Deze keer gaat het leven niet gewoon door: ‘Iedereen blijft dicht bij huis, zodat je meteen naar binnen kan’

Luchtaanvallen Nederlanders hier en in Israël – in Amsterdam, in schuilkelders en steden buiten Tel Aviv – maken zich zorgen. „Ik had nooit gedacht dat ze door de barrières heen zouden breken.”

Een jonge vrouw en man worden bijgestaan door Israëlische reddingswerkers in Tel Aviv na een raketaanval vanuit Gaza.
Een jonge vrouw en man worden bijgestaan door Israëlische reddingswerkers in Tel Aviv na een raketaanval vanuit Gaza. Foto Jack Gues

De hele dag bellen en appen met familie en vrienden in Israël. Dat is wat de 61-jarige Noomi van Gelder de afgelopen twee dagen heeft gedaan. „Ik heb permanent een soort buikpijn, van de angst. Het is zo eng wat er gebeurt. En je weet: geweld brengt alleen nog meer geweld.”

Eigenlijk zou Van Gelder deze zondag met anderen op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam staan om te demonstreren tegen de regering van premier Benjamin Netanyahu, die volgens hen de democratie van Israël kapotmaakt. Dat doen ze sinds februari dit jaar elk weekend, de ene week in Amsterdam, de andere week in Den Haag.

Zaterdag besloten ze de demonstratie te annuleren. „We hebben onze doden nog niet eens begraven, dan ga ik niet roepen om meer democratie.” Eerst wilden ze wel bij elkaar komen. Om elkaar te steunen. „Maar toen kwamen uit andere bronnen geluiden dat Israëliërs maar even niet bij elkaar moesten komen. Dat is misschien niet veilig nu. De sfeer is zo gespannen.”

Wel vaker gebeurt het dat ze op het plein staan en dat vanuit langsrijdende auto’s naar ze wordt geroepen. „Soms antisemitische dingen en heel vaak free Palestina. Dat vind ik prima, want daar kan ik me helemaal in vinden. Maar nu is het extra beladen. Er hoeft maar één gek te zijn.” En daarom hebben ze besloten dat het zondag helemaal niet doorgaat.

Luchtalarm en schuilkelder

De achttienjarige Yaniv Soesan uit Amsterdam heeft ook de hele dag contact met zijn familie, die zich zorgen om hem maakt. In de nacht van vrijdag op zaterdag kwam hij in Tel Aviv aan met zijn drie medebestuursleden van de Joodse jeugdvereniging Haboniem, voor een seminar met jeugdbesturen uit andere landen. ’s Ochtends werden ze wakker van hun telefoons die allemaal afgingen en waarop berichtjes binnenstroomden, vertelt hij vanuit Tel Aviv. „Toen zagen we filmpjes van mensen die de grens waren overgestoken, en van gevechten.”

Daarna klonk het luchtalarm en zochten ze de schuilkamer op in hun gehuurde appartement. „In dit geval was het een slaapkamer met een heel zware deur. We zijn vaker in Israël geweest en wisten dat elk huis zo’n kamer heeft.” Inmiddels verblijft Soesan met zijn medebestuursleden en nog een andere in Tel Aviv verblijvende vriend in een appartement van vrienden. Daar hebben ze een schuilruimte van drie bij vier meter met heel dikke muren, waar ze al een keer of vijftien in hebben gezeten. „De ene keer duurt het een minuut, de andere keer een kwartier tot het luchtalarm voorbij is.”

En je weet: geweld brengt alleen nog maar meer geweld

Noomi van Gelder in Amsterdam

Soesan had eerder meegemaakt in Tel Aviv dat er wat raketten ‘over en weer’ gingen, of dat er een aanslag werd gepleegd. Dan ging het leven in de kustplaats gewoon door. Maar in een situatie als nu zaten ze nog nooit. „Er hangt een heel rare sfeer. Alles is dicht, behalve wat supermarkten. En iedereen blijft heel dicht bij huis, zodat je meteen naar binnen kan als het moet.”

En dan begint het Iron Dome, het raketafweersysteem, te dreunen. „Dat houdt veel tegen. Je hoort een enorme klap als een raket wordt onderschept”, vertelt Soesan. Na een van de luchtalarmen zagen ze vanaf het balkon de rookpluim van een raket die erdoorheen was gekomen.

Ze kunnen in ieder geval de komende vier dagen niet naar huis omdat vluchten zijn geschrapt. Vier lange dagen. „We hebben onze vlucht omgeboekt en kunnen nu de twaalfde met El Al naar Amsterdam vliegen. Als het vliegveld tenminste openblijft en de piloten, allemaal oud-militairen, niet worden opgeroepen.” Hun seminar gaat in ieder geval niet meer door. Soesan: „Een van de doelen was onderlinge bonding. Daar zal het nu wel goed mee komen.”

Lees ook: Israëlische luchtaanvallen op Gaza in januari 2023

‘Knallen van raketten’

Joop (81) en Onnie (82) de Graaf verhuisden twaalf jaar geleden naar Modi’in, een stad tussen Tel Aviv en Jeruzalem in, om in de buurt van hun dochter en kleinkinderen te wonen. Een rustige enclave te midden van al het geweld, vertelt Joop. „We hebben hier nu één keer een luchtalarm gehad, maar we horen wel veel knallen van raketten die uit de lucht worden geschoten.”

De Graaf is meestal vroeg wakker en kijkt dan even naar het nieuws. En zaterdagochtend wist hij meteen dat het echt mis was. „Ik had absoluut niet gedacht dat ze door de barrières heen zouden breken en al helemaal niet dat de inlichtingendiensten nergens lucht van hadden gekregen. Dat was een grote schok.”

„En al die gijzelaars die zijn meegenomen. Dat is ook een schok”, vult zijn vrouw aan. „Ja, dat is barbaars.”

Nadat De Graaf het nieuws zag, is hij begonnen met bellen. Met vrienden en familie in Nederland en hun zoon in Amerika, om te vertellen dat ze veilig zijn. En sindsdien voelen ze zowel woede als verdriet, vertelt hij. Een soort zielenpijn, zegt zijn vrouw. De Graaf onderbreekt haar. „Hoor je dat? Gevechtsvliegtuigen die richting Gaza gaan. Die komen telkens over.”

„We zijn beiden oorlogskinderen”, vertelt hij. „Dat geeft een extra dimensie. Ik voel nu weer de woede, dat er uit pure haat gemoord wordt. Dat was tachtig jaar geleden ook al zo.” En ze voelen het verdriet van al die mensen die omkomen. Hun kleinkinderen van 27 en 23 hebben nog geen oproep gehad. „Hun functies in het leger zijn nog niet direct nodig. Maar we leven heel erg mee met de vaders en moeders die hun kinderen nu moeten weggeven aan het leger.”