De Oekraïense regering van president Volodymyr Zelensky wil toch een beroep gaan doen op meer jongemannen om het personeelstekort van de Oekraïense strijdkrachten in de oorlog tegen Rusland te verlichten. Op dit moment vallen mannen tussen de 18 en 25 jaar niet onder de mobilisatieplicht.
Een hoge militaire adviseur van Zelensky, kolonel Pavlo Palisa, zei vrijdag in een interview met het Amerikaanse persbureau AP dat Oekraïne het proces voor de rekrutering van jongemannen wil aanpassen.
De mobilisatieleeftijd in Oekraïne werd in april vorig jaar verlaagd van 27 naar 25 jaar. Maar volgens onder meer de Amerikaanse regering, tot nu toe de grootste militaire steunpilaar en wapenleverancier van Kyiv, levert dat lang niet genoeg militairen op om Rusland af te houden van verdere terreinwinst en de ruim duizend kilometer lange frontlijn te stabiliseren. Ook de regering in Kyiv lijkt daarvan steeds meer doordrongen.
Volgens Palisa, die afgelopen najaar door Zelensky werd benoemd tot plaatsvervangend hoofd van zijn presidentiële kabinet, zoekt Oekraïne naar nieuwe wegen omdat het huidige dienstplichtsysteem nog stamt uit de Sovjettijd en de rekrutering van voldoende manschappen in de weg zit.
Betere betaling
Een van de initiatieven die de regering in Kyiv wil nemen wordt door Palisa omschreven als een „eerlijk contract” dat onder meer financiële prikkels omvat, maar ook duidelijke garanties voor opleiding en training en maatregelen die moeten toezien op professioneler overleg tussen soldaten en hun commandanten.
Het plan is erop gericht om 18- tot 25-jarigen te werven die nu zijn uitgezonderd van mobilisatie, en Oekraïners die zich nu op andere gronden aan de dienstplicht kunnen onttrekken, of al zijn afgewezen.
De personeelstekorten aan het front spelen de Oekraïense strijdkrachten al maanden parten. Met name sinds afgelopen voorjaar voerden de Russen de druk op langs grote delen van het front, en boekten de bezetters vooral in de regio Donetsk meer terreinwinst dan eerder.
Ondanks de zware druk vanuit Washington om de Oekraïense mobilisatieleeftijd te verlagen – inmiddels ook door president Trump – verzet Zelensky zich vooralsnog hevig tegen de militaire dienstplicht voor mannen onder de 25 jaar omdat dat een zware wissel zou trekken op de toekomst van het land: het zou de economie verder belasten en nog meer jongeren in de verleiding brengen Oekraïne te verlaten. Sinds de Russische inval in 2022 zijn duizenden Oekraïense dienstplichtigen het land ontvlucht, ondanks een uitreisverbod voor mannen in de gevechtsleeftijd.
Lees ook
Arrestatie van drie hoge officieren zet nieuwe vraagtekens bij functioneren van Oekraïense krijgsmacht
Palisa stelt in het interview dat „we een open dialoog met de maatschappij” moeten beginnen over de mobilisatie. „Want de verdediging van het land is niet alleen de verantwoordelijkheid van de strijdkrachten. Het is de plicht van elke Oekraïense burger.”
Palisa stelt ook dat hij met het ministerie van Defensie in Kyiv gaat onderzoeken waarom de mobilisatie tot nu onvoldoende resultaat heeft opgeleverd.
Val van Velyka Novosilka
Vrijdagochtend maakte onder meer de Oekraïense nieuwssite Pravdabekend dat de Russische bezettingsmacht verder is opgerukt in het westen van de regio Donetsk en het stadje Velyka Novosilka heeft ingenomen. Met de terugtrekking uit dat frontlijnstadje wilden de Oekraïense eenheden omsingeling door de Russen voorkomen.
In Velyka Novosilka woonden voor de Russische invasie van 2022 ruim vijfduizend mensen. Het stadje diende in 2023 als een van de uitvalsbases voor het Oekraïense zomeroffensief richting het zuiden. Doel van die operatie was het bereiken van de Zee van Azov en het afsnijden van de ‘landbrug’ van de Russen naar de Krim. Dat lukte niet. Het offensief reikte niet veel verder dan zo’n tien kilometer ten zuiden van Velyka Novosilka, omdat Oekraïense troepen niet in staat bleken zich door de uitgestrekte Russische mijnenvelden heen te vechten. Volgens sommige Oekraïense media werd vrijdag in het centrum van het stadje de Russische vlag gehesen.
Strijd in centrum Tsjasiv Jar
Ook op andere plaatsen in de Donbas-regio blijven de Russen vooruitgang boeken. Door de opmars ten zuiden van het stadje Pokrovsk zijn de Russen de regionale grens tussen Donetsk en Dnipropetrovsk tot op zo’n vier kilometer genaderd.
Verder naar het noorden vechten Russische en Oekraïense eenheden inmiddels in het centrum van de stad Tsjasiv Jar, zo blijkt uit de meest recente oorlogskaart van DeepState, een groep analisten die banden onderhoudt met het Oekraïense leger. Rusland is al een jaar bezig met het offensief rond het hoger gelegen stadje ten westen van Bachmoet. Net als het bezette Bachmoet is Tsjasiv Jar grotendeels verwoest.
