Het moest een nieuwjaarsnacht worden zonder tijdsbeperking. De dj’s waren geboekt, er stond techno-dance op het programma, onder meer van Inner Lakes, in the darker shades of electronica of de Trippy dance music van HyperLili. Maar twee dagen voor de aftrap, eind vorig jaar, ging het mis. Kreeg Daniel Bisschop, mede-eigenaar van Club Laak, achter Den Haag Hollands Spoor van de politie te horen dat het niet doorging. Dat ze op het stadhuis, met alle nieuwjaarsdrukte in de stad, tóch te bang waren voor te veel mensen op een kluitje.
Club Laak moest honderden feestgangers op het laatste moment via social media teleurstellen: „ We have to inform you that the municipality of The Hague has decided, not to grant the permit.” De Haagse nachtcultuur ten voeten uit, vindt Bisschop. „De politieke wil is er wel, maar uiteindelijk is er toch die bureaucratie op het stadhuis. Loop je vast op een voetnootje in de vergunning.” Club Laak , een culturele broedplek met een nachtclub, projectruimtes en een restaurant in een oude industriële loods, is een van de weinige plekken in Den Haag waar nachtelijke undergroundcultuur ruimte krijgt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdam zijn er in de Hofstad geen grote bekende clubs met nachtelijke dance-events.
wethouder Cultuur (D66)Saskia Bruines We willen een nachtelijke uitgaans-cultuur waar je in relatieve anonimiteit kunt afwijken van de norm
Toch wil Den Haag dat nachtelijke circuit leven inblazen. De stad heeft inmiddels een gemeentelijke ‘nachtvisie’, die in april officieel gepresenteerd wordt. Inclusief de subsidiepotjes die daarbij horen. Want Den Haag kan dan wel die saaie internationale stad van Recht en Vrede zijn, schrijft verantwoordelijk wethouder Saskia Bruines (Cultuur, D66) in een nota over die nachtvisie, „maar daar mag in de nacht van worden afgeweken.”
Jaloers op Amsterdam
Den Haag staat een nachtelijke uitgaanscultuur voor waar je „in relatieve anonimiteit kunt afwijken van de norm, zonder te worden veroordeeld”, aldus Bruines. Kenners in het circuit spreken van een trendbreuk. Want de stad van overheidsinstanties en ambassades, wilde daar lange tijd helemaal niets van weten. Horecaondernemers in de binnenstad trouwens ook niet. In de uitgaansgebieden mogen nachtelijke dance-events georganiseerd worden. Dat vinden ze commercieel niet interessant.
Terwijl de behoefte aan zo’n alternatieve nacht-scene er wel is. Directeur, David Schoch, van het Haags alternatieve cultuurpodium PIP, kijkt met jaloezie naar Amsterdam, waar het stadsbestuur al veel langer zo’n nachtvisie heeft. PIP, al zeventien jaar een thuishaven voor de Haagse nachtcultuur, moet zich tot nu toe handhaven op een industrieterrein aan de rand van de stad. „Terwijl initiatiefnemers in Amsterdam de mogelijkheid krijgen ook buiten het uitgaansgebied in het centrum ideeën voor de nacht een kans te geven”, zegt Schoch. Dat wil hij ook in Den Haag. „Dan kun je hier ook een divers en bloeiend nachtleven opbouwen. En dat verdient de stad ook. De nacht is net zo belangrijk als de dag.”
Een aantrekkelijke nacht draagt bij aan een aantrekkelijke stad, vindt nu ook de gemeente. Vijf jaar geleden was Richard de Mos, van Hart voor Den Haag, daar, als net aangetreden wethouder, al mee begonnen. Volgens De Mos heeft hij er alles aan gedaan om het nachtelijk uitgaanscircuit in de stad uit te tillen „boven het niveau van Schin op Geul”. Want veel meer stelde het in Den Haag niet voor, aldus De Mos vorige week in tv-programma Sophie & Jeroen. Met vijf nachtvergunningen moest dat lukken. „Want als we in Den Haag de voetjes van de vloer willen, moet daar ruimte voor zijn om dat tot vroeg in de ochtend te kunnen doen.”
Vijf jaar later is er van die boost voor de nachtelijke uitgaansscene nog weinig te zien. Er speelt bovendien een geruchtmakende strafzaak rond nachtvergunningen die De Mos aan bevriende partijgenoten zou hebben verstrekt. En lopen er drie procedures bij de Raad van State om die vergunningen alsnog onderuit te halen. De strafzaak heeft de plannen niet in de weg gezeten. Die nachtvergunningen zijn in 2019 ná de huiszoekingen en de invallen op het stadhuis gewoon verstrekt. Volgens De Mos was er een marktverkenning uitgevoerd en waren er vijf vergunningen gevraagd én uitgegeven: „Niemand is bevoordeeld , niemand is benadeeld”.
