De kunst is om te kijken, maar niet te zien. Om je ogen zó snel over het beeld te laten glijden, dat er niets blijft steken in je hoofd. Geen gedachte, geen gevoel, geen herinnering.
Naomi – witte blouse, glanzende nagels, zwarte lakschoenen met gesp – laat zien hoe dat moet. Ze opent een lijst met honderden meldingen die de afgelopen dagen binnen zijn gekomen op het kantoor van het meldpunt in het centrum van Amsterdam. Uit de beschrijving kan ze al een beetje opmaken waarover het gaat. Mentaal voorsorteren is belangrijk, weet ze. Je moet je schrap zetten.
Eerst kijken naar de afzender. Komt de melding van een willekeurige burger die iets tegenkwam op internet, dan kan het nog alle kanten op. Dan kan het ook porno met volwassenen zijn, of met dieren, of om ‘gewoon’ extreem geweld. Is het beeld doorgestuurd door een meldpunt uit een ander land, dan gaat het vrijwel zeker om illegaal materiaal – minderjarig dus. Soms staat erbij: known victim.
Bezoekers van het meldpunt mogen nooit zonder kloppen binnenkomen.
Beelden Jaap van Heusden en Jefta Varwijk
Je moet ook kijken op welke webpagina het plaatje of filmpje is gevonden. Die woorden geven al wat prijs over wat je te wachten staat. Teens staat er dan bij, of gore of rape. Maar het belangrijkste zijn de thumbnails, de kleine plaatjes die je voorbereiden op wat je straks gaat zien: bloed, mishandeling, een baby. Dat soort beelden komen niet elke dag langs, maar als je jezelf niet goed wapent is een paar keer per maand genoeg om je van de rails te duwen.
Ze klikt de bovenste melding aan, een filmpje. Geluid uit, want je wil niks horen. Voor het bezoek van de verslaggevers praat ze hardop – wat ze liever niet doet, want dan onthoudt ze het beter. „Ik zie een meisje, ik denk thuis, kamer, ontbloot bovenlichaam. Ik spoel door, ik hoef niet de hele video te zien. Ik zie een beetje borstvorming, ze is in de puberteit. Ze is met zichzelf bezig. Ik zet deze niet op baseline, de ergste categorie die in elk land strafbaar is, maar wel op national, illegaal in Nederland.” Ze klikt het filmpje weg, het hostingbedrijf waar het beeld staat zal een verwijderverzoek van haar krijgen. „Nooit langer kijken dan nodig.”
Volgende.
„Ik zie een jongen met waarschijnlijk sperma in het gezicht. Grootte van handen en spiervorming: puber. Ik gok vijftien, zestien. National.”
Volgende.
„Ik zie een filmpje, een Aziatisch meisje onder de tien, thuis gefilmd. Er worden seksuele handelingen bij haar gedaan. Ik hoef dit niet verder te kijken. Baseline, dit gaat naar Interpol.”
Volgende.
„Ik zie een vrouw die een dildo bij zichzelf inbrengt. Haar schaamhaar is in een driehoek geschoren. Niet illegaal.”
Volgende.
„Ik zie een meisje in een slaapkamer, ik denk een jaar of zestien, zeventien. Ze begint zich uit te kleden. Haar tepels zijn nog niet volledig volgroeid, nog niet de vorm van achttien-plus. Ze zit waarschijnlijk voor de webcam, ze is naakt aan het dansen. Niet heel heftig, national.”
Volgende.
Volgende.
Volgende.
Whiteboard
Het verbaast haar zelf ook dat ze dit verdraagt. Honderden beelden per dag, vier dagen per week in de vakantie, drie dagen per week als haar studie weer begint. Ze zit achter haar computer, scherm weggedraaid van de bezoekers, want die hebben geen speciale ontheffing van het Openbaar Ministerie om strafbaar materiaal te bekijken. Links van haar ligt een groot origamiboeket, rechts staat een potje handcrème. Het bureau is schoongepoetst en geordend.
