Drie ‘complexe’ Groningse aardgasgevallen: vertwijfeld vechten tegen de bierkaai

Groningse gaswinning Een roze geverfd rijksmonument dat niet gesloopt mag worden of een mestkelder die blijft lekken: Groningse slachtoffers van aardgaswinning moesten bureaucratie, burn-outs en woede overwinnen.

De boerderij van Boelo ten Have en Annemarie Nijhoff in Drieborg.
De boerderij van Boelo ten Have en Annemarie Nijhoff in Drieborg.

Foto Kees van de Veen

Met het verschijnen van de onderzoeksresultaten van de parlementaire enquête naar de Groningse gaswinning, deze vrijdagmiddag in het Groningse Zeerijp, zijn de problemen voor veel Groningse gedupeerden niet verholpen. Honderden bewoners zitten klem in zogenoemde ‘complexe situaties’. Voor de schade aan hun woning, boerderij of monument is al jarenlang g een oplossing gevonden en die lijkt er in de nabije toekomst ook niet te komen. NRC portretteerde drie Groningse gedupeerden die worden gekenschetst als ‘complex geval’.


De gezondheid van Groningers met én zonder schade aan hun huis gaat achteruit

Drieborg

Annemarie Nijhoff en Boelo ten Have

„Van een afstandje lijkt deze boerderij heel wat, maar van binnen is het een krot”, lacht Annemarie Nijhoff. „Het is vervelend om mensen te ontvangen in zo’n afgeleefde toestand.”

Boelo ten Have: „Deze boerderij is al zes generaties in de familie, gebouwd door mijn bet-bet-overgrootvader in 1865. Ik ben hier opgegroeid en in 2001 teruggekomen om het akkerbouwbedrijf van mijn ouders voort te zetten en Annemarie heeft hier een osteopathiepraktijk voor dieren.

„In 2012 besloten we de laatste kamers van de boerderij te restaureren. Daarvoor hadden we het al vernieuwd, alle buitenmuren gebikt en geverfd, de tuin opnieuw aangelegd. Maar zodra we aan de binnenkant begonnen, verschenen er scheuren.

„Ik liep ’s nachts naar de wc en had opeens een bloedende teen. Was ik tegen een scherpe rand van een tegel aangelopen die een dag eerder nog recht lag. De boerderij staat op klei en verzakt door de gaswinning.

„We hebben in 2012 de schade gemeld en kregen vijf jaar later, pas in 2017, een eerste inspectie. Dit was geen bevingsschade, werd ons verteld. Wij zitten aan de rand van het gaswinningsgebied, waardoor onze schade niet in aanmerking kwam voor een vergoeding. En omdat de boerderij een rijksmonument is, mogen we het gebouw ook niet slopen.

„In 2021 deden we een melding van een acuut onveilige situatie. Binnen twee uur kwamen er inspecteurs. En die gaven ons gelijk: de hal zou kunnen instorten. Meteen stutten timmerlui onze hal. De volgende dag kwamen de inspecteurs weer langs om de acuut onveilige situatie af te melden. Daar bleef het bij. Maar die stutten die staan zo wankel, die knakken zo als lucifers.”

Nijhoff: „Iedereen hebben we hier over de vloer gehad: monumentenzorg, het ministerie van Economische Zaken, de provincie, de gemeente. Zogenaamde adviseurs die uit zichzelf komen en daarna een flinke rekening indienen. Maar we hebben er niks aan gehad.”

Ten Have: „Toen vorig jaar uiteindelijk de fundering werd opgegraven bleek dat de koppen van de houten palen, waarop de boerderij is gebouwd, rotten. Door de gaswinning is het grondwater gezakt, waardoor er zuurstof bij de fundering kan, dat rot en dan zakt het gebouw in.”

Nijhoff: „Maar toen dat duidelijk was moesten we wéér wachten. Eind juli zou het schaderapport komen, daarna in september, toen dan toch echt in december. Ik raakte zo gefrustreerd dat ik aan deze keukentafel besloot de boerderij roze te verven. Dan zie je vanaf de straat dat er hier iets aan de hand is.”

Ten Have: „Diezelfde dag begonnen dorpsgenoten ook hun deuren en scheuren roze te verven. Anderen hingen roze vlaggen uit. Uit solidariteit, het was niet afgesproken. Dat was hartverwarmend.

Nijhoff: „Voor onze relatie was het ook niet makkelijk, omdat ik er psychische klachten aan overhoud. Een burn-out, depressie… geef er een naam aan. Ik ben gewoon teleurgesteld en gedesillusioneerd. Het kost heel veel energie en voor andere dingen heb ik nog maar weinig kracht.

