Deze propaganda-methoden gebruikt Defensie om de publieke opinie te beïnvloeden

Is dit werkelijk Mark Rutte? De Franse communicatiewetenschapper Etienne Augé kon zijn oren niet geloven toen hij eind vorige week hoorde over de eerste grote toespraak die de oud-premier hield in zijn nieuwe rol als secretaris-generaal van de NAVO. „Is dit de joviale politicus die altijd meer geïnteresseerd was in het overbruggen van tegenstellingen dan het creëren ervan?”, vroeg Augé zich af. „Is dit de man die, net als zoveel andere Nederlandse politici, gematigdheid en verbinding als belangrijkste deugden ziet?”

In zijn toespraak waarschuwde Rutte hoe „het gevaar op volle snelheid op ons afkomt”. Hoe de huidige onveiligheid in de wereld „de ergste in mijn leven” is. Hoe president Vladimir Poetin „probeert Oekraïne van de kaart te vegen”. En, als onheilspellend slotakkoord: „We moeten onder ogen zien dat wat in Oekraïne kan gebeuren, ons ook kan gebeuren.”

Inmiddels heeft Augé, die bij diverse universiteiten en instellingen zoals de Erasmus Universiteit en Instituut Clingendael, communicatie en propaganda doceert, de tekst van Rutte rustig kunnen nalezen. Zijn aanvankelijke verbazing ging al snel over in herkenning. „Ik kwam de ene na de andere propaganda-techniek tegen”, vertelt hij via de telefoon vanuit zijn woonplaats Bergen op Zoom. „Sterke overdrijvingen, zwart-wittegenstellingen tussen goed en kwaad, veel ‘deugbegrippen’ zoals vrijheid, veiligheid, welvaart en democratie, die ook nog eens door Rusland ‘verpletterd’ zullen worden. Wauw!”

Dit wordt klassiek studiemateriaal voor studenten, dacht Augé. „Ruttes toespraak past prima naast andere klassiekers zoals de toespraak van George Bush, toen hij in 2003 ten strijde trok tegen de Iraakse dictator Saddam Hussein die ‘met massa-vernietigingswapens de wereldvrede bedreigde’. En naast die van Boris Johnson die met de Brexit van 2021 zijn land zou bevrijden van ‘de tirannie van de Europese Unie’.”

Overdrijvingen, tegenstellingen tussen goed en kwaad, veel ‘deugbegrippen’ als vrijheid, welvaart en democratie: wauw!

Etienne Augé
communicatiewetenschapper

Begrijp hem goed. Ook Augé, die vóór zijn verhuizing naar Nederland in het Franse leger diende, vindt dat Rusland een „brute oorlog voert tegen Oekraïne”, zegt hij. Hij vindt „Poetin een dictator die zijn volk misdadig onderdrukt”. Maar Augé vindt ook dat burgers van Europa, tot wie Rutte zich richtte, zich best mogen realiseren dat het donderdag om een bijzonder soort speech ging. „Dit soort mobiliserende toespraken gaan altijd over iets heel ernstigs dat kán gebeuren, maar misschien wel helemaal níét gebeurt. Ter mobilisatie van landen en burgers ‘voor het geval dat’ worden speciale technieken ingezet zoals het aanjagen van angst en het voortdurend schermen met ‘de goede zaak’. Als er dan vervolgens niets gebeurt, zegt de propagandist: maar goed dat ik heb gewaarschuwd. We waren voorbereid met – inmiddels – een veel groter leger en militair budget.”

Afgelopen september, ruim voor de toespraak van Rutte, zocht NRC contact met Augé met de vraag in hoeverre politici en militairen gebruik maken van propaganda-technieken. Immers, in tijden van oorlogsdreiging is propaganda een geliefd wapen om de vijand te imponeren en het publiek te mobiliseren. „Een van de voornaamste wapens in het arsenaal van de psychologische oorlogsvoering is ongetwijfeld de propaganda”, schreef kapitein der infanterie P.J. Houtzagers al in juli 1954 in de Militaire Spectator, in een terugblik op de oorlog van het Westen tegen communistisch Korea.

Voorjaar 2019 meldde het ministerie van Defensie dat het voor ‘strategische communicatie’ – bedoeld om een specifiek doel te bereiken zoals beïnvloeding van het publiek voor een bepaalde zaak – een nieuwe eenheid had opgericht. Deze communicatie, of beïnvloeding, verloopt ook via televisie- of radioprogramma’s die door veel hoger opgeleiden worden bekeken of beluisterd. Onder hen veel politici, bestuurders, ambtenaren, wetenschappers en journalisten die het publieke debat beïnvloeden.

