Duits topeconoom: ‘De relatie tussen politiek en economie in Duitsland is ongezond’

Het Duitse businessmodel berustte op goedkoop gas uit Rusland en een schijnbaar onverzadigbare afzetmarkt in China. En de VS bekostigden de Duitse defensie.

Maar aan de goedkope energie uit Rusland kwam in februari 2022 een abrupt einde, de economische groei in China stagneert, en sinds de oorlog in Oekraïne steekt Duitsland weer meer geld in defensie – hoewel de afhankelijkheid van de VS nog altijd enorm is.

Ziehier de korte samenvatting van de grote problemen waarmee Duitsland kampt. Over de vraag hoe de Duitse business nieuw leven in te blazen is – de economie krimpt in 2024 voor het tweede jaar op rij – viel vorige week de regering onder kanselier Olaf Scholz (SPD). De coalitie van zijn sociaal-democraten, de Groenen en de liberale FDP werd het niet eens over welke weg ze moest inslaan. De FDP wilde ondanks alles vasthouden aan de roemruchte Schuldenbremse, die de overheid streng beperkt schulden aan te gaan. SPD en Groenen wilden wel extra ruimte.

Hoe nu verder? Marcel Fratzscher, hoofd van het gerenommeerde economisch onderzoeksinstituut Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung, evalueert de politieke en economische situatie.

Veel commentatoren stellen nu dat de coalitie van SPD, Groenen en FDP gedoemd was te mislukken. Ziet u dat ook zo?

„Nee. Het akkoord tussen de drie partijen was goed, het stelde de juiste prioriteiten. Maar enkele maanden na het aantreden van de regering begon de oorlog in Oekraïne en dit zette alles op zijn kop. Voor defensie bleek veel meer geld nodig, net als voor inzakkende economie. De coalitie wilde zich richten op een concurrerende economie, de energietransitie, vergroening en hervorming van sociale voorzieningen, maar stond plotseling voor geheel andere uitdagingen. Ze reageerde eigenlijk goed op de crisis en kon in 2022 snel de energieprijzen stabiliseren. Maar de partijen hebben zich onvoldoende aangepast aan de nieuwe realiteit en hielden – met name de FDP – te veel vast aan ideologische dogma’s.”

FDP-voorzitter en oud-minister van Financiën Christian Lindner lijkt teruggekeerd naar klassieke FDP-waarden als de Schuldenbremse. In 2021 noemde hij de zwarte nul [een begroting die in evenwicht is of een overschot vertoont] immers nog een ‘conservatieve fetisj’.

„Ja. Ik denk alleen niet dat hij ooit echt anders over die Schuldenbremse dacht, maar dat hij zich met die uitspraak een beetje boven de partijen wilde verheffen. De FDP staat sceptisch tegenover de overheid, een beetje zoals de Republikeinen in de VS. Hoe kleiner de overheid, hoe beter. Dat sluit hogere schulden en belastingverhoging uit, want de overheid doet in die optiek niet per se iets goeds met dat geld. Een rem op schuld is dus absolute prioriteit. Maar in een situatie als in de afgelopen jaren is het onmogelijk zo politiek te bedrijven.”


Lees ook

‘Eigenlijk zouden nu ook aan Duitsland sancties moeten worden opgelegd’

Christian Lindner (FDP), de Duitse minister van Financiën, eind mei bij het Duitse parlement in Berlijn.

De opvattingen binnen partijen over wat goed economisch en financieel beleid is, lopen erg uiteen. Uw collega-econoom Lars Feld [belangrijkste adviseur van Lindner en hoogleraar in Freiburg] wijst deze week in een interview met Wirtschaftswoche in zo’n beetje ieder antwoord op de grondwet waarin de Schuldenbremse is vastgelegd.

„Ten eerste: een econoom die het over het recht heeft, moet je wantrouwen. Wat weet die er nou van? Ten tweede kun je de wet met politieke wil veranderen. De Schuldenbremse werd in 2009 ingevoerd. Je kan ’m ook weer afschaffen.”

CDU-voorzitter Friedrich Merz maakt veel kans de nieuwe kanselier te worden. Hij staat qua economisch beleid dicht bij Lindner. Ziet de Duitse burger die koers dus misschien wel zitten?

„Het is duidelijk dat het electoraat opschuift naar rechts. CDU/CSU stijgt in de peilingen naar ruim 30 procent, en ook de [radicaal-rechtse] AfD staat op winst. Midden en links lijken sterk te verliezen. Maar juist veel AfD-kiezers zouden lijden onder een politiek die op sociale voorzieningen en investeringen kort, die belastingen verlaagt voor topverdieners. We zien veel protest en veel populisme, ook omdat de regering de afgelopen twee jaar geen goed werk heeft geleverd.”

Vindt u de CDU onder Merz populistisch?

„Ik vrees dat we een populistische verkiezingstijd tegemoetgaan, die qua thema’s erg veel zal lijken op die in de VS: economie en migratie.”

