Dit boek over kunst is geen glossy, de werken zijn gereduceerd tot pixels

Het is geen gewoon boek over kunst, die zijn meestal glossy en staan vol illustraties. Maar is het kunst? van kunsthistoricus Cathelijne Blok (34) bevat geen enkele afbeelding van de kunstwerken die ze bespreekt. In plaats daarvan zie je vierkanten en rechthoeken die zijn opgebouwd uit pixels van steeds een vierkante centimeter, ernaast de naam van de kunstenaar en de titel van het werk. Meisje in badpak van fotograaf Rineke Dijkstra: gele, blauwe en bruinige pixels. A Year in Normandy art.2 van beeldend kunstenaar David Hockney: pixels in zachte tinten groen. De performance The Artist is Present waarin museumbezoekers zolang als ze wilden op een stoeltje tegenover Marina Abramovic mochten zitten: links oranje en rode pixels in stoelvorm, rechts grijze en zwarte.

Er zijn meer verschillen met andere kunstboeken. Maar is het kunst? is een overzicht van hedendaagse kunst – Van Koons tot Kusama luidt niet voor niks de ondertitel – maar dan wel van wat de auteur zelf aansprekende kunstvormen vindt: fotografie (haar favoriete kunstvorm, de pixels zijn er een knipoog naar), installaties, digitale kunst, performances, mode en stofkunst. Daarbinnen worden dan weer met name vrouwelijke kunstenaars uitgelicht, overigens zonder dat dat expliciet wordt gezegd. Mannelijke kunstenaars, merk je gaandeweg, worden vooral besproken om verbanden in de tijd te leggen.

Zoals het verband tussen Boticelli’s De geboorte van Venus en Carlijn Jacobs’ foto Beyoncé paard (zilverkleurige, een paar bruine en veel zwarte pixels). Uit het boek: „De foto verwijst naar dromerige schilderijen waarvan niemand betwijfelt of het echt kunst is en waar men niet genoeg van kan krijgen. Maar de foto zet ons ook op het verkeerde been. Het is ten eerste een foto en geen schilderij. Bovendien is het een visuele interpretatie door een vrouwelijke fotograaf van de blonde naakte godinnen die lange tijd overal ter wereld het beeld bepaalden.”

Maar wat het meest opvalt in dit boek is de enthousiaste, persoonlijke toon van de auteur. Zoals in het hoofdstuk over fotografie: „Het startte allemaal met foto’s van Carlijn Jacobs en Rineke Dijkstra. Ik probeerde mezelf als ielige puber te vergelijken met een van Dijkstra’s meisjes in badpak. (…) Ik vind het zo krachtig om als kind, als meisje, als vrouw, op deze manier recht in de camera te kijken. Het meisje gaat de confrontatie aan, met niet alleen de blik van de fotograaf, maar ook die van ons. Had ik die kracht toen zelf ook?”

Kunstafleiding

Vaak neemt de auteur je mee op stap. Naar Den Haag, bijvoorbeeld: „Ik wandel op een regenachtige ochtend door het Kunstmuseum Den Haag, op zoek naar wat gewenste kunstafleiding. Ik kom langs een speels, kleurrijk zelfportret van de schilder Paula Modersohn-Becker, veel polderlandschappen van Piet Mondriaan en een hangend ruimteschip-achtig werk van Lee Bontecou.” Of, virtueel, naar New York: „Daar zit ze dan, in dat galmende grote atrium van het MoMA in New York: Marina Abramović, al sinds mijn studie kunstgeschiedenis een van mijn publieke crushes. Dit hoofdstuk over performancekunst begint als kleine geschreven ode aan haar.” Soms ook gewoon de straat op: „Je fietst langs die muur vol kleurrijke streetart op de hoek van je favoriete koffietent of je staart even door de glimmende ruit van een galerie.”

Maar is het kunst? is geen koffietafelboek, je moet het echt lezen – en dat is dan ook precies de bedoeling. Cathelijne Blok: „Wat mij voor ogen stond: je leest de tekst, stelt het je voor – en bent dan zo benieuwd dat je het kunstwerk op gaat zoeken op je telefoon. Het boek moest een soort speurtocht worden met de lezer in een actieve rol.” Behalve nieuwsgierigheid wilde ze daarmee nog een ander gevoel overbrengen. „Dat je ervaart hoe het is om de tijd te nemen, om te kijken en te denken: ‘Maar hé, wat is het nou dat ik zie?’.”

Onbevangen kijken

Een beetje zoals ze zelf als kind de hele tijd door haar moeder, die ook kunsthistoricus is, werd meegenomen naar musea. Uit het boek: „Onze vakanties stonden in het teken van Dali’s surrealistische lippenbank, overweldigende tempels in India en naakte marmeren lijven in het Italiaanse Uffizi. Dit is achteraf gezien een extreem privilege, maar op dat moment lagen mijn broer en ik eerlijk gezegd soms liever aan het zwembad.”

Het werkte wel: ze keken, stelden vragen, dachten na over wat ze zagen: „Wat zie je, welke kleur is dat? Als je onbevangen kijkt ontstaat er vanzelf een verhaal, een sprookje dat je betovert.” Dat verhaal – of die verhalen – ging ze na haar studie verspreiden via het ‘intersectioneel feministisch’ kunstplatform The TittyMag, haar afstudeeronderwerp was het beeld van de vrouw in fotografie. Ze maakt podcasts, verstuurt nieuwsbrieven, post op sociale media, verzorgt trainingen, cureert exposities, schrijft (ook voor NRC) recensies.

Cathelijne Blok
Foto Passian Smit

En nee, vindt ze: een papieren boek is niet old skool. „Er kunnen nooit genoeg boeken over kunst zijn, hoe meer hoe beter. Dat ze je omringen, dat je ermee wordt bestookt.” Daarnaast: „Dit boek is ook bedoeld als duwtje in de rug. De meeste disciplines die ik beschrijf zijn vormen van kunst die zichzelf nog vaak moeten verdedigen. Mensen vinden ze lastig, ingewikkeld of overbodig. Maar juist deze kunst zorgt voor nieuwe verhalen en inzichten.”