Deze demonstranten voelen nog dagelijks de klappen van de ME: ‘Op het station barstte ik in huilen uit’

De lorazepam helpt met in slaap vallen, maar niet tegen de nachtmerries. Hij zit opgesloten en wordt geslagen; iemand anders wordt geslagen en hij kan er niets tegen doen; hij wordt gekidnapt.

Zij neemt oxazepam en temazepam maar wordt elk uur doordrenkt van het zweet wakker. In haar nachtmerries: iemand die niet kan bewegen wordt geslagen. Liever neemt ze de verslavende kalmeringsmiddelen niet: in een opleiding tot yogadocent tijdens een sabbatical – ze is jurist – leerde ze juist de rust in zichzelf te vinden. „Maar dat lukt nu niet.”

Een maand geleden, op woensdag 13 november, waren Mohamed El Bastawisy (24) en Janneke de Lange (36) ’s avonds bij een demonstratie tegen genocide in Gaza. Honderden demonstranten negeerden een Amsterdamse noodverordening die de demonstratie verbood en trokken rond zes uur naar de Dam.

De demonstratie werd relatief rustig beëindigd, de politie voerde demonstranten af in GVB-bussen – naar het Westerpark, zo werd aangekondigd. Maar twee van de drie bussen reden uiteindelijk naar een andere plek, ver buiten de stad – het Westelijk Havengebied – waar de politie geweld gebruikte tegen de demonstranten. NRC sprak eerder vijftien aanwezigen die vanuit hun perspectief vertelden wat zich die avond had afgespeeld. Omdat het politieonderzoek naar het geweld nog loopt, wil de politie er inhoudelijk nog niets over zeggen. Eerder zei de politie dat demonstranten uit de eerste bus vanaf het Westerpark terugliepen naar de Dam. Om dat te voorkomen, werden de andere twee bussen naar het Westelijk Havengebied gebracht.

Hulphondje

Politiegeweld heeft altijd impact op de mensen die erbij betrokken zijn. Een handhaver van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) die ter plaatse was, dacht dat hij nooit meer thuis zou komen. Ook voor ME’ers laten gewelddadige ingrepen „sporen achter”, zei een ME-commandant eerder in NRC. Wat betekent het om aan de ontvangende kant van het geweld te staan? El Bastawisy en De Lange deden allebei aangifte tegen de politie. Op de zolder van een yogastudio in het centrum van Amsterdam vertellen ze wat ze die avond meemaakten. Hondje Bodi ligt tussen hen in – de hond van De Langes buurman. Ze past wel vaker op hem, maar sinds 13 november slaapt hij elke nacht bij haar. Ze noemt hem haar hulphondje.

Ik kan niet thuiszitten en doen alsof er niets gebeurd is

Mohamed El Bastawisy
slachtoffer politiegeweld

El Bastawisy komt uit Egypte en woont nu vier jaar in Nederland. Hij studeert, wat en waar zegt hij liever niet, uit angst voor zijn veiligheid. Ondanks dat wil hij wel met zijn volledige naam in de krant. En ook ondanks het feit dat hij volgend jaar een Nederlands paspoort wil aanvragen en zich afvraagt of hij zijn kansen daarop met dit interview misschien verkleint. Zijn dokter heeft ook gezegd dat hij het eigenlijk niet moet doen – die nacht weer oprakelen, ver reizen (hij woont anderhalf uur van Amsterdam) en lange gesprekken voeren. „Maar ik moet wel. Ik kan niet thuiszitten en doen alsof er niets gebeurd is.”

Hij en De Lange krijgen die avond de meeste klappen. In het tumult dat ontstaat nadat ze gedropt zijn, raken El Bastawisy en De Lange achterop, terwijl andere demonstranten weg kunnen rennen. Iedere demonstrant die NRC eerder sprak begint over twee mensen die naar de grond geslagen werden en terwijl ze daar roerloos lagen nog klappen kregen.


Lees ook

Weggevoerde demonstranten beschuldigen ME van excessief geweld. ‘Ze joegen op ons’

Pro-Palestijnse demonstranten worden op woensdagavond in bussen afgevoerd van de Dam.

Vanaf de Dam worden de demonstranten naar een afgelegen parkeerterrein in het Westelijk Havengebied gebracht en daar de bus uitgelaten.

Ze zullen ons hier toch niet achterlaten, denkt De Lange als ze de bus uitstapt. Zonder te vertellen waar we zijn of hoe we weer in de bewoonde wereld komen? Het is pikdonker, er staan alleen vrachtwagens op de parkeerplaats. Sommige onbemand, andere met chauffeurs die wakker worden van het rumoer en nors toekijken. Ze is bang en stapt de lege bus weer in. Dan sluiten de deuren.