Vrijwel niks in het kantoor wijst op het werk dat Naomi en haar collega’s hier doen. In de kast staan bordspellen, aan het plafond hangen vlaggetjes en ballonnen, de wanden zijn vrolijk geel geschilderd, alsof het iets goed moet maken. Aan de muur hangt een groot bord waarop de teamleden hun persoonlijke doelen voor komend jaar hebben opgeschreven. „Gitaar leren spelen” staat erop, en „solo reizen”. Het enige dat iets verraadt is een whiteboard aan de muur met daarop de kenmerken van kinderen per leeftijdscategorie. „Jongen prepubescent: minimaal schaamhaar en penislengte nog niet ontwikkeld”, staat erop. „Meisje: clitoris nog gezwollen en licht van kleur.” „4 tot 11 jaar: melktanden wisselen.”
Haar ouders waren bezorgd toen ze begon, maar het gaat goed. Heel soms komt een beeld terug in een droom. Ze weet inmiddels hoe ze werkt. Bij zeer gewelddadige video’s of – ze wil dit allemaal niet hardop uitspreken – heel jonge kinderen dwingt ze zichzelf om geen vragen te stellen. Niet: hoe is dat kindje zo vroeg al hier terechtgekomen? Niet: waar zijn de ouders? Als ze merkt dat ze gaat rillen, pakt ze haar studieboeken voor haar master cybersecurity governance of vouwt ze verder aan haar origamiboeket. En na het werk gaat ze naar de sportschool. Zo lukt het.
Het is niet dat ze hier moet zijn. Ze wíl dit werk doen. Ze heeft altijd de drang gehad om iets te doen, iets te betekenen. Dat kan hier.
De markt is onverzadigbaar
Dit is het meldpunt kinderporno van Offlimits, een private stichting die in de jaren negentig is opgericht door de Nederlandse hostingbranche om het zwaar vervuilde Nederlandse internet op te schonen. En vuil is het. Nergens op aarde wordt zoveel CSAM – child sexual abuse material – gemeld als in Nederland, de grote Nederlandse hostingsector is de mondiale spil. Vorig jaar stond een derde van alle meldingen van kinderporno wereldwijd op Nederlandse servers, en 60 procent van de Europese meldingen.
Het verbaast haar zelf ook dat ze dit verdraagt. Honderden beelden per dag, vier dagen per week in de vakantie, drie dagen per week als haar studie weer begint
Dat opschonen doet het meldpunt: zes jonge analisten en hun teamleider. Zij bekijken en beoordelen alle gemelde plaatjes en filmpjes. De meldingen komen van burgers of ze zijn doorgestuurd door één van de 53 aangesloten meldpunten in andere landen. Dat gebeurt als de beelden niet op servers in dat land blijken te staan. Is de persoon op het beeld evident minderjarig en is er sprake van seksueel misbruik, dan stuurt het meldpunt een verwijderverzoek naar het Nederlandse hostingbedrijf waar het staat. Die moet het binnen 24 uur offline halen, zo hebben de bedrijven dat onderling afgesproken, althans, de goedwillenden. Het hele proces gaat grotendeels buiten de politie om, want die heeft nauwelijks tijd of wettelijke mogelijkheden om hostingbedrijven aan te pakken.
Loisanne, Quinten, Eko en Naomi. Samen met nog twee andere collega’s bekijken en beoordelen ze meldingen van kinderporno.
Beelden Jaap van Heusden en Jefta Varwijk
Het werk is nodig, want kinderporno is al lang geen randverschijnsel meer. De markt voor online kindermisbruik is onverzadigbaar gebleken. Het woekert als onkruid in alle uithoeken van het internet, duizenden beelden die elke dag worden gedeeld, gekopieerd, aangevuld met nieuwe. Naomi en haar collega’s beoordeelden vorig jaar 535.802 plaatjes en filmpjes. Meer dan de helft bleek strafbaar.
800 Rapporten
Donderdagmiddag na de lunch. Eko tokkelt op een groene gitaar, Quinten gaat met een plantenspuit de reusachtige bladeren van de monstera in de hoek te lijf. Het hele team is er vandaag: Naomi, Eko, Quinten, Jordan, Loisanne en Vanity, en het is lawaaiig op kantoor, iedereen is druk. Als een pingpongbal stuitert het gesprek over de bureaus. Is Netflixserie Baby Reindeer de moeite waard? Waarom is het reisadvies voor Papoea eigenlijk rood? Wordt het vanavond lavacake als toetje?