NRC selecteerde zes interviews in programma’s zoals Buitenhof, Nieuwsuur en Op1 (nu Bar Laat) sinds de Russische aanval op Oekraïne. Het ging om vraaggesprekken met hoge militairen als Rob Bauer (hoogste militair adviseur van de NAVO) en Defensie-ministers als Kajsa Ollongren (D66) en Ruben Brekelmans (VVD). De transcripties van de interviews werden voorgelegd aan Augé. Hij stuitte na bestudering op vier, in zijn ogen typische propaganda-elementen: het archetype van de onschuldige jonkvrouw die door boze machten wordt belaagd, de onmenselijke tegenstander, de domino-theorie en de eeuwige strijd tussen goed en kwaad.

1Jonkvrouw in nood

In Buitenhof prees toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) de strijdvaardigheid van de Oekraïners. „Het is bewonderenswaardig wat zij laten zien”, zei de bewindsvrouw op 15 januari 2023. „Dat komt omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Ze willen onafhankelijk zijn en denken aan hun kinderen van wie ze willen dat die opgroeien in een vrij land. Ze zijn dus ontzettend gemotiveerd, maar wel afhankelijk van ons om ervoor te zorgen dat ze wapens hebben, dat ze munitie hebben, dat ze kunnen blijven vechten, dat hun militairen getraind worden.”

Toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) prijst in Buitenhof de strijdvaardigheid van de Oekraïners, 15 januari 2023.

Het beeld van Oekraïners die vrij en onafhankelijk willen zijn en daarin bedreigd worden door een boze macht, is even krachtig als eenzijdig, zegt Augé. „Oekraïne is namelijk niet alleen een staat die bruut wordt aangevallen. Het is ook een enorm land met een grote krijgsmacht [500.000 tot 1 miljoen militairen] die jarenlang met hulp van de NAVO werd gemoderniseerd. Rusland voelde zich daardoor bedreigd, althans volgens Poetin. Moskou voelde zich gedwarsboomd in haar streven om als grootmacht een eigen invloedssfeer te houden, ongeveer zoals de Verenigde Staten in de jaren zestig en zeventig Latijns-Amerika als hun achtertuin beschouwden en daar geen bemoeials duldden.”

De beeldvorming van Oekraïne door Ollongren staat onder deskundigen bekend als A damsel in distress: een jonge vrouw in nood, vaak te hulp geschoten door een edele ridder te paard. Ter illustratie mailt Augé een plaatje van de Britse politicus Boris Johnson, dat op internet circuleert: afgebeeld als ridder met een Oekraïense vlag om zijn harnas. Als premier bezocht Johnson na de inval van Rusland enkele malen de hoofdstad Kyiv.

2De onmenselijke vijand

Ruben Brekelmans, huidig minister van Defensie (VVD) zei op 5 september 2024 in Nieuwsuur: „De afgelopen twintig jaar hebben we voortdurend een uitgestoken hand naar Poetin gehad. Zelfs nadat Rusland Oekraïne al in 2014 is binnengevallen, hebben we eindeloos met Poetin aan tafel gezeten om weer tot vrede te komen. Hij heeft toen besloten om Oekraïne massaal binnen te vallen. Dagelijks wordt Oekraïne massaal gebombardeerd.”

Mark Rutte zei op 12 december in Brussel: „Poetin wil Oekraïne van de kaart vegen. En hij probeert onze vrijheid en manier van leven te verpletteren.”

De uitlatingen over Poetin en het Russische leger die zich onmenselijk gedragen, doen Augé denken aan Russians, een liedje van de Britse popzanger Sting. Twee jaar nadat toenmalig Amerikaans president Ronald Reagan de Sovjet-Unie afschilderde als een ‘Evil empire’, bezong Sting de overeenkomsten tussen Amerikanen en Russen. „In tijden van groeiende hysterie […] delen we hetzelfde menselijk leven, ongeacht ideologie. Ik hoop dat de Russen ook van hun kinderen houden.”

„Nou”, zegt Augé, „natuurlijk houden Russen van hun kinderen! Wie zou daaraan twijfelen?” Maar doordat Russen in westerse propaganda als brute agressors opduiken, (en Russen omgekeerd hetzelfde doen) wordt het steeds moeilijker elkaar als mensen te zien, zegt Augé.

Hoe belangrijk dat laatste juist is, illustreert volgens hem de Cubacrisis van 1962. Sovjet-Rusland plaatste toen raketten op Cuba, ongeveer 150 kilometer onder de Amerikaanse kust. Augé verwijst naar een interview met de Amerikaanse oud-minister van Defensie Robert McNamara, die vertelde hoe de Amerikaans ambassadeur in Moskou de weg had gewezen uit de confrontatie die de wereld op de rand van de nucleaire afgrond bracht. Ambassadeur Thompson had in zijn tijd in Moskou veel opgetrokken met de Russische leider Nikita Chroesjtsjov. Daardoor kon de diplomaat „in de huid kruipen van de ander en door diens ogen naar onszelf kijken. Zo kunnen we proberen de gedachten te begrijpen die achter de beslissingen en acties van die ander liggen.”

