Eekhoorn-rack met gekonfijte aardappeltjes, wortelpuree en wilde knoflook. Eekhoorn-köfte met zwarte ketchup en kippenekgarum. Kentucky Fried Squirrel. Of gewoon gesmoord met bacon en eekhoorntjesbrood. Al deze gerechten hebben in de afgelopen twee decennia op de kaart gestaan in beroemde Britse restaurants als Royal Mile in Edinburgh.
Eco-bewuste chefs proberen zo bij te dragen aan een oplossing voor het enorme eekhoornprobleem in het Verenigd Koninkrijk. Sinds de Amerikaanse grijze eekhoorn in 1876 geïntroduceerd is, heeft die het land systematisch gekoloniseerd. Ten koste van de Engelse bossen (de schade wordt door de overheid geschat op ruim 2 miljard euro) en van de biodiversiteit, in het bijzonder ten koste van de inheemse rode eekhoorn. Want daarvan zijn er nog een paar honderdduizend over in het wild. Tegenover een geschatte kleine drie miljoen grijze Amerikanen.
Terwijl biologen onderzoeken of de populaties met geboortebeperking kunnen worden ingedamd – met een anticonceptiemiddel verstopt in kuipjes hazelnootpasta, die in vallen staan waar alleen de grijze eekhoorn intrapt – roepen natuuractivisten van het Exmoor Squirrel Project lokale restaurateurs op om grijze eekhoorns op de kaart te zetten. Zelfs de Earl of Home spoorde in het Britse Hogerhuis zijn landgenoten aan om meer eekhoorn te eten: „It might also be helpful if people knew that grey squirrels are extremely good to eat… and I have eaten them.”
Kortom: het is alle hens aan dek aan de overkant van Het Kanaal. De vraag is of het tij überhaupt nog te keren is daar.
In Nederland is het al heel lang verboden om de grijze eekhoorn te houden, transporteren of verhandelen. Heel sporadisch is er de afgelopen jaren een in het wild waargenomen.
Er worden wel veel andere exotische eekhoorns als huisdier gehouden, zo’n dertig soorten volgens de Nederlandse Eekhoornvereniging – van de Costaricaanse bonte eekhoorn tot de oostelijke wangzakeekhoorn en de Prevosts klapperrat. Soms ontsnappen er een paar. Maar die overleven zelden in het wild, zeker in de winter niet, omdat het veelal tropische soorten betreft die niet tegen de kou kunnen of voornamelijk fruit eten.
Van een aantal soorten weten we dat ze wel in de Nederlandse natuur kunnen gedijen. Zo is er bijvoorbeeld in 2019 een zogend vrouwtje van de Amerikaanse rode eekhoorn aangetroffen in het Kralingse Bos en zat er een kleine populatie in het Friese Gaasterland. Een dozijn ontsnapte Pallas’ eekhoorns heeft zich ooit nabij Weert razendsnel gevestigd. Tussen 2000 en 2014 zijn er 250 exemplaren gevangen – de volledige populatie. En in bosgebied De Oude Warande in Tilburg leeft een populatie Siberische grondeekhoorns. „Die zijn in de jaren zeventig ontsnapt uit een oude dierentuin”, vertelt Vincent Elders, bioloog en projectleider landzoogdieren bij natuurorganisatie Zoogdiervereniging. „Ze zijn zeer geliefd bij de burgers en ze lijken zich vooralsnog niet uit te breiden buiten het stadspark, dus de gemeente Tilburg heeft geen plannen om ze te bestrijden.”
Nederland heeft op dit moment geen noemenswaardig exotisch-eekhoornprobleem. Toch maakt de Zoogdiervereniging zich zorgen over komende zomer, laat Elders weten. Dat heeft alles te maken met de invoering van de nieuwe Nederlandse huis en -hobbydierenlijst voor zoogdieren die per 1 juli 2024 van kracht gaat. Vanaf dat moment mogen enkel zoogdieren die daarop staan thuis worden gehouden. Dat zijn er slechts dertig (waaronder gangbare gezelschapsdieren als de huishond, de huiskat en de cavia en hobbyvee zoals paarden, schapen en alpaca’s). Er staat geen enkele eekhoorn op.
Het betekent niet dat iedere eekhoorn per 1 juli direct illegaal is. Er bestaat een overgangsregeling: iedereen die op dit moment legaal een eekhoorn bezit, mag die houden totdat die een natuurlijke dood sterft – mits er zorg voor wordt gedragen dat de eekhoorns zich niet kunnen voortplanten. Ze moeten dus ofwel alleen worden gezet, of samen met enkel individuen van dezelfde sekse, of gesteriliseerd worden. „Dan moeten eigenaren dus actief gaan uitruilen met elkaar, of met al hun eekhoorns naar de dierenarts voor een operatie. De angst is dat sommige eigenaren dat te veel moeite vinden en de diertjes simpelweg vrijlaten in de achtertuin. Daar zijn we huiverig voor”, aldus Elders.
De nieuwe lijst moet de verspreiding van invasieve exoten indammen. Voorheen werden steeds specifieke hoogrisicosoorten verboden. Om te voorkomen dat de dierenhandel vervolgens snel overschakelt naar een andere (onder)soort, totdat ook die weer officieel wordt verboden – zoals het bijvoorbeeld ging met de roodwang, de geelwang en de geelbuikschildpadden – wordt nu simpelweg gezegd welke soorten je mag houden. De rest is per definitie verboden.
