Deze politiek actieve jongeren van BBB, Denk en JOVD hebben geen boodschap aan polarisatie

‘If you don’t do politics, politics will do you”, zegt Elika Rehim Zadeh (25), gemeenteraadslid voor Denk in Rotterdam. „Als je je er niet mee bemoeit, zal het je overkomen.” Ze wacht in het Rotterdamse restaurant Burgertrut op twee anderen die net als zij op jonge leeftijd besloten actief te worden in de politiek. Uit haar schoudertas steekt het hoofdlijnenakkoord. In de kantlijn heeft ze aantekeningen gekrabbeld.

Drie jonge politici – van de JOVD (VVD), Denk en BBB Jong – zijn door NRC uitgenodigd voor een rondetafelgesprek.

Na vijf minuten loopt BBB Jong-voorzitter Marije van Velthoven (23) de burgertent binnen en in haar kielzog JOVD-voorzitter Mauk Bresser. Hij stond al even buiten, maar belde en appte aan één stuk door. „Sorry, het is hectisch,” zegt hij op de dag van de kabinetsinstallatie.

Achterin het pand is een leegstaande expositieruimte gereserveerd. In een kringetje op versleten fauteuils en kisten zullen ze drie uur later nog niet uitgepraat zijn over het nieuwe kabinet en de toekomst van de Nederlandse politiek.

Dorp of stad

Marije van Velthoven heeft net een treinreis van twee uur achter de rug. Ze woont bij haar ouders op de boerderij in Noord-Brabant, tegen de dorpskern van Leende aan. Ze hebben koeien. Door de aangescherpte mestregels moest de familie Van Velthoven 8 procent van de veestapel inleveren. „Dat was precies het inkomen van mijn ouders.” Ze besloten te verbreden en insecten te gaan kweken. Ze ziet de problemen in haar sector, de landbouw, en wil vooral door práten in plaats van actievoeren tot oplossingen komen. Daarom sloot ze zich aan bij BBB Jong.

Toen ze acht was, vertelt Van Velthoven, kreeg ze de diagnose autisme. Door „het stempel” werd ze vaak buitengesloten. „Dan ga je jezelf wegcijferen.” Gaandeweg kwam ze erachter: „Ik mag óók zeggen wat ik vind.” Die gedachte hielp haar: ze klom van mbo naar hbo naar een premaster bestuurskunde. In de politiek wil ze bruggen slaan en iedereen eraan herinneren: „Mensen zijn gelijk. Het maakt niet uit wat je achtergrond is, of welke beperking je hebt.”

Van Velthoven wil in Leende blijven wonen. Maar dat is ingewikkeld. Voorzieningen zoals openbaar vervoer verdwijnen, vertelt ze. „En woonruimte is er ook niet.” Leende ligt net onder Eindhoven, welvarende mensen, verhuizen vandaar naar het dorp waar zij al haar hele leven woont, vertelt ze.

Elika Rehim Zadeh luistert aandachtig naar Van Velthoven. Ze studeerde bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit. Ze wist in groep 8 al wel dat ze de politiek in wilde. Ze belandde als stagiair bij de Tweede Kamerfractie van Denk.

Eenmaal bij Denk voelde het heel natuurlijk, zegt ze. „Ik miste politici die opkomen voor mensen met een migratieachtergrond, die ik zelf ook heb. Bij Denk vond ik die.” Rehim Zadehs ouders zijn dertig jaar geleden gevlucht uit Iran. Ze groeide op in Oud-Beijerland, een dorp in de Hoeksche Waard, en verhuisde op haar zeventiende naar Rotterdam. Haar ervaring met het dorpse leven is wat minder positief. Een van de redenen waarom ze uit het dorp vertrok, is „het gebrek aan het bewustzijn over diversiteit en inclusiviteit”.

Grappig, zegt Mauk Bresser (23) van de JOVD. „Ik herken beide kanten.” Hij heeft grootouders uit zowel Oud-Beijerland als Waarle, dat is bij Van Velthoven in de buurt. „Ik ken beide werelden”, zegt hij. Hij is geboren in Rotterdam en verhuisde op jonge leeftijd naar Drimmelen (Noord-Brabant). Hij woont nu in Leiden omdat hij daar International Business Law studeert. Op de middelbare school vond hij debatteren leuk.

Als kind was hij ziek, vertelt hij. Hij had last van epilepsie. Daardoor sliep hij slecht en kon en mocht hij niets. Bresser leerde ook: er is in Nederland heel veel hulp. Daardoor kwam hij er bovenop. „Ik geloof dat er genoeg is om mensen een gelijke startkans te geven. Daarna moet je mensen zo vrij mogelijk laten.” Zo kwam hij uit bij het liberalisme en de JOVD.

Elika Rehim Zadeh, raadslid Rotterdam voor Denk: „Ik vind Nederland ook een gaaf land. Ik ben optimistisch.”
Foto Lars van den Brink

Kabinet-Schoof

Op 22 november won de PVV de verkiezingen. Het kabinet-Schoof wordt gesteund door PVV, VVD, NSC en BBB. Hoe ervoeren Rehim Zadeh, Van Velthoven en Bresser dat?