Lees ook Hoe Richard de Mos het mes aan drie kanten liet snijden
Alleen, het nachtelijk uitgaanscircuit is er daarna niet beter van geworden. Locaties waar na middernacht die voetjes van de vloer kunnen, zijn er vijf jaar later nauwelijks bij gekomen. Niet zo vreemd. Van de betrokken ondernemers was er niet één die er echt nachtelijke uitgaansplannen voor had, zo verklaarden ze achteraf aan de recherche in het kader van die strafzaak. Een van de ondernemers wilde met die nachtvergunning een afhaal-wokrestaurant voor in de late uurtjes openen. En Atilla Akyol – partijgenoot en vriend van De Mos en ook verdachte in de zaak – die twee van die vijf vergunningen wist binnen te halen, had geen andere plannen dan wat nachtelijk gokvertier, een restaurant en „een beetje shisha”, zo citeerde advocaat-generaal, Koos Plooij, vorige week tijdens de zitting. Een lezing die Akyol desgevraagd overigens ontkent. Volgens hem zijn er wel degelijk dance-events in de Opera geweest, maar lag ook die scene tijdens de coronapandemie stil.
Culturele broedplaatsen
Die marktverkenning waar De Mos mee schermt, is volgens een woordvoerder onvindbaar op het stadhuis. „In 2019 heeft geen enkele culturele instelling met verstand van nachtprogrammering, zo’n nachtvergunning gekregen”, zegt Schoch. „Maar er is sindsdien vanuit het stadhuis wel serieuze aandacht voor het Haagse nachtleven. Het was alleen beter geweest als er toen al een visie op die nachtcultuur was geweest. En die vergunningen over meer diverse partijen verdeeld waren.”
Zelf stond Schoch in 2019 buitenspel. Want voor zo’n nachtvergunning moesten ondernemers over minstens duizend vierkante meter vloeroppervlak beschikken. Club Laak bestond toen nog niet. Maar zowel PIP als Laak is nu wel onderhandelingspartner bij die nachtscenario’s voor de stad. Zo wil PIP uitgroeien van alternatief uitgaanspodium tot een breed georiënteerd cultuurpark en stadspodium: INTER-CITY. Met een dag- en avondprogrammering. Bisschop, van Club Laak is wat afwachtender. Nadat hij afgelopen jaarwisseling zijn nacht moest afblazen, houdt hij het wat dance-events ook even voor gezien. „Maar de visie is er nu wel”, zegt Bisschop. „Dan nu de uitwerking nog. Er wordt meer ruimte voor culturele broedplaatsen en dance-events in het vooruitzicht gesteld. Met meer mogelijkheden om ’s nachts open te blijven.” Maar of het gaat lukken? Bisschop twijfelt nog. „Ik ben inmiddels 47 en altijd een nachttijger geweest. Ik moet dus nog zien of er echt iets gaat veranderen.”
Hoe druk je de senioriteit uit van een 87-jarige politicus? Volstaat het te zeggen dat hij werd geboren vóór Lubbers en Kok zaliger? Dat hij ouder is dan prinses Beatrix? Dat hij al een wereldoorlog achter de rug had toen Trump nog moest worden verwekt?
Dré Rennenberg is zijn naam. Gemeenteraadslid te Eindhoven. Hij ging in 1994 de lokale politiek in als wethouder voor het Algemeen Ouderen Verbond, richtte in 1998 het Ouderen Appèl Eindhoven op en werkte als raadslid onder zes burgemeesters van wie er inmiddels twee zijn overleden. In 2022 werd hij benoemd tot ereburger van Eindhoven, ook vanwege zijn voorzitterschap van lokale amateurvoetbalclub SV Tivoli, zijn inzet voor behoeftige burgers bij het Steunpunt Materiële Hulpvragen en zijn initiatief voor een binnenstedelijke moestuin, Stadsakkers Eindhoven, waarvan de oogst bestemd is voor de plaatselijke voedselbank. En dan is er nog zijn eigenlijke baan, fiscalist in het door hem opgerichte belastingadvieskantoor ARK, waar ook twee van zijn zoons werken en hijzelf nog altijd zijn werkdagen doorbrengt.
Politiek is een magneet en zijn broertje (69) vroeg hem aan te blijven
De laatste jaren bouwde Rennenberg zijn taken af, hij wilde het wat rustiger aan doen, heeft last van zijn versleten heup en „wie weet „klopt dadelijk Onze Lieve Heer twee keer op m’n schouders en dan heb ik niets meer te vertellen”. Van het fractievoorzitterschap van zijn partij deed hij in september 2024 afstand, zijn jongere broer Niek (69) nam het stokje over. Raadslid wilde hij blijven tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026, dan was het klaar.
Maar hij is van gedachten veranderd, zegt hij in het spreekkamertje van het belastingadvieskantoor, met achter hem zijn rollator en stok. Hij wil dóór. Politiek is een magneet en zijn broertje vroeg hem aan te blijven. Er zijn volgens hem zóveel hulpbehoevende mensen in de maatschappij: wie is hij om zijn invloed en netwerk dan níét aan te wenden?
