Drie keer zoveel camera’s op straat in tien jaar tijd – maar het had erger kunnen zijn

Zoeken naar camera’s op straat heeft wel iets van vogels spotten. „Kijk, daar zit er nog eentje”, zegt Sander Flight op het terras van De Biertuin in Amsterdam. Verscholen in een hoek boven de ingang van het café hangt een wit bolletje. Vanaf daar wordt het terras gefilmd. Even verderop bij de Mauritskade heeft camera- en privacydeskundige Flight nog meer camera’s gespot. Aan de gevel van het Wereldmuseum bijvoorbeeld (voorheen het Tropenmuseum) en op de brug richting Artis.

Precies tien jaar geleden liep een NRC-verslaggever ook door deze buurt om camera’s te tellen. Als onderdeel van een artikel over het „toezicht van de toekomst”, waarin deskundigen een vrij dystopisch toekomstbeeld schetsten. In 2024 zou oom agent met een druk op de knop via een netwerk van „slimme camera’s” in heel Nederland kunnen meekijken, luisteren en personen op straat identificeren. Burgers zouden ongevraagd door de overheid worden gevolgd via hun mobiele telefoon en elkaar identificeren via gezichtsherkenning op hun Google Glass-bril.

Dit voorjaar stelde Flight voor de wandeling door Amsterdam-Oost over te doen. Hij adviseert bedrijven en overheden over hoe cameratoezicht privacyvriendelijk in te zetten. In dit gedeelte van Amsterdam telde de NRC-verslaggever in 2014 tien camera’s op straat. „Die hangen er nog allemaal, plus twintig nieuwe”, concludeert Flight op het terras, na de wandeling. Vooral cafés, restaurants en winkels hingen om veiligheidsredenen meer camera’s aan hun gevels. Ook de gemeente filmt veel. Om vervuilende auto’s te weren, het verkeer te reguleren en de openbare orde te handhaven.

Op het terras dringt zich de vraag op of Nederland de controlemaatschappij is geworden zoals die tien jaar geleden werd uitgetekend. Om daar antwoord op te kunnen geven, onderzocht Flight wat in het artikel uit 2014 werd voorspeld. Hij komt met een geruststellend antwoord, maar heeft ook zorgen.

Beveiligingscamera’s in Amsterdam-Oost.
Foto Roger Cremers

Drie keer meer camera’s op straat dan tien jaar geleden.

„Ja, daar sta ik ook best van te kijken. En dan hebben we de deurbelcamera’s niet eens meegeteld, waarvan er nu veel meer zijn dan toen. Die zijn nu ook veel geavanceerder, met goede camera’s en sterke microfoons. We worden op straat steeds meer in de gaten gehouden, dat is wel duidelijk.”

Leven we nu dan in de gevreesde Big Brother-maatschappij?

„Dat vind ik dan weer niet. Als je kijkt welke plannen er tien jaar geleden waren en welke proefprojecten er liepen, dan zie je dat ze bijna allemaal zijn mislukt of door wetgeving en maatschappelijke druk hooguit in afgeslankte vorm zijn doorgevoerd.”

RTL Nieuws ontdekte onlangs nog dat allerlei steden ‘slimme’ camera’s gaan inzetten, die geweld op straat signaleren.

„Dat soort projecten liepen tien jaar geleden ook al in het concept van de ‘slimme stad’. Op het Stratumseind in Eindhoven werden automatisch mensen op straat geteld om de drukte te meten, geluidsmeters zouden vechtpartijen signaleren, slimme camera’s slaande bewegingen opmerken en berichten van het uitgaanspubliek op sociale media over de sfeer werden gemonitord. In de praktijk bleken ordehandhavers gek te worden van de loze alarmen die de camera’s gaven en konden ze zelf ook wel zien of het druk en gezellig was.

„We hebben de oplossing, laten we er een probleem bij zoeken, was vaak het idee. Gelukkig wordt dat nu wel steeds vaker omgedraaid. De waarschuwingen van privacy-organisaties en -deskundigen hebben geholpen. In 2019 hebben alle Nederlandse gemeenten zich gecommitteerd aan de ‘principes voor de digitale samenleving’. Een van de afspraken is dat vooraf goed wordt onderzocht welke maatschappelijke risico’s bepaalde innovaties met zich meebrengen.”

Vanaf 2019 mocht de politie miljoenen foto’s van kentekens van slechts passerende auto’s bewaren, om misdrijven op te lossen. Privacy-organisaties spraken van massa-surveillance. Hoe is dat verlopen?

