‘Parkeren is een heel sexy onderwerp’, staat op de Powerpointslide van een – vrij taai – webinar dat het Kennisnetwerk Parkeren afgelopen zomer hield.
Het is in ieder geval een prikkelend onderwerp, want Nederland loopt voorop in stilstaan. In grote steden wordt meer dan 80 procent van de parkeeracties betaald via apps als EasyPark, ANWB, Yellowbrick of Flitsmeister. In andere landen moet je vaak per stad een andere app gebruiken, of zoeken naar munten en creditcards. Bij ‘ons’ werken de apps overal, als alternatief voor parkeerautomaten en bonnetjes.
Al betaal je per minuut, met negen miljoen auto’s op een kluitje is parkeren in Nederland wel duur (in 2023 gemiddeld 3,48 euro per uur) vergeleken met andere EU-landen. Dankzij de massale inzet van scanauto’s – en de drempelloze apps – neemt de betalingsbereidheid toch toe, en groeit het aantal geavanceerde parkeeropties. Hoe werkt dat, en wat verandert er dit jaar?
Eerst maar wat afkortingen. De scanauto’s en parkeer-apps zijn gekoppeld aan het Nationale Parkeerregister (NPR), dat per jaar 975 miljoen transacties verwerkt. De RDW beheert dit register, in opdracht van 125 gemeenten.
Elke gemeente heeft een eigen parkeerbeleid. Deze lappendeken van lokale regels wordt door een coöperatie, het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten (SPHV) tot één register gesmeed waar het hele land op leunt. Dat werk doen ze met amper vier mensen, vanuit huis, legt Wilco van de Vosse van SHPV uit.
Het NPR houdt de vergunningen en parkeeracties bij, voor naheffingen wordt het kentekenregister van RDW geraadpleegd. Zij weten waar je auto woont. Er zijn zeventien belproviders (jargon voor parkeer-apps). EasyPark, voorheen ParkMobile, is met ruim drie miljoen gebruikers veruit de grootste. Je betaalt een starttarief van een paar dubbeltjes, of abonnementsgeld.
De parkeerzones liggen vast in gps-data met een extra marge van tien meter, voor de zekerheid. Je app suggereert een zone op basis van de gps-data. Maar je telefoon kan ernaast zitten, dus check het zelf ook.
Vanaf vierduizend betaalde parkeerplaatsen loont het voor een gemeente om scanauto’s in te zetten, die wel tweeduizend auto’s per uur kunnen controleren. Daar kan geen boa tegenop. De foto’s gaan meteen naar een datacenter; als een kenteken onleesbaar is of de situatie op straat onduidelijk, kan er een parkeerwachter op af.
Op de scans zijn gezichten onherkenbaar gemaakt. Voor er een naheffing wordt verstuurd, controleert een mens de foto’s (vier tot acht plaatjes per voertuig) om te zien of een auto zonder te betalen parkeert, of kort stopt. Veel gemeenten besteden dit werk uit aan handhavingsbedrijven, die ook scanauto’s en software leveren. Zo werkt het, maar wat verandert er?
1. MEER BETALEN
De tarieven stijgen in 2025. In Amsterdam, volgens EasyPark de duurste parkeerstad in de EU, betaal je 7,76 euro per uur in het centrum. Het streven is 10 procent van de parkeerplekken vrij te houden. Anders raken de straten verstopt met ‘zoekverkeer’ – soms wel 30 procent van alle auto’s. De Zweed Michael Stark leidt EasyPark Nederland en woont in hartje Amsterdam. „Ja, het is duur, maar hier vind ik altijd een plek. Als ik in Stockholm probeer te parkeren word ik gek.”
De rechter verbood vorig jaar plekken met een maximale parkeerduur. Dat was een manier om publiek te laten rouleren, bijvoorbeeld in een winkelstraat. De opvolger is het progressieve parkeertarief: na twee uur betaal je meer.
2. VAKER BETALEN
Het aantal straten waar bezoekers moeten betalen voor parkeren groeit in sneltreinvaart. Utrecht, Eindhoven, Groningen en Amsterdam breiden uit, ook kleinere gemeenten gaan overstag. Dat betekent: meer scanauto’s, zelfs in Harlingen (16.000 inwoners).