De wandelstok van Dré Rennenberg. Foto Lars van den Brink
Ouderen zijn overal de pineut van, vindt hij. Neem nou laatst, bij de dokter. Hij had een afspraak, maar de huisarts kwam te laat binnen want die was net een half uur op bezoek geweest bij een oude, stervende man, stervensbegeleiding ja, maar dat was eigenlijk helemaal zijn táák niet. Maar wie zou dat werk dan wél op zich nemen? Nou, en dan stuurt Rennenberg dus een brief aan het college om de gemeente op haar zorgplicht te wijzen. Die moet maar eens bij instellingen gaan kijken die weet hij veel hoeveel euro per jaar verdienen en intussen niet de goede zorg leveren. Of neem de moeder van een ambtenaar die hij kent. Die viel en brak haar been en kwam na ontslag uit het ziekenhuis helemaal in Bredá terecht, omdat er in Eindhoven geen plek was voor revalidatie! Ook zoiets: een oud echtpaar bij hem in de buurt, hij leed aan versnelde dementie, en zij…
Enzovoorts enzovoorts, want Rennenberg praat als Brugman. Of nee, dan doe je hem geen recht, want hij praat inmiddels al langer als Brugman dan volksprediker Johannes Brugman zélf ooit deed, de man achter het gezegde haalde de tachtig niet (ca. 1400-1473).
Niet afschrijven
Enfin, Rennenberg wil óók door met zijn raadswerk om te laten zien dat je tachtigers niet moet afschrijven. Ook al loopt hij nu achter een rollator en helpt de bode hem de trap op als hij aankomt bij het stadhuis, hij werkt nog altijd zo’n zestig uur per week, schat hij – tien als fiscalist en vijftig als raadslid. Hij staat op om half acht, acht uur, leest het Eindhovens Dagblad, checkt het online nieuws en rijdt rond tienen naar dit kantoor en daar zit hij dan tot een uur of drie, dan zeggen zijn zoons dat het tijd is om naar huis te gaan, naar Jannie (85), al 68 jaar zijn vrouw.
Wat hem nog nét wat strijdbaarder maakt, is dat ook raadsleden in de pensioengerechtigde leeftijd er sinds dit jaar bekaaid van afkomen. Een toelage waar zij tot voor kort voor in aanmerking kwamen, wordt hen sinds januari 2025 ontzegd door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het gaat om een soort dertiende maand, in Rennenbergs geval 2.400 euro op jaarbasis. Alleen raadsleden ónder de AOW-leeftijd van 67 jaar krijgen die toelage nog. „Ouderdomsdiscriminatie”, schreven Rennenberg en partijleden eind april in een brief aan het Eindhovense college van B en W, waarna de hele gemeenteraad zich achter Rennenberg schaarde en in mei per brief de minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC) verzocht om de regeling zo aan te passen dat ze „gelijke bescherming biedt aan alle raadsleden, ongeacht leeftijd”.
Nee hoor, dit is geen leeftijdsdiscriminatie, schreef de minister begin juli terug. De toelage is namelijk bedoeld als „compensatie” voor raadsleden die door hun politieke werk minder tijd kunnen besteden aan hun eigenlijke baan. Door die gemiste uren bouwen zij minder pensioen op en valt hun uitkering bij arbeidsongeschiktheid of overlijden lager uit. Vandáár die toelage. En 67-plussers, tja, die hóéven hun pensioen niet meer op te bouwen.
Oudere raadsleden vragen zich nu af: stel ik mij wel of niet kandidaat voor de komende verkiezingen?
Wakker geschud
Juridisch is die redenering steekhoudend, vindt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, belangenbehartiger van de lokale volksvertegenwoordiging. Maar daarmee is de onvrede allerminst de wereld uit, benadrukt verenigingsvoorzitter Abdullah Uysal (30), zelf raadslid in Dordrecht (GroenLinks). Dré Rennenbergs protest heeft, vertelt hij, andere gepensioneerde raadsleden wakker geschud. „De discussie begint echt te leven nu. Vijftien à vijfentwintig van hen klopten al bij ons aan, ze zeggen allemaal dat het schrappen van de toelage iets doet met hun gevoel van waardering. Dat snappen wij en het baart ons grote zorgen”, zegt Uysal. „Deze raadsleden vragen zich nu af: stel ik mij wel of niet kandidaat voor de komende verkiezingen? Terwijl: het is belangrijk dat de gemeenteraad een brede afspiegeling is van de samenleving. Jong én oud.” De vereniging voor raadsleden gaat in overleg met „de achterban” om te komen tot een „definitief standpunt” en gaat daarmee „terug” naar het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Heel goed, vindt Dré Rennenberg, maar hij blijft erbij dat de zaak óók juridisch niet deugt. Op 22 juli diende hij een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens met een beroep op de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL). Want oké, een pensioen hoeft hij niet meer op te bouwen. Maar bij overlijden, hebben nabestaanden van een oud raadslid dan mínder recht op compensatie dan nabestaanden van een jong raadslid? „Deze ongelijke behandeling is enkel gebaseerd op leeftijd”, schreef hij. „Ik verzoek het College mijn klacht in behandeling te nemen.”
