekkere geuren dienen om insecten te lokken die de bestuiving op zich nemen. Ook op de mens hebben ze een grote aantrekkingskracht, die ironisch genoeg dan weer niet altijd goed is voor de bloem. Om thuis van bloemen te genieten snijden we de wortels eraf, anders staat het zo rommelig. We spreken daarom officieel van snijbloemen.

De vraag naar snijbloemen heeft een enorme industrie opgetuigd: op de bloemenveiling in Aalsmeer, de bloemenhoofdstad van de wereld, worden jaarlijks 11 miljard snijbloemen en planten van en over heel de wereld verhandeld. De teelt en het transport hebben een grote impact op milieu en klimaat. Hoe kies je duurzame(re) bloemen en heb je er langer lol van?

Neem seizoensbloemen

Bloemen die per vliegtuig uit het buitenland komen veroorzaken veel CO2-uitstoot. Hetzelfde geldt voor bloemen uit een met gas verwarmde Nederlandse kas. Ga daarom voor bloemen van het seizoen uit de volle Nederlandse grond. Lelies en narcissen bloeien in mei en zijn daarom nu goede keuzes. Maar: lelies worden ook ingevlogen én in Nederlandse kassen geteeld, óók als ze in het seizoen zijn. Omdat op de verpakking niet hoeft te staan waar de bloem vandaan komt, is voor de consument de herkomst meestal lastig te achterhalen. Vaak weet de bloemist meer, dus vraag altijd naar bloemen van de Nederlandse akker.

Voor tulpen geldt een ander verhaal. Terwijl in de lente veel velden er vol mee staan, komen snijtulpen doorgaans uit de kas. Toch is de tulp voor het klimaat een goede keuze in vergelijking met veel andere snijbloemen. De tulp heeft namelijk minder warmte nodig dan bijvoorbeeld de roos, waardoor het gasverbruik relatief laag blijft.

Foto ANP

Op de site van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal staat een bloemenkalender waarin negentien verschillende soorten snijbloemen zijn gecategoriseerd op klimaatimpact per seizoen: milieucentraal.nl/bloemenkalender. Hierop is eenvoudig terug te vinden welke bloemen in welke maand een goede keuze zijn.

Bezoek een pluktuin

Voor wie er zeker van wil zijn dat de bloemen uit de Nederlandse volle grond komen, is de zelfpluktuin een goede optie. Er zijn telers bij wie je voor een bepaald bedrag een bos bij elkaar plukt of waar middels een abonnement iedere week een bosje kan worden geoogst. Dergelijke tuinen gebruiken doorgaans geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest en zijn van halverwege de lente tot begin november open. In de maanden waarin niets bloeit op het land verkopen sommige telers een droogboeket als alternatief. Op slowflowers.nl vind je de namen van duurzame (zelfpluk-)telers.

Kies een keurmerk

Liever in een winkel kopen? Er zijn verschillende keurmerken voor duurzamere bloemen. Bij bloemen met een biologisch keurmerk, zoals EKO, EU-biologisch en Demeter, weet je zeker dat er bij de teelt geen synthetische bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. „In de reguliere sierteelt worden over het algemeen veel bestrijdingsmiddelen gebruikt”, zegt Sanne Janssen, communicatieadviseur bij Milieu Centraal. „In tegenstelling tot in de voedselteelt moet in de sierteelt de hele plant, met stengel en al, er goed uitzien. Voor bijvoorbeeld een tomaat is enkel een mooie vrucht voldoende. En omdat we snijbloemen niet eten, zijn de regels qua gebruik van bestrijdingsmiddelen ruimer dan voor voedselproductie.”

Cijfers van het CBS tonen dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bloementeelt de afgelopen jaren afneemt. Toch ligt het verbruik nog altijd meerdere malen hoger dan dat in de voedselproductie. De teelt van rozen en chrysanten (beide onder glas) vergt, met respectievelijke 39 en 47 kg per hectare, de grootste hoeveelheid bestrijdingsmiddelen onder bloemen. Ook voor lelieteelt wordt veel gebruikt: de bollen, die ook worden gebruikt voor snijlelies, vergen 113,7 kg per hectare. Ter vergelijking: voor tomaten, aardbeien en paprika’s wordt respectievelijk 7,6, 8,9 en 3,8 kg per hectare gebruikt.

Bloemen die het milieu minder zwaar belasten komen in aanmerking voor het keurmerk On the way to PlanetProof. Dit keurmerk staat op in Nederland geteelde, dus gegarandeerd niet ingevlogen bloemen. Fairtrade let bij het toekennen van een keurmerk op eerlijke lonen en arbeidsomstandigheden van werknemers, naast de impact van de bloemen op het milieu. Dit keurmerk vind je juist op geïmporteerde bloemen, vooral uit Afrika.

Voor bloemisten bestaat er het onafhankelijke keurmerk Barometer Duurzame Bloemist, dat criteria opstelt op basis van Europese normen. Een bloemist kan een bronzen, zilveren of gouden certificaat ontvangen, afhankelijk van de duurzaamheid van de onderneming. Een gouden certificaat betekent onder meer dat minstens 50 procent van de bloemen een keurmerk heeft. Op barometerduurzamebloemist.nl staan alle gecertificeerde bloemisten.

Koop geen rozen

De roos wordt veruit het meest verkocht, vooral op Valentijnsdag en Moederdag. Aangezien snijrozen niet in de CBS-statistieken van vollegrondsteelt zitten, is de verwachting dat deze in Nederland niet tot nauwelijks worden geteeld. Kleine rozen komen doorgaans per vliegtuig uit Afrika, grotere komen uit verwarmde Nederlandse kassen. Volgens Milieu Centraal veroorzaakt een bosje van tien ingevlogen rozen met 1,5 kg CO2-equivalent bijna evenveel uitstoot als een runderhamburger van 100 gram (1,7 kg CO2-equivalent). En de uitstoot van één Nederlandse kasroos staat gelijk aan die van elf Afrikaanse roosjes. Wie rozen wil, kan het best naar een pluktuin, ze groeien tussen juni en september.

Recht afsnijden

Is de verantwoorde bos in huis, dan moet er natuurlijk zo lang mogelijk van genoten worden. ‘Even schuin afsnijden’ is doorgaans het advies. Geen goed advies, volgens Eelke Westra, expert op gebied van naoogst-technologie voor sierteelt aan Wageningen University & Research. „De gedachte erachter is dat een plant zo meer water opneemt. Maar net zoals drinken door een schuin afgesneden rietje niet maakt dat je er meer vloeistof doorheen kan zuigen, kan ook de plantenstengel niet meer drinken.” Schuin afsnijden verkort de levensduur van de plant juist, benadrukt hij: „Het zorgt voor een groter snijvlak, eigenlijk gewoon een wond, waar bacteriën en schimmels kunnen binnendringen.” Zijn advies: met een scherp mes of snoeischaar de laatste vijf centimeter van de stengels recht afsnijden. „Dan heb je een nieuwe, schone wond en ben je de oude bacteriën en schimmels kwijt.” Wat het drinkvermogen van de bloemen wél beïnvloedt is de scherpte van het mes dat je gebruikt: „Met een bot mes druk je vaatbundels, waar de plant water door opneemt, dicht.”