„B-b-b-baseline!” Quinten, die alweer achter z’n scherm zit, klikt monter een melding uit de zwaarste categorie weg.
Weg met de gitaar, de radio gaat aan, de Eagles. Vanity – uit de zorg, maar dat werd saai – zwiept met een vliegenmepper in het rond. Eko laadt een traag filmpje. Hij heeft daar een hekel aan, je weet nooit welke ellende er komt, en niks zo stressvol als daarop wachten. Loisanne, op andere dagen masterstudent psychologie, is tevreden. Ze heeft een productieve dag. Vanochtend stonden er achthonderd rapporten open, nu nog maar 235. What the fuck ga je doen, had haar moeder gevraagd toen ze vertelde dat ze hier ging werken. Maar ze heeft hier zelfvertrouwen gekregen, dat vindt haar moeder tenminste. Ze geeft nu zelfs trainingen aan Europol, zoiets had ze vroeger nooit gedurfd.
Het is een gekke dag, want het is de laatste keer dat het team compleet is. Twee van de zes gaan weg. Quinten, die als militair twee keer op uitzending is geweest, gaat naar de Marechaussee, hij wil naar het zedenteam. Jordan, afgestudeerd criminoloog, wil nog niks kwijt over haar nieuwe baan. Ze heeft voor het afscheid mokken geregeld voor de groep. ‘Team Toko’ staat erop. Bijna iedereen heeft wortels buiten Nederland: Surinaams, Javaans, Moluks, Duits, Vietnamees. Of dat toeval is, weet ze niet.
Online kindermisbruik woekert als onkruid in alle uithoeken van het internet, duizenden beelden die elke dag worden gedeeld, gekopieerd, aangevuld met nieuwe
„Het is wel gek als ik zeg dat ik het ga missen”, zegt ze met haar neus in het scherm. „Nog één dagje bijtanken, mensen, éven goed die laatste beelden in mijn hoofd prenten.”
Ze kwam hier 2,5 jaar geleden, uit nieuwsgierigheid, maar ook omdat ze slecht tegen onrecht kan. Dat had ze als kind al. „Ik zei er altijd wat van als iemand werd gepest.” Maar haar empathisch vermogen is „selectief”, zegt ze. „Ik kan niet in het kantoor hiernaast bij Stop it Now gaan zitten luisteren.” Dat is de hulplijn van Offlimits voor mensen die worstelen met het verlangen om kinderporno te bekijken. Ze wipt boos op haar stoel. „Nee, nee, dat gaat niet meer.”
Het team moet nu nieuwe mensen vinden. Het meldpunt plaatst er vacatures voor op Indeed. Ze hebben al wat nieuwelingen op proef gehad, maar de één kon de beelden niet aan en de ander de drukte en de grappen niet. Die beelden zijn niet allemaal even erg, benadrukt het team vaak. Het is heus niet zo dat ze de godganse dag extreme kinderporno zitten te kijken. Veel beelden zijn ambigue, op de grens. Ze zijn suggestief, door een tiener zelf opgenomen of, dat zie je steeds vaker, AI-gegenereerd.
Een tekening van een jong kind tegen een volwassen penis aan? Niet illegaal.
Een nudistensite? Dat mag in Nederland, ook als er blote kinderen op staan. Maar je moet je wel op deze site abonneren, toch een beetje gek. Niet illegaal.
Een jong meisje in badpak op handen en voeten, de foto van achter genomen? National, dit is geen normale pose.
Een tienerjongen die seks heeft met een tienermeisje? Of zijn ze net achttien? Tja.
Een meisje van een jaar of acht, bloot, dat aan haar eigen voet zuigt? National.
Een kindje dat wordt gebadderd door haar vader? Het staat wel op een website met ook volwassenenporno en kindermisbruik. Maar met het badderende kindje zelf is niks mis. Niet illegaal.