Een zoon komt het spreekkamertje binnen. „Je moet zo naar huis, straks wacht het eten”, zegt hij tegen zijn vader. Dré Rennenberg knikt. Als hij opstaat, langzaam, steunt hij op zijn rollator. Op naar huis, waar de maaltijd van Jannie om vijf uur zal klaarstaan. Waarna hij nog drie uur zal doorwerken en om half tien Nieuwsuur zal aanzetten, gevolgd door een politieke talkshow en daarna „iets op SBS6” wat Jannie leuk vindt. Ze zullen de dag afsluiten zoals altijd, proostend met een glaasje port (hij) en één glas pils (zij). Gevolgd door „hopelijk” een goede nacht – gedachten over onrecht houden hem weleens wakker.
Lees ook
Met politieke speeddates probeert Rheden alvast raadsleden te ronselen
„De hulp staat aan de grens.” Wouter Booij, woordvoerder van Unicef Nederland, spreekt elk woord met klemtoon uit in antwoord op de vraag of voedseldroppings de nood in Gaza zullen helpen verlichten.
Zondagochtend voerde Israël een voedseldropping uit, na dagen van groeiende internationale kritiek op het gebrek aan hulp aan Gaza. Het aantal doden als gevolg van ondervoeding is volgens het ministerie van Volksgezondheid van Gaza opgelopen tot 127, onder wie 85 kinderen.
Volgens het Israëlische leger zijn er zeven pallets met meel, suiker en conserven per parachute gedropt. Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben, zo melden internationale media, zondagmiddag ook voedsel gedropt. Wat er precies geleverd is, en waar, was zondagmiddag nog onduidelijk.
Hulporganisaties zijn zeer kritisch. Philippe Lazzarini, hoofd van het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA, noemde op X voedseldroppings „duur, inefficiënt en mogelijk dodelijk voor uitgehongerde burgers. Ze zijn een afleiding en een rookgordijn.” Bij eerdere voedseldroppings kwamen Gazanen om het leven toen een parachute niet opende, of zij verdronken bij het aan land brengen van de pallets die in zee waren beland.
Ook Booij van Unicef heeft het over „een humanitair fotomoment”. De enige oplossing voor de hongerende bevolking van Gaza is volgens hem „volledige, ongehinderde toegang” voor de „zes- á zevenhonderd vrachtwagens per dag” met hulpgoederen die al voor oktober 2023 nodig waren om de 2,1 miljoen Gazanen van voedsel te voorzien. Inmiddels zijn wegen en distributiecentra vernietigd door Israël en Gazanen uit hun huizen verdreven.
Vrachtwagens
Aan de grenzen met Gaza staan duizenden vrachtwagens van hulporganisaties klaar. Israël heeft er de afgelopen maanden volgens de VN gemiddeld niet meer dan 69 per dag toegelaten. Het leger kondigde volgens persbureau Reuters zondag aan „humanitaire corridors” te zullen instellen voor hulpkonvooien, maar gaf niet aan waar of wanneer.
Zondag werd ook bekend dat de Egyptische Rode Halve Maan met honderd vrachtwagens de grens bij Kerem Shalom zal oversteken. De eerste vrachtwagens zouden de Gazastrook in zijn gereden. Daar wacht inspectie door Israël.
Eerder deze maand werden bij die grens hulpgoederen vernietigd omdat ze zouden zijn bedorven. Volgens Bastiaan van Blokland van het Nederlandse Rode Kruis duurt het „te lang om goederen in te voeren”: „Medicijnen moeten gekoeld zijn, eten kan niet te lang wachten.” „Daarom is het belangrijk dat er elke dag een stroom aan vrachtwagens wordt doorgelaten.”
„Bij een zware voedselnood zoals in Gaza is specialistische voeding nodig, zijn medicijnen nodig.” Hij noemt de samenstelling van de voedseldroppings zoals het Israëlische leger die noemt (meel, suiker en conserven) „eenzijdig”. „Er is voedsel nodig met vitamines en mineralen. Eieren, vlees, granen, groente.”
Volgens Van Blokland moet er bovendien brandstof worden geleverd om generatoren te kunnen laten draaien en ambulances te laten rijden. Hij noemt de voedseldroppings daarom „een schijnoplossing”: „De grenzen kunnen open voor hulpgoederen, dit hoeft niet zo.”
Lees ook
Honger, dorst en kogels: zo maken Israëlische soldaten de GHF-voedselpunten in Gaza tot dodelijk gevaar
Bliksemafleider
Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, noemt de voedseldroppings eveneens „een bliksemafleider”. Zij signaleert een patroon: „Als de druk op Israël toeneemt, met name vanuit de Verenigde Staten, dan wordt er af en toe een beetje hulp toegelaten.”
