Wat ik aan de Abarth 500e het leukst vond was parkeren. Terwijl dat theoretisch prettiger zou zijn gegaan met iets meer glas, want het zicht naar achter is in dit tot stekkersportwagen verbouwde Fiatje 500 vrij beroerd. Terwijl, ook dat, dit voertuig is bedoeld om mee te scheuren. Voor het gemak strak op de linkerbaan, zodat je niet voortdurend over je schouders hoeft te gluren, waarachter vette raamstijlen de medeweggebruiker buiten beeld houden. Maar dan is dat zwaarbelaste accuutje nog sneller leeg.
Daarom gaat niets boven fileparkeren in een volle binnenstad waar jij als enige profijt hebt van dat iniminigat tussen twee boomer-suv’s. In zijn achteruit en rammen maar, parkeersensoren en achteruitkijkcamera’s overbodig. Een autootje van 3 meter 63 en een breedte van 1 meter 68 past ook ongezien altijd en botsen in dit tempo is geen zelfmoord met vier sterren in de Euro NCAP.
Daar sta je dan met je 155 pk en dikke spoilers van onder de nepgrille tot boven de achterruit werkloos mooi te wezen. Niet erg, hij is er ook om gezien te worden. Dus hopla, waardevolle zaken voor zover ze passen achterlaten in het kofferbakje dat krap aan twee iPads plus een thermosflesje slikt en snel de stad in, leven. Met een vette 911 had je hier naar je parkeerplek kunnen fluiten. Dat privilege koop je bij Abarth voor geen kwart van de prijs die Porsche voor een onhandelbaar icoon vraagt.
Korte geschiedenisles. Carlo Abarth was lang geleden een mijnheer die Fiats sneller maakte. In de jaren vijftig verbouwde hij een Fiatje 500 tot racemini met een tot 26 pk opgeschroefd vermogen, het dubbele van het origineel. Destijds was tuning nog vertederend. Toen gewone auto’s sneller werden, verloren tuningfirma’s hun bestaansrecht. Het door Fiat opgekochte Abarth bloedde dood tot het voor de emomarketing weer uit de mottenballen werd gevist om de zwaarst gemotoriseerde Fiats 500 extra logo-glans te geven. Abarth-Vijfhonderdjes nieuwe stijl waren met vermogens tot 180 pk komischer dan ooit, maar toen zelfs Fiat inzag dat die humor in de energietransitie geen lang leven was beschoren besloot het na de gewone 500 ook de Abarth-versie te elektrificeren.
Gewaagde stap omdat elektro-auto’s wel heel hard gaan maar op één essentieel punt niet des Abarths zijn: ze maken geen herrie. Is iets aan gedaan. Met in- en uitschakelbaar motorgeluid uit een potje. Vink in het schermmenu het passende icoontje aan en het kleintje zet een niet van echt te onderscheiden scheurkeel op.
Ik kreeg een hysterische lachbui toen ik bij de presentatie van het autootje voor het eerst zijn synthetische stembandjes hoorde brullen. Een schuldige hilariteit drukte me met de neus op de feiten. Snelheid is oorlog, het akoestische geweld bron van grensoverschrijdend genot. Daar raasde mijn onderbuik. Gênant. Anderzijds: pijnlijk is de hele mens onder de oppervlakte. Doe als Abarth. Schaal het kwaad net als vroeger af naar komische proporties. Maak stout weer teder.
Te koud
Fiat laat het zondaartje in oorlogstooi aantreden met een knalgeel koetsje, Abarth-schorpioenenlogo’s op de flanken, boos kijkende koplampen en grote wielen. De naam staat in koeienletters op motorkap en achterklep, opdat iedereen begrijpt dat het geen Fiat is.
Het infotainmentscherm bezorgt me andermaal de slappe lach met de begroeting ‘welkom, Abarthisti’. Blijf vooral in de buurt: op langere trajecten is de pret snel over. De actieradius duikt ’s winters onder de 200 kilometer en omdat het een Italiaan is, kan het voorkomen dat het wagentje op tien kilometer van je bestemming met nog twaalf kilometer actieradius bij één graad onder nul niet meer wil laden. Dan heeft het schatje het gewoon te koud. Een paar uur later doet-ie het weer, maar dan ben jij met je kleintje achterop al met de Wegenwacht op weg naar de garage. Dus als je een snel ogend knalgeel autootje heel langzaam ziet rijden, weet je dat het een ervaren Abarthisto is.
Waarom zou je een Abarth nemen als de tien mille goedkopere Fiat 500e met iets minder vermogen ongeveer hetzelfde kan? Omdat hij zo schandalig grappig rijdt en zijn minimaatje in de Hollandse praktijk meer vreugde schenkt dan drie keer zijn rijbereik. De Abarth maakt een voor diklijvigen gesloten wereld weer toegankelijk. Die luxe is niet in geld uit te drukken. Als de laadtechniek stopt met bevriezen ben ik om.