Je ligt te woelen in je bed, je maakt je zorgen over de wereld waarin je kinderen groot zullen worden. Ze zijn nu zes en acht jaar oud, misschien worden ze wel honderd. Zullen ze het zwaarder krijgen vergeleken met de generaties voor hen? Vast, denk je. De voortekenen zijn onheilspellend, nu al teisteren bosbranden en overstromingen onze leefgebieden, er grijnst een oorlog aan de grenzen van Europa. De liberale rechtsorde buigt als nat karton. De rivieren vol microplastics, ongelijkheid groeit weer, racisten bloeien op in Duitsland en Oostenrijk – waar eigenlijk nog niet? Poetin trekt onze kabels los, Trump praat achteloos over landjepik. Doodeng.
De toekomst is stuk. Internet en elektrische auto’s zijn in handen van extreemrechts; juist de progressieve mensen zijn nu pessimistisch en nostalgisch, zien geen andere weg dan bewapenen, bewapenen, als de sodemieter bewapenen. Wee al wie nog maalt om waarheid, vrede, schoonheid, wee wie in deze sinistere tijd opgroeit. Wee…
Wee je kinderen? Je ziet ze onbevangen de toekomst in huppelen, met hun dansende basisschoolrugtasjes. Je volgt ze over een denkbeeldige tijdslijn. Een pad over heuvels, door dalen, langs ravijnen – maar meteen verdwijnt het pad in diepe mist. Je hebt geen idee. Men heeft het over ‘de mist van de geschiedenis’, maar juist de toekomst is vol nevel; de geschiedenis is glashelder, vol feiten, filmbeelden, levende getuigen. Je kent één helft van de vergelijking best goed.
Dus stel je je voor dat je kinderen al huppelend over de tijdslijn stuiten op een gigantische spiegel die dwars op de weg is geplaatst. In die spiegel van de geschiedenis slingert de tijdslijn verder: alles wat in het verleden gebeurd is, gebeurt in de toekomst opnieuw, maar in omgekeerde volgorde.
De laatste zwarte president
Al na een paar jaar breekt er een pandemie uit. Het leven van je kinderen – inmiddels pubers op de middelbare school – ligt overhoop. Aanvankelijk is er nog een vaccin, maar dat verdwijnt, waarna chaos en angst regeren, scholen sluiten, oudere mensen eenzaam stikken. „Het is maar een griepje”, verklaart de baas van het RIVM eindelijk, u kunt gerust carnavallen. En inderdaad: de pandemie is dan snel voorbij.
De grote straatprotesten stoppen, ook de politiek kalmeert. Blaaskaak Wilders verdwijnt naar de marge, waar hij nog jaren zal tetteren om zich uiteindelijk mokkend aan te sluiten bij de liberalen. Er komt een man aan de macht die weliswaar voortdurend liegt maar die in zijn liegen tenminste iets fatsoenlijks heeft, iets gezelligs, misschien omdat hij er altijd bij lacht. Dat hij volgens de rechter heeft aangezet tot rassendiscriminatie zal je kinderen echt worst wezen, ze dansen over de tijdslijn.
Na de deprimerende pandemie nemen ze het ervan met een tussenjaar, waarin ze vrijelijk over de wereld backpacken. Ze staan op het punt te studeren, wanneer in de Verenigde Staten Barack Obama wordt gekozen: de laatste zwarte president. Hierna zullen enkel rijke witte mannen nog het ambt vervullen.
Als een soort terugslag volgt na Obama meteen al de meest sinistere rijkeluiszoon: George W. Bush. Hij zal de wereld – en zijn eigen burgers – doen sidderen. Een van zijn voorgangers sprak al likkebaardend over moslims pesten, Bush gaat veel verder. Onder hem worden miljoenen islamitische Amerikaanse burgers als verdachte gemonitord en het reizen belet, enkel vanwege hun naam of etniciteit (de ‘Patriot Act’, noemt Bush dat). Ook begint hij een grootschalig martelprogramma voor islamitische gevangenen (samen met zijn vicepresident Dick Cheney ontwikkelt hij daarvoor een speciale martelmethode waarbij de longen van een geblinddoekte gevangene vol water lopen tot hij bijna stikt, het zogeheten ‘waterboarden’).
Bush bluft niet over landjepik; hij valt met een gigantische troepenmacht daadwerkelijk een land binnen zonder enige aanleiding. Bewijs over chemische wapens en terroristische links zuigt hij uit zijn duim. Nepnieuws dat de kranten trouwens getrouw overnemen, ook Nederland steunt de invasie moreel en militair in een ‘Coalition of the Willing’. In de Irak-oorlog vallen volgens sommige schattingen een miljoen burgerdoden.
Je kinderen wandelen beduusd verder, ze zijn halverwege de twintig, willen nog reizen, leven, feesten; maar onbevangen gaat dat niet meer. Angst regeert alle verplaatsingen. Angst voor aanslagen in treinen en feesttenten en tegen cartoonisten, angst voor vliegtuigen tegen torens.
Trager en trager
Ook dichter bij huis is de wereld bloedig en gepolariseerd. Mensen verwensen elkaar niet slechts met woorden – o, wat was dat een heerlijke tijd, met de sociale media enzo – nee, ze schieten elkaar in het echt neer. Misdaad en doodslag nemen gestaag toe. Een terrorist schiet een filmmaker neer op straat. Een politicus bloedt dood naast de radiozender waar hij sprak. In de nasleep van die politieke moord is het zo chaotisch dat het weinigen opvalt hoe een woedende menigte het Binnenhof probeert binnen te dringen – ternauwernood voorkomen ME’ers een herhaling van de beruchte Capitoolbestorming.