Ook El Bastawisy weet niet waar hij is. Hij wil naar huis, maar weet niet hoe. Hij en de anderen beginnen alvast te lopen. Dan hoort hij van iemand anders dat een vrouw opgesloten zit in de bus. Met ongeveer een tiental anderen loopt hij terug – ze willen haar niet alleen achterlaten. Ze proberen contact te maken met De Lange door op het raam te kloppen en berichten op hun telefoons door het raam te laten zien.

Een agent die in de bus aanwezig is bedekt zijn gezicht met zijn sjaal. Waarom doet hij dat, vraagt El Bastawisy zich af. Hij en de andere teruggekeerde demonstranten besluiten te wachten en blijven om de bus heen staan. Ergens aan de achterkant tikt iemand een ruit in, in de hoop contact te krijgen met De Lange. Ze zien dat de agent iets in een portofoon zegt. Zo’n drie à vier minuten later klinken sirenes.

De handhaver is een grote vent. Maar nu staat hij er alleen voor

‘Nu kunnen ze naar binnen’

De man in de bus blijkt geen agent, zoals de mensen buiten denken. Hij is een 23-jarige GVB-handhaver. En ook hij is op dat moment bang, zo tekende Het Parool eerder op. Hij is een grote vent, wordt wel vaker ingezet bij ongeregeldheden. Maar nu staat hij er alleen voor. De zeven ME’ers die in de bus vanaf de Dam waren meegereden, zijn weggesneld vanwege een noodgeval elders. De handhaver en de buschauffeur blijven met z’n tweeën over.

Dan ziet de handhaver de vrouw in de bus staan. Terwijl hij met haar praat, sluit de chauffeur de deuren. Ze zien meer mensen teruglopen naar de bus. De handhaver voelt zich onveilig en wil de deuren gesloten houden. Mensen slaan op de bus en morrelen aan de deur. Achterin de bus wordt een ruit ingetikt. Nu kunnen ze naar binnen, denkt hij. Via zijn portofoon neemt hij contact op met de officier van dienst.

Táá túú, táá túú. Binnen een paar minuten zijn twee politiebusjes ter plaatse. De deuren gaan open en agenten van de ME stromen eruit, uitgerust met helmen, schilden en wapenstokken – die ze gebruiken. De handhaver is opgelucht. Maar de demonstranten buiten snappen er niets van.

Hij kan geen kant op

El Bastawisy verstopt zich tussen twee vrachtwagens, maar de ME’ers vinden hem en slaan. „Wegwezen, riepen ze, dus ik rende weg. Maar ze kwamen achter me aan.” Ondanks de pijnscheuten in zijn zij, waar de wapenstok hem raakte, rent hij verder. Totdat hij een sloot tegenkomt, waar andere demonstranten al ingesprongen zijn – maar El Bastawisy kan niet zwemmen. Hij rent langs de sloot, met de bocht mee, maar van die kant komen nu ook politiebusjes: hij kan geen kant op.

Dan ziet hij iemand vallen. Het is De Lange, die na het arriveren van de ME de bus uitgelaten is. Dat weet hij dan nog niet, ze kennen elkaar niet. Verschillende agenten staan om haar heen, één begint te slaan. Zij gilt. „Ik wilde wegrennen, maar kon haar niet achterlaten”, zegt El Bastawisy. „Dus ging ik terug, op de agenten af. Dat was heel, heel eng.”

Hij wrijft over zijn slaap terwijl hij vertelt. „Moet je liggen, je ogen dichtdoen?”, vraagt De Lange hem. „Nee, dan zie ik het alleen maar scherper.”

El Bastawisy probeert De Lange overeind te helpen, vertelt hij, en krijgt daarbij ook klappen. Dan voelt hij een klap op zijn hoofd. Hij valt op de grond, alles wordt donker.

De Lange: „Toen probeerde ik hém overeind te krijgen, maar hij gaf geen enkele reactie. Hij bewoog niet.”

El Bastawisy: „Na een seconde of tien kwam ik weer bij. Ik zag wazig.”

Ik probeerde met de agenten te praten, riep dat hij bewusteloos was

Janneke de Lange
slachtoffer politiegeweld

Het slaan gaat volgens de twee door. „Ik probeerde met de agenten te praten, riep dat hij bewusteloos was”, zegt De Lange. „Maar er was geen enkele interactie mogelijk.” Als El Bastawisy na een seconde of tien opkrabbelt worden de twee gesommeerd door te lopen. El Bastawisy: „Sneller, sneller, riepen ze steeds. Maar ondertussen sloegen ze op mijn benen.”

