Dilemma’s door de doorstroomtoets: scholen doen met tegenzin mee of haken af omdat ze de toets niet meer vertrouwen

Schooldirecteur Eva Naaijkens heeft het „helemaal gehad” met het toetsen van leerlingen in groep 8 van de basisschool, om hun niveau voor de middelbare school vast te stellen. De doorstroomtoets die vanaf deze week weer wordt gemaakt, door meer dan 175.000 basisschoolleerlingen, heeft volgens de directeur van de Alan Turingschool in Amsterdam veel te veel gewicht gekregen. „Het is een high stake toets geworden”, zegt ze.

De toets in groep 8 wordt sinds vorig jaar niet meer gebruikt als vrijblijvende ‘second opinion’ voor het voorlopig schooladvies dat de leerkracht heeft gegeven, maar is leidend geworden. Als uit de doorstroomtoets een hoger middelbare schoolniveau komt dan de leerkracht heeft geadviseerd, moet het schooladvies in principe worden bijgesteld. De Alan Turingschool doet dit jaar wel weer mee met de verplichte toets, maar met tegenzin. En Naaijkens is niet de enige die er zo tegenaan kijkt.

Deze week werd bekend dat vier basisscholen in Noord-Holland de toets niet meer afnemen bij leerlingen, tenzij ouders dat toch graag willen. De doorstroomtoets is volgens deze scholen in Haarlem en Bergen eenzijdig gericht op rekenen en taal, en zegt weinig over de ontwikkeling van kinderen. Ze vinden het onaanvaardbaar dat zij het advies van de leerkracht terzijde moeten schuiven als uit de toets een hoger middelbare schoolniveau komt. De Inspectie van het Onderwijs heeft de scholen een brief gestuurd waarin ze gesommeerd worden de toets alsnog bij alle kinderen af te nemen, op straffe van een boete.

Door het enorme verschil dacht ik: hier klopt iets niet

Eva Naaijkens
schooldirecteur Amsterdam

Er zijn zes toetsaanbieders die in totaal acht verschillende toetsvarianten maken. Afgelopen maandag begonnen de digitale toetsen, op 4 en 5 februari worden de papieren toetsen afgenomen. Honderden scholen zijn dit jaar overgestapt naar een andere toets dan vorig jaar.

Geen spijt van adviezen

Eva Naaijkens zwengelde vorig jaar het debat over de doorstroomtoets aan. Ze trad naar buiten met de tegenvallende resultaten van haar school. „Ik heb er een bericht over gepost op sociale media”, vertelt ze. „Dat vond ik best lastig, want ik wilde natuurlijk niet dat mensen gingen twijfelen aan de kwaliteit van onze school.” Haar bericht maakte een stroom van reacties los van scholen die ook toetsuitslagen hadden gekregen die fors afweken van hun voorlopige schooladviezen. Naaijkens: „Ik begon me steeds meer af te vragen: is het vertrouwen dat ik in de toetsen heb eigenlijk wel terecht? En ik was niet de enige.”

De eindtoets in groep 8, die sinds 2015 verplicht was op scholen, werd vorig jaar vervangen door de doorstroomtoets. Het toetsmoment is naar voren gehaald, van april naar februari, zodat leerlingen hun definitieve schooladvies krijgen voordat ze zich moeten inschrijven bij de middelbare school, in maart. De naam van de toets is ook veranderd. Het idee is dat de toets niet het eindpunt markeert in de ontwikkeling van leerlingen, maar moet helpen bij de doorstroom naar het voortgezet onderwijs.

Maar de belangrijkste verandering is dat scholen sinds vorig jaar in principe verplicht zijn het voorlopig advies dat ze leerlingen hebben gegeven bij te stellen als er een hoger schoolniveau uit de toets rolt. Als een school de bijstelling niet in het belang van de leerling vindt, moet ze dat schriftelijk beargumenteren. Afgelopen jaar kwam 30 procent van de leerlingen in aanmerking voor een bijstelling, en in driekwart van de gevallen ging de school daarin mee. Veel scholen zijn door de afwijkende toetsuitslagen gaan twijfelen. Is er iets mis met hun eigen vermogen om leerlingen een passend advies te geven, of deugen de toetsen niet?