De bever sterft uit. De wolf ook. De rivieren worden steeds viezer. Microplastics verdwijnen, maar lood en chroom nemen toe. Ook het politieke klimaat is vies. De extreemrechtse Berlusconi is al jaren de baas in Italië, Jorg Haider kraait victorie in Oostenrijk.
Je kinderen, rond de dertig, maken carrière, maar moeten intussen veel verworvenheden inleveren. Het internet wordt steeds trager en trager. Er verschijnen schepen op de wereldzeeën die alle kabels lostrekken en weer op klossen rollen en daarna afvoeren: alles ligt nu plat.
Het einde van alle onbevangenheid breekt aan. In het uitgaansleven woedt een vreselijke ziekte, die uitgroeit tot een pandemie, waardoor onbekommerde seks verdwijnt. Eerst is er nog een remedie, daarna niet meer, jonge mensen sterven uitgemergeld. Sommigen noemen aids een straf van god.
De vrijheid om te reizen wordt drastisch ingeperkt. Vliegen wordt voor velen domweg te duur, want de budgetmaatschappijen zijn gestopt. Ook per trein of bus of desnoods liftend stuiten je kinderen op steeds meer obstakels. Landen sluiten grenzen. Er woeden oorlogen, dit keer niet aan de buitengrenzen van Europa, maar er binnenin. Nederlandse militairen zien toe hoe duizenden moslimmannen van hun families worden gescheiden en afgevoerd. In Ierland en Spanje ontstaan bloedige burgeroorlogen die decennia zullen duren. China raakt potdicht voor buitenlanders. Op slechts vier uur rijden van de Nederlandse grens ontstaat een muur waarachter dissidenten worden neergeschoten. Citytrips naar steden als Berlijn, Boedapest of Praag zijn extreem ingewikkeld, want in Russische invloedssfeer.
In het vrije deel van Duitsland woekert intussen het neonazisme, skinheads plegen aanslagen – eentje in Solingen is zo hevig dat vijf jonge Turks-Duitse vrouwen verbranden (1,2 miljoen Nederlanders laten hun afkeer blijken met een ansichtkaart en de tekst ‘Ik ben woedend!’). Een 72-jarige man genaamd Mandela moet de gevangenis in omdat hij tegen rassenscheiding ageert.
Het grote vredesproject verbrokkelt intussen razendsnel. Oostenrijk, Finland, Zweden, de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slowakije: allemaal stappen ze uit de EU.
Je kinderen zijn begin vijftig, wellicht werkeloos, net als een miljoen andere Nederlanders, en anders wel depressief. Want er heerst woningnood en het nieuws volgen is doodeng vanwege de zogenaamde ‘koude’ oorlog, die gloeiend heet is. De Sovjetunie en de VS beginnen hun strijd in Vietnam, er vallen miljoenen burgerslachtoffers en tienduizenden dienstplichtige Amerikanen. Je kinderen hebben trouwens inmiddels zelf kinderen, die ook opgeroepen worden voor dienstplicht. Ze leren tanks besturen, het Nederlandse leger is in die tijd gigantisch, beschikt over bijna duizend tanks (bijna duizend!). De Russen komen, of de Chinezen, in elk geval de derde wereldoorlog, dit keer eentje die de planeet verwoest met kernwapens. Grappenmakers Van Kooten en de Bie introduceren het woord ‘doemdenken’, maar grappig is de doem niet. Het enige lichtpuntje van dat decennium is dat John Lennon tot leven komt en zich later bij de Beatles voegt.
Op feestjes spreken ze over hoe de wereld afstevent op de grote kladderadatsch
Maar verder? Het verbod op lood in de benzine wordt opgeheven, fabrieken mogen weer zwavel uitstoten. Er groeit een gigantisch gat in de ozonlaag, de regen is zuur, in de rivieren drijven dode vissen. Autogordels en andere veiligheidseisen zijn niet langer verplicht, al gauw vallen er ruim drieduizend verkeersdoden per jaar. Griekenland, Portugal en Spanje stappen ook uit de EU en worden weer militaire dictaturen. De staat stopt met de Regeling Opvang Asielzoekers, alle asielcentra sluiten, opvang wordt overgelaten aan wat vrijwilligersclubs.
Je kinderen zijn nu bijna zestig, er zijn rassenrellen in Rotterdam, de Partij van de Arbeid bepleit een quotum voor het maximum aantal buitenlanders per woonwijk, er zijn aanslagen op Israëlische sporters tijdens de Olympische Spelen. Alle windmolens moeten weg, de transitie naar bruinkool en steenkool is bijna geheel geslaagd, de lucht is nevelig van lood en kolendamp.
Je kinderen wandelen intussen stug door, zij het wat strammer, ze zijn nu rond de zeventig. En ze hoesten, want ze zijn gaan roken. Iedereen doet dat. Op feestjes spreken ze tussen de dampen over hoe de wereld afstevent op de grote kladderadatsch, al is natuurlijk niet alles kommer en kwel. Denk aan die vrolijke opleving, flower power heet het, iets met bloemen en muziek en bloot en lekker gek doen en Woodstock.
