Deze boer kapte ermee: geen kalverstallen meer, maar lekker werken op de rupskraan

Toen het kabinet aankondigde dat er een landelijke uitkoopregeling zou komen voor veehouders, greep Arjan Duits zijn kans. Hij huurde iemand in om het papierwerk te doen en zodra het loket opende op 3 juli 2023 diende hij, als een van de eersten, zijn aanvraag in. „Boeren uit de omgeving lachten me uit, ze zeiden dat er toch niets van die regeling terecht zou komen”, zegt hij. „Maar alles is heel netjes verlopen, precies volgens afspraak.”

Ruim anderhalf jaar later liggen er grote hopen zwarte aarde en zand op de plek waar vorig jaar nog zijn twee grote stallen stonden, waarin hij 1250 kalveren hield. De rupskraan – een machine om grote en zware lasten mee te dragen, bijvoorbeeld bij bouwprojecten – die hij kocht om zijn geld mee te verdienen, staat er bovenop, langs de omheining staat een deel van het land nu onder water. „Daar komt nieuwe aarde in”, wijst Duits, die alles zelf sloopte en zijn hele terrein opnieuw gaat inrichten. Alleen aan het ingangshek hangt nog een verwijzing naar zijn tijd als boer. Daar hangt een poster van boerenbelangenorganisatie Agractie met daarop de tekst ‘stop de stikstofwaanzin’.

Die stoppersregeling kwam gewoon heel goed uit

Arjan Duits
gestopte kalverboer

De landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties, nog opgetuigd door het kabinet Rutte-IV, werd in het leven geroepen om snel de uitstoot van stikstof te verminderen. „Woest aantrekkelijk”, volgens toenmalige minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD), omdat het kabinet stoppers 100 procent van de waarde vergoedt, en piekbelasters zelfs 120 procent. Voor de regeling, die open stond tussen 3 juli 2023 en 1 december 2024, hebben zich bijna 1700 bedrijven aangemeld. In totaal zouden zo’n 13.000 bedrijven in aanmerking komen.

Duits was zo’n piekbelaster. Zijn terrein, aan de rand van Lunteren in Gelderland, ligt op negenhonderd meter van Natura-2000 gebied, in de gemeente Ede, waar het op een na hoogste aantal boeren zich aanmeldde om vrijwillig te stoppen. Voor hem speelt mee dat hij zich aan steeds meer regels moest houden. „Ik moest zóveel investeren om mijn stikstofuitstoot te verminderen, zoals luchtwasinstallaties op de verschillende stallen, om door te kunnen gaan. En om aan de eisen voor dierenwelzijn te voldoen had ik overal welzijnsvloeren moeten aanleggen”, zegt Duits. „In alle eerlijkheid: dat zag ik niet meer zitten. Die stoppersregeling kwam gewoon heel goed uit.”

De twee grote stallen zijn helemaal weggehaald.
Alleen uitingen van Agractie herinneren nog aan zijn vroegere beroep als boer.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

Voor veel boeren speelt mee dat ze ouder worden en het niet vanzelfsprekend is dat hun kinderen het bedrijf willen overnemen. Duits valt, als 43-jarige, niet in die categorie. „Ik heb mezelf gewoon eerlijk afgevraagd hoe ik de toekomst voor me zag. En ik ben gaan rekenen. Als piekbelaster ontvang ik 120 procent van de waarde van mijn bedrijf. Daardoor eindig ik nu met die rupskraan, die twee ton kostte, en een klein plusje op mijn rekening. Zo kan ik schuldenvrij helemaal opnieuw beginnen.”

Het was voor Arjan Duits nooit vanzelfsprekend dat hij boer zou worden. Hij groeide op als enige zoon van een kalverboer, maar was vanaf jonge leeftijd vooral gefascineerd door grote trekkers. „Alles wat bromde vond ik geweldig”, zegt hij. Hij hielp zijn ouders altijd met de jonge kalfjes, maar haalde zijn machinistendiploma en ging werken in de bouw. In 2014 besloot hij toch het bedrijf over te nemen en het boerenbestaan een kans te geven. „Ik bleek het hartstikke leuk te vinden.”

Duits laat een foto zien van zijn voormalige kalverenbedrijf.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Daarom heeft hij dubbele gevoelens over het stoppen. „Je geeft je bedrijf eigenlijk weg, ook al krijg je er geld voor,” zegt hij, „maar fysiek en geestelijk voelt het alsof ik het heb moeten afstaan.” Duits zit nu in de laatste fase van de regeling. Hij ontving 20 procent van het bedrag na zes weken en 60 procent nadat de dieren en de mest waren afgevoerd en de stal was gesloopt. De laatste 20 procent volgt als alles helemaal formeel is, met een akte van sluiting die moet worden ondertekend bij de notaris.

„Op papier moest ik 1193 kalveren inleveren, precies het aantal dat ik er op dat moment had staan,” zegt Duits. In ruil daarvoor kreeg hij een vergunning om een bedrijfshal te bouwen waar ook zijn rupskraan in past – onderdeel van de regeling is dat deelnemers 15 procent van de al vergunde ‘stikstofruimte’ mogen gebruiken voor ‘alternatieve economische activiteiten’.

Voor veel deelnemers aan de stoppersregeling kan precies dat laatste deel spannend worden. In december deed de Raad van State een uitspraak die er nu voor zorgt dat veel vergunningen niet meer kunnen worden afgegeven. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat deze manier van stikstof verplaatsen door het binnen een bestaande vergunning te hergebruiken voor iets anders (het zogeheten intern salderen), niet meer mag en dat daarvoor nieuwe vergunningen nodig zijn.

Weekendje Center Parks

Hoewel die uitspraak ook met terugwerkende kracht tot 2020 geldt, maakt Duits zich geen zorgen. „Ik heb zwart op wit staan dat ik mijn bedrijfshal mag bouwen”, zegt Duits. „Ik ga ervan uit dat ik de daadwerkelijke bouwvergunning op grond daarvan ook krijg.”

Zijn terrein van twee hectare verhuurde hij aan een hoveniersbedrijf. In zijn huis, waar hij zelf werd geboren, kan hij blijven wonen. Als zelfstandig ondernemer verhuurt hij nu zijn kraan met zichzelf als machinist, voor sloop- of bouwwerkzaamheden door heel Nederland.

Ik ga ervan uit dat ik de daadwerkelijke bouwvergunning ook krijg

Arjan Duits
gestopte kalverboer

Die kant van deze ontwikkeling, dat Duits nu niet meer zeven dagen per week verantwoordelijk is voor levende dieren en een bedrijf dat nooit stopt, daar kan hij wel aan wennen. „Ik kon nooit zomaar een weekendje naar Center Parks met mijn gezin, dat kan nu wel.”

Als alles straks helemaal is afgewikkeld, mag Duits geen boer meer worden in Nederland en ook niet in andere Europese landen. Althans, hij tekende ervoor geen rundvee meer te mogen houden en zijn kinderen ook niet. „Maar als ik de kolder in mijn kop krijg en boven Groningen een kippenbedrijf koop met hondervijftigduizend leggen”, zegt hij, „dan is dat geen probleem”.

Materiaal dat uit de stallen kwam, ligt op een hoop en moet nog afgevoerd worden.
Foto Dieuwertje Bravenboer



Lees ook

Stikstofuitspraak Raad van State kan probleem worden voor uitkoop van veehouders

Een boer in Klaaswaal rijdt mest uit over zijn akker.