Rehim Zadeh maakt zich ontzettend veel zorgen, omdat ze racisme en discriminatie genormaliseerd ziet worden. „Vandaag hebben we een morele ondergrens bereikt. Met Marjolein Faber op de bordesfoto.” Ze verwijst naar het feit dat de PVV-minister van Asiel en Migratie in 2020 de term ‘omvolking’ heeft gebruikt in de Eerste Kamer.

Ze is bang dat de toekomst van mensen met een migratieachtergrond er somber uit zal zien. Bang dat de inspanningen van de afgelopen jaren op het gebied van diversiteit en inclusiviteit verloren gaan.

Van Velthoven: „Als je kijkt naar de verkiezingsuitslag, dan maakt een groot deel van de bevolking zich kennelijk zorgen om toenemende migratie.”

Rehim Zadeh: „Jarenlang beleid waarin de asielketen is leegbezuinigd, zodat we situaties als Ter Apel op tv zien, waardoor mensen angstig worden. Maar mensen realiseren zich niet meer hoe dat komt. En dat is omdat het beleid niet op orde was de afgelopen tien jaar. Ook in het hoofdlijnenakkoord worden geen oplossingen voor het asielbeleid neergezet.”

Van Velthoven ziet het anders. Ze heeft het over „dweilen met de kraan open” en instroom die beperkt moet worden om de grote opvangcentra in Ter Apel en Budel te ontlasten. „Ik vind het eigenlijk niet uit te leggen dat Nederlanders tientallen jaren ingeschreven moeten zijn voor sociale woningen, en dat asielzoekers [statushouders] woningen krijgen toegewezen.”

Van Velthoven komt terug op de toenemende discriminatie die Rehim Zadeh ervaart: „Discriminatie is een tekort aan ruimdenkendheid.” Ze laat een korte stilte vallen en vervolgt: „Maar, ik woon dicht bij Budel. Mijn zusje werkt daar in de kroeg. In het dorp loopt de spanning rondom het asielzoekerscentrum soms enorm op vanwege overlast van asielzoekers. Daar ontstaat argwaan door, en heel snel een vooroordeel. Zulke frustraties moeten niet ontstaan, daarom moeten we voldoende opvanglocaties creëren.”

Rehim Zadeh buigt voorover, leunt met haar ene arm op de achterleuning en met haar andere op haar knie. Ze denkt na, en zegt dan: „Ik vind het eigenlijk te bizar voor woorden dat iemand gedrag van nieuwkomers als oorzaak noemt voor discriminatie en racistische denkbeelden.” Verwerpelijk, noemt ze het. Discussie gesloten.


Lees ook

Bestuur JOVD over huidige koers VVD

JOVD-bestuursleden Pim Tolmeijer (links) en Mauk Bresser, die de moederpartij adviseert: „Niet zo terughoudend zijn!”

Hoe denkt Van Velthoven over het hoofdlijnenakkoord? „Ik ben eigenlijk best tevreden met dit kabinet. Het doet recht aan de verkiezingsuitslag. En nu zit er een kabinet dat hopelijk écht keuzes gaat maken. Dat vond ik zo problematisch aan het vorige kabinet.”

Mauk Bresser, voorzitter JOVD: „Als ik kijk naar onderwijs over democratie, dan vind ik het érg summier.”
Foto Lars van den Brink

Bresser reageert: „Ik ben ook blij dat we aan de slag kunnen, maar ik vind dit niet het kabinet van de keuzes. Het investeert niet in de toekomst, maar schuift problemen juist voor zich uit. En die komen op het bordje van onze generatie. Dat er een ministerie is van Klimaat en Groene Groei vind ik dan wel weer positief.” Eerder sprak Bresser zich in NRC uit tegen de „populistische koers” van de VVD.

Van Velthoven: „Er komt flink veel geld vrij om de woningcrisis op te lossen.”

Bresser: „Ja maar daar regelt het kabinet geen stikstofruimte voor. En tegelijkertijd zetten we jongeren onder druk met 3.000 euro langstudeerboete. De druk en stress als je een vak niet haalt, als je mantelzorger bent, of een bestuursfunctie wilt doen.”

Van Velthoven: „Ben ik blij met de langstudeerboete? Absoluut niet. Maar je moet het in perspectief zien. Op het gebied van woningnood, waar jongeren ook last van hebben, biedt dit akkoord oplossingen.”

Toekomst

Scholierenverkiezingen toonden aan dat rechtse partijen onder scholieren en mbo’ers populair zijn. De PVV, FVD en VVD waren de grootste partijen in 2023, kort voor de Tweede Kamerverkiezingen in november.

Hoe verklaren de drie dat? Bresser: „Er zijn mensen die, als ze stemmen, partijprogramma’s lezen. Er zijn ook mensen die stemmen op iemand omdat ze het haar leuk vinden zitten. Of ze kiezen vooral op basis van sociale media. Dat is het mooie van democratie, iedereen stemt op basis van zijn eigen voorkeuren.”

