Deze Britse schrijver laat zien: Engeland gaat ten onder aan een opgeblazen ego

Recensie

Boeken

Jonathan Coe Alsof het in de Britse lucht hing: na Ian McEwan verbindt nu ook Jonathan Coe een leven aan 75 jaar Britse geschiedenis. En dat alles aan de hand van chocolade.


Illustratie Ted Struwer

‘Bijna twee jaar na dato maakt het me nog steeds verdrietig en boos dat mijn moeder alleen stierf, zonder pijnbestrijding, en dat haar familieleden geen persoonlijk contact met haar mochten hebben toen het gebeurde. Maar net als duizenden families in het hele land – en in tegenstelling tot de bewoners van Downing Street nummer 10 destijds – hielden we ons aan de regels.’ Met deze zinnen sluit de Britse schrijver Jonathan Coe Bournville af, een roman waarin aan de hand van zeven momenten in de Britse geschiedenis van de afgelopen 75 jaar het verhaal van Mary en haar nageslacht wordt verteld. Elf jaar is ze als ze V-Day viert, 88 als ze sterft ten tijde van de Covid-pandemie.

De slotzinnen typeren de roman, die een mengeling is van verdriet, boosheid en melancholie over een land in verval en een familie die uiteenvalt. De locatie is het stadje Bournville waar alles drijft op de chocoladefabriek, en waar alles ruikt naar chocolade van het merk Cadbury Dairy Milk. Chocolade als een zoethoudertje dat klaar ligt op de schoorsteenmantel voor kinderen die uit school komen, maar dat niet altijd werkt. Je mag opgevoed zijn met het idee dat deze chocolade de beste in de wereld is, dat wil niet zeggen dat dat ook waar is.

In die chocolademetafoor zit veel verborgen. Coes roman gaat over frictie, maar ook over het meegaan met ideeën, waarbij de vraag ‘wat als…’ op de achtergrond meeklinkt. Op alle historische momenten is er namelijk sprake van frictie, zowel op maatschappelijk vlak als binnen de familie van Mary.

Op V-Day bijvoorbeeld wordt een oude man die in Duitsland is opgegroeid te grazen genomen terwijl de ouders van Mary hun eigen oorlog uitvechten. Zo speelt een aangetrouwd familielid een dubieuze rol bij een bomaanslag door Welshmen op de waterleidingen van Bournville en lees je meer over hoe de Welshmen denken over de inhuldiging van Charles als prins van Wales. De wereldbekerfinale tussen Engeland en West-Duitsland wordt niet alleen schitterend beschreven (het is alsof je live zit mee te kijken), maar is ook voer voor de familierelaties die zich ontvouwen wanneer een oom en neef uit West-Duitsland op bezoek komen om de wedstrijden live te zien.

Sprookjeshuwelijk

Terwijl het ‘sprookjeshuwelijk van de eeuw’ wordt voltrokken, kan de racistische echtgenoot van Mary zijn schoondochter van kleur niet eens aankijken, en de hele familie blijft ver weg van de Indiase hapjes van de buren (ze zien er te raar uit) en ze maken grappen over de vergissingen van Charles en Diana bij het uitspreken van hun huwelijksbeloftes. De roman werkt toe naar Covid-19 en de ruzie tussen Mary’s kinderen over Brexit, een onderwerp dat Coe ook al oppakte in zijn roman Klein Engeland (2019). Een enkel personage kennen we ook van Expo 58 (2013), over een ambtenaar die een oogje in het zeil moet houden bij de Britse bijdrage aan de wereldtentoonstelling in Brussel.

In feite is Bournville een vertrouwde Jonathan Coe, in die zin dat de maatschappelijke ontwikkelingen gekoppeld worden aan een kleiner verhaal. Hij deed dat eerder al over de hebzuchtige jaren tachtig, de empathieloze jaren nul en het doortrapte Verenigd Koninkrijk onder Tony Blair. Fictie wordt elke keer verweven met feiten, zoals ook nadrukkelijk het geval was in zijn laatste roman Meneer Wilder en ik (2021), waarin de teloorgang van het oude Hollywood werd gekoppeld aan de hedendaagse filmgeschiedenis.