Ze signaleert dat in mei 2024 ook voedseldroppings plaatsvonden. Die kwamen nadat het Internationaal Strafhof arrestatiebevelen uitvaardigde tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn vroegere minister van Defensie Yoav Gallant, onder meer voor het weerhouden van voedsel, water, medicijnen en medische apparatuur aan de Gazaanse burgerbevolking zonder militaire noodzaak.
„Toen de Europese Unie serieus over sancties nadacht, werd de Gaza Humanitairian Foundation opgericht. We weten inmiddels hoe dat afliep.” Die omstreden, door de VS gesteunde organisatie ging noodhulp organiseren, maar bij GHF-distributiepunten werden Palestijnen doodgeschoten door Israëlische militairen.
Hilhorst: „Nu zie je weer de druk oplopen vanuit de rest van de wereld, en zijn er voedseldroppings aangekondigd. Dat haalt de aandacht weg van het feit dat de grenzen niet open zijn voor de hulp die daar staat en nodig is.”
Ze vindt dat landen niet mee moeten denken over „schijnbewegingen” als voedseldroppings. „In plaats daarvan zou het Verenigd Koninkrijk moeten nadenken over sancties.” Ook zij zegt dat de Gazanen „zodanig verhongerd zijn dat ze medisch begeleid moeten worden. Magen kunnen voedsel niet meer aan.”
Bouwstoffen
Dat zegt ook Wouter Booij van Unicef: „Ondervoeding is geen honger, maar een ziekte. Het lichaam krijgt dan dermate weinig bouwstoffen dat het gaat interen op organen. De oplossing is dan geen boterham met kaas en een glas melk.” Dan is therapeutische voeding nodig, zegt hij.
Een standaard voedselpakket van het Wereldvoedselprogramma bevat 2.100 calorieën, met genoeg proteïne, vet, vitamines en mineralen voor een volwassene. Voor kinderen onder de vijf jaar oud, zwangeren en borstvoedende moeders is extra calorierijk voedsel nodig. De BBC berekende dat er 160 vliegtuigdroppings per dag nodig zouden zijn om genoeg voedsel te leveren.
Lees ook
Bashar fotografeerde de honger, nu kan hij er zelf niet meer door werken
Mannelijke superioriteit, verheerlijking van fysieke kracht, afkeer van feminisme, geweld tegen vrouwen. Het zijn niet de plezierigste opvattingen die in verband worden gebracht met het begrip ‘manosphere’. Het heeft betrekking op meestal online geventileerde, conservatieve opvattingen van mannen over vrouwen. De manosphere reikt van mannen die de ‘vrouwenwereld’ verlaten en elkaar opzoeken op sociale media of in chatrooms van spelletjes, via de antiwoke zelfhulpadviezen van de religieus-geïnspireerde psycholoog Jordan Peterson, tot de agressieve misogynie van influencers als Andrew Tate. Deze staat in het Verenigd Koninkrijk terecht voor onder meer verkrachting en mensenhandel, en wordt in Roemenië verdacht van drugshandel, seksueel misbruik van minderjarigen en het vormen van een criminele organisatie.
De manosphere wordt, onder meer in de veelbesproken filmserie Adolescence, in verband gebracht met de herwaardering van conservatief-christelijke waarden zoals de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, maar ook met geweld tegen vrouwen en de opkomst van radicaal-rechtse partijen. Dat roept de vraag op: wat zíjn het voor jonge mannen die zich bewegen in deze wereld en wat voor opvattingen houden ze er daadwerkelijk op na?
Twee mannen van 29 jaar oud spreken los van elkaar met NRC over hun ervaringen in de manosphere en opvattingen over man/vrouw-verhoudingen. Een van hen, Sonny, wil dat alleen onder zijn voornaam doen „vanwege de cancelcultuur op internet”.
‘Voor mij is de manosphere vooral een safe space voor mannen die op zoek zijn naar zelfhulp’
Sonny reageerde kritisch op een artikel in NRC, waarin werd gesteld dat uitingen in de manosphere overlappen met die van extreemrechtse en racistische groepen. Hij vond dat „valse framing”. Sonny: „Voor mij is de manosphere vooral een plek voor zelfontwikkeling, een safe space voor mannen die op zoek zijn naar zelfhulp. Heel veel jonge mannen worstelen met hun identiteit en voelen zich afgewezen door de maatschappij. Denk aan jongens die gepest worden op school. Of aan incels.” Hij bedoelt ‘involuntary celibates’ oftewel jongens die onvrijwillig vrijgezel zijn. „Zij denken: waarom wil een vrouw mij niet?”
NRC nodigde mensen met kritiek op het artikel uit in gesprek te gaan. De zus van Ties Kalker stuurde die oproep door aan haar broer.