„Uit een evaluatie in 2021 bleek dat de database maar weinig werd geraadpleegd door de politie. Elke dag worden vijf miljoen kentekens gescand, maar de database was in heel 2019 maar zo’n duizend keer geraadpleegd. Dat betekent dat van iedere twee miljoen scans er maar één wordt bekeken. Bovendien levert het kenteken bijna nooit het doorslaggevende bewijs dat iemand ergens bij betrokken is. Het beperkte gebruik van de database komt door de wetgeving, die na een uitgebreid debat met maatschappelijke organisaties en Tweede Kamerleden tot stand is gekomen. Daarin staat dat de database alleen mag worden bekeken voor ernstige strafbare feiten. Bovendien is een bevel nodig van de officier van justitie.”

Beveiligingscamera’s in Amsterdam-Oost. Het aantal camera’s op straat in dit deel van de stad is volgens Sander Flight verdrievoudigd.
Foto Roger Cremers

In het artikel uit 2014 was ook aandacht voor camera’s die zo slim waren dat ze misdaden konden voorspellen.

„Dat klopt, in een project dat ‘secure lane’ heette. Slimme camera’s merkten auto’s op die telkens parkeerplaatsen opreden. Dat zouden ladingdieven kunnen zijn. Zij zouden dan een preventief bezoekje krijgen van de politie, of op heterdaad worden betrapt. Daar is nooit meer wat van vernomen. Hetzelfde geldt voor slimme camera’s op Schiphol, die ‘verdacht gedrag’ zouden opmerken. Daar is ook niets van terechtgekomen. De techniek levert vaak veel valse alarmen op, soms is het te duur en soms besluit een organisatie dat ze het vanuit privacy-oogpunt toch te ver vinden gaan.”

En de vergevorderde plannen destijds om overheids- en particuliere camera’s te koppelen in een landelijk dekkend netwerk? In enkele ‘regionale toezichtruimtes’ gebeurde dit al.

„Ook die plannen zijn niet doorgegaan. Een experiment hiermee in Roermond werd fel bekritiseerd door Amnesty International. Wat ook niet hielp is dat de programmaleider voor de regionale toezichtruimtes in 2016 werd geschorst op verdenking van fraude en corruptie. In 2019 werd hij veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Dat had binnen de politie een stevig effect: het wordt niet langer wenselijk gevonden om zo nauw samen te werken met particuliere beveiligingsbedrijven.

„Alles overziend kan je zeggen dat maatschappelijke organisaties, politie, rechters, wetenschappers en parlementariërs ervoor hebben gezorgd dat een surveillancesamenleving zoals die in 2014 werd voorspeld, er niet is gekomen. Die maatschappelijke discussies hadden ook invloed op bedrijven als Google en Facebook. De Google Glass werd in 2014 al direct een mislukking. Cafés in San Francisco kondigden aan ‘glassholes’ buiten de deur te zullen houden. Facebook stopte ook met automatische gezichtsherkenning. Het bedrijf noemde ‘groeiende maatschappelijke zorgen’ als reden om in 2021 een miljard gezichtsprofielen te vernietigen.”


Lees ook

Voor de ‘persoonlijke’ AI op Apple’s iPhone en Microsofts Copilot-pc ben je een open boek. Maar wie leest er mee?

Voor de ‘persoonlijke’ AI op Apple’s iPhone en Microsofts Copilot-pc ben je een open boek. Maar wie leest er mee?

Voor een controlemaatschappij hoeven we niet meer bang te zijn?

„We moeten wel waakzaam blijven. Het geloof in technologie als oplossing voor complexe sociale vraagstukken is nog altijd groot. Denk maar aan de inzet van kunstmatige intelligentie en algoritmes. Van de Toeslagenaffaire lijken we weinig geleerd te hebben. En ik heb natuurlijk ook geen goed zicht op de datastromen bij alle bedrijven die cameradeurbellen aanbieden en auto’s met camera’s uitrusten.

„Waar ik me nog steeds zorgen over maak is biometrie, en dan vooral automatische gezichtsherkenning. Daarmee zou iedereen kunnen zien waar iedereen is geweest. Dat zou onze samenleving fundamenteel veranderen. Gelukkig is precies deze vorm van gezichtsherkenning net verboden door de EU.

„Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat bedrijven buiten Europa niet de randen opzoeken. Het Amerikaanse bedrijf Tools for Humanity gaf cryptogeld aan miljoenen mensen in arme landen om hun irissen te scannen. Niet voor gezichtsherkenning, maar om iedereen op aarde te kunnen identificeren, om zo een wereldwijd digitaal paspoort te kunnen invoeren. Inmiddels hebben de data-toezichthouders van Kenia en Argentinië op de rem getrapt. Dit soort bedrijven moeten in toom worden gehouden. De voorbije tien jaar hebben laten zien dat dat mogelijk is.”