„Dit is mijn eerste interview ooit”, zegt Gitte Dirks van zestien. De middelste dochter zit aan de lunch, zorgvuldig luisterend naar wat haar vader te vertellen heeft over de gevolgen van de stikstofuitspraak van de rechter, deze week. Tenslotte begint ze zelf ook te praten; betrokken, want ze is eerstejaars student veehouderij. „Toen ik drie was, wilde ik prinses worden. Maar ik heb daarna altijd met dieren willen werken. Ik hoop hier later door te kunnen gaan. Als dat nog mag van alles en iedereen die zich met ons bemoeit.”
Vader Twan Dirks (46) is ongeveer twintig jaar varkenshouder in Loon op Zand, op twaalfhonderd meter afstand van het Europees beschermde natuurgebied Loonse en Drunense Duinen, en op ruim twee kilometer afstand van attractiepark De Efteling. Dirks heeft een zogenoemd vermeerderingsbedrijf; hij houdt zeshonderd zeugen die jaarlijks twee keer biggen werpen, en hij verkoopt de biggen als ze 25 kilo zwaar zijn. Dat zijn er twintigduizend per jaar. Noem het een middelgroot bedrijf, zegt hij.
Zoals veel boeren slaat hij met verbijstering het stikstofdebat gade, dat deze week weer oplaaide door de rechterlijke uitspraak dat het kabinet veel meer moet doen om de kwaliteit van de natuurgebieden te verbeteren, en daartoe de uitstoot van stikstof moet verminderen. Iedereen wijst opnieuw naar de landbouw. Volkomen onterecht, vinden de boeren zelf. Dirks: „Mijn ervaring is dat de schuld eenzijdig op de landbouw wordt afgeschoven.”
Bezoekers van een pretpark
Dirks: „Het mooie van deze rechterlijke uitspraak is dat mensen gaan inzien dat het zo niet langer gaat. Deze uitspraak laat zien dat we in Nederland tegen een betonnen muur aan zijn gelopen. Als je werkelijk reducties wil halen zoals die nu in de wet staan, dan kun je eigenlijk helemaal geen enkele activiteit meer vergunnen. Niet voor industrie. Niet voor de luchtvaart.”
Als de rechter bepaalt dat er zulke enorme reducties moeten worden behaald om de natuur te redden, „dan zullen ook andere sectoren moeten gaan leveren”, zegt Dirks. Hij wijst in de richting van de Efteling. „Ik was laatst op een gemeentelijke bijeenkomst over mobiliteit. Wat in deze omgeving bij een mobiliteitsvisie niet wordt onderzocht, is het effect van de emissies van stikstof van een drukke weg waar veel bezoekers van een pretpark overheen rijden.”
De stikstofdoelen zijn onhaalbaar, meent Dirks, en ook niet realistisch. Want is stikstof werkelijk de enige oorzaak dat de toestand van Europees beschermde natuurgebieden verslechtert? Zijn er dan geen andere oorzaken, zoals verdroging? En is die toestand wel zo slecht? Hoe meet je dat? Daar wordt volgens hem vaak geen onderzoek naar gedaan. „Ik vind de Loonse en Drunense Duinen een mooi gebied. Ik vind dat we hier in een mooie omgeving zitten.”
Het kan ook wel wat minder met die natuurdoelen, zoals de huidige ondergrens van stikstof van 0,005 mol per hectare, meent Dirks. „Andere Europese landen hebben zo’n norm helemaal niet.” Hij kijkt in de richting van een aantal beuken, eiken en notenbomen die om zijn stallen staan. „Ik ga nu een lullige opmerking maken: als de situatie echt zo slecht is, zou hier geen boom tegen de stal aan groeien. Die zouden dood zijn.” Hij trekt zijn wenkbrauwen op. „Het is niet meer reëel, jongens. Wanneer zien we in dat we met z’n allen de verkeerde route bewandelen? Als de politieke partijen dit willen oplossen, moeten ze niet framen, maar samenwerken.”
Zeven jaar gewacht op vergunning
Ga eens na hoeveel reductie van stikstof de landbouw al heeft bereikt, vertelt Dirks. „Sinds ik het bedrijf van mijn schoonouders overnam, bijna twintig jaar geleden, hebben we de emissies met 90 procent verminderd.” Hij wandelt naar de achterkant van zijn stallen, waar in een weiland enkele paarden staan, en wijst naar enkele buizen van een luchtwasser en vraagt of we iets ruiken. Niet zo veel, moeten we bekennen. Oorzaak is een systeem dat hij zelf heeft uitgedokterd. Na uitgebreide bestudering van camerabeelden van zijn varkens heeft hij de stallen zo ingericht dat de dieren vrijwel steeds op dezelfde plek poepen. Dat scheelt flink in de emissies. Daarbij vangt hij warmte en stof van de afgezogen stallucht af voordat deze de luchtwasser in gaat. „Daardoor werkt deze efficiënter.” Maar voor een verdere verfijning van dit systeem wacht hij al ruim zeven jaar op een vergunning.
We geven miljarden uit om plantjes te redden, ten koste van stilstand
De uitspraak van de Raad van State vorige maand compliceert de kwestie nog. Want volgens die uitspraak krijg je als veehouder pas een vergunning voor een emissiearm systeem als je daarvóór een plan maakt om stikstof te reduceren ten behoeve van natuur in de omgeving. Maar zonder vergunning geen reductie, constateren ze bij boerenorganisatie LTO Nederland. Varkenshouder Jos Naalden uit Roosendaal spreekt van een „enorme fout” die Nederland maakt. „We geven miljarden uit om plantjes te redden, ten koste van stilstand. Want eigenlijk zouden er nu ook woonwijken moeten worden afgebroken die de afgelopen vijf jaar zijn gebouwd. Die zijn immers ook gebaseerd op interne saldering, waarover nu met terugwerkende kracht een verbod is uitgevaardigd.”
Ligt het echt aan ons?
Onbegrip tekent ook de houding van Twan Dirks. Zou hij, volgens berekeningen die hij vandaag zelf heeft gemaakt, na de rechterlijke uitspraak nog eens 45 procent verder moeten reduceren? Zelfs als ook andere sectoren meedoen? Dirks: „Er zijn hier in de omgeving al veel veehouderijen verdwenen. De overblijvers hebben de reductiedoelen moeten halen, zoals groenlabelsystemen en emissiearme stallen. Als dan de staat van de natuur nog steeds zo slecht is, ligt dat dan aan ons? Of moeten we het integraler bekijken?”
Lees ook
Nooit meer ‘van zaadje tot karbonaadje’: na veertig jaren stapt boer Hoitink uit de varkens