De Alan Turingschool staat volgens Naaijkens bekend als een school die „gewoon goed lesgeven” hoog in het vaandel heeft. Maar tot haar grote verrassing scoorden vorig jaar 10 van de 26 leerlingen in groep 8 bij de doorstroomtoets lager dan hun voorlopig schooladvies. Vooral bij taalverzorging lieten de cijfers een „dip” zien. Bij leerlingen die van school het advies vwo hadden gekregen kwam opvallend vaak een ander niveau uit de toets: havo/vwo. Naaijkens: „Wij waren er 100 procent van overtuigd dat deze kinderen een vwo-advies verdienden, dus we hebben geen spijt van onze adviezen.”

De schooladviezen hoeven niet bijgesteld te worden, dat moet alleen als de scores hoger uitvallen. Maar het is wel vervelend, vindt ze, voor de leerlingen en voor haar school. Want de Onderwijsinspectie gebruikt de scores van de doorstroomtoets ook om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen.

Onderling vergelijken

Het gevoel van Naaijkens dat er iets niet klopte werd nog versterkt doordat zij ook inzage had in de resultaten van een andere school in Amsterdam. Sinds vorig jaar helpt zij bij IKC Tuindorp mee de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Bij deze school pakten de resultaten van de doorstroomtoets juist veel beter uit dan verwacht. Bij de helft van de leerlingen moest het advies verplicht naar boven worden bijgesteld. „Fijn voor de leerlingen en fijn voor de school”, zegt ze, „maar door dat enorme verschil dacht ik: hier klopt iets niet.”


Lees ook

Luister ook de podcast: ‘Citotoets, eindtoets of doorstroomtoets?’

Citotoets, eindtoets of doorstroomtoets?

De twee scholen deden niet dezelfde toets. IKC Tuindorp had gekozen voor Leerling in Beeld van Cito, de Alan Turingschool deed de IEP-toets. Dit jaar heeft schoolbestuur ASKO, waarbij beide scholen horen, alle 35 aangesloten scholen in Amsterdam opgeroepen Leerling in Beeld af te nemen. „Dan kunnen we de resultaten in elk geval onderling goed vergelijken”, zegt Naaijkens.

Toch zou ze liever helemaal willen stoppen met de doorstroomtoets, want die meet volgens haar een te beperkt deel van het onderwijs: zaken als spelling, grammatica en woordenschat. „Als een leerling in groep 8 niet goed kan spellen, heeft dat nauwelijks voorspellende waarde voor vervolgsucces”, zegt ze. „Denk aan kinderen die nog niet zo lang in Nederland zijn. Het is veel te vroeg om leerlingen van elf jaar al te laten voorsorteren voor een schoolniveau. Dan doe je laatbloeiers tekort.”

Een klas op een basisschool is bezig met de doorstroomtoets. Er zijn zes toetsaanbieders die in totaal acht verschillende toetsvarianten maken.
Foto Robin Utrecht/ANP

Niet alle scholen waarvan de uitslagen sterk afweken van de schooladviezen zijn overgestapt naar een andere toets. Ook Jochem Boer, leerkracht van groep 7/8 op basisschool De Lichtboei in het Zeeuwse Westkapelle, keek vorig jaar vreemd op toen de scores van zijn leerlingen binnenkwamen. Het is een kleine school, met tien leerlingen in groep 8 die de IEP-toets maakten. „Ik had er vijf die afweken van het voorlopig schooladvies dat wij hadden gegeven.” In de jaren ervoor was de school „altijd accuraat” met de adviezen. „Nu weken drie adviezen echt fors af. Bijvoorbeeld een leerling met voorlopig advies vwo die bij de doorstroomtoets uitkwam op vmbo tl/gl-havo.”

De landelijke regel is dat adviezen bij een tegenvallende toetsuitslag niet worden bijgesteld. De leerkracht denkt dat dát misschien de reden is waarom vwo-leerlingen soms lager scoorden op de toets. „Voor hen was de toets minder belangrijk.” Voor leerlingen met schooladvies vmbo-basis gold het tegenovergestelde, zegt hij. De Lichtboei vond het te vroeg om conclusies te trekken. „We wilden niet na één jaar al van toets wisselen, we geven het nog een kans”, zegt Boer.