Volgens Ties wordt er te veel realiteitswaarde toegekend aan Adolescence. „Als filmmaker zie ik hoe goed die serie is gemaakt. Maar het idee dat er een generatie opgroeit van jongens die vrouwen haten, die zelfs in staat zijn een meisje te vermoorden, en dat dat als een serieus probleem wordt behandeld – dat klopt gewoon niet. De vraag is niet: zijn er jongens die vrouwen haten? De vraag is: waarom is Andrew Tate zo groot geworden? Waarom luisteren jongens eerder naar hem dan naar hun moeder?”
Waarom luisteren jongens eerder naar Andrew Tate dan naar hun moeder?
Ties: „Kijk nou wat het algemene beeld is van een man in de westerse wereld. Het is nooit: een man is belangrijk, een vader is belangrijk. Nee, het is: je moet dit niet doen, want dan ben je een toxische masculiene man. Je moet dat niet doen, want dan raak je in een #MeToo-zaakje verzeild. Hoe sommige mensen, ook die heel dicht bij mij staan, praten over mannen, dat is zo vol haat, zo anti-man. Als er dan iemand als Andrew Tate komt, slaan jongens daarop aan. Iemand die zegt: ‘Je moet verantwoordelijkheid nemen als man. Kom op, we gaan dingen fiksen. Ambitie is goed. Echt iets van jezelf willen maken is goed.’ Het pijnlijke is dat je het moet horen van iemand zoals hij.”
Waarom is dat pijnlijk?
Ties: „Omdat hij een pooier is. Naar ik begrijp.”
Welke man is in jullie persoonlijk leven belangrijk geweest?
Sonny: „Mijn vader is overleden toen ik een jaar of twaalf was. Normen en waarden en lessen heb ik bij anderen moeten halen. Veel uit media. Japanse tekenfilms, anime, hebben voor mij een grote rol gespeeld. Er is een subgenre dat shounen heet [Japans voor ‘jongen’]. Dat zijn verhalen over vriendschap, verpakt in actie zodat ze aantrekkelijker zijn voor jonge mannen. Over klaarstaan voor anderen, over kracht hebben en dan toch kiezen voor compassie.”
Ties: „Mijn moeder is echt een feminist. Ik denk dat veel mannen van mijn generatie zijn opgevoed door feministen. Misschien is dit niet zo handig om te zeggen, maar een vriendin van mijn moeder riep tijdens een feestje ineens: ‘Ik haat mannen! Ik haat mannen! Maar míjn man is leuk.’ Dat voelde ik wel altijd.
„Op een gegeven moment ben ik gaan onderzoeken: vind ik dit nou zelf of vind ik dit omdat ik mijn moeder of mijn vader napraat? Toen kwam ik Jordan Peterson tegen en dacht: ‘ik ga toch een keer naar de vijand luisteren’. Hij legde alles uit vanuit de psychologie. Nogal generaliserend: vrouwen doen dit en mannen doen dat. Maar wel vanuit een soort deskundigheid. Toen ben ik steeds meer naar hem gaan luisteren. En ook naar anderen. Jordan Peterson heeft de deur voor me opengezet.”
Vanuit progressieve hoek wordt vaak gezegd dat verschillen tussen mannen en vrouwen cultureel zijn, opgelegde verwachtingen. Aan de conservatieve kant wordt benadrukt dat die verschillen grotendeels biologisch bepaald zijn, met bijbehorende rolverdeling. Hoe zien jullie dat?
Sonny: „Ik denk dat er wel degelijk biologische verschillen zijn tussen man en vrouw. In de zin dat bijvoorbeeld een vrouw een kind kan krijgen en een man niet. Ik kan niet kiezen om een kind te krijgen op dezelfde manier. Doen alsof we allemaal precies hetzelfde kunnen, vind ik extreem.”
Ties: „Ik denk dat er een intuïtieve rolverdeling is tussen mannen en vrouwen. Mannen zijn vaak meer op carrière gericht. Die werken van ’s ochtends tot ’s avonds – dat is waarom ze in een open markt aan de top komen. En ik denk dat veel vrouwen, omdat ze biologisch een kind kunnen krijgen, op een gegeven moment de keuze maken om minder te gaan werken. Zo van: ik wil een relatie hebben met mijn kind.
„Als ik hardop zeg dat het belangrijkste wat een vrouw in haar leven doet, kinderen krijgen is, ben ik meteen conservatief. Maar als ik mijn moeder vraag wat het belangrijkste in haar leven is, weet ik 100 procent zeker dat ze mijn zus en mij noemt.”
Moeten vrouwen op de koop toe nemen dat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt daardoor worden beperkt?
Sonny: „Mijn vriendin en ik hebben nog geen kinderen, maar wij bespreken dat wel. Zij wil carrière maken. Ik wil graag dat iemand thuis is bij de kinderen, want dat is belangrijk voor hun ontwikkeling. Maar ik ga niet tegen haar zeggen dat zíj dat moet doen. Dan doe ik dat zelf wel. Ik zie dat niet als onmannelijk. Dat is zelfopoffering.”
Ties: „Als je in een open markt zit, is het gewoon: wie het hardst werkt, wint. Maar het biologisch verschil maakt het wel anders voor vrouwen dan voor mannen.”
