Het aantal dodelijke slachtoffers van de bosbranden bij de Amerikaanse stad Los Angeles is opgelopen tot zeker elf. Dat hebben de lokale autoriteiten zaterdag gemeld. Meer dan 12 duizend gebouwen zijn beschadigd of vernield. Ruim 150 duizend inwoners blijven vooralsnog geëvacueerd. Vanwege waterschaarste en slechte weersomstandigheden is het vuur moeilijk te blussen, schrijft de krant Los Angeles Times. Dat belemmert de zoektocht naar slachtoffers. Lokale autoriteiten vrezen daarom dat het dodental de komende dagen nog zal stijgen.
Twee van de zes branden zijn grotendeels onder controle, blijkt uit cijfers van de Californische overheid. Een brand is onder controle als hulpdiensten kunnen voorkomen dat het vuur zich verder verspreidt. Een zesde brand ontstond op vrijdag.
De grootste brandhaard laaide vrijdagavond, zaterdagochtend lokale tijd weer op. Omwonenden zijn opnieuw opgeroepen tot evacuatie. Deze Palisades-brand woedt sinds dinsdag nabij Santa Monica en Malibu en is zaterdagochtend voor nog maar acht procent onder controle. De tweede grootste vuurzee, de Eaton-brand bij Pasadena, is zaterdagochtend voor slechts drie procent onder controle. De twee grootste brandhaarden eisten de levens van de elf geregistreerde slachtoffers.
Waterschaarste
De brandweer van Los Angeles kampt met lage waterdruk en drooggevallen brandkranen. Ook een groot waterreservoir met een capaciteit van 440 miljoen liter was buiten gebruik. De Amerikaanse overheid stelt een onderzoek in naar hoe dit kon gebeuren.
Brandweercommandant Kristin Crowley zegt dat het bestrijden van het vuur wordt bemoeilijkt door bezuinigingen die het stadsbestuur doorvoerde. Burgermeester Karen Bass bezuinigde meer dan 16,5 miljoen euro op de brandweer van Los Angeles. Volgens Bass was dat nodig in „moeilijke budgettaire tijden”, maar heeft deze beslissing geen invloed gehad op de huidige brandbestrijding.
Tegenover de Britse omroep BBC nuanceert Daniel Swain, klimaatwetenschapper aan het California Institute for Water Resources, de invloed van de bezuinigingen op de bosbranden. „Er is een grens aan hoe effectief bosbrandbestrijding kan zijn onder extreme omstandigheden zoals we deze week hebben meegemaakt.”
Lees ook
Harde wind en extreme droogte na natte winters: de verwoestende branden in Los Angeles hebben vele oorzaken – NRC
Zonder Pim Vermeulen had de skyline van Rotterdam er misschien heel anders uit gezien. Vermeulen overleed 7 januari op 77 jarige leeftijd in Rotterdam, de gemeente waar hij zestien jaar wethouder was. Twaalf jaar van zijn wethouderschap, van 1982 tot 1994, was hij verantwoordelijk voor stadsvernieuwing. Het waren de jaren waarin de Erasmusbrug werd gebouwd, de bouw van de Kop van Zuid van start ging en de basis voor de Tweede Maasvlakte werd gelegd. Vermeulen stond bekend om zijn goede contact met ‘de gewone Rotterdammer’ en zijn oog voor sociale vernieuwing.
Als 27-jarige debuteerde PvdA’er Vermeulen tamelijk per ongeluk in 1974 in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij stond aan de onderkant van de kieslijst, maar de PvdA boekte succes en kreeg met 24 zetels een absolute meerderheid in de raad. „Het kwam me eigenlijk helemaal niet uit, ik studeerde nog en had een baan”, zegt Vermeulen in een terugblik op Rotterdamse nieuwssite Vers Beton. Dankzij de klinkende winst kon de PvdA in de jaren die volgden grote stappen zetten op het gebied van stadsvernieuwing.
