Het poepen van de koeien klinkt ploppend, hun plas klaterend en de robot die het allemaal in de mestkelder veegt, zoemt zachtjes in de stal van Maurice en Ankie van Erp, vlak aan de Maas in Maren-Kessel, Noord-Brabant. Die plas en poep samen bevatten ammoniak, een stikstofverbinding die schadelijk kan zijn voor het milieu. „Een koe krijg je niet zindelijk, die doet gewoon. En wij proberen er alles aan te doen om die uitstoot van stikstof te verminderen, terwijl we alsnog een boterham met ons bedrijf kunnen verdienen”, zegt boer Maurice van Erp in zijn stal.
Een groep melkveehouders probeert al 25 jaar de wettelijke (milieu)normen van de overheid voor te zijn. Ze overleggen met de overheid welke regels er zullen komen zodat ze daar alvast naartoe kunnen werken. Komt er beleid aan om minder mest uit te rijden op het land? Dan gaan zij vast zoeken naar alternatieven. Moet er aan biodiversiteit, zoals weidevogelbeheer, worden gedaan? Ze gaan aan de slag op hun akkers. En wil de overheid dat er minder stikstof wordt uitgestoten om de natuur te beschermen? Dan gaan ze speuren naar manieren om dat te laten slagen.
De boeren doen mee aan een project met de stripboekwaardige naam ‘Koeien en Kansen’, dat wordt geleid door de Wageningen University & Research (WUR) en betaald door het ministerie van Landbouw en de melkveesector zelf. Het kost elk jaar ongeveer acht ton, bijna de helft van het geld komt van het ministerie, dat wil weten of beoogde maatregelen wel werken in de praktijk. „We zijn positief ingesteld, klagen niet en zoeken naar oplossingen die op een normaal functionerende boerderij kunnen werken”, vertelt onderzoeker Michel de Haan van de universiteit, die het project al vijftien jaar leidt.
Elk jaar spreken de boeren en de universiteit doelen af. Dit jaar zijn dat: broeikasgassen verminderen, de waterkwaliteit rond het bedrijf verbeteren en de ammoniakuitstoot naar beneden schroeven, zodat de natuur met minder stikstof wordt belast. De boeren die meedoen krijgen een adviseur die meekijkt welke maatregelen kunnen werken op hun bedrijf, en ze doen heel gedetailleerde metingen. Op dit moment doen zestien bedrijven mee, een aantal dat sinds het begin 25 jaar geleden soms ietsje schommelt door wisselingen.
We zijn positief ingesteld, klagen niet en zoeken naar oplossingen die op een normaal functionerende boerderij kunnen werken
De ultieme optimisten, zou je deze boeren kunnen noemen. Maar ook zij voelen een diepe onzekerheid over hun toekomst. Er moet minder stikstof neerkomen op de natuur in Nederland – verschillende rechterlijke uitspraken laten daarover geen misverstand bestaan. Maar hoe? Dat is al jaren de vraag. Dat het deze week gevallen kabinet nauwelijks concrete beslissingen nam, maakte dat alleen maar erger. Nu het kabinet is gevallen, is de onduidelijkheid helemaal groot. Boerenorganisaties reageerden dinsdag onthutst en woedend op de kabinetsval, die onvermijdelijk nieuwe vertraging en mogelijk stilstand oplevert.
Maurice van Erp: „Dat er überhaupt duidelijkheid komt is voor mij veel belangrijker dan de maatregelen zelf. Wij willen aan de slag, ergens naartoe kunnen werken. Nu staan we stil.”
1,5 miljoen kilogram melk
De vijftigjarige Maurice van Erp is opgegroeid op deze boerderij. In 1977 verhuisden zijn ouders vanuit Geffen – een paar kilometer verderop – naar de polder, waar toen een aantal nieuwe boerderijen zijn neergezet. „Jouw ouders emigreerden naar zes kilometer verderop”, zegt de even oude Ankie lachend. Zo voelde het: het kleine gemengde bedrijf werd verruild voor het houden van melkvee op veel grotere schaal. Weinig mensen begrepen het destijds: wat moet je daar in de polder? Maar vooral zijn vader hield van vernieuwen en deed het toch.
155 melkkoeien zijn er nu, die 1,5 miljoen kilogram melk per jaar leveren, en 70 stuks jongvee. Eén van de drie stallen is 50 jaar oud. Van Erp wijst naar de vloer: „Die roosters waar de mest doorheen gaat zijn nog de eerste. Ze zijn versleten en aan vervanging toe. Zeven jaar geleden wilden we dat al doen. Maar toen zei de provincie Brabant dat de stallen emissiearm moesten worden. Maar we zijn bang dat de regels straks weer veranderen, dus wij durven het niet aan om die vloer te vervangen.” Die vloer alleen al kan volgens de boer 50.000 euro kosten. Wil hij urine en mest helemaal scheiden (dan krijg je minder ammoniak), dan moet er een extra stal bij voor de opslag en kunnen de kosten oplopen tot 2,5 ton. „Dat verdien je niet zomaar terug, want de koe produceert er geen liter melk meer door”, zegt hij.