Dat is een stap vooruit in de strijd tegen invasieve exoten, maar het kan op de korte termijn dus een averechts effect hebben, als dat betekent dat eigenaren de dieren moedwillig vrijlaten. De Eekhoornvereniging is er logischerwijs helemaal niet blij mee: „Dit betekent het einde van onze hobby”, zegt bestuurslid Peter de Koning gelaten. Hij erkent het risico van de exoten wel. „Maar wij zien meer in houderijvoorschriften.”
Hoeveel exotische eekhoorns er in Nederland zijn, wordt nergens bijgehouden. Van de 77 leden van de Eekhoornvereniging hebben de meeste een of twee eekhoorns thuis, maar sommige ook wel twintig, zegt De Koning. Onder de leden zijn de meest gehouden soorten de Chinese gestreepte boomeekhoorn, de Amerikaanse rode eekhoorn, de prevosteekhoorn en de Japanse lis. De laatste twee zullen niet in het wild overleven, denkt De Koning: „De prevost is een tropische eekhoorn en de Japanse lis zit al zo veel generaties in de volière en dus in het domesticatieproces, die zal niet makkelijk zijn eigen eten vinden. Van de Chinese gestreepte boomeekhoorn is ooit een ontsnapt koppeltje uitgegroeid tot een kleine populatie. Maar die hebben het niet gered, want deze soort is heel inteeltgevoelig.”
De Zoogdiervereniging is onder meer alert op de Pallas’ eekhoorn, de Amerikaanse rode eekhoorn, en toch vooral de Amerikaanse grijze eekhoorn. Dat zijn soorten uit een vergelijkbaar klimaat en waarvan we weten dat ze sterk invasief kunnen zijn, vertelt Elders. „De grootste zorg is dat ze de inheemse rode eekhoorn wegconcurreren. Omdat ze zich sneller voortplanten, omdat ze ziektes overbrengen, of omdat ze mogelijk op andere tijdstippen actief zijn en daardoor minder predatiedruk ervaren. Of omdat ze het voedselaanbod misschien beter benutten.” Zo is de grijze Amerikaan bijvoorbeeld beter in staat dan de inheemse rode het looizuur in eikels te verteren.
Zelfs als er veel eekhoorn worden vrijgelaten, dan moeten twee eekhoorns van tegengestelde sekse elkaar nog weten te vinden én de eerste winter overleven. De kans daarop mag gering zijn, het listige is dat áls het gebeurt, de gevolgen heel groot kunnen zijn. Eekhoorns worden niet actief gemonitord, dus natuurbeschermers zijn afhankelijk van waarnemingen van particulieren. Nu laten eekhoorns zich niet makkelijk zien. De burger moet dan ook nog opmerken dat het om een exotische soort gaat én de moeite nemen om dat te melden. Tegen de tijd dat exotische eekhoorns vaker worden opgemerkt, is de kans groot dat de populatie zich al gevestigd heeft.
„De beste remedie tegen invasieve exoten is en blijft vroege signalering, erbovenop zitten. Dan kun je snel handelen en de beestjes wegvangen, voordat het er te veel zijn”, zegt Elders. Hij roept daarom iedereen op om waakzaam te zijn deze zomer: „Als je een exotische eekhoorn ziet, meld het direct bij de Zoogdiervereniging, of op waarneming.nl of telmee.nl.”
Alles meegewogen lijkt de Amerikaanse rode eekhoorn de beste papieren te hebben om zich te vestigen. Voor de leek lijkt die namelijk nogal op de gewone rode eekhoorn (de Amerikaanse is iets kleiner en heeft geen pluimpjes op de oren). Die heeft dus de grootste kans om lang onder de radar te blijven.
Mocht het onverhoopt zo ver komen dat die rode Amerikaanse eekhoorn actief bestreden moet worden, is het dan zinnig om ze bij de poelier te leggen?
Om met de Earl of Home te spreken: zo’n gek idee is het niet. In het VK zijn de grijze gewoon te bestellen. Je moet wel van wild houden. De meeste chefs zeggen dat je ieder recept voor wild konijn een-op-een op eekhoorns kan toepassen. Die grote grijze eekhoorns zijn inderdaad goed op dezelfde manier te verdelen (voorpoten, zadel, achterpoten) en te stoven. Ze staan qua smaak wel een treetje hoger op de wildladder.
Ik weet niet hoe lang de twee individuen die ik vanuit het VK naar Nederland heb laten komen al hadden gehangen voordat ze waren ingevroren, maar ze waren een stuk ‘wilder’ van smaak dan het gemiddelde wilde konijn – niet dat leverige of poeperige van haas, meer een musky knaagdierengeur, alsof je het hok van de hamster in de verte ruikt. In een rosé gebraden rugfiletje is me dat iets te heftig. Maar het leent zich goed om te braden en stoven met stevige en zoete smaken, bijvoorbeeld in een saus van fruitig-zoete cider en flink wat lepels pittige mosterd, afgebonden met crème fraîche.
Het smakelijkste eekhoorngerecht dat ik tot nu toe heb gegeten, was op Bali (buiten de kaart) bij restaurant Nusantara. Het Balinese boomeekhoorngehakt was in mijn herinnering milder dan die grijze, maar stond alsnog stevig in de schoenen bij het geweld van een superaromatische boemboe bali, geroosterd als sateh lilit op een stengel van wilde gember. Soms kun je exoten het best exotisch bereiden.