Afreageren
De anderen zien op tegen het vertrek van Jordan en Quinten. De springerige, vrolijke Quinten brengt luchtigheid en hij kan alles hebben. Beelden die anderen niet verdragen, beoordeelt hij, het glijdt makkelijker van hem af. En Jordan is opmerkzaam. Zij ziet het wanneer iemand verstrakt of volschiet, en dan komt ze even bij je.
Je kunt hier niet te lang werken, dat weet iedereen. Heb je slecht geslapen of is je relatie uit, dan komen de beelden harder aan. Je moet je daarom wapenen. Nooit in je eentje beelden bekijken. Om de paar maanden naar de psycholoog. Na maximaal drie jaar een andere baan zoeken. Vaak afreageren. Jordan bokst in de boksschool van haar vader en heeft een seizoenskaart van Ajax, lekker schreeuwen met vrienden. Quinten zit vaak in de sportschool, Eko werkt op dinsdagmiddag in een kattencafé. Met Naomi, spinnenliefhebber, gaat hij naar gabberfeesten. Op kantoor wordt veel gesnackt. Maar niet tijdens het analyseren, dan krijgt bijna niemand een hap door z’n keel.
Eko heeft expres een heel klein koffiekopje, zodat hij vaker naar de automaat loopt.
Op kantoor wordt veel gesnackt. Maar niet tijdens het analyseren, dan krijgt bijna niemand een hap door z’n keel
Ze lachen vaak met elkaar. Om bizarre mangatekeningen, om seksverhalen, die soms ook worden gemeld, en die ze elkaar met een Duits accent voorlezen.
Quinten kijkt moeilijk naar z’n scherm. De thumbnails leken helemaal niet op de filmpjes erachter. „Eerst zag ik baby’s, maar het bleken oude vrouwen.” Eko, empathisch: „Ja, dat is ook niet prettig om te zien.”
Scully-dossiers
Volgende.
„Ik zie een meisje, jaar of vier, ze heeft een maskertje op, ze is niet te herkennen. Ze wordt gepenetreerd. Niet verder kijken. Baseline.”
Volgende.
„Ik zie een meisje van een jaar of acht dat iemand oraal aan het bevredigen is onder de douche. Gedeeld in een Telegramgroep met 16.000 leden. Baseline.”
Volgende.
„Ik zie een klein jongetje, een peuter, hij wordt gepenetreerd met een vinger van een volwassene.”
Volgende.
De sfeer is zwaarder vandaag, geen ruimte voor grappen. Er kwam net een filmpje van Telegram langs waarin een hand werd afgehakt. Telegrams Europese servers staan in Nederland. Met geweld hoeft het meldpunt niks, maar het zit nu mooi wel voor altijd in hun hoofden, ze zijn er nijdig over. Afgelopen week kwamen er ook beelden uit de ‘Scully-dossiers’ langs, zo heten die. Dat zijn de akeligste beelden van hurtcore – gewelddadige kinderporno – die er zijn, de beruchte maker Peter Scully zit levenslang vast op de Filippijnen. Loisanne kreeg ze te zien. Ze droomde er niet over.
Het team is gehard. Maar soms, en je weet nooit wanneer, zie je iets dat als zoutzuur door je huid brandt. Bij Eko is het een kind dat hij sinds hij hier werkt, al vijf keer is tegengekomen. Een meisje van zes of zeven in een roze pyjama, ze wordt verkracht in verschillende settings. Op de trap, in de kamer, professioneel gefilmd. De kunst is om géén verhaal van haar te maken, om niet over haar te denken. Maar hij herkent haar meteen als ze in een nieuw gemeld filmpje zit, hij weet precies hoe ze eruitziet.
Er zijn dagen dat hij zich verloren voelt, ontheemd. Soms heeft hij een kort lontje, zegt hij, dan zou hij iemand op straat in elkaar willen slaan.
Bij Quinten, die doorgaans alles verdraagt, slaat het soms ook naar binnen. Vooral als in een filmpje de camera even draait naar het gezicht van een kind, „want dan zie je het verdriet”.
