Den Haag heeft een nieuwe centrumlinkse coalitie, zonder Hart voor Den Haag

Collegevorming De vorige coalitie viel in juni omdat de partijen het niet eens konden worden over gesprekken met Hart van Den Haag over mogelijke deelname aan het college. De grootste partij van de Hofstad zal de komende periode oppositie voeren.
Hart voor Den Haag, de partij van voormalig wethouder Richard de Mos en de grootste in de raad, is de komende periode veroordeeld tot de oppositie.
Hart voor Den Haag, de partij van voormalig wethouder Richard de Mos en de grootste in de raad, is de komende periode veroordeeld tot de oppositie. Foto Bart Maat/ANP/Hollandse Hoogte

Met het sluiten van een coalitieakkoord tussen PvdA, GroenLinks, D66, CDA, Partij voor de Dieren en Denk heeft Den Haag weer een meerderheidscoalitie. Dat maakt informateur Arie Slob (ChristenUnie) woensdag bekend in een brief aan de gemeenteraad. Aanstaande maandag presenteren de partijen de kandidaat-wethouders van Denk en de PvdD en het akkoord. Dan wordt duidelijk of de zes een heel nieuw akkoord hebben gesloten, of dat ze vooral voortborduren op de huidige gemaakte afspraken.

De vorige, in september 2022 gevormde coalitie viel afgelopen juni toen de VVD zijn steun opzegde omdat de partijen het niet eens konden worden over gesprekken met Hart van Den Haag over mogelijke deelname aan het college. De discussie ontstond bij de wens van oud-wethouder Richard de Mos om toe te treden tot de coalitie. Zijn partij, Hart van Den Haag, was in eerste instantie uitgesloten van de coalitieonderhandelingen omdat De Mos en zijn partijgenoot Rachid Guernaoui nog verwikkeld waren in een rechtszaak.

In oktober 2019 viel het college waarin de twee wethouder waren, toen bleek dat het duo verdacht werd van onder meer corruptie en schending van hun ambtsgeheim. Meerdere partijen wilden niet met Hart voor Den Haag samenwerken zolang de rechtszaak liep.

Wekenlang crisisoverleg

Nadat De Mos en Guernaoui in april werden vrijgesproken — in eerste aanleg, het OM gaat in hoger beroep — meenden zij als grootste partij met negen zetels het recht te hebben mee te besturen in de Hofstad. De VVD wilde daar wel over praten, maar dat was voor de PvdA en GroenLinks niet bespreekbaar. Zij vonden dat de toenmalige coalitie „niet ter discussie stond”. D66 en CDA wilden eventueel wel onderhandelen, maar alleen als er ook met andere oppositiepartijen gepraat zou worden.

Er volgden weken van crisisoverleg, begeleid door onafhankelijk gespreksleider en oud-minister Bruno Bruins, maar ook zijn hulp kon uiteindelijk niet voorkomen dat de coalitie in juni viel. Voor Hart van Den Haag en de VVD, met zeven zetels de derde grootste partij van de stad, betekent het nieuwe coalitieakkoord dat zij de komende periode oppositie zullen voeren. Partij voor de Dieren en Denk hebben hun oppositiepositie juist verruild voor een plek in het college. De huidige wethouders Robert van Asten (D66), Saskia Bruines (D66), Arjen Kapteins (GroenLinks), Martijn Balster (PvdA) en Hilbert Bredemeijer (CDA) zullen doorgaan.

Lees ook deze analyse: Deskundigen na de zaak-De Mos: zorg voor meer tegenmacht en transparantie