DNB-directeur Van Dijk: ‘Het is tijd om bankbiljetten in een digitaal jasje te hijsen’

DNB-directeur Betalen en Marktinfrastructuur Inge van Dijk: “We willen helemaal niet weten wie wat koopt met zijn nieuwe digitale euro.”

Foto Olivier Middendorp

Interview

Inge van Dijk | Divisiedirecteur betalingsverkeer DNB

Het betalingsverkeer wordt snel digitaler, dus komt ook de centrale bank met een digitale euro. En nee, dat is niet bedoeld om de staat je uitgaven te laten controleren. „We willen helemaal niet alles zien.”

Inge van Dijk is een praktisch mens. De directeur Betalen en Marktinfrastructuur van De Nederlandsche Bank (DNB) gebruikt termen als ‘rails’ en ‘kastjes’ als ze vertelt over de digitale euro, het grootste en meest complexe dossier waaraan ze de afgelopen jaren heeft gewerkt.

Na drie jaar praten en experimenteren is de onderzoeksfase, geleid door de Europese Centrale Bank, vrijwel ten einde. De Europese Commissie heeft nu een voorstel gemaakt voor de invoering van een digitale versie van de euro. Daaruit blijkt hoe ‘Brussel’ het op hoofdlijnen voor zich ziet. Nu is de politiek aan zet.

Lees ook: ‘We moeten er over praten: de digitale euro kan heel dystopisch worden

De invoering van digitaal publiek geld ligt in sommige landen, waaronder Nederland, gevoelig. De coronapandemie heeft de angst voor een surveillancestaat aangewakkerd. De technische mogelijkheden om het leven van burgers te sturen zijn de afgelopen jaren toegenomen. En werden na de bankencrisis van 2008 vooral bankiers gewantrouwd, nu zijn dat politici.

De hevige polarisatie rond het onderwerp zag Van Dijk niet echt aankomen, maar ze begrijpt het wel. „Ik ben gewoon iemand die betrouwbare en makkelijke betaalmiddelen wil realiseren. Daar werk ik al jaren aan.” De DNB-directeur vindt het niet meer van deze tijd als centrale banken alleen het tastbare, contante, geld blijven produceren, legt ze uit. „Dan worden we voor ons betalingsverkeer volledig afhankelijk van commerciële partijen.” En dus is het tijd „bankbiljetten in een digitaal jasje te hijsen”, zoals Van Dijk het omschrijft.

Hoewel ze geen onoverkomelijke problemen ziet, weet Van Dijk dat er vragen zijn over de ‘programmeerbaarheid’ van de digitale euro. Critici vrezen dat de overheid die gaat gebruiken om het gedrag van mensen te sturen, bijvoorbeeld door te bepalen waaraan ze dat geld mogen uitgeven. Met contant geld is dat niet mogelijk.

Van Dijk: „Die programmeerbaarheid zit er niet in. En als ik het technisch niet bouw, dan kan ik het ook niet aanzetten.”

In het wetsvoorstel van de Europese Commissie staat dat het digitale geld „volledig neutraal” moet zijn, net als contant geld. Dat zal niet voor alle sceptici volstaan, beseft Van Dijk. Die halen vaak het voorbeeld van China aan, als een staat die digitaal al zijn burgers volgt.

„Tsja, dat is aan de andere kant van de wereld. Ik zit hier en ik werk voor de Nederlandse zaak. Als je dat niet wilt geloven, houdt het een beetje op.”

Aanvankelijk was de houding van centrale banken afhoudend als het ging over digitaal centralebankgeld. Wat is er veranderd?

„Het omslagpunt was Facebook dat in 2019 aankondigde met een eigen munt [de digitale libra] te komen. Zo’n partij heeft heel diepe zakken en kan een beweging tot stand brengen. Dat zette iedereen aan het denken. Willen we ons betalingsverkeer – het gas, water en licht van de economie – in handen leggen van dat soort partijen?”

Lees ook: Centrale banken vrezen dat zij hun grip op geld verliezen, de digitale euro moet redding brengen

„In eerste instantie denk je dan: we hebben het toch goed voor elkaar in Nederland. We hebben zeer efficiënt en betrouwbaar betalingsverkeer. Maar gaandeweg zijn we tot de conclusie gekomen dat we ons moeten voorbereiden op verdere digitalisering. Twaalf jaar geleden was nog ruim 60 procent van de betalingen in contanten, in de Covid-periode daalde dat naar 18 procent en nu zitten we op ongeveer 20 procent. Het is dus heel snel minder geworden. En intussen hebben we ook de opkomst van crypto’s gezien.”