Lees ook

Afwijkende resultaten doorstroomtoets maken leerkrachten onzeker over hun eigen beoordelingsvermogen

Een leerling van groep 8 in Dordrecht bij het maken van de doorstroomtoets.

Normering aangepast

Honderden andere scholen zetten die stap wel. Volgens het College voor Toetsen en Examens (CvTE), dat de kwaliteit van de toetsen moet bewaken, is dat minder bijzonder dan het lijkt. „Bij de eindtoets zagen we dit ook al”, zegt Maaike Beuving, programmamanager primair onderwijs. „Scholen die wat lagere scores haalden op de toets waren eerder geneigd om het jaar erop een andere toets te kiezen. Dat is dit jaar niet vaker gebeurd dan in andere jaren.”

Het is begrijpelijk als scholen overstappen naar een toets die zij beter vinden aansluiten op hun onderwijs, vindt het CvTE. Beuving: „Daar is de keuzevrijheid ook voor bedoeld.” Maar als scholen denken dat de ene toets betrouwbaarder is dan de andere, of dat er uit de ene toets hogere scores komen dan uit de andere, dan hebben ze het verkeerd, zegt ze. „Alle toetsen voldoen aan dezelfde wettelijke kwaliteitseisen. Maar omdat scholen nu verplicht moeten bijstellen voelt het voor veel scholen anders dan in andere jaren.”

Er is wel iets veranderd. Tot vorig jaar waren toetsaanbieders zelf verantwoordelijk voor de normering van hun toets. Sinds vorig jaar doet het CvTE dit. „Vorig jaar is de normering voor alle toetsen gelijkgetrokken”, zegt Natacha Borgers, die zich hier binnen het CvTE mee bezighoudt. „Met ingang van 2024 wordt er enkel en alleen genormeerd op basis van wat wij noemen het gezamenlijk anker. Dat is een set opgaven die in alle toetsen wordt afgenomen. De toetsresultaten zijn daardoor onderling beter vergelijkbaar.”

Toch kan het uitmaken welke toets een leerling maakt. Beuving: „De ene leerling zal misschien gebaat zijn bij een digitale, adaptieve toets, terwijl een andere leerling juist veel fijner werkt in een papieren boekje. Dat kan effect hebben op de prestatie die een leerling laat zien.” Wat ook een rol speelt, zegt ze, is dat „bepaalde scholen vaker voor bepaalde toetsen kiezen”. Bekend is dat Route 8 vaak wordt gebruikt in het speciaal onderwijs. Die leerlingen krijgen minder vaak een vwo-advies.

Kamermotie

De PO Raad, de belangenorganisatie voor het basisonderwijs, pleit ervoor de verschillende toetsen te vervangen door één centrale toets. De Tweede Kamer nam in december een motie aan van D66 om te onderzoeken of dit mogelijk is. Dinsdag bij het vragenuur in de Tweede Kamer spoorde D66’er Ilana Rooderkerk staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs, VVD) aan de motie uit te voeren. „Waarom doet de staatssecretaris hier niets aan?” Paul noemde dat „een boute aanname” en zei er wel degelijk mee bezig te zijn. Ze beloofde de Kamer met uitgewerkte scenario’s te komen. Maar naar één toets gaan is niet makkelijk, waarschuwde ze.

Ze noemde het een „misvatting” dat de school bij de advisering „gekoeioneerd” zou worden door de doorstroomtoets. „Dat is totaal niet het geval.” Scholen hebben „alle vrijheid” om het advies niet bij te stellen als ze dat niet in het belang van de leerling vinden, zei ze. „Uiteindelijk bepaalt de school samen met de leerling en de ouders, met het advies van de doorstroomtoets erbij, wat de meest passende plek is.”


Lees ook

De toetsen op de basisschool doen waarvoor ze bedoeld zijn, zegt staatssecretaris

Doorstroomtoets voor leerlingen op een school in Dordrecht.