Ten Have: „Met het huis doen we weinig meer. De cv-ketel is kapot, we verwarmen het huis nu met straalkachels. Maar wat kun je doen? Het is trekken aan een dood paard. Bij regenbuien schrikt Annemarie wakker omdat er weer nieuwe lekkages zijn en af toe hoor je ’s nachts een waterleiding knappen die door de wegzakkende muren lopen.”

Nijhoff: „Bang zijn we niet.”

Ten Have: „Nee. Als het plafond instort hoop ik dat ik eronder kom. Dat ik in één keer weg ben.”

Nijhoff: „Wat niet went is dat je leven stil staat. Je wilt iets opbouwen, zoals een praktijk aan huis, maar dat wordt je afgenomen.

Nadat we de boerderij roze hebben geverfd, kwam er veel media-aandacht wat onze zaak hielp. En lijkt er nu eindelijk schot in de zaak te komen.”

Hij: „Wij Groningers zijn te naïef. We denken dat de wereld eerlijk is en dat als er een probleem is, anderen je komen helpen. Maar de wereld is verrot. Groningers zijn veel te bescheiden. Maar ja, ik zou er ook moeite mee hebben als wij geholpen worden en onze buurman niet.”

Godlinze

Leon Klijn

„Als er niks gebeurt, is er over vijf jaar geen stal meer. Of de koeien vallen in de mestkelder door betonrot, of de boel vliegt in de fik door kortsluiting. Iedere maand wordt de lekkerij [lekkage] in de mestkelder erger.

„Elke zaterdagochtend pompen we de technische ruimte onder de stal leeg en gaan we er met de mop doorheen. Maar na een paar dagen staat het water weer enkelhoog. Het grondwater en de mest borrelen door de scheuren in de muren van de mestkelder, het komt van alle kanten. En dat water valt bovenop de elektronica, ik heb al tig keren kortsluiting gehad.

„We kwamen hier in 1998, nadat we moesten vertrekken uit Oost-Groningen waar landbouwgrond plaats moest maken voor het nieuwe dorp Blauwestad. Er was alleen een stuk land, dus bouwden we een nieuwe boerderij. En die moest solide zijn. De mestkelder voldeed aan de nieuwste eisen: de muren waren geen 15 centimeter, maar 20 en de bewapening was dikker en zwaarder. Het ging om gruwelijke bedragen maar de meerkosten zouden het waard zijn. Uitgangspunt was dat we minimaal 50 jaar koeien in de stal konden hebben.

„Na de beving van Huizinge in 2012 zagen we alleen een scheur dwars door de stal en mestkelder heen. Toen begon het wat te druppen. Dat is hersteld met kit door de NAM. Maar na een jaar droogde de kit uit en was er opnieuw lekkerij.

„Er was geen enkele discussie. Het was volgens de NAM duidelijk: aardbevingsschade. Nadat de kit uitdroogde en de boel weer begon te lekken, hebben ze het weer gerepareerd. En zo ging het elke twee jaar.

„Maar toen de NAM niet meer zelf besliste over de schadevergoeding, kregen we te maken met overheidsinstanties. Zij kwamen in 2019 het hele huis inspecteren. Alle schades in het huis, de stal en mestkelder zouden in één keer worden gerepareerd. Nou dat komt allemaal dik voor mekaar, dachten we. Ze zouden het constructief repareren en dan komt het allemaal goed, meneer Klijn. Nou, eindelijk schot in de zaak.

„Maar zes weken later kwam het inspectierapport en dan zakt je broek helemaal naar beneden. Opeens hadden wij geen aardbevingsschade maar krimpscheuren. Die worden niet vergoed. Ook zouden we niet goed hebben gebouwd. Plotseling lag het allemaal aan ons.

„Sindsdien is er geen flikker gebeurd. Nooit kwam er iemand langs voor een onderzoek. Nee, ze menen dat ze alles vanachter het bureau kunnen regelen. Ze schrijven maar wat op en wij moeten bewijzen dat het niet zo is.

„Vervolgens moesten wij een bezwaarschrift indienen. Maar dat kunnen wij niet zelf, daar hebben wij geen kennis van. Dus huurden we op eigen kosten een advocaat in. Een onafhankelijk mestkelderpanel zou langskomen, maar alleen twee juristen van landsadvocaat Pels en Rijcken kwamen. De bouwkundige had geen tijd. What the fuck doen jullie hier dan zonder bouwkundige?

