Eén deelnemer aan paranormale sessie op begraafplaats Amersfoort vervolgd voor grafschennis

Strafrechtelijke vervolging Een vrouw die deelnam aan een ‘paranormale vergadering’ op de begraafplaats Rusthof, wordt vervolgd. Tijdens de sessie werden overledenen aangeroepen, ook op de kinderbegraafplaats. De rest van het ‘paranormale onderzoeksteam’ werd niet opgespoord.

Exterieur van begraafplaats Rusthof.
Exterieur van begraafplaats Rusthof. Foto Robin van Lonkhuijsen / ANP

Eén deelnemer aan de ‘paranormale sessie’ op begraafplaats Rusthof bij Amersfoort wordt vervolgd voor grafschennis. De verdachte, een 46-jarige vrouw, behoorde tot een zogenaamd ‘paranormaal onderzoeksteam’ dat in september 2021 na sluitingstijd op de rustplaats een zoektocht hield naar paranormale energie. Daarbij werden overledenen aangeroepen, ook op de speciale kinderbegraafplaats. Het is volgens het OM – dat van de andere groepsleden de identiteit niet wist te achterhalen – voor het eerst dat een dergelijke vorm van grafschennis voor de rechter wordt gebracht.

De ouders en andere nabestaanden wisten van niets, terwijl de groep vooraf wel toestemming had gekregen van de directeur van de begraafplaats. Ook was een ambtenaar van de gemeente aanwezig bij de sessie. Beelden van de bijeenkomst, waarbij ook de graven zelf werden betreden, lekten uit. Meer dan veertig nabestaanden deden vervolgens aangifte. Justitie heeft meer dan twee jaar geprobeerd om te achterhalen wie alle groepsleden waren, maar ondanks dat ze toestemming hadden van de begrafenisdirecteur, is dat – behalve bij één – niet gelukt. Dat wijt het OM aan de beperkte opsporingsmiddelen. Voor vervolging van grafschennis is voorarrest niet toegestaan en is het ook niet mogelijk om huiszoekingen te doen of telecomdata op te vragen.

Lees ook dit artikel: Woede en ongeloof bij nabestaanden na spirituele seances op Amersfoorts kerkhof

‘Is uw overlijden snel gegaan?’

Voor de nabestaanden waren de gevolgen van die sessie groot. Op beeldmateriaal was te zien hoe dat paranormale onderzoek in de praktijk verliep: „Met wie hebben we contact?”, luidde een vraag gericht aan een overledene, terwijl een lichtbolletje bij een graf opvlamde. (…) „Vind je het een beetje eng dat iedereen komt kijken?”, was de vervolgvraag. „Kun je het lampje nog één keer laten branden? Dan weten we dat je er bent. (…) Goed zo jongen. Hield jij ook van voetbal?” Of bij een ander graf: „Bent u een oudere dame? Is uw overlijden heel snel gegaan?” Voor meerdere nabestaanden waren de beelden zo aangrijpend dat ze hun overledenen elders hebben laten herbegraven. De gemeente Amersfoort zag zich geroepen om zo veel mogelijk nabestaanden (Rusthof telt zo’n negenduizend graven) te informeren over zich op de rustplaats had afgespeeld.

Intussen was al die tijd onduidelijk wie de daders waren en of die grafschennis hadden gepleegd. Die duidelijkheid geeft het OM nu wel: er was sprake van grafschennis met als strafrechtelijk verwijt dat de verdachten „niet de jegens een graf verschuldigde eerbied hebben betoond”. Omdat zo’n vorm van grafschennis nog nooit aan de rechter is voorgelegd, wil het OM de zaak bij een meervoudige strafkamer laten behandelen. Dan buigen drie rechters zich over het dossier in plaats van alleen een politierechter. De directeur van de begraafplaats wordt niet vervolgd. Hij zou niet de intentie hebben gehad om grafschennis mogelijk te maken.

Lees ook dit artikel: ‘Gemeente Amersfoort maakte fouten bij toestemming voor seance bij kindergraven’