3. MEER BEZWAREN, MEER COULANCE
Tegen één op de tien naheffingen wordt bezwaar gemaakt. Het gros daarvan wordt gehonoreerd, ontdekte tv-programma Kassa, omdat mensen een verkeerde kenteken in de app aanvinken of zeggen dat ze aan het laden of lossen waren (dat mag). Bezwaren behandelen kost de gemeenten geld, 12 tot 18 euro euro per geval. Met meer coulance kan het systeem twijfelgevallen filteren: je krijgt al een grace period van vijf of tien minuten (in sommige steden nog langer) als je de parkeeractie wat later start, of na afloop niet meteen wegrijdt. Sommige gemeenten doen ’s nachts nog een controle in het NPR, om te kijken of er transacties gemist zijn.
4. DE SCANAUTO ZIET MEER
De scanauto ziet alles. Ook of je auto op de stoep staat, er afval rondslingert of de straatverlichting kapot is. Elke nieuwe toepassing van de scanauto moet aan de privacyregels voldoen. Daarom kreeg Rotterdam een boete omdat scanauto’s tijdens de pandemie keken of groepen mensen samenschoolden.
De RDW testte in 2024 of ze met scanauto’s gestolen voertuigen konden opsporen, maar de juridische basis ontbrak. Dit plan wordt aangepast en kan straks ook gesloopte of geëxporteerde voertuigen traceren – die mogen niet langs de weg staan. Veertien grote Nederlandse gemeenten hanteren nu ook zero-emissiezones, waar alleen uitstootvrije bedrijfsauto’s en vrachtwagens mogen rijden, of auto’s met een ontheffing. Dat wordt gecontroleerd met vaste camera’s, maar scanauto’s kunnen ook meekijken.
5. MEER ACHTER DE SLAGBOOM
Slagboom, open u: je kunt in meer openbare parkeergarages met je parkeer-app terecht. Amsterdam begint er deze maand mee. Je betaalt per minuut, tot het moment dat je de garage verlaat (normaal gesproken krijg je wat minuten ‘cadeau’ om naar je auto te lopen). Parkeergaragebeheerder Q-Park heeft z’n eigen app waarmee je ook op straat kunt parkeren – zonder starttarief. Via diensten als ParkBee kun je ook terecht achter de slagboom van privéterreinen.
6. MEER QR-CODES
In parkeergarages of bij ziekenhuizen kun je mobiel betalen met een QR-code. WPS uit Eindhoven zo’n systeem aan parkeergarages, om de rij voor de betaalautomaat te mijden. Handig, maar kijk uit voor QR-codes op openbare automaten: het kan een sticker van oplichters zijn.
7. MEER TOEGANKELIJKHEID
Parkeren Plus is de digitale versie van de blauwe kaart, de vergunning voor gehandicapte autobezitters. Daarmee kunnen ze ook in gewone betaalvakken gratis parkeren. Alphen aan den Rijn had vorig jaar de primeur, in 2025 sluiten zich tientallen nieuwe steden aan. Het is complex: in sommige gemeenten mag je met zo’n vergunning overal en altijd gratis parkeren, in andere gemeenten maar twee of drie uur. Wilco van de Vosse van SHPV is supertrots dat de Parkeren Plus-app draait. „Hier heb ik twee jaar lang dag en nacht aan gewerkt.”
De Nederlandse overheid moet meer doen om door stikstofuitstoot veroorzaakte schade aan beschermde natuurgebieden te voorkomen. Tot dat oordeel kwam de rechtbank in Den Haag woensdag in een zaak die milieuorganisatie Greenpeace tegen de Nederlandse staat had aangespannen. De staat moet Greenpeace een dwangsom van 10 miljoen euro betalen als de stikstofdoelen van 2030 niet gehaald worden. Volgens deze doelen mag 50 procent van Natura-2000 gebieden dan niet langer overbelast zijn.
De staat kan in beroep, maar het kabinet-Schoof moet ondertussen wel werk maken van de uitvoering van het vonnis. Premier Schoof zei vrijdag te verwachten in eind maart of begin april daarvoor een plan te publiceren.
Hoe moet het nu verder met de landbouw, bouw, energie, industrie en mobiliteit sinds de Greenpeace-uitspraak?
