N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Fietsroutes Wat is het ideale fietsgebied in Nederland? Waar kun je de uitdagendste (én mooiste) tochten rijden? Zes aanraders, gebaseerd op dertig jaar fietservaring in eigen land.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/06/data102085435-fe90c0.jpg%7C//images.nrc.nl/4Qy5ztYJyLlHPCteD5E4KSaNOtw=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/06/data102085435-fe90c0.jpg%7C//images.nrc.nl/luaQw_yhXd577Rx17YpquNtxAts=/5760x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2023/06/data102085435-fe90c0.jpg)
Illustratie Merel Corduwener
Nederland ongeschikt voor pittige wielertochten? Nederland plat, saai en vol? Flauwekul. Wie lekker uitdagend wil fietsen, hoeft helemaal niet naar de Alpen, de Vogezen of de Ardennen. Ook in eigen land kun je tot het gaatje gaan.
Maar wat is het ideale fietsgebied in Nederland? Waar kun je de uitdagendste (én mooiste) tochten rijden? Zes aanraders, gebaseerd op dertig jaar fietservaring in eigen land. Een mix van bekend en minder bekend, met de nadruk op klimmen – wat je in Nederland, anders dan wordt gedacht, op behoorlijk veel plaatsen kunt doen.
1 Mergellandroute
Laten we er niet omheen draaien: de Zuid-Limburgse heuvels zijn het meest iconische wielrengebied van Nederland. Slechts weinig kan tippen aan de finale van de Amstel Gold Race: Kruisberg, Eyserbosweg, Fromberg, Keutenberg, Cauberg. Of het magische tweeluik Camerig-Drielandenpunt (van de Belgische kant).
Er is wel een groeiende ‘maar’ bij fietsen in Zuid-Limburg: het wordt er steeds drukker. Zeker sinds de Amstel Gold Race commercieel wordt uitgevent met routebordjes fiets je van voor- tot najaar in de file de klimmetjes op. En dat doet toch wat af aan de romantiek.
Daarom een tip: fiets de oude Mergellandroute van de ANWB. De fietsbordjes zijn een paar jaar geleden weggehaald (die voor de auto hangen er nog steeds), maar online vind je zo een gpx-bestand. De Mergellandroute is een tocht van 130 kilometer met bijna 1.400 hoogtemeters, die zo’n beetje heel Zuid-Limburg aandoet. Je rijdt nog steeds de klassieke klimmetjes van de Gold Race, maar komt ook door minder bekende (en minstens zo mooie) delen van het Heuvelland – Geulle en Bunde in het noorden, Mesch en Mheer in het zuiden. En je kunt er gewoon met de fiets in de trein heen: vanaf station Maastricht zit je binnen tien minuten op de route.
2 Veluwezoom-West
Voor wie houdt van klimmen is ook de Veluwezoom een goede optie. Hier, in de omgeving van Arnhem, vind je een aantal heerlijke klimmetjes, variërend van bekend (Posbank) tot minder bekend (Schaapsallee). Sommige doen niet onder voor die in Zuid-Limburg: op de Emmadriehoek bij Rozendaal ontdekte ik ooit als zestienjarige dat er in Nederland haarspeldbochten bestaan.
Helaas geldt ook op de Veluwezoom, net als Limburg: druk, druk, druk. Daarom twee alternatieven. De eerste: breid je tocht uit met een noordelijke lus over de Veluwe, via Loenen, Hoenderloo en Otterloo. Het segment Groenendaalseweg-Woeste Hoefweg moet iedere wielrenner eigenlijk een keertje gereden hebben.
De tweede: ga kijken ten westen van Arnhem, voorbij Oosterbeek. Ook hier is het terrein uitdagend – en een stuk rustiger. Via Heveadorp aan de Nederrijn en de Italiaanseweg in Doorwerth (voor zover ik weet de enige kasseienklim in Nederland) kun je helemaal doorrijden tot aan de Utrechtse Heuvelrug. Op de dijk tussen Wageningen en Rhenen heb je een schitterend uitzicht over uiterwaarden, terwijl je in de verte de Grebbeberg ziet opdoemen.
