Dit is de erfenis van Hugo de Jonge voor Mona Keijzer: het voorlopige plan voor de inrichting van Nederland

De dag na zijn afscheidsreceptie brengt demissionair minister Hugo de Jonge (CDA) deze vrijdag zijn grootste, onvoltooide werk naar buiten: het Voorontwerp Nota Ruimte, het voorlopige plan voor de inrichting van Nederland tot 2030, 2050 en zelfs een beetje 2100.

Het is een grote puzzel voor een klein land waarin alle uitdagingen voor de toekomst samenkomen. Bevolkingsgroei en woningnood, klimaatverandering en milieuvervuiling, de economische ontwikkeling en groene energietransitie, geopolitieke spanningen, en de verrommeling van het landschap.

Het Nederland van 2050 heeft een slim geordend netwerk van leefbare steden en dorpen, staat in het document van 128 pagina’s. Met een circulaire economie, duurzame industrie en genoeg ruimte voor defensie en cultureel erfgoed. Met meer natuur, een schonere landbouw met andere gewassen en minder dieren. „Een Nederland dat werkt. Een mooi Nederland bovendien”, staat er.

De nieuwe minister

Alleen, niet CDA’er Hugo de Jonge, maar Mona Keijzer van de BoerBurgerBeweging (BBB) mag die grote puzzel afmaken, als beoogd minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Op haar eigen manier, in haar eigen tempo en volgens de visie van de nieuwe, rechtse coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB.

Het komende kabinet wil ook de regie op ruimtelijke ordening hernemen, staat in het hoofdlijnenakkoord. Maar er zijn wel coalitieafspraken die kunnen gaan schuren met de Nota Ruimte tot nu toe. Hoogwaardige landbouw beschermen bijvoorbeeld, alleen „belangrijke natuur” in stand houden, of de woningbouw en visserij voorrang geven op windmolens op land en in zee.

Toen Keijzer donderdag in de Tweede Kamer werd gehoord door fracties liet ze weinig los. Ze gaat alle belangen wegen zei ze, van voedselvoorziening, duurzame energie en waterbeheer tot woningbouw. „Je kunt wel alles willen, maar je kunt niet alles krijgen”, zei ze ook.

Brengt De Jonge het Voorontwerp Nota Ruimte dan op de valreep naar buiten om piketpalen te slaan? „Het is duidelijk maken waar we staan. En daarmee is het ook nog niet klaar”, antwoordt De Jonge aan de telefoon. „Ieder volgend kabinet kan en zal ook gewoon zijn eigen accenten zetten. Maar tegelijkertijd, de opgaven zijn voor een belangrijk deel echt onvermijdelijk. De klimaatverandering gaat door, die houdt zich niet aan hoofdlijnakkoorden.” En ja, dat akkoord roept ruimtelijk wel „allerlei spanningen” op, bevestigt De Jonge. „Maar laat ik even niet op de stoel van een opvolger gaan zitten.”

Het Voorontwerp Nota Ruimte is dus een ongewisse erfenis van De Jonge. Er is maanden geleden voor gekozen nog geen ontwerp met een bindende, juridische status te maken, zegt hij, zodat het Rijk en de provincies er vooraf een „open gesprek” over kunnen voeren.

Duidelijk is dat er veel nieuwe woningen bijgebouwd moeten worden, mogelijk twee miljoen tot 2040. Niet alleen in de Randstad, maar ook in de ‘Bandstad’ eromheen, staat in de Nota, in het noorden, oosten en zuiden. Het plan is een samenhangend stedelijk gebied van Zwolle via de Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen), de Arnhem-Nijmegen-Foodvalley (Gelderse Vallei) en de Brabantse stedenrij van Oss tot Roosendaal. Op afstand zullen de regio’s Groningen-Assen, Twente, Zuid-Limburg en zeker Eindhoven verder verstedelijken.

Het betekent niet dat die stedelijke gebieden aan elkaar vastgroeien als één grote Randstad. Het idee is om het karakter van steden, dorpen en landschappen zoveel mogelijk te behouden. Een negatief gevolg van zo’n stedelijk netwerk kan wel zijn, dat mensen over langere afstanden reizen tussen wonen en werken.

Ook in de Zuidelijke Randstad (Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam, Dordrecht) zijn veel bouwplannen, maar qua woongebied is er een achterstand in te halen, volgens het plan. Buiten de traditionele haven en industrie zijn er meer kennisbedrijven nodig, en de regio vraagt om meer groen voor prettig wonen.

Terrein prijsgeven

De landbouw, die nu meer dan de helft van Nederland beslaat, zal wat terrein prijs moeten geven. Stikstof en fijnstof, geuroverlast, dierziekten en dierwaardige landbouw vragen om een krimp van de veehouderij. Akkerbouwers zullen de teelt van hun gewassen moeten aanpassen aan bijvoorbeeld verzilting van de bodem, droogte en natte periodes. De glastuinbouw wil in 2040 klimaatneutraal zijn; er komen clusters van kassen in gebieden met genoeg duurzame aardwarmte, industriële restwarmte en elektriciteit.

Bij de zeehavens Eemshaven, IJmond, Rotterdam en Vlissingen komt energie vanaf windmolenparken op zee aan land en wordt hier opgeslagen. Chemelot in Zuid-Limburg is een knooppunt van hoogwaardige chemische industrie. Er wordt een buizenstelsel voor nieuwe energie uit waterstof aangelegd. De m eeste hoogspanningsleidingen, snelwegen en spoorlijnen blijven op hun plek.

Naar de zeespiegelstijging wordt nog meer onderzoek gedaan, daarom wordt over dat onderwerp nog geen besluit genomen. Technisch kan Nederland een stijging van vijf meter aan, en de Randstad ‘opgeven’ aan het zoute water is geen optie. Ook economisch niet, zo staat in het voorontwerp: „Het verdienvermogen van Laag-Nederland is onmisbaar om de effecten van klimaatverandering het hoofd te bieden en transities te bekostigen.”