De toch al slechte betrekkingen tussen Rusland en Azerbeidzjan zijn verder verzuurd na invallen van de Russische veiligheidsdienst FSB bij Azerbeidzjanen in de Russische stad Jekaterinburg. Bij de actie kwamen twee verdachten om het leven en werden volgens lokale media ongeveer vijftig etnische Azerbeidzjanen opgepakt en verhoord. Het incident heeft de toorn gewekt van de Azerbeidzjaanse regering, die een onderzoek eist en Rusland beschuldigt van moord.
Aanleiding voor de invallen is volgens Russische media een gerechtelijk onderzoek naar zeker twee moorden en een poging tot moord, begaan tussen 2000 en 2011 in de stad in de Oeral. Afgelopen vrijdag deed de lokale FSB invallen in de woningen van ongeveer vijftien verdachten, onder wie zeker negen broers en neven uit één familie. De FSB-agenten gingen zo gewelddadig te werk, dat de twee broers en hoofdverdachten, Hoessein en Zijaddin Safarov, om het leven kwamen.
Hoewel de Russische autoriteiten en pro-Kremlin media stellen dat de twee aan „hartfalen” zijn gestorven, zeggen familieleden, de Azerbeidzjaanse autoriteiten en media dat hun dood het gevolg is van excessief politiegeweld. „Ze hebben mijn broers doodgemarteld”, verklaarde een familielid tegenover journalisten. Die lezing wordt gestaafd door het feit dat drie andere familieleden in het ziekenhuis belandden en de overige verdachten bij hun voorgeleiding in de rechtbank ernstig toegetakeld bleken.
De twee gedode broers runden een café in Jekaterinburg, waar zij zich volgens de autoriteiten bezighielden met criminele activiteiten. In 2001 zou een Azerbeidzjaanse zakenman in het café zijn vermoord. Op Telegram schreef het Russische OM, dat het „de activiteiten van een etnische criminele groep, die verdacht wordt van een aantal moorden en pogingen tot moord, heeft beëindigd.” Waarom de Russische autoriteiten bijna een kwart eeuw na de moord het onderzoek heropenden, is onduidelijk. In de Russische wet geldt voor moordzaken geen verjaringstermijn.
Zwaargewond in de rechtbank
Excessief politiegeweld door arrestatieteams is in Rusland eerder regel dan uitzondering, zeker als de zaak gelieerd is aan activiteiten van criminele organisaties, verdachten uit migrantengemeenschappen komen, of terrorisme als motief wordt gezien. Na een terroristische aanslag, vorig jaar op de Crocus City concertzaal in Moskou, werden enkele Centraal-Aziatische verdachten dusdanig mishandeld dat zij zwaargewond de rechtbank in moesten worden gedragen.
Lees ook
Waarom werd de bloedige aanslag in Moskou niet verijdeld, verklaringen van Kremlin wekken scepsis
Het lijkt erop dat de FSB zich dit keer heeft misrekend en zich de woede van het herkomstland van de slachtoffers op de hals heeft gehaald. Alle verdachten zijn van Azerbeidzjaanse afkomst, sommigen hebben Russisch staatsburgerschap. In een verklaring veroordeelde het Azerbeidzjaanse ministerie van Buitenlandse Zaken het incident in felle bewoordingen en veroordeelde het de „opzichtige, opzettelijke en buitengerechtelijke moorden” en het „geweld van Russische wetshandhavers tegen Azerbeidzjanen op basis van hun etnische achtergrond.” Maandag werden de lichamen van de broers Safarov overgebracht naar Bakoe.
Passagierstoestel neergehaald
Ondanks langjarige strategische samenwerking zijn de betrekkingen tussen Moskou en Bakoe de afgelopen maanden flink verzuurd. In januari dit jaar kwam het tot een fikse diplomatieke botsing nadat Rusland eind december een Azerbeidzjaans passagierstoestel uit de lucht had geschoten. Volgens Azerbeidzjaans onderzoek werd het toestel ter hoogte van de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny geraakt door een Russische raket, die was afgevuurd om een Oekraïense drone-aanval af te weren. Het toestel stortte in Kazachstan neer, 38 van de 67 inzittenden kwamen om.
Azerbeidzjan was woedend en eiste excuses en compensatie van de Russische regering. Drie dagen bleef het stil vanuit het Kremlin, toen ging de Russische president Vladimir Poetin door het stof en bood zijn excuses aan.
De relatie bleef verstoord; de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev beschuldigde Rusland ervan de zaak te willen verdoezelen. In mei liet Aliyev verstek gaan bij de viering van Overwinningsdag op het Rode Plein in Moskou en beschuldigde Bakoe Rusland van een grootschalige cyberaanval.
Ook deze keer lijkt het er niet op dat Aliyev de zaak snel zal vergeten. Azerbeidzjan eist een onderzoek naar het geweld en de dood van de broers Safarov en ontbood zaterdag de Russische zaakgelastigde in Bakoe op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast heeft Azerbeidzjan aangekondigd alle culturele evenementen van Rusland op te schorten en werd een gepland bezoek van de Russische vicepremier Aleksej Overtsjoek aan Bakoe afgelast. Azerbeidzjaanse media spreken onomwonden van „moord” op „onschuldige” burgers; de Azerbeidzjaanse staatstv zag een „herhaling van 1937”, het piekjaar van de Stalin-repressie.
‘Toedracht verduidelijken’
President Poetin heeft nog niet gereageerd op de verwijten, zijn woordvoerder Dmitri Peskov zei maandag dat Rusland het annuleren van evenementen door Azerbeidzjan betreurt. „Het is belangrijk dat wij de toedracht van de gebeurtenissen verduidelijken, die voor Azerbeidzjan reden vormen voor dergelijke stappen”, zei Peskov tegen persbureau TASS. Volgens Peskov is er geen telefoongesprek tussen Poetin en Aliyev gepland. Voor Aliyev biedt het conflict de gelegenheid te onderstrepen dat hij niet bang is voor Poetin. Maandag deden Azerbeidzjaanse autoriteiten een inval bij het kantoor van de Russische propagandazender Sputnik in Bakoe, meldden Azerbeidzjaanse media.
Terwijl de relatie tussen Poetin en Aliyev verslechtert, probeert de Oekraïense regering zijn betrekkingen met het steenrijke en militair sterke Azerbeidzjan te versterken. In mei bracht de Oekraïense minister van Buitenlandse Zakeneen bezoek aan Azerbeidzjan. Kort daarop zei Aliyev de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne te steunen en de Azerbeidzjaanse regering gaf 1 miljoen dollar voor onderhoud aan het Oekraïense elektriciteitsnetwerk. Zoals gebruikelijk neemt Poetin de tijd om zijn reactie te bepalen. Maar als hij niet nog een bondgenoot wil verliezen, zal hij snel moeten handelen.