In 1978 werd Vermeulen wethouder financiën, en in 1981 nam hij de portefeuille stadsvernieuwing over van zijn partijgenoot Jan van der Ploeg. Die had als wethouder een groot aantal verkrotte panden in achtergebleven wijken opgekocht. „Door al die panden op te kopen werd het een probleem van de gemeente, daardoor was er geen weg meer terug. We moesten het nu wel oplossen. Een meesterzet!” zegt Vermeulen hierover tegen Vers Beton. Eenmaal zelf aan de knoppen deed Vermeulen iets vergelijkbaars: hij kocht 6.000 verwaarloosde woningen van ‘krottenkoning van Rotterdam’ Dick Fennis.
Stadsvernieuwing kun je zien als een soort sociale vernieuwing met gipsplaten, bakstenen en straatstenen
Onomstreden
Vermeulen ging vaak naar buurthuizen en bewonersbijeenkomsten, blijkt archiefstukken van regionale krant Het Vrije Volk. Om te luisteren, maar regelmatig ook om te zeggen dat iets niet ging lukken. In 1982 wil hij PvdA-lijsttrekker in Rotterdam woorden. „Vermeulen is onomstreden en hij weet dat zelf ook wel”, schrijft de krant erover.
Toch is niet iedereen blij met zijn beleid. In 1985 trekken actievoerders naar het stadhuis om zingend te protesteren tegen hoge huren. „Pim Vermeulen heeft iets van een mannelijke Thatcher, in uiterlijke zin dan”, staat in een ingezonden verslagje in Het Vrije Volk. „Hij is onverschrokken, rechtlijnig ook als het onprettig is en weet met een flinke teug arrogantie zijn aanwezige overtuigingskracht te voeden. Hij spreekt immers altijd van ‘wij constateren’ en bedoelt dan zichzelf en spreekt van ‘de wethouder’ en bedoelt dan zichzelf.”
Sociaal venieuwen met bakstenen
„Stadsvernieuwing kun je zien als een soort sociale vernieuwing met gipsplaten, bakstenen en straatstenen”, zegt Vermeulen in 1990 tegen de Volkskrant als het daar daags voor Prinsjesdag gaat over voorgenomen bezuinigingen op stadsvernieuwing. „Je kunt niet sociale vernieuwing de crux van je beleid maken en aan de andere kant zeggen dat het met de fysieke verbetering maar een onsje minder moet. Dat kan ik niet uitleggen aan Rotterdammers.”
De wethouder stond niet bekend als een man die op elk detail zit. Toch verschijnt in maart 1982 een bericht in Het Vrije Volk over Vermeulen die in zijn Renault 16 brandweermannetje speelt: „Tijdens een race tegen het uurwerk naar de Schonerbergerweg heeft hij de route van een eventueel nieuw te bouwen brandweerkazerne aan de Rochussenstraat hoogstpersoonlijk getest. Vermeulen legde de afstand – naar eigen zeggen – in zo’n 15 tot 20 seconden af. Het uitrukken van Pim Vermeulen heeft alles te maken met de vraag of er op de plaats van de oude tramremise op de hoek Schonenbergweg/Nieuwe Binnenweg nu wel of niet een brandweerkazerne moet komen.” (De kazerne kwam er niet.)
PvdA-drie-eenheid
Tot halverwege de jaren negentig bleef Vermeulen samen met burgemeester Bram Peper en mede-wethouder Joop Linthorst een sterke PvdA-drie-eenheid in het Rotterdamse college vormen. Eensgezind werkten ze aan hun visie voor ‘het Nieuwe Rotterdam’. „We bedachten, besloten en voerden uit”, zei Vermeulen in 1996 over hun trefzekere samenwerking tegen NRC.
Na zijn wethouderschap werd Vermeulen directeur van de Bank Nederlandse Gemeenten tot zijn pensionering in 2008. Vervolgens werd hij commissaris bij verschillende organisaties, waaronder Rotterdamse woningcorporatie Havensteder.
Het rechts-extremistische Alternative für Deutschland (AfD) heeft een nieuwe partijleider. Zaterdagmiddag werd Alice Weidel, volgens verwachting, door het partijcongres officieel benoemd tot kandidaat-bondskanselier.
De benoeming van Weidel verliep niet vlekkeloos. Het partijcongres kon pas uren later van start gaan, omdat zo’n 10.000 links-activistische tegenstanders van AfD blokkades en andere protesten opwierpen rondom Riesa – de Oost-Duitse plaats waar het congres werd georganiseerd. Hierdoor lukte het Weidel niet om te beginnen om 10.00 uur, zoals de bedoeling was. Als gevolg van de protesten begon het congres een kleine twee uur later.