Snakken naar het einde
Maar Martin Luther King wordt vermoord en de VS voeren wetten in die zwarte Amerikanen tot untermenschen maakt. De Nederlandse bevolking wordt steeds witter, pardon steeds ‘blanker’. De monochrome bevolking is strak gesorteerd in tribale enclaves die men zuilen noemt. Een Nederlandse justitieminister sleept een schrijver voor het gerecht omdat hij Jezus beledigd zou hebben. Erger is dat alle vrouwelijke schrijvers worden weggepest, de mannen vinden het best. Een arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen treedt in werking. Ook op krantenredacties zijn de vrouwen weggestuurd. De pil bestaat niet meer. Abortus is een misdaad. Euthanasie mag allang niet meer – terwijl je eigen kinderen eigenlijk wel naar het einde beginnen te snakken.
Ze zien heus wel ook wel de lichtpuntjes. Bijvoorbeeld dat er geen nepnieuws meer bestaat. Er bestaat nog maar één waarheid: één krant per zuil, één nationale televisiezender. Ook heb je nog fijne plekken in de natuur waar je stilte kunt vinden, bijvoorbeeld de dunbevolkte heide in Drenthe, waar binnenkort één van de eerste plaggenhutten zal worden gebouwd.
Verder gaat alles kapot. De bijstand. De AOW. Zwemles. De vele restaurants in de straten. Het hoger onderwijs wordt afgebroken: waar eerst bijna de helft van de jongeren ging studeren, zijn dat nu nog slechts een paar procent rijkelui. De toiletten, douches en centrale verwarming worden uit de woonhuizen gesloopt. Douchen kan in een teiltje met water dat je opwarmt boven een vuur van kolenbriketten.
De kleinkinderen van je kinderen worden ook opgeroepen voor dienstplicht, dit keer om te schieten op vrouwen en kinderen in zogeheten koloniën, dat zijn nieuwe overzeese gebieden verkregen door landjepik. Ze komen doodstil terug.
Je eigen kinderen stappen kromgebogen door in die spiegel van de geschiedenis. Ze zijn tachtig, maar lijken veel ouder. En eigenlijk zouden ze allang dood moeten zijn, want de levensverwachting is inmiddels met ruim tien jaar gekelderd.
Dan is hun pad opeens overstroomd. Er drijven dode koeien voorbij. Een gigantische watersnood, kan er ook nog wel bij. Ze roeien naar de overkant, willen verder lopen, maar al gauw is het pad wéér versperd.
„Ausweis, bitte.”
Enfin, de rest is geschiedenis, denk je. Als door een mirakel, ondanks die rare J in hun paspoort, weten ze het grootse conflict uit de geschiedenis van de mensheid te overleven. En met nog wat extra mazzel leven ze nét lang genoeg om op hun sterfbed (tuberculose) naar die beroemde radiorede van Colijn te luisteren: „Er is voorshands nog geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn.”
Inderdaad, zeg je tegen jezelf, het moet raar lopen als de toekomst slechter uitpakt dan het verleden, dus ga nu maar rustig slapen.
Het is half vijf in de ochtend en de 35-jarige vrouw ligt klaarwakker in bed. Naast haar, op een matrasje op de grond, ligt haar oudste zoontje (8). Ook hij is gespannen, hij ligt te draaien. Na drie kwartier malen tikt ze hem aan.
„Kom”, zegt ze.
Ze haalt haar jongste zoon (2) uit bed. De kinderen zijn muisstil, dat hebben ze de vorige avond zo afgesproken. Ze gaan naar beneden en doen alsof het een normale schooldag is. De vrouw geeft haar jongste een flesje warme melk en zijn broer krijgt medicatie – hij is ernstig ziek. Van boven komt geen geluid. Dat is een goed teken: hun vader (48) slaapt nog.
De vrouw pakt wat ze nog pakken kan. Spaarpotjes, fotoalbums, een tas met eten. Ook pakt ze de koffer die ze eerder in de schuur heeft verstopt. Ze moeten via de voordeur naar buiten, maar dat betekent dat ze gezien zullen worden door de beveiligingscamera die haar man installeerde om haar in de gaten te kunnen houden. Pas als ze haar schoenen en jas aan heeft en een rugzak over haar schouder, schakelt ze de camera uit. Met zijn drieën lopen ze naar buiten. Ze gaat naar een flat in de buurt – een vriendin staat daar te wachten en brengt hen naar een noodopvang.
Het is gelukt. Ze is bij hem weg.
In levensgevaar
De vrouw maakte haar vluchtplan een week eerder met hulp van Filomena, een expertisecentrum voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is een specialistische afdeling van Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond waar slachtoffers van zeer ernstig geweld en complexe relatieproblematiek geholpen kunnen worden, en waar ze nauw samenwerken met onder meer het Centrum Seksueel Geweld, politie en ziekenhuizen.
Filomena had na onderzoek al vastgesteld dat de vrouw psychisch en fysiek werd mishandeld door haar man, hij haar dwangmatig controleerde en manipuleerde, en haar meerdere keren verkracht had. Ze besloot te vluchten voor de man die haar doodsbang maakte.