„Eén van die juristen zei dat het jammer is als een koe in de put valt , maar dat het zo erg niet is. Zolang er maar geen personen slachtoffer worden. Toen werd ik pissig: die koeien zijn net zo heilig voor ons als onze kinderen. Zo ga je niet met elkaar om.

„De boerderij gaat nu alleen maar achteruit. Wij hebben drie opvolgers, onze kinderen van 18, 17 en 15, maar dat wordt een moeilijk verhaal. Als dit bedrijf strandt, is het voor hen ook over.”

Woltersum

Irene Venditti

„Als ik ’s ochtends opsta, verlies ik bijna mijn evenwicht. De vloer in de slaapkamer ligt helemaal scheef, doordat mijn kleine arbeiderswoning in Woltersum langzaam verzakt door de gaswinning.

„Toen ik 1994 dit huisje kocht, stond alles recht. Anders hadden mijn vriendin en ik het ook niet gekocht. Vanaf 2014 kwam het rioolwater naar boven. De afvoer bleek verzakt. We zagen voorzichtige tekenen van bodemdaling. Inmiddels staat alles scheef. Het slot van de voordeur heb ik zes centimeter lager gehangen, overal verzakt de vloer, en de ruitjes in de serre knappen door de spanning.

„Technisch is bodemdaling wel op te lossen. Het is niet complex, maar het wordt complex gemaakt. Want niemand, geen overheidsinstantie of gasbedrijf, voelt zich verantwoordelijk voor de schade ondergronds. Alleen bovengrondse schade als gevolg van gaswinning wordt vergoed. De dijken rondom het dorp worden wel versterkt vanwege de bodemdaling, maar de huizen die vlak erachter staan niet.

„Nadat mijn vriendin in 2016 overleed, besloot ik in 2017 werk te maken van de schade aan het huis. Ik meldde de schade. Een jaar later kwam er iemand langs om foto’s te maken. Toen was het maandenlang wachten op een schaderapport. Daarin stond niks over de wegzakkende fundering, dus ik diende een zienswijze in. Na de eerste kwam er een tweede zienswijze. Weer niks. Toen diende ik een bezwaarschrift in en uiteindelijk kwam mijn zaak vorig jaar voor de rechter. Vijf jaar verder krijg ik eindelijk een onafhankelijk onderzoek naar de fundering.

„Ik ben niet rijk, en ik ben alleen. Gelukkig heb ik strijdlust van mijn ouders geërfd, maar zonder rechtsbijstandsverzekering was het me niet gelukt. Ik heb geturfd hoeveel tijd ik in deze strijd heb gestopt de afgelopen vijf jaar: 400 belletjes en tegen de duizend mailtjes. Minstens. Als burger is er geen beginnen aan.

„Het vervelendst is dat je merkt dat de solidariteit uit het dorp verdwijnt. Mensen worden tegen elkaar uit gespeeld. Woltersummers waren altijd blij elkaar te zien, in de supermarkt een dorp verderop hielden we altijd anderen op omdat we samen stonden te kletsen. Nu hoor je afgunst, omdat de een wel aan de beurt is met het herstel van zijn huis en de ander nog moet wachten. Mensen worden ongelijk behandeld.

„Naar de verhoren van de parlementaire enquête hebben weinig dorpsbewoners gekeken. Ik ook nauwelijks, ik kon het niet aanzien. Alleen de verhoren van de mensen die aan onze kant staan, heb ik bekeken: de bewoners, geologen en mensen die voor ons opkwamen zoals Susan Top – huilend heb ik naar haar verhoor gekeken.

„En nu moet ik weer huilen…. Sorry… Maar ik kan er niet meer tegen. Ik moet niet huilen van verdriet, maar van woede. Ik ben zo boos, dat wil je niet geloven. Als je als politicus zo met mensen omgaat, dan hoor je geen enkele functie in dit land te bekleden.

„De afgelopen vijf jaar is mijn leven verpest, door die klootzakken. De NAM heeft mijn huis vernield en de overheid gedraagt zich als een wantrouwige verzekeringsinspecteur. Maar ik ga hier niet weg. Al het geld dat mijn vriendin en ik hadden, hebben we in dit huis gestopt. We zijn nooit rijk geweest, maar beetje bij beetje knapten we de boel op. Het is een oud huis, maar wel ons huis.

„Dit is het huis waar mijn vriendin is overleden. Ze ligt hier op het kerkhof. Ik kan hier niet weg.”

Foto’s Kees van de Veen