Illustratie Lynne Brouwer
Is er dan nog sprake van gelijke kansen?
Ties: „Ik vind het vreemd dat we bij ‘gelijke kansen’ altijd uitgaan van een bepaald idee van ‘het goede leven’. En dat is dan het leven van een man. Wat is daar nou zo fijn aan? Waarom is dát het hoogste? Waarom kijken we niet naar wat het betekent om vrouw te zijn, en wat daar fijn aan is?”
Sonny: „Ik geloof heel erg in gelijkheid en gelijke kansen. Maar ik denk niet dat je gelijke kansen én gelijke uitkomsten kunt hebben. Kijk naar softwareontwikkeling: dat vak wordt gedomineerd door mannen. Niet omdat vrouwen daar niet welkom zijn – maar omdat het hun keuze is. Net zoals je bij psychologie juist veel vrouwen ziet.
„Een jaar geleden stond er een artikel in NRC dat voor het eerst de helft van de universiteiten wordt geleid door een vrouw, met als kop: ‘Minder man – nu nog minder wit’. Dan denk ik: wat heb ik als man misdaan om die positie niet te mogen bereiken?”
Ben je zelf wel eens afgewezen omdat je man bent?
Sonny: „Nee, maar zo’n kop voelt voor veel mensen als een vorm van uitsluiting.”
Heb je het gevoel dat de maatschappij je tegenwerkt?
Sonny: „Dat de maatschappij me hindert. Dat komt volledig door identiteitspolitiek. Er wordt gekeken naar wie gemarginaliseerd is. Dat zijn dan vrouwen – dat is al 50 procent van de bevolking. Vervolgens wordt er gekeken naar: etniciteit, seksuele voorkeur, of je bijvoorbeeld autisme hebt. En wie blijven er dan over? Witte, cisgender, heteroseksuele, neurotypische mannen. In een poging om inclusief te zijn, denk ik dat je de groep die overblijft, discrimineert.”
Ties: „Toen ik mijn film opstuurde naar een filmfestival, kreeg ik allemaal vragen over wie ik was. Van welk geslacht ik ben en welke seksualiteit ik heb en of ik allochtoon ben. Ik heb gewoon een film gemaakt, beoordeel die. Het is absurd om mensen te beoordelen op wat er tussen hun benen zit of wie hun ouders zijn.”
Sonny: „Ik ben niet per se tegen diversiteit, gelijkheid en inclusie, zolang die zich richten op sociale klasse in plaats van op etniciteit of seksualiteit. Dan is het grootste deel van de ongelijkheid al aangepakt.”
Uit welke sociale klasse kom jij zelf?
Sonny: „Uit de arbeidersklasse. Mijn vader was vrachtwagenchauffeur, mijn moeder zuster. Als gematigd links persoon vind ik dat rechts dichter bij mijn culturele waarden ligt dan links.”
En als man?
Sonny: „Als man helemáál. Als man voel ik me toch een beetje de vijand. Omdat ik zeg maar de belichaming ben van het patriarchaat. Ik denk dat heel veel dingen die ik nu met jullie bespreek, sociaal en cultureel niet acceptabel zijn. Als ik dat tegen de verkeerde persoon zeg, kan ik zelfs mijn baan verliezen. Dat denk ik echt.”
‘Sinds Elon Musk Twitter heeft gekocht, kunnen veel meer mensen zich weer uitspreken’
Heb je het idee dat je nu een cultuuromslag meemaakt?
Sonny: „Ja, honderd procent. In elk geval online. Sinds Elon Musk Twitter heeft gekocht en Meta zich aan de kant van Trump lijkt te scharen, kunnen veel meer mensen zich weer uitspreken. Je merkt bijvoorbeeld dat mensen het vervelend vinden als in films of games een politieke boodschap de boventoon voert.”
Hij begint over Ubisoft, een van ’s werelds grootste gameproducenten. Voor de release van de populaire game Assassin’s Creed Shadows kreeg het bedrijf kritiek op de diverse cast, met onder anderen een vrouwelijke ninja en een zwarte samoerai. Spelers vonden de boodschap te ‘woke’. Volgens persbureau Reuters daalde de omzet met ruim 20 procent en verloor het bedrijf sinds 2023 meer dan 40 procent van zijn beurswaarde.
Sonny: „Het verhaal speelt zich af in Japan, dus de doelgroep verwacht authentieke Japanse karakters. Als je dan toch kiest voor meer diversiteit in de cast, ga je voorbij aan die verwachting: authenticiteit. Wanneer zo’n game uitkomt, wijst het collectief die af. Spelers ergeren zich eraan dat een kunstvorm die bedoeld is om aan de realiteit te ontsnappen, wordt gebruikt om een politieke boodschap op te dringen.”