Niet zelden zijn de mensen die bij Filomena terechtkunnen in levensgevaar. Ze hebben, net als de vrouw, te maken met ernstig huiselijk geweld of psychische mishandeling. Soms hebben ze een partner die in het criminele circuit zit en willen ze aan dat milieu ontsnappen. Slachtoffers kunnen met Filomena bellen of zonder afspraak voor de deur verschijnen om direct geholpen te worden. Als het nodig is, kan het team meteen een (medisch) onderzoek doen. Onder één dak biedt het centrum letselonderzoek, sporenonderzoek, gezinsonderzoek en traumascreening aan. Hiermee onderscheidt Filomena zich van alle andere voorzieningen in Nederland die hulp en ondersteuning bieden aan deze groep.
In de acht jaar dat de vrouw was getrouwd heeft ze in situaties gezeten die fataal hadden kunnen aflopen. „Als we ruzie kregen in de auto, was ik mijn leven niet zeker”, zegt ze. „Als hij zijn gelijk niet kreeg, kreeg hij een waas voor zijn ogen en remde hij zonder reden, of hij gaf juist gas, reed de stoep op of deed hij alsof hij tegen een paal zou botsen. Terwijl de kinderen achterin zaten.” De vrouw is inmiddels 38. Ze doet haar verhaal in haar nieuwe woning, meer dan 130 kilometer verwijderd van de plek waar ze met hem woonde. Haar casemanager bij Filomena, die haar vanaf het eerste moment bijstaat, zit naast haar.
Foto’s: Sebiha Öztas
Vreemd gedrag
Ze leerden elkaar kennen via een chatwebsite. „In het begin was hij heel lief en galant.” Ze had een goede baan, hij zat in de bijstand. Na anderhalf jaar af en aan daten trouwden ze en werd hij financieel afhankelijk van haar. Dat was een van de redenen dat ze de relatie niet eerder verbrak. „Ik wilde niet dat hij na de scheiding ook nog mijn geld kreeg of dat ik hem alimentatie moest betalen.” Ze hadden intussen twee kinderen gekregen.
Hij ging zich steeds vreemder gedragen. De vrouw zegt dat hij seks had met andere vrouwen waar zij bij zat en minderjarige meisjes op straat betastte. „Hij heeft me verkracht in het ziekenhuis waar mijn zoontje werd behandeld voor zijn ernstige gezondheidsproblemen.” Ze zegt dat hij haar in het openbaar belachelijk maakte en een keer, toen ze hoogzwanger was, haar keel dichtkneep.
Ze bleef ook bij hem voor de kinderen. Dat veranderde toen hij ook tegen hen steeds agressiever werd. „In zijn ogen kon onze oudste zoon niets meer goed doen. Hij schreeuwde tegen hem en gooide speelgoed naar zijn hoofd. Ik was bang dat hij de kinderen wat zou aandoen als ik er niet was.”
Na de geboorte van hun jongste had ze een postnatale depressie. Een psycholoog die niets wist over haar thuissituatie dacht dat ze een vermijdende persoonlijkheidsstoornis (daarbij heeft iemand grote moeite zichzelf te zijn uit angst het verkeerde te zeggen of te doen) en een minderwaardigheidscomplex had. Een nieuwe psycholoog concludeerde dat het werd veroorzaakt door haar man, omdat hij volledige controle over haar had.
Als ze die ochtend aankomen bij de noodopvang, zegt haar oudste zoon: „Mama, ik ben blij dat je dit hebt gedaan, nu ben ik veilig”
Op een avond gebruikte ze stiekem in bed haar telefoon; die mocht ze van hem alleen gebruiken als hij meekeek. Ze kwam op de website Chat met Fier terecht, waar ze anoniem haar verhaal kon delen met een getrainde hulpverlener. Hulp zoeken bij haar familie, vrienden of collega’s was geen optie: haar man manipuleerde haar om tegen hen te liegen over hoe fijn hun huwelijk was. „Volgens de hulpverlener in de chat was er flink wat mis en moest ik contact zoeken met Veilig Thuis.”
In die periode zocht ze ook stiekem via Facebook contact met een vriendin, die bij Veilig Thuis werkt. „Zij schreef dat ze al langer het gevoel had dat er iets niet klopte.” Deze vrouw hielp een afspraak te maken met Filomena.
„De dag van de afspraak deed ik alsof ik naar de oogarts moest.” Hij trapte erin. „Ik had namelijk echt last van wazig zicht.” Bij Filomena werd ze ontvangen door een algemeen ondersteuner en haar casemanager. „Tijdens het gesprek kreeg ik de hele tijd appjes binnen.”
Waar ben je?
Ik verwacht dat je uiterlijk over een half uur terug bent.
Volgens de casemanager verschoot de vrouw van kleur door de angst.
„Ik raakte in paniek”, zegt de vrouw. De rest van het gesprek kon ze niet meer helder nadenken. „Ik was niets meer waard.”
Later deden hulpverleners van Filomena onderzoek naar haar situatie en spraken ze meerdere betrokkenen; vrienden en familieleden die hun vermoedens over de problematische relatie – nadat ze gevlucht was – konden bevestigen. Alles wees erop dat de vrouw in levensgevaar was.