Rehim Zadeh: „Het is belangrijk dat je als politicus aanwezig bent op social media. Het is een middel om jongeren te bereiken en informeren.” Maar dat gaat niet altijd goed, vindt ze. Ze wijst op FVD-leider Thierry Baudet die met de omstreden misogyne influencer Adrew Tate schaakt en praat over mannelijkheid op zijn socials. Als ze dat ziet, denkt ze: er zit een politicus in de Tweede Kamer die gebruik maakt van beïnvloedbare jongeren die geïnteresseerd zijn in de boodschap van Tate.

Marije van Velthoven, voorzitter BBB Jong: „Ik ben best tevreden met dit kabinet. Het doet recht aan de verkiezingsuitslag.”
Foto Lars van den Brink

Bresser kaart aan dat je jongeren moet meegeven wat de waarde is van democratie. „Als ik kijk naar het onderwijs op mijn middelbare school over de democratie, dan vind ik het erg summier”. Van Velthoven: „We moeten jongeren het gereedschap geven om een goede afweging te maken. Wat vervolgens hun keuze is, dat is aan hen.” Ook zij vindt dat er op scholen wel wat meer aandacht voor democratie mag komen. „Als een enkele politieke partij mag je niet zomaar een presentatie op school geven. Daarom proberen we samen bij scholen langs te gaan om verschillende smaken mee te geven.”

Bresser ziet dat scholen gespannen reageren op presentaties van politieke partijen, omdat ze die vaak te gekleurd zouden vinden. „Scholen willen dat meestal niet. Zelfs als je met een aantal partijen komt. Maar dan staat er wel een politiek gekleurde maatschappijleerdocent voor de klas”, verzucht hij.


Lees ook

Nieuwe jongerenclub BBB wil meedenken

BBB-Leider Caronline van der Plas opent de jongerenpolonaise in een feesttent op het erf bij melkveehouder Wim Bonestroo.

Hoop

Alle drie denken ze dat Nederland voor grote uitdagingen staat, maar ze blijven hoopvol. Rehim Zadeh ziet een verharding van het debat en is bang voor „Amerikaanse toestanden”.

Bresser knikt instemmend. „Ik vind dat we te ver doorgeslagen zijn in het concept dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. Er staan nu dingen ter discussie waarvan ik denk: serieus?!” De maanlanding bijvoorbeeld. Vorig jaar gaf Thierry Baudet in de Tweede Kamer aan niet te geloven dat de mens ooit op de maan is geweest. Bresser: „Als je niet meer een vaste set aan waarden hebt, dan krijg je snel problemen.”

Volgens hem lijkt het landsbestuur – net als in de VS – alleen maar ouder te worden. „We hebben een premier van de pensioengerechtigde leeftijd. Ik denk echt dat we te maken hebben met mensen die zich niet altijd bewust zijn van hoe jongeren deze tijd beleven.”

Van Velthoven is het ook eens met Rehim Zadeh. Ze ziet polarisatie in de samenleving als een gigantische uitdaging: „Ik heb het idee dat verschillen alleen maar worden uitvergroot. Waar blijft het omzien naar elkaar?” Ze zou meer verbinding willen zien in de politiek, want nu is het volgens haar alleen maar: „ik vind dit, jij vindt dat”.

Bresser wil wel nog even duidelijk maken: „Ik ben altijd optimistisch, altijd hoopvol. Je moet uitdagingen niet uit de weg gaan. Je moet met elkaar in discussie gaan en kijken waarin je elkaar kunt vinden.”

Rehim Zadeh klinkt melancholisch: „Ik moet zeggen: ik keek gisteren naar de afscheidsspeech van Rutte en hij zegt altijd ‘Nederland is een gaaf land’.” Ze laat een stilte vallen. „Daar ben ik het wel mee eens. Ik vind Nederland ook een gaaf land. Ik ben optimistisch, het zit in mijn aard.”

„Ben je niet gewoon een JOVD’er?” vraagt Bresser plagend.

Rehim Zadeh moet lachen en schudt dan haar hoofd: „Nee, nee, nee, nee.”

Bresser: „Ik heb al heel wat dingen gehoord waar wij het toch met elkaar over eens zijn.”

Ja, maar ze zijn het soms ook heel sterk oneens, benadrukt Rehim Zadeh. Ze hebben beiden hoop voor de toekomst en vertrouwen in de jonge generatie. „Maar ik heb geen vertrouwen in dit kabinet of hoofdlijnenakkoord”, zegt ze. Ze gelooft niet dat Nederland erop vooruit zal gaan. In ieder geval niet de mensen met een migratieachtergrond, vindt ze. En ook niet de „gewone, werkende Nederlander”.

Van Velthoven deelt die toekomstvisie niet. Ze denkt juist dat dit een besluitvaardig kabinet is dat daadwerkelijk iets zal doen om problemen op te lossen. En als ze ziet dat jongerenorganisaties op een constructieve manier met elkaar in gesprek gaan, zoals nu, heeft ze alle vertrouwen in de toekomst van de politiek. Als ze andere jongerenpartijen tegenkomt tijdens borrels, ziet ze: „Die verschillen zijn ook weer niet gigantisch groot. Er zitten geen ravijnen tussen.”