Er zijn dagen dat hij zich verloren voelt, ontheemd. Soms heeft hij een kort lontje, dan zou hij iemand op straat in elkaar willen slaan
Niemand van het team heeft zelf kinderen. Naomi snapt dat wel. Vorig jaar, toen ze hier begon, wilde ze nog moeder worden, maar dat is veranderd. „Ik weet het niet meer. Ik denk er veel over na. Ik neem nu dingen mee in de berekening. Ik zou het moeilijk vinden om mijn kinderen achter te laten. Wie is er te vertrouwen? Wat gebeurt er op de crèche? Ik denk bij mannen op straat: doe jij dit ook? Kom jij hier mee weg? Wij zien het slechtste van het slechtste.”
Misschien komt het verlangen nog terug. Ze staart over haar scherm. „Dan wil ik dat mijn kinderen gebarentaal leren voor ze kunnen praten. Zodat ze kunnen zeggen als er wat is.”
Apathie maakt woedend
In een café achter het meldpunt willen de teamleden los van elkaar meer vertellen over hoe het werk er inhakt. Maar liever niet met naam, die erfenis willen ze niet meedragen. Eén vertelt over de EMDR-therapie voor tien beelden die bleven kleven, van gezichtjes vol sperma, vertrokken van pijn. Eén heeft nachtmerries, soms wel drie keer in de week, waarin alles door elkaar loopt: de beelden, het kantoor, de collega’s. Eén vertelt over de veel te harde uitval naar een collega, iets dat maanden in de lucht bleef hangen, ondanks de sorry, ondanks het wederzijdse begrip. Over het onvermogen om zonder scepsis te kijken naar een vader die met zijn kind speelt in de metro. Allemaal vertellen ze dat het werk prikkelbaar kan maken, wat er in hun lijf gebeurt als iemand op straat tegen hen aanbotst.
Maar het zijn niet alleen de beelden. De desinteresse bij anderen weegt soms nog zwaarder. Elke ochtend checkt het team de openstaande meldingen. Soms blijken hostingbedrijven dan slechts zestig van de 2.744 verwijderverzoeken te hebben ingewilligd. Notoire weigeraars krijgen een brief van de politie, maar dat levert vaak niks op. Er gebeurt helemaal niks: er komt geen boete, de politie gaat niet langs, het bedrijf gaat niet dicht, niemand wordt opgepakt. Die apathie, díé maakt woedend.
Soms speelt Eko achter zijn bureau op z’n gitaar mee met de grootste hit van de Manic Street Preachers op YouTube. „And if you tolerate this, then your children will be next.”
Op zulke dagen dringt zich een akelige gedachte op, één die ze liever terugduwen. Weegt het nut van hun werk wel op tegen de zwaarte ervan?
Waarom moeten zij, als ze een webpagina met zesduizend smerige plaatjes aantreffen, elk van die plaatjes individueel bekijken en hopen dat ze één voor één verwijderd worden. Hoeveel sneller zou het gaan als ze tegen een hostingbedrijf kunnen zeggen: dit is een verziekte website of een kwaadaardig forum, haal het eraf. Of: stuur deze malafide klant weg. Of als ze bij de politie zouden kunnen melden: trek de stekker uit dat hostingbedrijf, of uit het datacentrum waar het een plek huurt, want daar vinden we keer op keer rotzooi?
Handjevol bedrijven
Ze weten het antwoord zelf wel. De technische realiteit is dat kinderporno niet zomaar op internet staat. Het resideert in een doelbewust rommelig geweven web van naar elkaar verwijzende sites, fora en image hosts, dat elke dag, elk uur, verandert. Elk plaatje in zo’n verzameling kan op een andere server staan, in een ander land, verstopt achter VPN’s en logins. Aan wie richt je een verwijderverzoek?
Bovendien mag de politie niet zomaar de stekker uit een bedrijf trekken. De wet zegt dat hostingbedrijven in beginsel niet verantwoordelijk zijn voor wat klanten op de servers zetten, zoals postbodes dat niet zijn voor wat er in brieven staat die ze rondbrengen. De lat ligt zo hoog. Pas als er evident illegaal materiaal is aangetroffen én dat onder de aandacht is gebracht, moet een hostingbedrijf het verwijderen.
