Verdwaalde toeristen met knalgele Lego-tassen, fietsers die zich gefrustreerd een weg banen door de stroom voetgangers, benevelde kroeggasten die schouder aan schouder genieten van een Carlsberg pilsener. Kopenhagen heeft best wat weg van Amsterdam.
Maar in één ding maken de Denen verschil. Het is niet de geur van vers gevangen vis in de Nyhavn of het gebrek aan schimmige coffeeshops. Wie door de hoofdstad loopt stuit geregeld op kleine bakens van rust, geparkeerd voor een kerk, supermarkt of restaurant: kinderwagens met daarin een slapende baby. Want Deense ouders die binnen een vorkje prikken of winkelen laten zonder moeite hun kroost buiten slapen.
Voor de onwetende toerist is het een gek gezicht: welke ouder laat zijn kind nou búíten liggen? Zelf kijken de Denen er niet meer van op, praten zelfs wat zachter als ze een kinderwagen passeren.
De Nederlandse Annechiene Rosenkrands vond het „héél raar” om te zien, al die buggy’s in de buitenlucht. Ze verhuisde in 2011 met haar Deense man van Rotterdam naar Kopenhagen, waar ze hun twee kinderen opvoeden. Die slapen inmiddels dagelijks buiten. „Het idee is dat het goed is voor de ontwikkeling van hun longen.”
De dutjes al fresco zijn trouwens niet louter iets Deens: ook in de andere noordse landen zweren veel ouders erbij. Zij geloven dat hun kinderen hierdoor beter en langer slapen, zo blijkt uit een Fins onderzoek uit 2013.
Het gebeurt tot ongeveer 10 graden onder nul, zegt Rosenkrands. „In de wagens liggen altijd babyfoons met ingebouwde thermometer.”
De kinderen dragen wollen mutsjes, truien en sloffen, liggen in een slaapzak en worden ingestopt met dekens, vertelt de Deense Karen Mogelvang. „Het is een soort safe space.”
Het liefst zit ze tijdens een koffieafspraak naast het raam, werpt ze af en toe een blik naar buiten, waar dreumes Aksl een dutje doet. Verder maakt ze zich geen zorgen. „We vertrouwen elkaar, anderen laten je kind echt wel met rust. Bovendien: wie zou er in hemelsnaam een baby stelen?”
„Dit getuigt van wat we tillid noemen: een diep vertrouwen dat essentieel is in onze cultuur”, zegt Gert Tinggaard Svendsen, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Aarhus en auteur van het boek Trust. Op internationale ranglijstjes scoort Denemarken al decennialang het hoogst op vertrouwen.
„Ooit waren we brute Vikingen, nu zijn we een van ’s werelds vreedzaamste samenlevingen”, kopt de toeristenwebsite van het land. Oud-premier Poul Nyrup Rasmussen zei ooit: „Je ziet zelden een Deen met een mes in de ene hand zonder een vork in de andere.” Oftewel: je kan een Deen vertrouwen.
Wat kan Nederland van het Deense vertrouwen leren?
Foto’s: Pelle Rink
Onbeheerde fruitstalletjes
Politicoloog Svendsen wijst op de vreedzame historie van zijn land. Waar Duitsland en Frankrijk de ene na de andere oorlog uitvochten, reeg Denemarken sinds de Vikingtijd honderden vredige jaren aaneen. Tijdens die eeuwen van rust namen vertrouwen en stabiliteit toe, zegt Svendsen.
En dat vertrouwen kun je overal zien.
Rijdend door het Deense landschap kom je geregeld stalletjes tegen langs de weg waarop groenten en fruit uitgestald staan. De klant pakt wat hij nodig heeft en betaalt door geld in het doosje te doen dat ernaast ligt. Naïef? Valt wel mee: Denemarken kent zeer lage criminaliteitscijfers. Alleen IJsland is veiliger.
Veel Denen houden zich altijd aan de regels en verwachten hetzelfde van anderen, ziet Annechiene Rosenkrands: „Ik fietste een keertje ’s nachts naar huis en reed door rood – er kwam niemand aan. Een andere fietser tikte mij direct op m’n vingers.”
In het zakenleven bezegelen handdrukken, niet stapels contracten, transacties. Denen betalen nagenoeg de meeste belasting ter wereld – met het vertrouwen dat de overheid het geld nuttig besteedt, onder meer aan gratis zorg, onderwijs, ouderschapsverlof en gesubsidieerde kinderopvang.
Denemarken is volgens Transparancy International het minst corrupte land ter wereld, Nederland staat op nummer acht. Daarin schuilt een les voor andere landen, zegt Kim Mannemar Sønderskov, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Aarhus. Dé manier om het Deense vertrouwensmodel naar eigen land te halen is volgens hem door corruptie tegen te gaan.
Kan Nederland dit ook? In theorie wel. Sønderskov onderzocht het sociaal vertrouwen in Denemarken van eind jaren zeventig tot 2010 door jaarlijkse vragenlijsten te vergelijken waarin Denen antwoordden op de vraag: ‘zijn de meeste mensen te vertrouwen?’. Hij zag een flinke toename. Het is volgens hem aan inwoners om te stemmen op politici die corruptie bestrijden, want „dan zal een land langzaam verbeteren”.
Een grote fout – en hij ziet het in zijn land gebeuren – is de toenemende wens van overheid én samenleving om van alles te willen reguleren, zegt politicoloog Svendsen. Als voorbeeld noemt hij schoonmakers die hun initialen moeten opschrijven na elk toilet dat ze hebben gepoetst, of politici die bewijs willen dat instituties die belastinggeld ontvangen hier goed mee omgaan. „Voorbeelden van een samenleving die controleert en documenteert om ervoor te zorgen dat niemand bedriegt of wordt bedrogen.” Svendsen vindt het zelf „absurd” om op ’s werelds meest vertrouwende bevolking de controle op te voeren. Immers: „Honderd procent controle betekent nul procent vertrouwen.”
Meldplicht voor bezorgde ambtenaren
Anne Sofie Allarp schrijft al jaren voor een van de grootste kranten van Denemarken, Berlingske. Zij signaleert hoe de overheid steeds meer wil reguleren en vermoedt dat het vertrouwen in de overheid hierdoor daalt. Een voorbeeld: in 2018 werd in Denemarken een wet van kracht die ambtenaren verplicht het te melden als ze zich zorgen maken over het welzijn van een kind. In het eerste jaar waren er meer dan honderdduizend meldingen, en het aantal neemt toe. „Stel dat we één miljoen kinderen hebben. Dan is het statistisch gezien onmogelijk je kindertijd door te komen zonder dat autoriteiten je gezin onderzoeken op verwaarlozing”, constateert Allarp.
Toch bieden regels ook een vorm van stabiliteit, nuanceert politicoloog Sønderskov. Volgens hem bestaat vertrouwen niet zonder regels. Die creëren een systeem waarin men kan ontspannen. „Het is mooi om te zeggen dat vertrouwen in ons Deens dna zit, maar we moeten regelbrekers wel kunnen bestraffen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het passend straffen van mensen die de wet overtreden, óók goed is voor het sociaal vertrouwen.”
De gemiddelde cafébezoeker is de volslagen vreemde in elk geval niet minder gaan vertrouwen. En dus staan er in de Deense straten, ondanks de toegenomen meldlust, nog buggy’s met slapende baby’s.