3 Westfriese Omringdijk
Van een heel andere orde is het vlakke Noord-Holland. Wie van kronkelende dijkjes en vergezichten houdt, kan zijn lol op in de oude droogmakerijen tussen Purmerend en Alkmaar: de Purmer, de Wormer, de Beemster, de Schermer.
Een echte aanrader is de Westfriese Omringdijk, die West-Friesland omsluit. 130 fietskilometers die vrijwel geheel over oude dijken voeren, met een grote variatie aan landschap: uitzicht op de duinen (Schoorldam-Schagen), langs het IJsselmeer (Medemblik-Enkhuizen-Hoorn) en door het eeuwenoude cultuurland van de droogmakerijen (Avenhorn-Alkmaar). Rijd je met de klok mee, dan verschijnen iets voor Medemblik een gemaal, een stadhuis, twee kerktorens en een molen aan de horizon. Hollandser dan dit zul je het niet krijgen.
4 Defensieweg
De Utrechtse Heuvelrug, tussen Utrecht en Rhenen, is een fantastisch fietsgebied: centraal in het land gelegen en veel bos, dus ook bij stevige wind – vrijwel altijd in Nederland – rij je beschut. Het leuke aan de Heuvelrug is dat-ie zo smal is dat je er zigzaggend overheen kunt rijden, van noord naar zuid en terug, via een reeks klimmetjes: Amersfoortseweg, Ruiterberg, Hoogstraat, Amerongseberg (sinds de Vuelta van vorig jaar ook bekend als de Alto de Amerongen). Keerpunt is de Grebbeberg in Rhenen, die het beste vanaf de oostzijde beklommen kan worden. Daarna volgt de climax: het Paardenveld (ook wel bekend als de Koerheuvel), de Autoweg en de Defensieweg – een kaarsrecht, golvend segment waar je je hartslag en wattages even flink de hoogte in kunt jagen. Koffie en worteltaart in fietscafé De Proloog in Amerongen en je dag kan niet meer stuk.
5 Langevelderslag
De Hollandse duinen zijn adembenemend mooi en de fietspaden deinen aangenaam op en neer, net als de aanpalende zee – perfect terrein dus voor intervaltraining. En misschien wel de grootste pre van dit gebied: geen auto’s, dus je kunt doorknallen zonder voortdurend op je hoede te zijn.
Het duingebied is één groot feest, van Den Helder tot Hoek van Holland. De klinkerweg tussen Egmond-Binnen en Bergen aan Zee is een klassieker, evenals het gravelpad tussen Bloemendaal aan Zee en Santpoort-Noord (bij de liefhebbers bekend als de strade bianche). Wel goed om te weten: boven het Noordzeekanaal rijd je vrijwel uitsluitend over stenen, ten zuiden ervan liggen asfalt en schelpjes.
Mijn favoriete duinsegment? Als ik moet kiezen, ga ik voor het stuk tussen Noordwijk en Zandvoort, in het bijzonder vanaf Langevelderslag. Zevenenhalve magische kilometers, geen moment vlak. Met wind mee tik je hier rustig de vijfenveertig in het uur aan. Wel een dringend advies voor zonnige weekends: ga vroeg, want na elven stikt het hier van de senioren op e-bikes.
6 Zak van Zuid-Beveland
Zeeland is niet ’s lands ideale fietsprovincie: de wind heeft er vrij spel en de fietspaden zijn er het hele jaar door tjokvol recreanten, met dank aan een oneindige voorraad huisjesparken. Toch heeft de provincie twee parels. Om te beginnen het oostelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen, tussen het Kanaal van Gent naar Terneuzen, de Westerschelde en de grens met België: rustig, ruim en op een verrassende manier intiem. Maar bovenal de Zak van Zuid-Beveland, het gebied ten zuiden van Goes en ten oosten van Borssele. Hier rijd je – on-Zeeuws beschut – plots over intieme dijkjes met hoge populieren en oude boerderijen. Terwijl je in café Koek en Leut in het dorpje Nisse geniet van koffie met appelbol, vraag je je af: waar zijn al die recreanten gebleven?