In Bournville worden fragmenten uit historische speeches (van koning George in 1945, een sportjournalist tijdens het WK en over de Covid-regels) rustig door het verhaal geweven, worden de vergissing bij de huwelijkse beloftes van Diana en Charles door Mary en haar bezoek uitgebreid becommentarieerd, komt Boris Johnson nog langs als journalist die zich misdraagt als verslaggever over de EU, en voldoet de chocolade van Bournville niet aan de Europese normen omdat die te vettig zou zijn.

Bournville bestrijkt alleen een veel langere periode, namelijk 75 jaar. Alsof het in de lucht hing: Coes roman verscheen vlak na McEwans generatieroman Lessen, waarvan het verhaal eveneens gekoppeld is aan historische gebeurtenissen. Alleen is het bij Coe niet zozeer de Europese geschiedenis, maar vormen de Britse hoogtepunten het cement (dat in de roman stevig is, maar wat de Britse geschiedenis betreft veel barsten en scheuren vertoont).

Coe is pissig op wat Engeland is geworden, maar toont tegelijkertijd aan dat de hekel aan Europa er altijd al in zat. Het land en zijn bewoners, met de oudste zoon van Mary voorop, gaat ten onder aan nationalisme en een opgeblazen ego. Mooi is hoe Mary’s echtgenoot en kinderen kunnen genieten van elke nieuwe James Bond, totdat een van hen zich realiseert dat je ook vraagtekens kunt plaatsen bij een parachutesprong met een enorme Union Jack, of een Bond die bij elk seksavontuur zegt: ‘Ik hou slechts de Britse eer hoog, meneer’. En zeker bij een land dat nog niet eens alom geaccepteerde chocolade kan maken.

Austin Metro

Los van alle politieke ontwikkelingen is de belangrijkste vraag bij Coe ook deze keer weer: wat als? Wat als Mary niet met de saaie, conservatieve classicus was getrouwd, maar met de gelauwerde journalist die de wereld wilde veranderen met zijn nieuwsgaring? Wat als Diana en Charles zich niet hadden versproken, wat als de chocolade wél gewoon had voldaan aan Europese normen, wat als de Britse Austin Metro inderdaad de Nissans, Fiats, Citroëns en BMW’s had ‘verslagen’ (die woorden komen uit een reclameslogan, bedacht door Mary’s oudste zoon)? Kortom: wat als de Britten wat minder nationalistisch en misplaatst zelfverzekerd waren geweest?

Coe laat een land zien dat in de jaren zestig ‘gelukkig is, op een bepaalde manier’ en hoe datzelfde land steeds verder verhardt onder Thatcher, een periode waarin beloftes worden verbroken, Blairs socialisme een farce blijkt en waarin steeds meer wordt gedacht in termen van het ‘verslaan’ van de continentale concurrentie.

Een echt antwoord blijft uit, maar een gedachte erover verwoorden de twee broers na de dood van hun moeder wel: ‘„De wereld zou een betere plek zijn als we ons allemaal met ons eigen lapje grond bezighielden […] Daarom houden mensen trouwens van Boris Johnson. Omdat hij de mensen hun gang laat gaan en zich er niet mee bemoeit.” Martin snoof, maar zei: „Ik neem aan dat Pascal het met je eens zou zijn.” „Wie?” „Blaise Pascal. Die zei: ‘Alle ellende in de wereld komt door mensen die niet stil in hun kamer kunnen zitten.’” „Heel goed gezegd. De Britse filosofie in een notendop.” „Hij was Frans”.’

Bij Coe halen ze uiteindelijk zelfs hun eigen visie op hun land uit het buitenland. En de Bournville chocolade? Die wordt inmiddels grotendeels buiten Groot-Brittannië geproduceerd.