Niet iedereen krijgt hulp
Wie Filomena belt of er aanklopt wordt eerst opgevangen door Gaby van Vlier, een van de algemeen ondersteuners. Ze zat vroeger zelf in een giftige relatie. „Het was erg gepassioneerd, maar ik werd ook fysiek en psychisch mishandeld.” Als ervaringsdeskundige probeert ze altijd neutraal en open te blijven, om de ‘binnenlopers’, zoals ze bij Filomena genoemd worden, op een kalmerende manier en zonder vooroordelen te ontvangen. „Terwijl ik de adrenaline en angst van die vrouwen vóél.”
De binnenlopers zijn hier veilig. De voordeur heeft een intercom en wordt door beveiligers achter een balie in de gaten gehouden. Dat is van groot belang, omdat mensen die zich hier melden soms worden gevolgd. Binnen worden ze opgevangen door een algemeen ondersteuner op de eerste verdieping, die wat wegheeft van een tandartspraktijk. Ze spreken met een casemanager en krijgen als dat nodig is een medisch onderzoek.
Op dezelfde verdieping zijn ruimtes waar forensisch onderzoekers sporen veilig kunnen stellen. Twee behandelkamers; een kamer waar ze letsel fotograferen en een voor dna-onderzoek. Het forensisch team hoopt zo de pleger van het huiselijk geweld te kunnen identificeren. In de wandelgangen staan banken met extra hoge rugleuningen, zodat slachtoffers afgeschermd tot zichzelf kunnen komen. Ook zijn hier afgesloten ruimtes waar speelgoed ligt; kinderen die seksueel misbruikt zijn kunnen hier gehoord worden door de zedenpolitie.
Aan het eind van elke middag bespreken zeven medewerkers – casemanagers, gedragswetenschappers, de politie en soms vertrouwensartsen van Veilig Thuis – wat ze weten over de binnenlopers. Het verschilt per dag hoeveel dat er zijn. Meestal moeten ze binnen een uur beslissen of het een geval voor Filomena is. Graag zouden ze iedereen helpen, maar er zijn veel slachtoffers en er is te weinig personeel om ze te helpen. Alleen als sprake is van acuut en extreem geweld kan Filomena de binnenloper een traject aanbieden.
Foto’s: Sebiha Öztas
In het overleg bespreken medewerkers onder meer de gedragspatronen die kunnen uitmonden in femicide. Ook gaan ze tot in detail na of er sprake is van ‘intieme terreur’: het soort ernstig huiselijk geweld waarbij sprake is van controle en dwang. „Soms hebben slachtoffers niet eens door dat ze volgens de regels van hun partner leven”, zegt Naemi van Dijk, gedragswetenschapper bij Filomena.
In andere gevallen moeten ze toch naar een andere instelling verwijzen. In de gevallen van een vrouw die door haar ex emotioneel mishandeld werd en twee anderen die fysiek mishandeld waren, werd het geweld niet acuut en extreem genoeg bevonden voor de specialistische zorg van Filomena. Het team droeg die casussen over aan een wijkteam of verwees terug naar Veilig Thuis. In een ander recent geval, van een vrouw en haar dochter die mishandeld werden, kon Filomena wel helpen door een onderzoek te starten en te bemiddelen.
Dat betekent niet dat de vrouwen niet geholpen worden. „Mensen krijgen altijd hulp die bij hun veiligheidssituatie past en daarom zorgen we voor een goede overdracht. Veilig Thuis heeft de afgelopen tijd meerdere keren vrouwen naar ons doorgestuurd die we niet konden helpen”, zegt Van Dijk. „We maken nu afspraken met de coördinatoren van Veilig Thuis Rijnmond om eerst telefonisch te overleggen voordat ze iemand naar ons doorverwijzen.”
Momenteel traint Veilig Thuis personeel in het herkennen van intieme terreur. „Maar het blijft een complex thema en daarom is het in onze regio zo fijn dat we daar met onze collega’s van Filomena over kunnen sparren”, zegt Judith Westeneng, manager bij Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. Ook pleit Veilig Thuis voor meer organisaties als Filomena in Nederland – en de financiële middelen daarvoor.
Volgens Filomena zouden vrouwen ook beter beschermd worden als psychisch geweld strafbaar gesteld zou worden. Zo kondigde staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid, PVV) in oktober een wetsvoorstel aan om bepaalde vormen van psychisch geweld strafbaar te stellen. Het vorige kabinet presenteerde in juni vorig jaar het plan van aanpakStop Femicide! om femicide en andere vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen.
Beveiligingscamera’s uitschakelen
Na het eerste bezoek bij Filomena keert de vrouw terug naar huis. „Hij had niets in de gaten.” Ze geeft zichzelf een week de tijd om veilig met de kinderen te kunnen vluchten.
Bij Filomena sluiten ze aan bij het tempo van het slachtoffer. „Tijdsdruk opleggen kan het vertrouwen van de cliënt schaden”, zegt de casemanager. Volgens haar zorgt het ervoor dat het slachtoffer begrip en erkenning voelt. „Daardoor voelen cliënten zich rustig, betrokken bij de afwegingen die in het vluchtplan gemaakt worden en ervaren ze regie over dat plan.”
In de zes dagen die volgen verzamelt ze de belangrijkste spullen in huis: het kentekenbewijs van haar auto, diploma’s, luiers voor haar jongste en medicijnen voor haar oudste zoon. „Normaal was mijn man altijd thuis, maar ik had het geluk dat hij die week meerdere belangrijke afspraken had.” Ze vult een wasmand met schone kleding, legt er een kussen op zodat het minder opvalt en zet die in de kamer van haar zoon. „Alles stond grijpklaar voor het geval het oorspronkelijke plan zou mislukken.”