De wet zegt dat hostingbedrijven in beginsel niet verantwoordelijk zijn voor wat klanten op de servers zetten, zoals postbodes dat niet zijn voor wat er in brieven staat die ze rondbrengen
De meesten doen dat. Dat Nederland toch wereldwijd bovenaan staat als vindplaats van kinderporno, komt door slechts een handjevol bedrijven. Daar zijn de meeste plaatjes te vinden en daar wordt het slechtst geluisterd naar het meldpunt. De beelden blijven er eindeloos staan.
Bij het meldpunt willen ze niet zeggen wie die bedrijven zijn, dat is niet hun taak. Maar uit gesprekken en zwarte lijsten van het ministerie van Justitie kan NRC de namen halen. Het zijn buitenlandse hostingbedrijven als Amarutu/Koddos en Knownsrv. Ze zijn klant van datacentra van bijvoorbeeld Serverius in Dronten of Nforce in Steenbergen, waar meer kwaadwillende partijen onderdak hebben gekregen, zoals neonazistische sites, of Russische beïnvloedingscampagnes.
De teamleden weten heel goed dat veel werk zou verdampen als deze bedrijven zouden worden aangepakt. Maar het gebeurt niet. Dus werken ze door.
Eko heeft er vrede mee dat hij in ieder geval íéts doet. „Het is klein, ik werk een lijst af. Maar het is ook concreet. Elk plaatje dat weg is, is weg.” Dit werk geeft hem meer voldoening dan zijn vorige baan bij een bank. Nee, hij weet niet of zijn eigen adoptieverleden meespeelt, hoe moet je dat weten over jezelf? Misschien, vast wel. „Dat kind dat zichzelf niet kan verdedigen, daar gaat het me om.”
Loisanne peinst over de vraag. „Als we dit werk niet deden, was nooit bekend geworden hoe groot dit probleem is. Wij weten het. Wij hebben het allemaal gezien.”
Om de pijn heen navigeren
In Chinees restaurant Far East op het Ananasplein in Amsterdam Noord wordt een reusachtige ijscoupe met knetterende sterretjes op tafel gezet. Quinten zwaait met z’n armen, de rest joelt. Ze vieren zijn verjaardag en dat ze nog met z’n allen zijn. Een bejaarde vrouw rijdt op een scootmobiel langs en toetert naar binnen. „Adult”, zegt Quinten. „Jahaa, ik ben een professional, ook in mijn vrije tijd.”
Ze zijn melig en melancholisch. Aan tafel moet het niet over het werk gaan, beslist niet. Het gesprek navigeert zorgvuldig om alle pijn heen die ze vandaag zagen, het lijden, de gekte, de eindeloze stoet kinderen in angst en ellende.
Ze halen liever herinneringen op. Over hoe Jordan buiten op de Nieuwezijds zwervers Melbatoast en thee ging geven en hoe Eko zich bij de kerstborrel met een sigaret op de brandtrap had opgesloten en dat niemand hem hoorde en hij op de achtste naar binnen moest klauteren. Over hoe saai en grijs de andere meldpunten in het buitenland zijn en dat er geen meldpunt is zoals het hunne. Weet je nog toen hun foto voor de meldpunt-van-de-maand-verkiezing werd afgekeurd omdat-ie te jolig was? De vrouwen in wapperende jurken met hun vingers in een peace-teken op de Dam, de mannen op elkaars rug.
Jordan laat een filmpje op haar telefoon zien van Eko op de gitaar op kantoor, en zij die erbij zingt, Waves van Mr. Probz.
De zon staat op de ramen, de flessen wijn zijn leeg. Aan het einde van de tafel zitten Naomi en Jordan naast elkaar, hun rug tegen een gezandstraalde glasplaat met goudkarper-taferelen. Ze praten zachtjes met elkaar, terwijl ze voor zich uit staren. Zonder naar haar opzij te kijken vraagt Naomi: „Hoelang denk jij dat het duurt voordat de beelden uit je hoofd gaan?” Jordan geeft geen antwoord.