Foto’s John van Hamond
Duidelijk is: volgens de vergunning stoten de koeien van Van Erp 13 kilo ammoniak per dier uit, de standaardwaarde. Dat moet naar 6 van de provincie. Via Koeien en Kansen zoekt Van Erp nu naar andere maatregelen om dat verschil te overbruggen. Hij loopt met Ankie door de stallen, terwijl ze vertellen wat ze allemaal wél kunnen doen. Minder jongvee houden, bijvoorbeeld. Die dieren stoten ook ammoniak uit, maar ze geven de eerste twee jaar nog geen melk. ‘Oude’ koeien vragen soms wat meer verzorging, maar ze zijn erachter gekomen dat ze nog best genoeg melk geven als ze zeven à acht jaar worden voordat ze van het bedrijf weggaan.
Met een model van Koeien en Kansen konden Maurice en Ankie voor hun bedrijf berekenen hoeveel fosfaat en stikstof ze via de mest produceerden. Toen kwamen ze erachter dat de stikstof- en fosfaatuitstoot van hun boerderij veel lager was dan gemiddeld.
De proef is gestopt […] Superjammer, want hier zag je wat goed kan werken in de praktijk
Daardoor mochten ze als onderdeel van het project meer mest gaan uitrijden op het land. Zoveel dat ze de Europese normen en de Nederlandse uitzonderingen daarop overschreden. Want: teveel stikstofuitstoot. Maar ze gebruikten tegelijkertijd veel minder kunstmest en de berekeningen van de Wageningse universiteit bewezen dat ze als bedrijf uiteindelijk een stuk minder stikstof uitstootten. Maurice van Erp: „Werkte dus prima, maar de proef is gestopt omdat het ministerie bang is dat de rechter ze uiteindelijk toch terugfluit vanwege de Europese regels. Superjammer, want hier zag je wat goed kan werken in de praktijk.”
Stikstof ‘vangen’
In zijn Wageningse kantoor laat projectleider Michel de Haan een dia zien over maïs. Als dat wordt geoogst, blijft er stikstof achter op de onbebouwde ‘zwarte grond’. Bij regen spoelt dat mogelijk weg naar het grondwater. Dat is slecht voor het milieu. Maar tijdens een Koeien en Kansen-proef ontdekten boeren dat je de stikstof kunt ‘vangen’ door na de maïsoogst gras op het land te zetten in plaats van niets. Daardoor blijft de stikstof in het gras ‘hangen’ en wordt het volgende gewas geholpen met groeien – dat is het voordeel van stikstof. Boeren hoeven dan minder kunstmest te gebruiken. Michel de Haan: „Dat is echt een ontdekking waarbij de boer en het milieu allebei winnen.”
Maar ook De Haan ziet dat het lastig kan zijn om tot echt grote veranderingen te komen. Aan de ene kant is het ministerie volgens hem heel nieuwsgierig naar de uitwerking van beleid in de praktijk. Aan de andere kant is het budget van Koeien en Kansen – dat het huidige kabinet ook nog wat heeft verlaagd – te klein om écht te kunnen aantonen wat goed werkt. Zo wil het kabinet boeren meer eigen verantwoordelijkheid geven. Ze moeten (deels) zelf bedenken hoe ze wettelijke doelen voor stikstof, broeikasgassen en waterkwaliteit halen. In ruil voor goede resultaten – op welke manier dan ook – zouden ze beloond kunnen worden.
De Haan: „Dit is eigenlijk precies wat wij doen met dit project. We werken met onze boeren aan die doelen. Maar wij kunnen ze geen beloning geven, waardoor we worden geremd. De boeren die meedoen gaan geen maatregelen doorvoeren die veel geld kosten, als ze niet weten of het zich terugbetaalt op de lange termijn. Daardoor blijft de kennis over hoe maatregelen werken vaak theoretisch, terwijl testen in de praktijk wel kán.”
In het kantoor met uitzicht op de stal schuiven Maurice en Ankie van Erp aan met mokken koffie (‘proud to be a farmer’ staat erop). Ze zijn nog met allerlei maatregelen bezig. De belangrijkste is waarschijnlijk dat ze de dieren minder eiwitrijk voer geven. Dat zorgt voor minder stikstof in de mest. Maar hoeveel minder? Meetapparatuur kost een vermogen – dat geld is er niet, ook voor Koeien en Kansen is dat te duur.
Ze hebben drie dochters en de laatste tijd denken ze steeds vaker aan de toekomst. Hun jongste van zestien jaar wil misschien de boerderij wel overnemen, maar voor dat besluit is het nog te vroeg. Dus komen de vragen: investeren? De boel verkopen? Waar halen ze hun pensioen vandaan? Ankie: „Jij bent nog niet klaar met boeren, dat is wel zeker. Jij blijft alles proberen om een goed bedrijf neer te zetten dat voldoet aan alle regels.” Maurice: „Een boer is heel creatief, hè. Die weet zelf wel waar hij mee bezig is. Maar hij moet wel weten waar hij naartoe moet.”
Lees ook
De kippenboer doet zijn werk legaal maar moet als piekbelaster voor de rechter komen: ‘Ik heb heel slecht geslapen’