Die week houdt ze contact met de casemanager en via Facebook Messenger met de vriendin die zal klaarstaan voor de vlucht. „Die app had ik in een mapje op mijn telefoon onder de schuilnaam ‘Bestanden’ verstopt.” Ze had het mapje ook beveiligd met een wachtwoord. Volgens haar zag het mapje er zo saai uit dat haar ex-partner er nooit op zou klikken. „Ik kon veilig met haar praten, bewijsmateriaal verzamelen en screenshots delen van gesprekken met mijn man.”
Foto’s: Sebiha Öztas
Ook spreekt ze meerdere keren stiekem af met de vriendin om alvast een aantal tassen met spullen af te geven. Het is lastig om niet betrapt te worden: haar man heeft zowel bij de voordeur als in de kinderkamer een camera staan. „Op de beelden had hij overduidelijk kunnen zien dat ik aan het sjouwen was met grote tassen.” Eén keer trof ze hem schreeuwend aan toen ze terugkwam. „Hij was enorm aan het mopperen omdat de camera vanwege een storing toevallig niet had opgenomen”, zegt ze lachend. „Ik dacht: wauw, hallelujah!”
De ochtend van de vlucht kon ze de camera’s makkelijk uitschakelen. Het besturingssysteem zat namelijk ook op háár telefoon, omdat hij soms hulp nodig had met de instellingen. „Hij wist niet zoveel van technologie.”
Als ze die ochtend aankomen bij de noodopvang, zegt haar oudste zoon: „Mama, ik ben blij dat je dit hebt gedaan, nu ben ik veilig.”
Tekenen van ‘intieme terreur’
Filomena spreekt ook met de kinderen. „Haar oudste zoon vertelde dat als papa boos was, hij door hem in huis achterna werd gezeten”, zegt de casemanager. „Het gevoel van angst mocht hij tekenen, om zijn gedachten tot rust te brengen.” Zo doorziet Filomena patronen van intieme terreur bij kinderen. „Intieme terreur heeft veel gezichten. Baby’s die doodstil in hun wiegje liggen of als je ze oppakt een stijf lichaam hebben, dat kan al een teken zijn van een onveilige situatie”, zegt Angela Zwijgers, gedragswetenschapper bij Filomena.
Vanaf het moment dat ze in de noodopvang zijn, neemt de casemanager het contact met de man over. De vrouw heeft hem geblokkeerd en mag de eerste veertien dagen de opvang niet uit. „Ik liet hem weten dat het goed ging met de kinderen en bood hem aan om met Filomena in gesprek te gaan. Maar tot op de dag van vandaag neemt hij via ons geen hulp aan.”
De vrouw verblijft twee weken in de noodopvang die door Filomena is aangedragen. „Wij regelden de doorplaatsingen en contacten met andere hulpverleners”, zegt de casemanager. Filomena licht gemeenten en Veilig Thuis in over haar situatie, omdat ze in een andere gemeente gaat wonen. Ze regelen dat de vrouw en haar kinderen in een andere stad, ver weg, in een Blijf-van-mijn-lijfhuis terechtkunnen. Daar wonen ze bijna een jaar.
Een medewerker van de noodopvang neemt het papierwerk over van de vrouw. Zij beëindigen het huurcontract, schrijven haar kind uit bij de peuterschool en zeggen abonnementen op.
Gedurende de casusgesprekken maakt de politie een veiligheidsinschatting. Het komt voor dat de pleger bij Filomena om de hoek staat te wachten. Als het nodig is, zoekt de politie contact met andere politieagenten of het wijkteam van de buurt waar het slachtoffer woont of woonde. De politie kijkt in haar systeem of de pleger een strafblad heeft of om een stalkingprofiel in kaart te brengen. Vanwege de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) heeft de politie alleen inzicht in de laatste vijf jaar.
Uit de screening van de partner van de vrouw die met haar twee zoons bij haar man wegvluchtte bleek dat hij „allerlei informatie probeerde te verzamelen om achter het nieuwe adres van de vrouw te komen”, zegt de casemanager. Uit veiligheidsoverwegingen heeft de vrouw haar nieuwe huis en auto op Google Street View geblurd. „Zo kan hij de auto niet koppelen aan het huis”, zegt ze. Door een fout van de Raad van Kinderbescherming weet hij nu wel in welke stad ze wonen: op een rapport drukten ze een stempel met de naam van de gemeente. Of de vrouw bang is dat hij ineens voor de deur staat? „Nee, hij is te lui om zo ver te reizen.”
Foto’s: Sebiha Öztas
Ze had niet eerder aangifte gedaan omdat ze eerst veilig wilde zijn. De vrouw deed in haar huidige woonplaats, een jaar nadat ze uit de noodopvang was, wel een melding bij de politie.
„Hij heeft toen gelukkig de scheidingspapieren ondertekend”, zegt ze, „maar hij wil wel de voogdij over de kinderen.” Binnenkort volgt de achtste rechtszaak die daarover door hem is aangespannen. Volgens de casemanager is het moeilijk in te schatten wat de rechter gaat besluiten, omdat het lastig blijft intieme terreur te bewijzen.
