De twee boten die in oktober vlak bij Terschelling met dodelijke gevolgen met elkaar in botsing kwamen, gingen te hard. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een woensdag gepubliceerd onderzoeksrapport. Bij het ongeval kwamen zeker drie, en naar alle waarschijnlijkheid vier, mensen om het leven — een twaalfjarige jongen uit Sexbierum wordt nog altijd vermist.
Het ongeval vond plaats op de vroege vrijdagochtend van 21 oktober, in het Schuitengat op de Waddenzee tussen Harlingen en Terschelling. Een Tiger-snelboot van rederij Doeksen botste met een elf meter lange watertaxi, een zogenoemde Stormloper.
Zowel de watertaxi als de snelboot voer volgens de Onderzoeksraad te snel. Over de snelboot, die tussen Terschelling en Harlingen vaart, schrijven de onderzoekers zelfs dat hij meer dan twee keer te snel ging: 55 kilometer per uur in plaats van de limiet van 20 kilometer per uur. De betrokkenen wisten af van de snelheidslimiet.
Snelheidshandhaving had geen effect
Snelheidsovertredingen waren in die periode gebruikelijk, schrijft de Onderzoeksraad. Maar de handhaving van Rijkswaterstaat had niet het gewenste effect. Zodra de bemanning van watertaxi’s, veerboten en snelboten een patrouilleschip zien aankomen, hebben ze nog genoeg tijd om vaart te minderen. De privacywetgeving staat het Rijkswaterstaat niet toe om radarinformatie te gebruiken voor handhaving.
Ook schortte het aan duidelijke communicatie tussen bemanningsleden, en hielden ze zich niet aan de vaarregels. Toen de boten elkaar in zicht kregen, was er „aanvankelijk geen gevaar voor aanvaring”, leest het onderzoeksrapport. Maar „vlak voordat beide vaartuigen elkaar zouden passeren en na het marifooncontact, week de schipper van de watertaxi plots stuurboord uit en was een aanvaring onvermijdelijk”.
Lees ook
Verdriet en rouw op Terschelling na aanvaring met doden en vermisten
Leeslijst