Landbouw
Veroorzaakt 67 procent van de totale stikstofneerslag in Nederland (inclusief stikstof uit het buitenland).
Nu al zit de landbouw op slot. Ook boeren die hun bedrijf willen verduurzamen kunnen dat niet doen, omdat ze vrijgekomen stikstofruimte niet meer zonder nieuwe vergunning mogen vullen (‘interne saldering’: als je zorgt dat er minder stikstof wordt uitgestoten dan waarvoor je een vergunning hebt, kun je met die stikstofruimte iets anders doen), sinds een uitspraak van de Raad van State van afgelopen december. Voordat ze een vergunning kunnen krijgen, zal altijd getoetst moeten worden of de stikstofruimte (de maximale hoeveelheid stikstof die een bedrijf, bedrijfstak, regio of land in een bepaalde periode mag uitstoten) nodig is voor de natuur.
De Greenpeace-uitspraak heeft geen directe gevolgen zolang de overheid geen nieuwe maatregelen neemt. Op de lange termijn is de uitspraak wel ingrijpend voor boeren. Ger Koopmans, voorzitter van de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO), zei in een eerste reactie dat de maatregelen die nodig zijn om de stikstofdoelen in 2030 te halen „ongekende impact hebben op de agrarische sector”, ook voor akkerbouwers, die waarschijnlijk minder mest kunnen gebruiken. Hoe groot de impact is en voor wie, weet LTO nog niet.
Ook de Rabobank zegt als grootste boerenleenbank nog niet goed te kunnen overzien welke gevolgen de uitspraak heeft zolang er nog geen maatregelen bekend zijn. De bank heeft een fonds van 3 miljard euro waarmee boeren tegen gunstiger tarieven kunnen lenen om hun bedrijf te verduurzamen. De bijna 500 miljoen euro die daar volgens een woordvoerder tot nu toe voor is uitgeleend, gebruiken boeren voor 80 procent om te extensiveren: minder vee op meer land, waardoor de uitstoot per hectare afneemt. Niet bekend is hoeveel boeren sinds de uitspraak van de Raad van State nog een duurzame lening aanvroegen.
Caring Farmers, een groep natuurinclusieve kringloopboeren, ziet in extensivering de uitweg uit de huidige impasse. Zij behoren tot de boeren die juist blij waren met de uitspraak van 22 januari omdat die volgens hen de overheid dwingt om de sector drastisch te veranderen naar een landbouw waarbij het aantal dieren in balans wordt gebracht met het aantal hectares. „Nu gaat het om stikstof, maar voor biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit is die transformatie net zo hard nodig”, zegt een woordvoerder.
Wat deze uitspraak de landbouwsector zal kosten, heeft nog geen instantie uitgerekend en is ook moeilijk te ramen, zegt Roel Jongeneel, econoom aan de Wageningen University & Research. „Er is vooral onzekerheid, die was er al. Boeren weten niet wat ze op bedrijfsniveau moeten doen om generieke stikstofdoelen te halen.”
Jongeneel ziet de uitspraak als een duwtje naar een andere manier om de doelen te halen. Niet door de sector voor te schrijven welke middelen ze moeten inzetten, maar door boeren op bedrijfsniveau af te rekenen op doelen zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze die halen, bijvoorbeeld door CO2-beprijzing.
Bouw
Veroorzaakt 1,3 procent van de totale stikstofneerslag in Nederland (inclusief buitenland).
Stel, een aannemer is bezig met de bouw van duizend nieuwe woningen. Dat project komt met het jongste stikstofvonnis niet meteen helemaal stil te liggen, maar loopt wel vertraging op. „Zo’n project verloopt in fasen, waarbij bijvoorbeeld steeds tweehonderd nieuwe woningen worden opgeleverd. De eerste tweehonderd kunnen al zijn opgeleverd en voor de volgende tweehonderd woningen is de vergunning bijvoorbeeld al geregeld”, legt Martijn van de Koolwijk van het Brabantse bouwbedrijf Heijmans uit. „Maar voor de fasen erna, zeg de laatste zeshonderd woningen, moet je nu door de uitspraak door een uitgebreidere vergunningsprocedure; die duren langer dan je vooraf hoopte.”