„De afgelopen jaren heeft hij de kinderen alleen via videobellen gezien”, zegt ze. „Ze kwamen eerder onder begeleiding bij hem langs. Na ieder belletje of bezoek plasten de kinderen in bed, omdat ze toch nog bang voor hem waren.”
De vrouw heeft een posttraumatische stressstoornis aan de relatie overgehouden. Ze krijgt traumatherapie, de kinderen ook. Als ze hem in de rechtszaal ziet, krijgt ze nog steeds hartkloppingen.
Barron Trump is populair bij de aanhangers van zijn vader. Niet één familielid van de kersverse president van de Verenigde Staten kon tijdens diens toespraak, afgelopen maandag in de Capital One Arena in Washington, op zo’n groot applaus rekenen. Terwijl het publiek zijn naam scandeerde, stak de 18-jarige jongen wat ongemakkelijk zijn duim op.
Stonden tijdens Trumps eerste termijn vooral zijn oudste kinderen in de schijnwerpers, dit maal liggen de verhoudingen anders. Oudste dochter Ivanka en haar partner Jared Kushner houden zich afzijdig. De door schandalen geplaagde oudste zoon Donald Junior is, in de woorden van zijn vader „misschien een beetje heftig”. Middelste zoon Eric beheert de zakelijke belangen van de Trump-organisatie en dochter Tiffany had sowieso nooit veel op met politiek.
Blijft over: Barron. Bij aanvang van Trumps eerste termijn was hij nog een zwijgzaam jochie van tien, maar inmiddels is de jongste zoon van de president een boomlange verschijning van twee meter zes. Hij studeert sinds september bedrijfskunde aan de New York University en zou met een vastgoedbedrijfje (Trump, Fulcher & Roxburgh Capital Inc.) al even hebben geprobeerd in de voetsporen van zijn vader te treden.
En hij heeft politiek inzicht. Tenminste, als we diezelfde vader mogen geloven. „Hij wist hoe we jonge stemmers moesten bereiken”, zei Trump senior tijdens zijn toespraak in de Capital One Arena. Barron zou het brein zijn geweest achter Donalds interviews met ‘bro-podcasters’ als Joe Rogan, Theo Von en Adin Ross.
Hij wist hoe we de jonge stemmers moesten bereiken
De urenlange, ongestructureerde gesprekken van deze mannen met hun gasten hebben een groot bereik, met name onder jonge mannen zoals Barron zelf. Feitelijkheid doet er daarbij weinig toe; controversiële uitspraken met potentie om viral te gaan des te meer. Mannen als Rogan en Ross zijn bovendien wars van politieke correctheid en ‘woke’. Ze nodigen regelmatig extreme figuren uit in hun shows, zoals de van zedendelicten verdachte Andrew Tate of de Amerikaanse neonazi Nick Fuentes.
Was de podcasttour het briljante idee van Barron? En heeft deze ervoor gezorgd dat Trump de verkiezingen won? Zoals wel vaker bij de nieuwe president is de juistheid van zijn uitspraken niet na te gaan.
Wat wel bekend is: onderzoek na onderzoek wijst uit dat leden van Gen Z – ruwweg geboren tussen 1997 en 2012 – hun nieuws vooral van sociale media en streamingdiensten halen. En bij de presidentsverkiezingen van 2024 stemde een meerderheid van de mannen uit Barrons generatie op Trump, terwijl hun vrouwelijke leeftijdsgenoten een ruime voorkeur hadden voor Kamala Harris.
Naar wat de jongste zoon van ’s werelds machtigste man zelf denkt, is het gissen. Zijn moeder Melania houdt hem al zijn hele leven uit de schijnwerpers. Hij geeft nooit interviews, werd nooit met vrienden gespot en heeft – voor zover bekend en openbaar – geen accounts op sociale media.
Sterker: de laatste keer dat Barron in het openbaar zijn stem liet horen, was in 2010. Toen vertelde hij als vierjarig jochie enthousiast aan een cameraploeg over zijn elektrische speelgoed-Mercedes. Hij was geboren in New York, maar had hetzelfde Sloveense accent als zijn moeder.
Zijn afwezigheid zorgt zo mogelijk voor méér online fascinatie voor de jongste Trump-telg. Toen hij in 2020 een tijdje een bijzonder ongelukkige indruk maakte, lanceerde TikTok de hashtags #freebarron en #savebarron. Hij zou weinig op hebben met de politiek van zijn vader.
Nu zijn vader aan een tweede termijn is begonnen, is het de vraag hoe lang het Barron nog zal lukken zich afzijdig te houden van die politiek. Afgelopen juli maakte hij voor het eerst zijn opwachting bij een officieel campagne-evenement. „Je bent nogal populair”, sprak zijn vader hem daar – opnieuw onder luid gejuich – toe. „Misschien wel populairder dan Don en Eric. Daar moeten we het misschien even over hebben.”
In december verscheen er een clipje op X van zeventien seconden, een trailer voor een videoserie over de herverkiezing van Trump. Barron stelt zich vriendelijk voor aan zijn vaders vertrouweling, vechtsportbaas Dana White. „It’s very nice to finally meet you”, zegt Barron. Het internet stond in lichterlaaie. Het Sloveense accent blijkt hij inmiddels te zijn kwijtgeraakt.
Lees ook
De hoed van Melania Trump brak met veel conventies