De Nederlandsche Bank (DNB) moet Nederlandse cryptodienstverleners geld terugbetalen. Dat volgt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter op donderdag.
De cryptosector en DNB liggen al jaren met elkaar overhoop over de kosten voor het toezicht op de sector. Die worden door DNB doorberekend aan de bedrijven die de verplichte registratie bij DNB hebben.
Die kosten waren de afgelopen jaren fors, waardoor tal van crypto-ondernemers ervoor kozen hun activiteiten te staken of hun bedrijf in het buitenland voort te zetten. Tegelijk concurreerden ze met buitenlandse bedrijven die de registratieplicht negeerden, maar wel actief waren in Nederland.
Een aantal bedrijven procedeert al jaren tegen de kosten. In het proces dat betrekking heeft op de heffing over 2021 oordeelde de rechtbank in Rotterdam op 4 oktober dat ze gelijk hebben. Het vonnis komt erop neer dat DNB in de praktijk uitvoering geeft aan een vergunningsplicht voor cryptobedrijven, terwijl volgens de wet alleen een registratie verplicht is. En dat het niet eerlijk is dat de bedrijven daarvoor opdraaien.
DNB ging daartegen in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter de terugbetalingsverplichting hangende dat beroep op te schorten. Die gaat daar niet in mee. DNB heeft al eerder aangegeven de heffingen in dat geval terug te zullen storten. Het gaat over 2021 om ongeveer 1,6 miljoen euro. Per bedrijf lopen de bedragen uiteen van ruim 4 duizend tot ruim 400 duizend euro.
Syrische slachtoffers van terrorisme helpen aan een schadevergoeding. Dat zou de vooraanstaande jurist Luis Ocampo gaan doen. Zijn idee? Vanuit Nederland een rechtszaak voeren tegen Qatar, het land dat de terroristen zou hebben gesteund. Redacteur Romy van der Poel sprak met alle betrokkenen en ontrafelde hoe het echt ging. Ocampo sloot een deal met Qatar en de slachtoffers bleven met lege handen achter.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via podcast@nrc.nl.
De Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa is op 89-jarige leeftijd „in vrede” overleden in zijn woonplaats Lima. Dat heeft zijn familie zondag bekendgemaakt. Vargas Llosa wordt beschouwd als een van de grootste schrijvers en denkers van Latijns-Amerika en won in 2010 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Hij schreef vaak maatschappelijk betrokken romans over macht en geweld, waarvan De Stad en de honden uit 1963 en Het groene huis uit 1965 de bekendste waren. Daarnaast was hij ook actief als journalist en literair criticus en schreef hij ook toneelstukken en essays.
Politieke carrière
Hij werd eind jaren tachtig van de vorige eeuw ook politiek actief en deed als kandidaat voor het Democratisch Front in 1990 mee aan de presidentsverkiezingen in Peru, maar verloor toen van Alberto Fujimori. Over die politieke machtsstrijd schreef hij het boek De vis in het water.
Naast de Nobelprijs ontving Vargas Llosa in 1994 al de Cervantesprijs, de belangrijkste literaire prijs in de Spaanstalige wereld.
„Zijn overlijden zal zijn familieleden, vrienden en lezers wereldwijd veel verdriet doen”, staat in een direct na zijn overlijden gepubliceerde brief die mede is ondertekend door zijn kleinkinderen. „Maar we hopen dat zij, net als wij, troost kunnen vinden in het feit dat hij een lang, avontuurlijk en vruchtbaar leven heeft gehad en een oeuvre achterlaat dat hem zal overleven”.
Het door drugsgeweld geteisterde Ecuador krijgt niet de eerste vrouwelijke president uit de geschiedenis, maar een volledige termijn van de centrumrechtse zittende president Daniel Noboa. De 37-jarige zoon van een bananenmiljardair stevent bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen zondag in het Zuid-Amerikaanse land volgens kiesraad CNE af op een verrassend ruime overwinning op zijn linkse uitdager Luisa González met bijna 56 procent van de stemmen tegen 44 procent. In de peilingen gingen beide kandidaten nog nek-aan-nek en ook in de eerste ronde in februari was het verschil nog minimaal.
De anderhalf jaar geleden na tussentijdse verkiezingen aangetreden Noboa kan daarmee door met zijn keiharde aanpak van het drugsgeweld en zijn pogingen de Ecuadoriaanse economie te laten groeien. Hij zoekt daarbij nadrukkelijk de internationale samenwerking. En dan vooral met Donald Trump en de Verenigde Staten. Zo was was hij in januari aanwezig bij de inauguratie van Trump en bracht hij onlangs nog een informeel bezoek aan Mar-a-Lago. Anders dan veel andere Latijns-Amerikaanse landen kreeg Ecuador bij de aankondiging van de importheffingen die Trump op 2 april deed niet meer dan het basistarief van tien procent opgelegd.
Noboa wil dat de VS in de strijd tegen drugssmokkel de marinebasis in de havenstad Manta weer openen, die werd gesloten onder voormalig president Rafael Correa. Dat zal heel wat voeten in de aarde hebben, want daarvoor moet hij de grondwet veranderen. Ook heeft Noboa een samenwerkingsovereenkomst gesloten met oprichter Erik Prince van het omstreden Amerikaanse beveiligingsbedrijf Blackwater voor assistentie bij zijn strijd tegen drugsbendes.
Wat economisch beleid betreft wil hij vooral inzetten op internationale handelsovereenkomsten en steun geven aan kleine en middelgrote bedrijven.
Demagogie
De verkiezingscampagne van de afgelopen weken draaide qua inhoud om veiligheid, sociale ongelijkheid en de energiecrisis na maandenlange stroomtekorten eind vorig jaar, maar kenmerkte zich uiteindelijk vooral door holle demagogie en moddergooien over en weer.
Noboa en zijn aanhangers schetsten het angstbeeld dat Ecuador onder González zal afglijden naar het Venezuela van Nicolás Maduro en andersom benadrukten González en haar aanhangers vooral dat Noboa alleen maar aan het veiligstellen van zijn familie-imperium en aan zijn rijke vrienden denkt.
Ook deden beide kandidaten allerlei beloften over het creëren van banen en op het gebied van onderwijs en zorg zonder daar uitgewerkte plannen of de benodigde financiering bij te presenteren.
De schaduw van Correa
Over de campagne hing ook opnieuw de schaduw van voormalig president Rafael Correa, partijgenoot van de linkse kandidaat Luisa González en voormalig opponent van de steenrijke zakenman, oud-burgemeester van miljoenenstad Guayaquil én vader van de huidige president Álvaro Noboa. De vanwege zijn veroordeling voor corruptie naar België uitgeweken Correa houdt het land ondanks zijn aftreden in 2017 nog altijd uiterst verdeeld.
Zijn correísmo en burgerrevolutie vormen voor een groot gedeelte van links Ecuador nog altijd de hoop op betere tijden, terwijl veel anderen gruwden van zijn autoritaire leiderschap en hem ervan beschuldigen drugsbendes ruim baan te hebben gegeven en het land met diepe schulden te hebben achtergelaten. Zij willen absoluut niet Correa via partijgenoot Luisa González of anderszins weer in de buurt van de macht gaat komen. En dat gaat met de uitslag van zondag ook niet gebeuren, want Noboa blijft tot 2029 president.