Sterrenkundigen hebben voor de derde keer een interstellaire dwaalgast ontdekt in ons zonnestelsel. Ze verwacht er de komende jaren meer te vinden met dank aan nieuwe telescopen. Onderzoek naar deze objecten kan nieuw inzicht geven in de evolutie van zonnestelsels.
De Belgische astronoom Olivier Hainaut glundert in de camera. „Ohh, het is geweldig. Het is fantastisch. Het is prachtig!” Voor het eerst ziet de sterrenkundige van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) het mysterieuze object, op eerdere foto’s een stipje maar nu in beeld van „een échte telescoop”: de Very Large Telescope in Chili. Een ovalen, diffuus lichtvlekje, eenzaam in de donkere ruimte tussen Jupiter en Mars. Een interstellaire bezoeker, recht uit een ander planetenstelsel.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134648639-4d2685.jpg|https://images.nrc.nl/OeGk_JQFshejt849Rczzq7h3MJw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134648639-4d2685.jpg|https://images.nrc.nl/nXIdsZDO8N_z_J6l-rdA4Z0fcmg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data134648639-4d2685.jpg)
De berekende baan die 3I/ATLAS zal afleggen door het zonnestelsel. Illustratie AP / NASA/JPL-Caltech
Het vlekje, genaamd 3I/ATLAS, is een komeet van vermoedelijk nog geen twintig kilometer groot, omgeven door een ijle wolk van stof en gas. Afgelopen week werd bevestigd dat het object van buiten ons zonnestelsel komt. Het beweegt met 60 kilometer per seconde, ongeveer drie tot vier keer de snelheid van een ‘normale’ komeet op die plek. Dat wijst erop dat 3I/ATLAS een enorme baanenergie heeft, die buiten het zonnestelsel is ontstaan. Ook de sterk hyperbolische baan laat daarover geen twijfel over bestaan: het object scheert één keer langs de zon en verdwijnt daarna voorgoed ons zonnestelsel weer uit.
Oumuamua
Het is pas het derde interstellaire object dat ooit is waargenomen, na 1I/ʻOumuamua in 2017 en 2I/Borisov in 2019 (de ‘I’ in de naam staat voor ‘interstellair’ – van buiten ons zonnestelsel). Oumuamua werd pas ontdekt toen hij al bijna vertrokken was; Borisov bleef maandenlang zichtbaar. 3I/ATLAS is nu net ‘binnen’ en zal ook nog maandenlang te volgen zijn (met uitzondering van oktober-november, als hij achter de zon staat). Een buitenkans voor onderzoekers die meer willen leren over de plek waar hij vandaan komt.
„Binnen een dag werden honderden waarnemingen gerapporteerd,” zegt sterrenkundige Karen Meech van de University of Hawai‘i, die – samen met Hainaut – ook nauw betrokken was bij de studie van de vorige twee interstellaire objecten. De twee coördineren wereldwijd observaties, om doublures te voorkomen – zelfs met concurrerende onderzoeksgroepen. Tijdens het gesprek blijft haar inbox pingen met berichten van goedgekeurde waarneemaanvragen en nieuwe telescoopbeelden.
Volgens sterrenkundige en planeetvormingsexpert Carsten Dominik van de Universiteit van Amsterdam bevestigen deze ontdekkingen een lang gekoesterde verwachting. „We wisten dat zulke interstellaire objecten hier moesten voorkomen, omdat ons zonnestelsel bij zijn ontstaan veel puin bevatte waarvan ongeveer de helft is weggeslingerd,” legt hij uit.
„De rest belandde in de planetoïdengordel, Kuipergordel en Oortwolk. Maar naar schatting zijn zo’n 10 biljoen van deze ijzige brokstukken de interstellaire ruimte in gekatapulteerd. En we gaan er vanuit dat ook andere jonge sterren dit doen.”
Geautomatiseerd
De ontdekking van 3I/ATLAS kwam van de Chileense telescoop van het automatische waarnemingsnetwerk ATLAS, met andere telescopen op Hawaï, Zuid-Afrika en Spanje. „Waarschijnlijk was 2I/Borisov het laatste object dat nog op ambachtelijke wijze werd ontdekt,” zegt Hainaut met lichte weemoed. „Met een verrekijker, letterlijk. Vanaf nu nemen de grote geautomatiseerde systemen het over.” En dat zal niet zonder gevolgen zijn, verwacht hij. „Met deze nieuwe observatoria kunnen we misschien wel één interstellair object per jaar ontdekken – misschien zelfs meer.”
We zullen met de nieuwe generatie telescopen waarschijnlijk tientallen van zulke objecten ontdekken
De belangrijkste van die observatoria is het gloednieuwe Vera C. Rubin Observatory in Chili, dat vorige maand officieel werd geopend. De telescoop brengt het zuidelijk hemelgewelf elke drie dagen volledig in kaart, en is dus gevoelig voor lichtzwakke, bewegende objecten. In de eerste tien uur testtijd werden al tweeduizend nieuwe planetoïden ontdekt – ruim tien procent van wat er jaarlijks wordt gevonden. „Rubin gaat een revolutie ontketenen,” zegt Hainaut. „Voor het eerst kunnen we echte populaties waarnemen van kometen, planetoïden en interstellaire bezoekers. Dan kunnen we statistiek bedrijven en het ontstaan van ons zonnestelsel beter begrijpen.”
Ook voor astrobiologen zoals Meech, geïnteresseerd in de voorwaarden voor leven buiten de aarde, is 3I/ATLAS interessant: „Als we ontdekken dat de chemie van het object afwijkt van wat we in ons zonnestelsel kennen, is dat fascinerend. Dat vertelt ons iets over hoe bijzonder – of doorsnee – onze planeet is.”