Lindner legde een bommetje onder de coalitie met zijn eisen om de economie weer vlot te trekken, zoals belastingverlagingen en minder bureaucratie. Hadden zijn voorstellen kunnen werken in de huidige situatie?

„Absoluut. Ook de SPD en Groenen willen belastingverlaging. De vraag is hoe je het financiert. Wat ik Lindner kwalijk neem, is dat hij ook verlaging eist voor topverdieners en dat wil financieren met kortingen op sociale voorzieningen, zoals bijstandsuitkeringen, pensioenen, geld voor vluchtelingen. Het is onrealistisch de benodigde grote bedragen binnen een jaar te besparen, en bovendien is het populistisch omdat het kwetsbare groepen tegen elkaar uitspeelt.”


Lees ook

Het Duitse businessmodel is in groot gevaar

De elektriciteitscentrale van autofabrikant Volkswagen in de Duitse stad Wolfsburg. De problemen binnen de Duitse economie zijn het duidelijkst in de auto-industrie.Foto Annegret Hilse/Reuters

U liet zich kritisch uit over de grote subsidies voor chipfabrieken die in Saksen-Anhalt en in het Saarland moeten komen. Hoe moet je dan investeren?

„Wat dat betreft zit ik meer aan de kant van FDP en CDU. SPD en Groenen zetten in op een sterk interventionistische industriepolitiek: specifieke hulp voor een specifiek bedrijf of specifieke branche. Dat vind ik principieel verkeerd, omdat de staat daarmee meent beter te weten welk bedrijf steun nodig heeft en welk niet, en welk bedrijf goeie toekomstperspectieven zou hebben. De overheid kan dat niet weten. Ik vind dat de staat beduidend meer moet investeren in betere infrastructuur voor álle bedrijven, dus in verkeers- en digitale infrastructuur. Ook moet hij geld steken in duurzame energie, en beduidend meer uittrekken voor onderzoek en wetenschap.”

Hebben Groenen en SPD voor hun interventionistische politiek naar de VS gekeken?

„Niet per se. We hebben in Duitsland een ongezond nauwe relatie tussen economie en politiek. Als de kanselier naar China reist, is dat meestal om nieuwe handelsverdragen voor Duitse bedrijven uit te onderhandelen. Ik zou willen dat de politiek zich meer boven de economie plaatst. Neem Volkswagen: de deelstaat Nedersaksen heeft 20 procent van het stemrecht, 12,5 procent van de aandelen. En nu wil de politiek Volkswagen voorschrijven wat voor personeelsbeleid het moet voeren? Dat werkt niet.”

Oud-ECB-voorzitter Draghi adviseerde de EU onlangs enorm te investeren in technologieën van de toekomst. Moet je dan ook minder investeren in oude Duitse industrieën?

„Het is in Duitsland altijd moeilijk te verkopen dat economische transformatie betekent dat bedrijven krimpen en soms helemaal omvallen, zodat nieuwe bedrijven op kunnen komen. Je kan niet al het oude behouden. We hebben meer start-ups nodig, meer jonge bedrijven.”

Hoe denkt u over het ‘investeringsgat’ dat [de in 2021 opgestapte bondskanselier] Merkel heeft achtergelaten?

„In 2013 stelde ons instituut als eerste dit gat vast. We kregen toen heel veel kritiek, want de Duitse economie bloeide en alles was in orde, aldus de critici. Destijds concludeerden we: Duitsland heeft per jaar 100 miljard euro meer aan investeringen nodig. Nu is er in politiek en wetenschap consensus over dat we twee- tot driemaal zoveel nodig hebben.”

Is dat denkbaar onder een kanselier Merz?

„Niet echt. Omdat onder Merz ook de Schuldenbremse blijft bestaan en er geen belastingverhogingen komen.”

Betekent dat meer stagnatie?

„Ja. Maar als er met Donald Trump een handelsconflict ontstaat, als er conflicten ontstaan met China, als de deïndustrialisering doorzet, dan kan het ook goed zijn dat de Duitse economie volgend jaar opnieuw in een recessie belandt.”

Uw collega-econoom Moritz Schularick sprak zelfs van het ‘mogelijk moeilijkste moment in de geschiedenis van de Bondsrepubliek’. Hoe ziet u dat?

„Dat weten we niet. Tweeënhalf jaar geleden was een moeilijk moment, 35 jaar geleden was een heel moeilijk moment, en twintig jaar geleden was Duitsland met meer dan 5 miljoen werklozen de ‘zieke man’ van Europa. Economisch ging het destijds veel slechter dan nu.”

U schreef onlangs dat u de Duitsers in de huidige situatie té pessimistisch vindt.

„Ja, wij hebben altijd de neiging om in extremen te vervallen: Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Tien jaar geleden waren we nog de sterke man van Europa – en in de Europese schuldencrisis hebben we ons ook wel arrogant gedragen. Nu overdrijven we het in de andere richting. We zijn nu niet de zieke man van Europa. Duitsland heeft enorm concurrerende en innovatieve bedrijven, juist ook in het middensegment. Maar we moeten de uitdagingen die we nu hebben wél aangaan.”



Delen