Nederland heeft de komende jaren ongeveer een miljoen nieuwe woningen nodig. De bouw daarvan zal door de stikstofperikelen verder vertragen. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) gaat ervan uit dat door de Greenpeace-uitspraak in elk geval enkele duizenden woningen een half jaar later opgeleverd zullen worden, zegt directeur Taco van Hoek tegen de zakensite Business Insider.
Wat het precieze effect van het jongste stikstofvonnis op de bouwproductie zal zijn, is nu lastig te zeggen. Het EIB is nog aan het rekenen, bouwers zijn al langer hun projecten aan het inventariseren, sinds de Raad van State een einde maakte aan de praktijk van ‘intern salderen’. Dat betekent dat voor een aantal projecten alsnog een vergunning moet worden aangevraagd.
Bouwers zeggen al lang bezig te zijn om hun emissies omlaag te brengen, onder meer door hun machinepark elektrisch te maken. „Daarvoor moeten we vaak zelf bestaande machines laten ombouwen”, zegt Van de Koolwijk.
Bouwbedrijf Van Wijnen in Baarn bouwt een groot deel van zijn woningen in de fabriek. „Daardoor zijn we veel korter op de bouwplaats aanwezig en stoten we 40 procent minder uit”, zegt woordvoerder Mark Denslagen. „Misschien dat als de stikstofneerslag echt omlaag moet, de vraag naar onze emissiearme fabrieksbouw zal stijgen.”
Dan moet de overheid van die reductie wel eens echt werk gaan maken, is de boodschap van brancheorganisatie Bouwend Nederland: „De politiek moet doen waarvoor de politiek is bedoeld: plannen maken en uitvoeren.”
Energie
Veroorzaakt (samen met industrie) 8 procent van de totale stikstofneerslag in Nederland (inclusief buitenland).
In de duurzame-energiewereld klinken na de uitspraak van woensdag steeds dezelfde vragen. De energietransitie helpt de stikstofuitstoot naar beneden te brengen, maar tijdens het bouwen van bijvoorbeeld alle infrastructuur die nodig is voor die overgang, komt tijdelijk stikstof vrij. Loopt de energietransitie, en dus het terugdringen van de stikstofuitstoot op langere termijn, straks meer vertraging op door een strenger pakket aan stikstofmaatregelen? Of krijgen projecten die de Nederlandse energievoorziening verduurzamen een vrijstelling?
Een voorbeeld waarom die vragen opdoemen: de branchevereniging voor duurzame-energiebedrijven (NVDE) presenteerde vorige week een pakket aan maatregelen, waarmee Nederland in het jaar 2030 bijna 30 kiloton minder stikstofdioxide (NOx) zou kunnen uitstoten. Grote winst valt volgens NVDE vooral te halen met het elektrificeren van het wagenpark: het stimuleren van elektrisch rijden door korting te geven op kilometerheffing, en de kilometerheffing zelf, levert een besparing op van 8,1 kiloton NOx in 2030. Maar om die winst te halen zijn laadpalen nodig om elektrische auto’s aan op te laden. En voor die laadpalen (en andere aansluitingen) moeten straten open om kabels aan te leggen, die weer nodig zijn om duurzame elektriciteit te vervoeren van bron naar laadpaal. „En als netbeheerders door strengere stikstofregels langer bezig zijn met het aanleggen van die kabels, moet iedereen langer wachten op zijn aansluiting”, zegt een woordvoerder van netbeheerder Tennet.
De uitspraak veroorzaakt nu al onrust. Dat komt niet zozeer door de rechtszaak van Greenpeace, maar door chaotisch stikstofbeleid. „Om te weten waar we capaciteit bij moeten bouwen, zal je ook helder moeten hebben waar bijvoorbeeld woningbouw gerealiseerd gaat worden”, zegt Huibert Baud, directeur klant en ontwerp van Alliander. „Het is al een enorme opgave, ook voor gemeente en provincie. Iedereen wil weten waar we aan toe zijn. Hoeveel capaciteit moeten we leveren, maar nu ook: kan de bouw van de woonwijk überhaupt wel door?”