„Dan stel je existentiële vragen. Hoe vitaal is het betalingsverkeer? Hoe belangrijk is het voor centrale banken om daar grip op te houden? Daar is eigenlijk geen discussie over. Dus moesten we gaan nadenken over bankbiljetten in een digitaal jasje, een digitaal alternatief voor cash, om voorbereid te zijn op de toekomst. We betalen al een groot deel van onze aankopen digitaal, met euro’s.”

Waarin verschillen die van uw digitale euro?

„De digitale euro is geld dat is gegarandeerd door de centrale bank. Een digitale variant van een bankbiljet of munt, zoals centrale banken die nu uitgeven.”

„Misschien is het goed als ik het verschil tussen publiek geld en geld bij commerciële banken uitleg. Je hebt geld dat is uitgegeven door de centrale bank. Die bankbiljetten kun je altijd en overal inwisselen. Een centrale bank kan niet omvallen. Die inwisselbaarheid van je bankbiljetten, van het publieke geld, is het anker van het vertrouwen in ons geldstelsel.”

„Daarnaast heb je geld bij een commerciële bank, geld dat die bank garandeert. Hoewel het in Nederland bijna nooit voorkomt, kán er met die bank wat gebeuren. Een commerciële bank heeft aandeelhouders, ze kan in andere handen komen.”

„Mijn opdracht is simpel: zorgen voor de goede werking van het betalingsverkeer in Nederland. En borgen dat we daar grip op houden. Dat kun je doen via toezicht. Met een depositogarantiestelsel dat een vorm van garantie voor particulieren is, en met goede buffers. Het betalingsverkeer gaat nu heel goed via die private partijen. Maar we willen ook zelf een instrument, net als contant geld nu, zodat je borgt dat iedereen in de maatschappij voorzien wordt van een laagdrempelig, inclusief betaalmiddel. Daar ligt een publieke taak.”

Hoe ziet het er straks praktisch uit?

„Gebruikers zullen een wallet krijgen, een digitale portemonnee op hun telefoon, of een apart bankpasje waardoor ze met die publieke digitale euro kunnen betalen. We werken samen met banken om te zien of er in de bestaande bankapps een aparte rekening kan komen waarop de digitale euro dan staat.”

„Gebruikers krijgen de mogelijkheid een deel van hun geld, we denken nu aan maximaal 3.000 euro, op die nieuwe digitale-eurorekening te zetten om betalingen mee te doen. Een brood afrekenen bij de bakker, je boodschappen bij de supermarkt.”

We vinden het belangrijk dat Europa ook grip houdt op het eigen betalingsverkeer

„Het is nadrukkelijk niet bedoeld als oppotmiddel, dus geen alternatief voor een spaarsaldo bij een commerciële bank. In de huidige plannen wordt geen rente vergoed over het saldo. Daar staat tegenover dat er ook geen kosten verbonden zijn aan het aanhouden van zo’n publieke digitale-europortemonnee.”

Waarom is een publieke digitale euro nodig naast de digitale euro’s die commerciële banken uitgeven? U zegt zelf dat dit systeem prima werkt.

„Zeker, we hebben in Nederland heel goed werkend betalingsverkeer, dankzij de commerciële banken. Zij hebben een heel systeem van bankpassen, pinautomaten, creditcards, instant payments zoals met Tikkie. Dat willen we behouden.”

„Nu is een deel van ons betalingsverkeer in handen van grote Amerikaanse partijen, zoals de creditcardmaatschappijen. Wij vinden het belangrijk dat Europa ook grip houdt op het eigen betalingsverkeer.”

Lees ook: Die digitale euro kan er zomaar komen. Wat is het nut ervan?

„Een digitale euro namens de Europese Centrale Bank kan bovendien helpen bij de uniformering van het Europese betalingsverkeer. Er zijn binnen Europa nog grote verschillen.”

„We zetten een systeem naast de commerciële infrastructuur, een extra paar ‘rails’ waarover je kunt rijden als het ware. Betrouwbaar en inclusief. De hele maatschappij moet mee kunnen doen, ook mensen die moeite hebben met telefoons en apps, of mensen die nu bij een commerciële bank geen rekening kunnen krijgen. En daarom denken we niet alleen over telefoons, maar ook over ouderwetse pasjes.”

Met een chipknip erop?

„Ja, het wordt deels chipknipachtig. Zodat je wel digitaal, maar tegelijk offline – zonder internet – kunt betalen. Je hebt op die pas een tegoed staan dat is gegarandeerd door de centrale bank. Dat werkt ook als er bijvoorbeeld een storing is, een cyberaanval of als het internet eruit ligt.”

