N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Demissionair minister Dilan Yesilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid wil Mark Rutte opvolgen als leider van de VVD, zegt ze in een interview met de Telegraaf. Het partijbestuur schuift haar volgens de krant naar voren als voorkeurskandidaat voor het lijsttrekkerschap.
„Wat Mark Rutte voor de VVD en voor Nederland heeft gedaan, is nauwelijks in woorden uit te drukken”, zegt de 46-jarige Yesilgöz. „Het zijn zijn schouders waarop ik mag staan als ik hem op mag volgen als lijsttrekker”.
Naast Yesilgöz heeft vooralsnog alleen Kamerlid André Bosman zich kandidaat gesteld voor het lijsttrekkerschap, maar hem wordt weinig kans toegedicht. Andere mogelijke kandidaten als Klaas Dijkhoff, Edith Schippers en Sophie Hermans hebben de afgelopen dagen aangegeven niet beschikbaar te zijn.
Yesilgöz zegt tegen de Telegraaf Nederland sterker en weerbaarder te willen maken. Ze vindt zichzelf klaar voor het premierschap. „Voor zover je van tevoren helemaal voorbereid kunt zijn op deze rol”. Ze wijst er daarbij op dat ze de afgelopen jaren „veel verschillende portefeuilles” heeft gedaan en „veel politieke rollen” heeft vervuld. „Ik neem inmiddels een berg ervaring mee, inclusief het mij snel eigen kunnen maken van inhoud en informatie. Dat geeft een stevige basis om op verder te werken.”
Politieke loopbaan
Dilan Yesilgöz begon haar politieke loopbaan in 2014 als gemeenteraadslid voor de VVD in Amsterdam na daarvoor actief te zijn geweest bij verschillende linkse partijen, waaronder de SP, GroenLinks en de Partij van de Arbeid.
In 2017 stapte ze over naar de Tweede Kamer en hield zich daar bezig met onder meer emancipatie, klimaat en justitie. In 2021 werd ze staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat in het demissionaire kabinet-Rutte III en in het vorige week gevallen kabinet-Rutte IV minister van Justitie en Veiligheid.
Yesilgöz is van Turks-Koerdische afkomst en kwam op haar zevende met haar moeder en zusje als vluchteling naar Nederland. In de HJ Schoo-lezing zei ze vorig jaar dat de „val van de democratie” in Turkije in 1980 haar leven heeft bepaald en dat ze daarom de democratische rechtsstaat „van onschatbare waarde” vindt.