De duurzame-energiesector voelt nu vooral veel van de uitspraak van de Raad van State van afgelopen december, om intern salderen af te schaffen. „In Harderwijk konden we dankzij intern salderen een transformatorstation uitbreiden”, zegt Huibert Baud. „Het grootste deel van onze bouw is elektrisch en stoot dus geen stikstof uit, maar de aanvoer van materiaal met vrachtwagens is dat niet. Om dit project toch door te laten gaan hebben we stikstofruimte uitgewisseld met een sportpark naast het station, dat daarom een jaar lang niet heeft kunnen bemesten. Deze constructie, die bijdraagt aan de lang etermijnoplossing voor stikstof, kan nu niet meer.”
Victor van der Chijs, voorzitter van Deltalinqs, de branchevereniging voor Rotterdamse havenbedrijven, zegt na het besluit van december plots alsnog vergunningen te moeten aanvragen voor projecten die al in uitvoering zijn of zelfs al zijn afgerond.
Industrie
Veroorzaakt (samen met energie) 8 procent van de totale stikstofneerslag in Nederland (inclusief buitenland).
Bij grote Nederlandse industriebedrijven is het ook vooral de uitspraak van half december die tot zorg leidt. Stikstof is in de industrie op twee manieren relevant: bedrijven stoten soms zelf grote hoeveelheden uit, en voor vergroenings- of bouwprojecten in de industrie is soms stikstofruimte nodig.
Voor dat tweede was het vrij gebruikelijk om intern verschillende uitstoot tegen elkaar af te strepen, het ‘intern salderen’ waar de Raad van State zich kritisch over uitliet. Vaak zijn langs deze weg bouwprojecten uitgevoerd. „Dit is voer voor onze juristen”, zegt een woordvoerder van kunstmestfabriek Yara. Zij kijken nu terug naar verschillende projecten van het bedrijf. Ook staalfabriek Tata Steel zegt de gevolgen van deze uitspraak te bekijken.
Voor de staalfabriek kan de uitspraak ook gevolgen hebben voor toekomstige vergroeningsplannen. Tata Steel is op dit moment bezig de vergunningen aan te vragen voor de ombouw van de fabriek naar een heel andere manier van staal maken. Het bekijkt nu ook of de uitspraak van half december daar gevolgen voor heeft. Ook Chemelot in Limburg laat weten rekening te houden met complexe vergunningverlening voor projecten in de toekomst als gevolg van deze uitspraak.
De Greenpeace-uitspraak heeft mogelijk vooral op de langere termijn gevolgen voor de industrie. Bedrijven willen zich hier nu nog niet over uitlaten en zeggen dat dit een zaak voor de staat is. In het verleden is bij de stikstofproblematiek vanuit Den Haag regelmatig gezegd dat ook de industrie een bijdrage moet leveren aan het terugdringen van de uitstoot. Deze uitstoot is echter slechts een fractie van de uitstoot van de landbouw.
Er lopen bij sommige grote industriële uitstoters projecten om de stikstofuitstoot terug te dringen. Zo maakte steenwolfabrikant Rockwool in Roermond in oktober bekend het productieproces aan te passen om de stikstofuitstoot terug te dringen, en ook Tata Steel heeft daarvoor een filter geplaatst.
Mobiliteit
Veroorzaakt 20 procent van de totale stikstofneerslag in Nederland (inclusief buitenland).
Wat de stikstofneerslag van mobiliteit betreft, valt vooral Schiphol op. De luchthaven ligt onder vuur: volgens milieuorganisaties zorgt Schiphol voor te veel stikstofdepositie op natuurgebieden en kreeg het vliegveld ten onrechte een natuurvergunning. Die is wettelijk verplicht. De organisaties startten een rechtszaak die nu loopt. De luchtvaart zorgt naar schatting voor 1,1 procent van de stikstofneerslag op kwetsbare natuur. Schiphol moet de neerslag op de achttien Natura 2000-gebieden rond de luchthaven verlagen. Daartoe kocht het vliegveld in 2023 de stikstofruimte van negen agrarische bedrijven. De aldus verkregen stikstofruimte was genoeg om Schiphol een natuurvergunning te verlenen, vond het ministerie van Landbouw. Mobilisation for the Environment en andere organisaties waren het daarmee oneens en spanden een rechtszaak aan tegen deze natuurvergunning. Die zaak diende half november.