Daar werd enige verloren tijd ingehaald. Weidels benoeming ging zonder hoofdelijke stemming, omdat het congres haar unaniem uitriep tot kanselierskandidaat. Na een staande ovatie accepteerde Weidel haar benoeming in een toespraak waarin ze haar pijlen richtte op de gevallen „stoplichtcoalitie van sociaaldemocraten, liberalen en groenen”. Daarna kregen de leiders van de christendemocraten het er van langs. Zij leveren volgens de AfD-leidster al jaren slecht werk in de Duitse deelstaten. Haar partij zou Duitsland wel „weer sterk, rijk en veilig” kunnen maken.
Hoe ze denkt dit te gaan doen? Door een andere koers te gaan varen op het gebied van energiebeleid. Weidel is tegen windmolens en vóór Russisch gas via de Nord Stream-pijpleiding. Ze wil daarnaast een ander migratiebeleid gaan hanteren. Dit beleid is geïnspireerd op de Nederlandse en Hongaarse voornemens om afstand te nemen van het Europese asielbeleid. „De Duitse grenzen zijn gesloten”, voegde ze daaraan toe.
Bemoeienis Musk
De kansen van de 45-jarige politica lijken op voorhand klein te zijn. AfD stevent volgens de peilingen weliswaar af op een tweede plaats, ruim achter CDU/CSU en vóór regeringspartij SPD van bondskanselier Olaf Scholz, maar andere partijen willen niet met de partij samenwerken. Dat meldt persbureau DPA.
Weidel kan in ieder geval rekenen op de steun van de Amerikaanse techmiljardair Elon Musk. De Tesla-voorman mengt zich de laatste weken intensief in de Europese politiek. Zo sprak hij in een veelbesproken en omstreden opiniestuk in een Duitse krant zijn steun uit aan AfD en kondigde hij een mogelijke miljoenendonatie aan. Afgelopen week ging hij op zijn eigen sociale media-platform X het gesprek aan met de Duitse politica. Hierin werd duidelijk dat beiden inhoudelijk op een en dezelfde lijn zitten.
Zaterdag werd ook duidelijk dat huidig bondskanselier Scholz door zijn SPD opnieuw is aangewezen als partijleider en kanselierskandidaat. Op 23 februari trekken de Duitsers naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen.
De bloemenceromonies vertelden eigenlijk het hele verhaal. Vier keer dezelfde zes Nederlandse vrouwen en mannen op het podium in ijsstadion Thialf, bosjes tulpen in de hand. Alleen de volgorde – een, twee en drie – was telkens ietsje anders.
Het EK Sprint, verreden in Heerenveen samen met het EK allround, draaide vrijdag en zaterdag uit op een exclusief Nederlands feestje. Bij de vrouwen won Jutta Leerdam, vóór haar twee Nederlandse concurrenten Femke Kok en Suzanne Schulting. Bij de mannen eindigde Jenning de Boo als nummer één op een eveneens volledig Nederlands podium. Leerdams zege was nipt, De Boo won met overmacht.
Op mondiaal niveau heeft Nederland op de 500 en 1.000 meter – de twee afstanden van een WK Sprint – stevige concurrentie, onder meer van de Japanse Miho Takagi en de Amerikaan Jordan Stolz. Maar in Europa zijn er op dit moment nauwelijks uitdagers. De buitenlandse schaatsers fungeerden dit weekend in het uitverkochte Thialf als decorstukken in een Nederlandse voorstelling.
Met voorbehoud
De Nederlandse vrouwen reden het toernooi alle drie met een zeker voorbehoud. Voor Kok was het pas de tweede serieuze wedstrijd van het seizoen, nadat ze het hele najaar uitgeschakeld was geweest door een vermoeidheidsvirus – ze had haar deelname te danken aan een ‘aanwijsplek’ van schaatsbond KNSB. Voor Schulting, dit seizoen overgestapt vanuit het shorttracken, was het haar eerste internationale toernooi op de langebaan ooit. En Leerdam, die sinds dit seizoen zonder ploeg traint, zei weliswaar dat ze de titel „heel belangrijk” vond, maar ook dat ze het EK gebruikte om te „testen”. Zo reed ze voor het eerst op de nieuwe ijzers die ze over een jaar op de Olympische Spelen in Milaan wil gebruiken.