Ties: „Ook Hollywood heeft uitgesproken ideeën over mannen en vrouwen, die walsen ze uit over elke film. In superheldenfilms zie je extreem gespierde mannen, maar een slank meisje slaat hen met één klap bewusteloos. Compleet onrealistisch. En dan wordt mij voor de voeten geworpen dat wat ik denk, maar een mening is. Nee, het is niet mijn mening dat de aarde rond is, de aarde ís rond. En jij bént gewoon een vrouw. Dat komt door de organen die je bij je geboorte hebt meegekregen.”
Is ‘rechts’ realistischer over de wereld dan ‘links’?
Ties: „Een tijdje was dat in elk geval wel zo. Op de kunstacademie waar ik zit, wordt voortdurend geprotesteerd. Voor alle minderheidsgroepen. Pro-Palestina. Als ik daar een aanmerking op heb, word ik meteen afgekapt. Zeggen ze: ‘Je haalt nu alleen maar een rechts talking point aan’. Er is weinig tot geen ruimte voor kritische gesprekken.”
Denk je dat zij oprecht zijn?
Ties: „Ik denk het niet. Ze zijn tegen racisme, discriminatie, seksisme. Maar vervolgens delen ze mensen alsnog in op een heel oppervlakkig kenmerk, door dingen als positieve discriminatie. Ik heb geen idee wat ze nou écht denken. Als ik naar Donald Trump kijk – hoe gestoord het ook is wat hij zegt – dan denk ik: jij meent dit echt. Het is beter om een vijand te hebben van wie je weet hoe hij in elkaar zit, dan een vijand van wie je geen idee hebt wat die is.
„Een vriend van mij is veel bezig met polygamie. Hij doet zich voor als heel feministisch, lakt zijn nagels, zo trekt hij langs al die vrouwen. Maar het leven zit niet zo in elkaar. Het is belangrijk dat je een vaste relatie hebt. Voor kinderen is het belangrijk om ouders te hebben die bij elkaar blijven. Ik zag een onderzoek waaruit bleek dat gelovige mensen nu meer seks hebben dan niet-gelovige mensen. Ironisch toch? Al die Tinder-apps gaan alleen maar over seks. Maar dat leidt dus eigenlijk alleen maar tot meer afstand.”
‘Ik vind het vreemd dat ik ben opgegroeid zonder een soort handleiding over hoe ik een meisje moest benaderen’
Hoe gedraagt een goede man zich tegenover vrouwen?
Ties: „Ik voelde me altijd schuldig als ik een vrouw versierde. Maar ineens dacht ik: waarom eigenlijk? Misschien vindt een vrouw het zelfs wel leuk om een man als vriend te hebben. Ik kan ook een toevoeging zijn. Ik ben niet per se een probleem. Ik denk dat ik vanuit mijn opvoeding sterk het idee had: je moet heel erg oppassen als man, want voor je het weet doe je iets verkeerd. Ik vind het vreemd dat ik ben opgegroeid zonder een soort handleiding over hoe ik een meisje moest benaderen.”
Wat betekent het om een goede man te zijn?
Ties: „Dat je verantwoordelijkheid neemt voor wie je bent. Iemand die voor zichzelf kan zorgen – en hopelijk voor meer dan alleen zichzelf. Dat je je zaken op orde hebt. Dat je… ja, met consequenties kunt omgaan.”
Sonny: „Er is maatschappelijke druk dat je in je eentje een gezin moet kunnen onderhouden en dat je anders faalt als man zijnde. Daar ben ik het niet per se mee eens.”
Wat vind jij belangrijk?
„Ik denk dat je gelukkig moet zijn met wie je bent. Dat je je niet moet laten leiden door wat anderen zeggen. Het gaat meer over emotioneel sterk in je schoenen staan dan fysiek. Maar er is een overlap. Ik ken mensen die heel onzeker waren over hun lichaam. Die heb ik meegenomen naar de sportschool. En nu zijn ze veel zelfverzekerder en assertiever in hun doen. Dat is denk ik ook de boventoon in de manosphere. Als Jordan Peterson iets zegt als: ruim je kamer op, dan klinkt dat als iets kleins. Maar het is een stap. Je legt de lat lager, je maakt een stap naar discipline, naar zelfverbetering.
„De mentale gezondheid van mannen is een onderbelicht onderwerp. Ik denk dat vrouwen anders omgaan met eenzaamheid of depressie dan mannen. Vrouwen onderhouden vaak beter een sociaal netwerk. Mannen trekken zich sneller terug, omdat praten over hun problemen al snel als zwakte wordt gezien. Ik denk dat dit al lang zo is, maar het wordt niet besproken. Het aantal zelfdodingen onder mannen ligt al jaren ruim twee keer zo hoog als onder vrouwen, volgens het CBS.”
Wat zou helpen?
„Als mannen iets meer ruimte zouden krijgen om moeilijke onderwerpen onderling te bespreken, zonder dat dit meteen wordt weggezet als giftig of extreemrechts. Het is vaak: ‘Praat over je problemen maar op de voorwaarden die ík definieer’. Dat doet veel mannen tekort.”