3De domino-theorie

Luitenant-admiraal Rob Bauer zei op 30 oktober 2022 in Buitenhof: „Ik denk dat we hier te maken hebben met een aanval op de internationale rechtsorde. Het gaat namelijk niet alleen om Oekraïne. Als Rusland – lees Poetin – wint in Oekraïne, dan zijn de volgende landen aan de beurt: Georgië, Moldavië.”

Defensieminister Brekelmans zei op 5 september 2024 in Nieuwsuur: „Als Poetin het over zijn imperiale dromen heeft, dan gaat dat over het herstellen van het grote Russische Rijk. Bij dat grote Russische Rijk horen ook Estland, Letland en Litouwen. Daar hoort ook Moldavië bij. Dus dat stopt niet aan de grens met Oekraïne.”

Mark Rutte op 12 december in Brussel; „[Poetins] patroon van agressie is niet nieuw. Maar we hebben te lang niet gehandeld: Georgië, 2008, De Krim 2014. En niemand geloofde dat hij een all-out oorlog in Oekraïne zou beginnen in februari 2022.”

Luitenant-admiraal Rob Bauer in Buitenhof, op 30 oktober 2022.

Propagandisten moeten het niet alleen hebben van versimpelingen, zegt Augé, maar ook van het voortdurend hameren op dezelfde aambeelden. Een bewering die op de keper beschouwd niet meer is dan een veronderstelling, ontwikkelt zich door alle herhalingen tot een zekerheid, voor sommigen zelfs tot feit.

De gedachte dat een agressor die niet tijdig wordt gestopt, almaar doorgaat en andere landen aanvalt, staat bekend als de domino-theorie. Het bekendste historisch voorbeeld: Vietnam. Een reeks Amerikaanse presidenten, te beginnen met Dwight Eisenhower in 1954, John F. Kennedy in 1961 en Lyndon Johnson in 1963, beschreven Vietnam als een vallende dominosteen. „Als we niets doen zullen de dominostenen vallen, en zal dit deel van de wereld de communisten toevallen”, zei Johnson.

De werkelijkheid blijkt (veel) ingewikkelder dan dit simpele, propagandistische schema, zegt Augé. Noord-Vietnam vocht primair een nationalistische bevrijdingsoorlog uit, eerst tegen de Fransen en daarna tegen de Amerikanen. Het land vocht een bloedig conflict uit met de ‘communistische broeders’ in buurland Cambodja. „We zaten gewoon fout”, zei McNamara in zijn terugblik op de Vietnam-oorlog.

Daarnaast zijn domino-theorieën generaliserend, stelt Augé. „Noem mij bijvoorbeeld belangrijke dreigingen die Poetin specifiek tegen Nederland heeft geuit. Die zijn er, voor zover ik weet, nauwelijks geweest. Toch bewapent Nederland zich momenteel sterk.”

Tot slot: de domino-theorie kan tot onnodige escalatie leiden. „Er zal ooit toch weer vrede moeten worden gesloten, of een staakt-het-vuren, waarbij pijnlijke keuzes onvermijdelijk zijn”, zegt Augé. „Dat verhoudt zich slecht tot een theorie die uitgaat van almaar groeiende agressie van de vijand.”

4De strijd tussen goed en kwaad

Trompetgeschal, tromgeroffel. In historisch zwart-witbeeld zien de kijkers van talkshow Op1 de oprichtingsvergadering van de NAVO in april 1949. Een krakende commentaarstem vertelt hoe die is opgericht om vrede, voorspoed en veiligheid te promoten, en te verdedigen tegen de agressieve Sovjet-Unie.

De commandanten van de krijgsmachtonderdelen – allen in uniform – kijken naar de beelden. Ze zijn, op 4 april 2024, uitgenodigd door de redactie van Op1 om samen te praten over 75 jaar NAVO en lessen te trekken voor de oorlog in Oekraïne. „Toch wel een indrukwekkend moment”, zegt presentator Welmoed Sijtsma ter introductie: „De vijf hoogste militairen van het land zo bij elkaar. Wanneer maak je dat nou mee?”

Historische beelden doen een sterk beroep op emoties. Dat werkt vernauwend en laat weinig grijstinten toe

Etienne Augé
communicatiewetenschapper

Augé zag hier twee propagandistische elementen: „De historische beelden doen een sterk beroep op emoties van de kijkers, en ze gaan over de strijd tussen goed en kwaad. Dat werkt vernauwend en laat weinig grijstinten toe.”

Hij denkt terug aan een herdenking in Bergen op Zoom ter gelegenheid van de bevrijding van het West-Brabantse stadje, oktober 1944. „Iedereen had goed zichtbaar een soort embleem op. Wie dat niet had, voelde zich ongemakkelijk en had het gevoel zich te moeten verantwoorden. Wie wil nou niet aan de juiste kant van de geschiedenis staan? Goede propaganda geeft je dat gevoel, zeker als zo veel andere mensen datzelfde doen. Juist dan is het van belang kritisch te blijven nadenken, desnoods als enige.”