Op vrijdagavond, na de eerste twee afstanden, ging Leerdam aan kop in het klassement. Kok won weliswaar de eerste 500 meter, maar reed door een misstap in de bocht een minder snelle tijd dan gehoopt. Leerdam zegevierde op de eerste 1.000 meter. Het spannendste moment van de avond vond plaats op de kruising, toen Leerdam bijna in botsing kwam met haar Oostenrijkse tegenstander Vanessa Herzog. „Ik riep nog tegen haar: ‘Yo, ik moet er langs!”, vertelde ze na afloop.
De zaterdag bracht meer spanning. Na de tweede 500 meter nam Kok de leiding over van Leerdam. Uiteindelijk werd de strijd om de titel beslist in een rechtstreeks duel op de tweede 1.000 meter. Leerdam versloeg Kok nipt en werd kampioen met vier honderdsten van een seconde verschil.
Kok zei na afloop dat ze toch tevreden was. Ze had niet gedacht zei ze, dat ze zo kort na haar virus alweer zo hard zou rijden. „Ik ben nog steeds geen 100 procent, eerder 90 of 95.” Dat ze twee keer fouten maakte op de 500 meter, haar specialiteit, weet Kok aan een gebrek aan wedstrijdritme. „En dan toch tweede worden, ook heb ik de 500 meter twee keer verkloot.”
Winnares Leerdam betoonde zich, haar schaatsen en bosje tulpen in de hand, ronduit ontevreden over haar prestaties dit weekend. Ze had „superveel fouten gemaakt” en het zichzelf „echt onnodig moeilijk” gemaakt, zei ze. „Dit was echt niet mijn gebruikelijke niveau.”
De Boo verrast zichzelf
Bij de mannen was sprake van totale dominantie door Jenning de Boo. De 20-jarige sprinter, die twee weken geleden ook al zegevierde bij het NK Sprint, won drie van de vier afstanden. Titelhouder Merijn Scheperkamp werd tweede, Tim Prins derde. Kjeld Nuis, de sterkste Nederlandse sprinter van het afgelopen decennium, had zich niet weten te plaatsen voor het toernooi.
Op vrijdagavond reed De Boo bij zijn eerste 1.000 meter de vierde tijd ooit in Heerenveen – en verraste daarmee ook zichzelf. „Ik kwam niet eens juichend over de streep, eerder verbaasd”, zo zei hij na afloop. De tweede 1.000 meter op zaterdag wist De Boo niet te winnen – die ging naar Prins. Toch versloeg hij zijn twee concurrenten in het eindklassement met een ruim verschil. De Boo, die pas zijn eerste WK Sprint reed, zei na afloop „heel zenuwachtig” te zijn geweest in de laatste rit. „Ik was vooral bezig overeind te blijven staan, het niet te verneuken.”
Vooral een graadmeter
Uiteindelijk, zo moesten de triomferende Nederlanders toegeven, had dit EK Sprint vanwege het gebrek aan concurrentie van over de grens slechts een beperkte waarde: graadmeter voor de WK Afstanden later dit jaar en de Olympische Spelen van 2026 in Milaan.
Scheperkamp, de onttroonde kampioen bij de mannen, hield het beleefd. Hij had weliswaar „tegenvallende prestaties van een aantal buitenlanders” gezien, zei hij, maar de Nederlandse afvaardiging „heeft al zo’n heftige selectie doorstaan” dat er „automatisch goede schaatsers” aan de start staan. Toch zou hij „liever ieder jaar” een WK Sprint rijden, in plaats van om het jaar. „En daar zal iedere schaatser het mee eens zijn.”
„Het voelt wel een beetje als een Nederlands kampioenschap”, aldus Leerdam. „Maar ik probeer er niet te veel over na te denken, want je hebt er toch geen invloed op.” Femke Kok: „Het zijn nu eenmaal de regels van de ISU [internationale schaatsbond, red.]. Ik vind het zonde, maar we moeten het ermee doen.”