Druk op Den Haag nu ook de Denen willen praten over gezamenlijke EU-leningen

Nederland raakt een steunpilaar kwijt in een van de meest zwaarwegende Europese discussies van dit moment. Denemarken wil praten over het aangaan van gemeenschappelijke Europese leningen en schulden. De tijd daarvoor is rijp nu de Europese Unie zich beter moet verdedigen en economisch de slag dreigt te verliezen van de VS en China, aldus de Deense premier Mette Frederiksen.

„Ik zie niet in hoe we dat allemaal met de welbekende middelen kunnen financieren”, zei Frederiksen zondag in een interview met de Deense publieke omroep. Denemarken heeft zich – net als Nederland – altijd verzet tegen gezamenlijke leningen, waarmee tegen gunstige tarieven geld kan worden opgehaald doordat rijkere EU-landen garant staan voor lidstaten die een eventuele schuld niet kunnen aflossen.

De spanningen over het aangaan van gezamenlijke schulden liepen hoog op tijdens de eurocrisis en opnieuw tijdens de pandemie. In die laatste episode vormden Nederland en Denemarken samen met Oostenrijk en Zweden, bijgenaamd ‘de vrekkige vier’, de kern van het verzet tegen het coronaherstelfonds. Dat fonds van 750 miljard euro moest gefinancierd worden uit gezamenlijke leningen, vonden andere landen. Het viertal ging uiteindelijk akkoord toen werd afgesproken dat het geld uit het fonds enkel zou worden uitgekeerd tegen strenge voorwaarden, zoals economische hervormingen en rechtstatelijke eisen.

Sinds de Russische invasie in Oekraïne in 2022 hebben voorstanders het idee meermaals afgestoft. Alleen door gezamenlijk de kapitaalmarkt op te gaan, zou de EU voldoende kunnen investeren in de defensie-industrie om zich te wapenen tegen Russische agressie. Dit jaar kwam daar een andere belangrijke stem bij. Mario Draghi, oud-premier van Italië en oud-directeur van de Europese Centrale Bank, stelde in een veelbesproken rapport voor om hetzelfde gereedschap in te zetten om de Europese economie op gang te krijgen.

Medestanders gezocht

Op de vraag waarom een Deen garant zou moeten staan voor Zuid-Europese schulden wijst Frederiksen naar dezelfde factoren als Draghi in zijn rapport: de economische groei op het continent stagneert. „Als Europa op bijna ieder vlak achterblijft op de rest, zal Europa verkruimelen”, aldus de Deense premier. „Dat heeft fatale gevolgen, ook voor elk Deens gezin.”

„Iedereen kijkt nu naar Berlijn en Den Haag”, zegt een EU-diplomaat. Nederland en Duitsland gelden als de voornaamste overgebleven critici in het debat over schuldendeling, maar hun coalitie slinkt. Onlangs deelde minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) al aan de Tweede Kamer mee dat „landen die traditioneel geen voorstander zijn van het aangaan van gemeenschappelijke schuld hier voor bepaalde beleidsterreinen en doelen mogelijk een meer open houding zullen tonen”.

Nederland lijkt niet van zins zijn verzet op te geven. Mogelijk zal het snel op zoek moeten naar nieuwe medestanders. Vanaf de zomer van 2025 heeft de Deense regering een half jaar het roulerende voorzitterschap in handen en willen het onderwerp dan agenderen. Ingewijden houden er rekening mee dat de Europese Commissie, het bestuur van de EU, al eerder met een voorstel over een vorm van gezamenlijke leningen zal komen.