Voordat de rechtbank in Den Haag een uitspraak kon doen in de zaak – die werd in januari verwacht – bepaalde de Raad van State in december dat er strengere eisen gelden voor de manier waarop bedrijven de stikstofruimte moeten berekenen van (nieuwe) activiteiten die een nadelig effect hebben op de natuur. De rechtbank heeft nu zowel het ministerie van Landbouw als Mobilisation for the Environment c.s. tot 28 januari de tijd gegeven om te laten weten wat volgens hen de impact is van de Raad van State-uitspraak. Wanneer de rechtbank vervolgens de natuurvergunningszaak weer ter hand neemt, is nog onbekend.
Twee andere deelsectoren zijn ook van belang bij de stikstofuitstoot van mobiliteit. Het wegverkeer (personenauto’s en vrachtwagens) is goed voor 5 procent van de totale stikstofdepositie en de zeescheepvaart voor ruim 4 procent. De vormen van vervoer die een kleinere stikstofneerslag veroorzaken zijn onder meer de binnenvaart, mobiele werktuigen en de recratievaart. Op de weg zorgt de elektrificatie van zowel personenauto’s als trucks de komende jaren voor een forse afname van de stikstofuitstoot (volgens onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving, 2023).
Die daling geldt niet voor de zeevaart. In oktober meldde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat de uitstoot van stikstofoxiden in de zeevaart „hoger is dan verwacht” ondanks strengere emissie-eisen voor nieuwe zeeschepen. Nederland pleit in internationaal verband voor een strengere handhaving van stikstofregels voor onder meer de Noordzee.
Soms leek het erop dat Eric Rondolat nooit meer weg zou gaan, zo erg was hij verbonden met verlichtingsbedrijf Signify. De Frans-Italiaanse bestuurder leidde de onderneming al sinds 2012, toen het nog een divisie van Philips was. Vorig jaar kreeg hij bovendien nog een contractverlening voor enkele jaren. Maar vrijdagochtend maakte Signify dan toch bekend dat Rondolat vertrekt, eerder dan gepland dus.
Eerst even kort opfrissen: wat is Signify ook alweer?
Vandaag de dag kan je het maar aan weinig merken, maar Signify is in feite het restant van de bakermat van het ooit oppermachtige Philips. Het bedrijf omvat de voormalige lichtdivisie van de Eindhovense onderneming, waar het met Gerard Philips en zijn gloeilampfabriekje aan de Emmasingel eigenlijk allemaal mee begon in 1891. Philips bracht de tak in 2016 naar de beurs. Signify is onder meer bekend van de Philips Hue-lampen, die met een telefoon te besturen zijn.
Oké, duidelijk. Waarom gaat Rondolat weg?
Volgens een verklaring van het bedrijf zijn de raad van commissarissen en Rondolat (1966) het erover eens dat het „de juiste tijd is” voor een wissel aan de top. In een gesprek met analisten op vrijdagochtend zei Rondolat dat er vorig jaar een reorganisatie is afgerond en dat het bedrijf nu een nieuwe fase in kan gaan.
Vrijdag presenteerde Signify overigens geen hele goede cijfers over 2024. Zowel omzet (6,14 miljard euro) als winst (ongeveer 600 miljoen euro) kwamen lager uit dan in 2023.
Speelt dat geen rol bij zijn vertrek?
De lagere winst is zeker een tegenvaller, maar eerlijk gezegd krimpt Signify al jaren. Van oudsher verkoopt het bedrijf vooral gloeilampen, die het voor een belangrijk deel in Europa maakte. Door de opkomst van LED-verlichting is de markt echter compleet veranderd: deze lampen gaan langer mee en worden veelal goedkoop en op grote schaal gemaakt in Azië door allerlei partijen. Signify probeert zich daarom op te stellen als lichtdienstverlener, door bijvoorbeeld hele gebouwen te voorzien van lampen, of door de verkoop van ‘slimme’, digitale verlichting. Maar daarmee kan de grote krimp niet teniet gedaan worden.
Rondolat, over wie weinig bekend is en die zelden opzienbarende uitspraken deed, vervulde daardoor een opmerkelijke rol in het Nederlandse bedrijfsleven. Signify zat in een situatie van managed decline, zoals het wel heet: proberen zo goed mogelijk om te gaan met krimp. Aan Rondolat was dat wel besteed: hij was er een meester in door bezuinigingen de kosten sneller te laten dalen dan de omzet, waardoor de winstgevendheid van Signify vaak redelijk op peil bleef.