Uiteindelijk stopt het slaan, wel moeten ze blijven doorlopen. Na een poos naderen ze andere demonstranten. Er is een taxi gebeld – die wordt meteen aan El Bastawisy en De Lange aangeboden, iedereen heeft gezien wat hen overkwam. De taxi brengt de twee naar het OLVG-ziekenhuis, waar bij El Bastawisy een hersenschudding wordt vastgesteld.

Blauwe plekken

Rond middernacht gaan ze hun eigen weg: De Lange naar huis, El Bastawisy naar een vriend bij wie hij mag overnachten. Hij slaapt die nacht niet en besluit rond half zeven ’s ochtends de trein terug naar huis te pakken. Onderweg blijft hij struikelen, moet hij zich vastgrijpen aan dingen op straat. Als hij op Utrecht Centraal moet overstappen, barst hij in huilen uit.

Beiden houden blauwe plekken aan de ervaring over, El Bastawisy ook een hersenschudding. Het is onmogelijk de gebeurtenis achter zich te laten, zegt hij: telkens als hij sociale media opent, ziet hij zichzelf. De filmpjes blijven rondgaan. Hij heeft ze honderden keren teruggekeken. „Mijn psycholoog zegt dat ik daarmee moet stoppen.”

Hij komt weinig op straat. Als hij een politiewagen ziet of een sirene hoort, raakt hij in paniek. „Ik probeer mezelf te vertellen dat het niet voor mij is, maar mijn lichaam wil vluchten.” De bus neemt hij niet meer. „Bam, bam, bam”, fluistert hij. „Het hart.”

De Lange ervaart hetzelfde. „Ik had altijd veel vertrouwen in de politie”, zegt ze. „Nu raak ik in paniek als ik een agent op straat zie. Mijn hartslag gaat omhoog en mijn lichaam begint te trillen.” Hondje Bodi legt zijn kop in haar schoot.

El Bastawisy is sindsdien één keer naar college geweest. Hij werd duizelig en moest overgeven. Daarna is hij niet meer gegaan, hij heeft het niemand verteld uit vrees om weggestuurd te worden. „Maar ik moet het nu toch gaan vertellen, ik heb al een tentamen gemist.” Liefst zou hij zijn studie weer oppakken, want „ik wil niet de hele dag thuiszitten en eraan denken”, maar de dokter zegt dat hij daar nog niet aan toe is.

Schuldgevoel

De Lange kan voorlopig geen yogales geven – bewegen doet nog te veel pijn en ze slaapt vrijwel niet. Zij kreeg de meeste klappen op haar ruggengraat, die pijn straalt uit naar haar benen. Van de stress heeft ze rode uitslag op haar gezicht. Ze wordt geplaagd door een schuldgevoel, zegt ze. „Mensen die mij wilden helpen zijn in elkaar geslagen. Wat als ik die bus niet was ingegaan?”

Tijdens het gesprek wordt El Bastawisy duizelig, hij gaat op zijn zij liggen. Bodi kruipt tegen hem aan. „Ik heb wat voor je meegenomen!”, roept De Lange. Ze haalt een potje Vicks Vaporub uit haar tas. De mentholgeur heeft een kalmerend effect, zegt ze. „Voor in de trein.”

Beiden zijn geen fanatieke activisten, zeggen ze. Hiervoor waren ze niet vaak naar demonstraties geweest – het was de derde keer voor El Bastawisy, de tweede voor De Lange. Ze vinden het belangrijk zich uit te spreken. „Er vindt een genocide plaats en de overheid financiert dat”, zegt El Bastawisy. „Ik snap niet hoe mensen hun normale leven kunnen voortzetten terwijl ze weten dat er dagelijks onschuldige mensen – baby’s, zelfs – sterven. Het duurt nu ruim een jaar, het is genoeg geweest. Daarom ging ik er die woensdag heen.”

Voorlopig protesteren ze niet. „Als ik nog een klap op mijn hoofd krijg, ga ik misschien dood”, zegt El Bastawisy. Maar als hij hersteld is, wil hij actiever worden in de protestbeweging. „Met dank aan de politie en regering voor de extra motivatie.”


Lees ook

Opnieuw protest op de Dam, tegen oorlog in Gaza én demonstratieverbod

Demonstranten en politie in gesprek met elkaar op de Dam, waar ondanks een verbod toch werd gedemonstreerd.