Dus ik heb een digitale wallet met digitale euro’s. Nu ligt internet eruit en ik wil brood kopen met dat geld. Hoe doe ik dat dan?

„Zoals jij nu ook je pasje tegen een betaalterminal aan houdt. Die betaalterminal kan ook offline jouw betaling accepteren. Je kunt dat uiteraard niet met heel grote betalingen gaan doen; dan is het wachten tot criminelen hun kans grijpen. Maar kleinere betalingen kunnen prima offline worden verwerkt.”

Veel mensen zijn argwanend. Ze vrezen dat de centrale bank zicht krijgt op al hun betalingen. Hoe is dat in dit voorstel geregeld?

„Een van de voordelen van cashgeld is dat je anoniem kunt betalen. Er zijn wettelijke grenzen aan, om witwassen te voorkomen. Die privacy is een groot goed. Mede daarom willen wij ook niet weten wie wat koopt met zijn nieuwe digitale euro. Daarom wordt het ook geen portemonnee of rekening rechtstreeks bij de centrale bank. De transacties lopen via de commerciële banken, die de digitale euro in hun eigen apps integreren, of via een derde partij die klanten registreert en de transacties uitvoert.”

„Deze partijen hebben dus wel jouw gegevens. Die worden voor het betalingsverkeer versleuteld en geanonimiseerd. Het enige wat wij als centrale banken doen, is de betalingen faciliteren. Zo is de privacy gewaarborgd. Iedereen denkt altijd: ja maar, dan kan de overheid alles van mij zien. Maar dat willen we helemaal niet.”

Digitaal geld veronderstelt dat je ergens een rekening hebt. Hoe werkt deze basisvoorziening voor mensen zonder papieren, die geen rekening bij een bank kunnen openen en nu op cash aangewezen zijn?

„Voor groepen als vluchtelingen wordt waarschijnlijk een partij aangewezen die dat faciliteert. Dat is met Oekraïners ook gelukt. Hoe om te gaan met een wallet voor mensen zonder papieren of verblijfsstatus is aan de minister. Het is onze wens dat een digitale euro ook voor dit soort groepen een rol kan spelen.”

Is dit voorstel een antwoord op crisis van 2008, waarbij banken met belastinggeld gered moesten worden? Die deed Europeanen beseffen dat commerciële banken kunnen omvallen, dat hun geld daar niet écht veilig was.

„Niet in de eerste plaats. Onze drijfveer is echt dat het gebruik van cash een stuk minder is geworden, en dat we voorbereid moeten zijn op verdere digitalisering. Nederlandse banken staan er goed voor, dat hebben we bij de recente ontwikkelingen [Amerikaanse banken die omvielen] ook weer geleerd. De buffers doen hun werk goed. Maar je kan natuurlijk nooit iets uitsluiten. We hebben die instrumenten niet voor niets.”

Iedereen denkt altijd: ja maar, dan kan de overheid alles van mij zien. Maar dat willen we helemaal niet.

„De digitale euro is niet bedoeld om grootscheeps deposito’s van commerciële banken naar De Nederlandsche Bank of de Europese Centrale Bank te krijgen. Het is bedoeld als een publiek betaalinstrument, een instrument dat je op termijn kan inzetten, naast contant geld. We zien dat fysiek geld minder wordt en dat het heel erg duur is, maar we proberen contant geld zo lang mogelijk te behouden en te ondersteunen.”

Kan de publieke digitale euro bijdragen aan een stabieler financieel stelsel? Als consumenten een deel van hun geld 100 procent veilig bij een centrale bank kunnen stallen, zullen commerciële banken meer hun best moeten doen om klanten te behouden.

„Dat beogen wij niet. Als je een publieke digitale euro voor meer zou gebruiken dan alleen betalen, creëer je eerder een risico bij commerciële banken dan dat je er eentje wegneemt. Zouden klanten bijvoorbeeld massaal hun geld bij commerciële banken weghalen, dan trigger je meer bewegingen en breng je de financiële stabiliteit in gevaar. Terwijl het systeem nu stabiel is en goed draait. Dat is eigenlijk de kern: het moet stabiel blijven. Vandaar ook de bewust beperkte omvang van ‘onze’ digitale-eurorekening. ”

Wat als er weer een financiële crisis komt, waarin banken omvallen en mensen hun geld toch het liefst bij een centrale bank zouden willen stallen?

„Nee, dat is niet wat wij hiermee willen, het zit ook niet in de plannen. Gewoon niet. Dus, nou ja, hoe het over tien jaar gaat zijn – wie een kristallen bol heeft waarin hij dat kan zien, die mag het zeggen.”