Rondolat voerde over de jaren meerdere ontslagrondes door en sloot ook een groot deel van de Nederlandse fabrieken, in Winterswijk en Maarheeze. „Fabrieken sluiten is een deel van mijn baan”, zei hij ooit tegen journalisten. Bij Signify werken nu ongeveer 29.000 mensen, in 2019 waren dat er nog 37.000. Het bedrijf degradeerde ook uit de AEX-index.
Een gemengde erfenis, dus.
Inderdaad waren vakbonden vrijdag niet erg rouwig over zijn vertrek. Ondertussen is de beurskoers van Signify ook nog bijna precies hetzelfde als bij de beursgang. Anderzijds is het de vraag of er bij dit moeizame bedrijf meer in had gezeten dan Rondolat eruit heeft geperst. Zijn opvolger mag dat nu gaan proberen, een naam is er nog niet.
‘Parkeren is een heel sexy onderwerp’, staat op de Powerpointslide van een – vrij taai – webinar dat het Kennisnetwerk Parkeren afgelopen zomer hield.
Het is in ieder geval een prikkelend onderwerp, want Nederland loopt voorop in stilstaan. In grote steden wordt meer dan 80 procent van de parkeeracties betaald via apps als EasyPark, ANWB, Yellowbrick of Flitsmeister. In andere landen moet je vaak per stad een andere app gebruiken, of zoeken naar munten en creditcards. Bij ‘ons’ werken de apps overal, als alternatief voor parkeerautomaten en bonnetjes.
Al betaal je per minuut, met negen miljoen auto’s op een kluitje is parkeren in Nederland wel duur (in 2023 gemiddeld 3,48 euro per uur) vergeleken met andere EU-landen. Dankzij de massale inzet van scanauto’s – en de drempelloze apps – neemt de betalingsbereidheid toch toe, en groeit het aantal geavanceerde parkeeropties. Hoe werkt dat, en wat verandert er dit jaar?
Eerst maar wat afkortingen. De scanauto’s en parkeer-apps zijn gekoppeld aan het Nationale Parkeerregister (NPR), dat per jaar 975 miljoen transacties verwerkt. De RDW beheert dit register, in opdracht van 125 gemeenten.
Elke gemeente heeft een eigen parkeerbeleid. Deze lappendeken van lokale regels wordt door een coöperatie, het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten (SPHV) tot één register gesmeed waar het hele land op leunt. Dat werk doen ze met amper vier mensen, vanuit huis, legt Wilco van de Vosse van SHPV uit.
Het NPR houdt de vergunningen en parkeeracties bij, voor naheffingen wordt het kentekenregister van RDW geraadpleegd. Zij weten waar je auto woont. Er zijn zeventien belproviders (jargon voor parkeer-apps). EasyPark, voorheen ParkMobile, is met ruim drie miljoen gebruikers veruit de grootste. Je betaalt een starttarief van een paar dubbeltjes, of abonnementsgeld.
De parkeerzones liggen vast in gps-data met een extra marge van tien meter, voor de zekerheid. Je app suggereert een zone op basis van de gps-data. Maar je telefoon kan ernaast zitten, dus check het zelf ook.
Vanaf vierduizend betaalde parkeerplaatsen loont het voor een gemeente om scanauto’s in te zetten, die wel tweeduizend auto’s per uur kunnen controleren. Daar kan geen boa tegenop. De foto’s gaan meteen naar een datacenter; als een kenteken onleesbaar is of de situatie op straat onduidelijk, kan er een parkeerwachter op af.
Op de scans zijn gezichten onherkenbaar gemaakt. Voor er een naheffing wordt verstuurd, controleert een mens de foto’s (vier tot acht plaatjes per voertuig) om te zien of een auto zonder te betalen parkeert, of kort stopt. Veel gemeenten besteden dit werk uit aan handhavingsbedrijven, die ook scanauto’s en software leveren. Zo werkt het, maar wat verandert er?
