Een beetje meer Bregman in je baan, waarom niet?

Kritiek

Het is niet genoeg dat je deugt, je moet er ook iets mee doen. Daarover gaat Morele ambitie, het nieuwe boek van Rutger Bregman. De afgelopen weken kreeg hij bakken kritiek over zich heen. Waarom eigenlijk? En wat zou je kunnen hebben aan Bregmans boek?

Waar gaat het eigenlijk over?

Volgens Bregman is het verhelderend om je leven langs twee meetlatten te leggen: die van idealisme en ambitie.

– Je kunt idealistisch zijn en niet zo ambitieus. Deze mensen hebben vaak een obsessie met hun footprint. Ze streven ernaar dat de wereld zo min mogelijk last van hen heeft.

– Je kunt ook idealistisch zijn en barsten van de ambitie. Deze mensen veranderen de wereld. Bijvoorbeeld door het oprichten van sociale ondernemingen of maatschappelijke bewegingen.

Bregman daagt ons uit om onze tijd en ons talent niet te verspillen. We moeten meer idealisme én meer ambitie tonen. Goed om te weten: hij richt zijn betoog niet op leraren, verplegers en leden van de vrijwillige brandweer. Die doen al genoeg. Het gaat hem om de geprivilegieerden, de mensen die makkelijk meer zouden kunnen doen, maar dat nalaten.

Innerlijke spindoctor

Natuurlijk valt er commentaar te leveren op Bregmans boek. Maar veel kritiek draait om bijzaken. Zijn taalgebruik, de voorbeelden in het boek, de pr-campagne eromheen: het ergert mensen.

Vooral na het lezen van reacties op X moest ik denken aan een verhaal van psycholoog Roos Vonk over onze ‘innerlijke spindoctor’. Die spindoctor in ons brein construeert, onbewust, voortdurend verhalen om ons zelfbeeld te beschermen. Verhalen waardoor we positief kunnen blijven denken over onszelf.

Ik denk dat de oproep tot meer morele ambitie veel innerlijke spindoctors overuren bezorgt. Bregman zegt letterlijk tegen zijn lezers: nee, je bent niet goed zoals je bent. Reactie van onze spindoctor: ik ben oké, maar die Bregman deugt niet.

Nutteloos werk

Maar hoe al die innerlijke spindoctors ook tekeergaan, Bregmans observaties kloppen wel. Het valt moeilijk te ontkennen dat heel wat getalenteerde mensen hun leven slijten in een baan die ze zelf zinloos vinden. Zo blijkt uit onderzoek van de Nederlandse economen Robert Dur en Max van Lent – aangehaald door Bregman – dat meer dan twintig procent van de mensen in een marketingfunctie z’n eigen werk nutteloos vindt. En Bregman schrijft terecht dat de meeste mensen die zichzelf ‘politiek geëngageerd’ vinden, politiek vooral als kijksport beoefenen.

Wat kun je doen?

Wat nou als je -– tegelijk met wat innerlijk verzet – je toch een beetje aangesproken voelt door Bregmans betoog? Ik zou zeggen: pieker er niet te lang over, maar probeer het gewoon eens uit.

Doe een morele-ambitie-experiment. Praat met mensen die werken aan het oplossen van problemen die jou aanspreken. Loop een dagje mee. Wie weet smaakt dat naar meer en besluit je om structureel meer tijd en geld te investeren in dingen waar de wereld beter van wordt. Een beetje meer Bregman in je baan, wat zou daar op tegen zijn?