1. MEER BETALEN
De tarieven stijgen in 2025. In Amsterdam, volgens EasyPark de duurste parkeerstad in de EU, betaal je 7,76 euro per uur in het centrum. Het streven is 10 procent van de parkeerplekken vrij te houden. Anders raken de straten verstopt met ‘zoekverkeer’ – soms wel 30 procent van alle auto’s. De Zweed Michael Stark leidt EasyPark Nederland en woont in hartje Amsterdam. „Ja, het is duur, maar hier vind ik altijd een plek. Als ik in Stockholm probeer te parkeren word ik gek.”
De rechter verbood vorig jaar plekken met een maximale parkeerduur. Dat was een manier om publiek te laten rouleren, bijvoorbeeld in een winkelstraat. De opvolger is het progressieve parkeertarief: na twee uur betaal je meer.
2. VAKER BETALEN
Het aantal straten waar bezoekers moeten betalen voor parkeren groeit in sneltreinvaart. Utrecht, Eindhoven, Groningen en Amsterdam breiden uit, ook kleinere gemeenten gaan overstag. Dat betekent: meer scanauto’s, zelfs in Harlingen (16.000 inwoners).
3. MEER BEZWAREN, MEER COULANCE
Tegen één op de tien naheffingen wordt bezwaar gemaakt. Het gros daarvan wordt gehonoreerd, ontdekte tv-programma Kassa, omdat mensen een verkeerde kenteken in de app aanvinken of zeggen dat ze aan het laden of lossen waren (dat mag). Bezwaren behandelen kost de gemeenten geld, 12 tot 18 euro euro per geval. Met meer coulance kan het systeem twijfelgevallen filteren: je krijgt al een grace period van vijf of tien minuten (in sommige steden nog langer) als je de parkeeractie wat later start, of na afloop niet meteen wegrijdt. Sommige gemeenten doen ’s nachts nog een controle in het NPR, om te kijken of er transacties gemist zijn.
4. DE SCANAUTO ZIET MEER
De scanauto ziet alles. Ook of je auto op de stoep staat, er afval rondslingert of de straatverlichting kapot is. Elke nieuwe toepassing van de scanauto moet aan de privacyregels voldoen. Daarom kreeg Rotterdam een boete omdat scanauto’s tijdens de pandemie keken of groepen mensen samenschoolden.
De RDW testte in 2024 of ze met scanauto’s gestolen voertuigen konden opsporen, maar de juridische basis ontbrak. Dit plan wordt aangepast en kan straks ook gesloopte of geëxporteerde voertuigen traceren – die mogen niet langs de weg staan. Veertien grote Nederlandse gemeenten hanteren nu ook zero-emissiezones, waar alleen uitstootvrije bedrijfsauto’s en vrachtwagens mogen rijden, of auto’s met een ontheffing. Dat wordt gecontroleerd met vaste camera’s, maar scanauto’s kunnen ook meekijken.
5. MEER ACHTER DE SLAGBOOM
Slagboom, open u: je kunt in meer openbare parkeergarages met je parkeer-app terecht. Amsterdam begint er deze maand mee. Je betaalt per minuut, tot het moment dat je de garage verlaat (normaal gesproken krijg je wat minuten ‘cadeau’ om naar je auto te lopen). Parkeergaragebeheerder Q-Park heeft z’n eigen app waarmee je ook op straat kunt parkeren – zonder starttarief. Via diensten als ParkBee kun je ook terecht achter de slagboom van privéterreinen.
6. MEER QR-CODES
In parkeergarages of bij ziekenhuizen kun je mobiel betalen met een QR-code. WPS uit Eindhoven zo’n systeem aan parkeergarages, om de rij voor de betaalautomaat te mijden. Handig, maar kijk uit voor QR-codes op openbare automaten: het kan een sticker van oplichters zijn.
7. MEER TOEGANKELIJKHEID
Parkeren Plus is de digitale versie van de blauwe kaart, de vergunning voor gehandicapte autobezitters. Daarmee kunnen ze ook in gewone betaalvakken gratis parkeren. Alphen aan den Rijn had vorig jaar de primeur, in 2025 sluiten zich tientallen nieuwe steden aan. Het is complex: in sommige gemeenten mag je met zo’n vergunning overal en altijd gratis parkeren, in andere gemeenten maar twee of drie uur. Wilco van de Vosse van SHPV is supertrots dat de Parkeren Plus-app draait. „Hier heb ik twee jaar lang dag en nacht aan gewerkt.”