Direct na de kabinetsval in juli vorig jaar voorspelde demissionair woonminister Hugo de Jonge (CDA) het al op zijn departement: op zijn terrein zou de Tweede Kamer niets controversieel verklaren. Niet met deze woningnood, de hoge huren, de ruimtelijke puzzel van Nederland.
Sommige ambtenaren waren daar nog niet zo zeker van. Zou het parlement wel door willen met gevoelige wetten? De Jonge: „Ik zei: mijn taxatie is dat die wetten gewoon behandeld zullen worden – en hopelijk ook worden aangenomen.”
Voorlopig heeft De Jonge gelijk gekregen. Er is op woongebied nog niets controversieel verklaard. Anderhalve week geleden werd zijn belangrijkste wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd: vanaf 1 juli wil het kabinet weer kunnen bepalen hoeveel, waar en voor wie in Nederland wordt gebouwd.
En dat was die donderdag niet het enige wat het demissionaire kabinet deed. Diezelfde middag zat onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) in de Tweede Kamer om een vergaand wetsvoorstel te verdedigen: studenten in het hoger onderwijs zouden hun praktijkkennis moeten kunnen omzetten in studiepunten. Defensieminister Kajsa Ollongren (D66) en haar collega Hanke Bruins Slot (Buitenlandse Zaken, CDA) vergaderden intussen via een videoverbinding met collega’s in de EU en de NAVO. Thema: concrete maatregelen om de militaire steun aan Oekraïne uit te breiden.
Beteugelen en versimpelen
Hoe demissionair is Rutte IV? Een kabinet dat zijn ontslag heeft aangeboden aan de koning, hoort vooral op de winkel te passen. Dat is al meer dan een eeuw gebruikelijk in Nederland.
Maar dit demissionaire kabinet regeert volop door, bijna vier maanden na de verkiezingen en acht maanden nadat premier Mark Rutte het ontslag van zijn vierde kabinet heeft aangeboden.
Natuurlijk, het landbouw- en stikstofbeleid waren voor de kabinetsval al vastgelopen. Ook andere grote vraagstukken wachten op een nieuw kabinet, zoals het beteugelen van de zorgkosten en het versimpelen van belastingen en toeslagen.
En vier bewindslieden vertrokken. Maar de blijvers en opvolgers in Rutte IV gaan door. Zo steggelde landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) vorige week maandag met de Tweede Kamer over een wetswijziging rond ‘dierwaardigheid’ in de landbouw. Dinsdag nam de Eerste Kamer een tijdelijke wet aan van De Jonge (sinds september ook minister van Binnenlandse Zaken) om inlichtingendiensten meer ruimte te geven. En minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) stuurde vrijdag een wetsvoorstel naar de Raad van State dat de uitwassen van onzeker flexwerk moet terugdringen.
De agenda van Van Gennip is net zo vol als vóór de kabinetsval, zegt ze. „Volgens mijn dochters is mijn leven niet rustiger geworden.” De Jonge: „We gaan door totdat de Kamer zegt: ho. Tot die tijd zeg ik: go.”
Lees ook
De Tweede Kamer wil over de meeste onderwerpen gewoon doorpraten
De winkel niet stilleggen
De Tweede Kamer zegt nauwelijks ho. De vorige twee demissionaire periodes, in 2017 en 2021, werden drie- tot vierhonderd documenten controversieel verklaard. Nu slechts 61, waaronder al negen alleen over ‘rekeningrijden’.
Wat mogelijk meespeelt: kabinetten zijn veel langer demissionair dan vroeger. In de jaren tachtig en negentig waren kabinetten gemiddeld minder dan drie maanden demissionair. In het tijdperk-Rutte, sinds 2010, is dat opgelopen tot ruim achtenhalve maand.
Het record heeft Rutte III. Het duurde bijna een jaar voordat Rutte IV op het bordes van de koning stond en dat kabinet is inmiddels ook al bijna een derde van zijn termijn demissionair. „De politieke versnippering maakt het vormen van een meerderheidskabinet lastig”, zegt Aalt Willem Heringa, voorzitter van het Montesquieu Instituut, kenniscentrum over de parlementaire democratie.
Hoe langer demissionaire periodes duren, des te meer politici gaan beseffen dat het land intussen bestuurd moet worden, zegt Joop van den Berg, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis. „Je kunt de winkel niet eindeloos stilleggen.”
De Jonge: „Gemeenten zijn niet demissionair, provincies niet. En vooral de problemen van mensen zijn niet demissionair. Die zijn groot en worden groter als je daar niks aan doet.”
Ook Kamerleden hebben weinig belang bij stilstand, zegt oud-Kamerlid en oud-minister Arie Slob (ChristenUnie): „Moet je je voorstellen dat je net verkozen bent en pas na een jáár echt aan het werk kunt gaan. Dat is natuurlijk niet werkbaar.” De Tweede Kamerleden die aantraden in maart 2021 moesten tien maanden wachten tot er een volwaardig kabinet zat dat hun beleid kon voorleggen: Rutte IV. En na anderhalf jaar viel dat alweer.
Tegelijk geldt: alles in de Tweede Kamer is politiek, ook het controversieel verklaren. Zo wilde D66 dit keer geen enkel onderwerp controversieel verklaren. „Omdat wij denken dat dit land niet gebaat is bij stilstand”, zei D66-Kamerlid Romke de Jong in september, toen de ‘oude’ Tweede Kamer de eerste lijst met controversiële onderwerpen moest opstellen.
D66 had daarbij een duidelijk belang. De partij stond toen, twee maanden voor de verkiezingen, al op flink verlies in de peilingen. Maar als regeringspartij kon het in de demissionaire periode nog een stempel blijven drukken op nieuw beleid.
In de nadagen van het VVD-PvdA-kabinet Rutte II nam D66 een tegenovergestelde positie in. De partij zat in de oppositie, maar verwachtte in het volgende kabinet te komen. D66 wilde toen juist van alles controversieel verklaren, onder meer het volledige asielbeleid.
Nieuwe machtsverhoudingen
Het kabinet is blij dat het zoveel ruimte krijgt van de Tweede Kamer. Toen Rutte IV na anderhalf jaar viel, hadden veel ministers hun belangrijkste wetsvoorstellen net in de steigers staan. Nu krijgen zij de kans om die ook te verdedigen in het parlement.
Maar zodra je demissionair wordt, wordt het ook moeilijker. Een demissionair bewindspersoon moet zich nederig opstellen en extra goed luisteren naar de Tweede Kamer. Ook omdat het kabinet niet zomaar weggestuurd kan worden: het heeft zijn ontslag immers al aangevraagd.
Verder heeft het demissionaire kabinet te maken met nieuwe machtsverhoudingen. Rutte IV past bescheidenheid na de uitslag van de verkiezingen. De vier regeringspartijen zijn hun meerderheid kwijt en hebben minder dan een derde van de Tweede Kamerzetels overgehouden.
Het demissionaire kabinet kan ook minder rekenen op de steun van de coalitiefracties. Al sinds de kabinetsval voelen VVD, D66, CDA en ChristenUnie zich niet meer gebonden aan het regeerakkoord. Zo stemde de VVD in de Tweede Kamer tegen de spreidingswet van de eigen staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel), ruim een maand voor de verkiezingen.
Ook in de debatten na Prinsjesdag liet de Tweede Kamer zien: wij zijn de baas. Kamerleden verspijkerden voor miljarden aan de begroting die het demissionaire kabinet had opgesteld. De VVD wist met PVV en SP een stijging van de benzine- en dieselaccijns te voorkomen. D66 en de ChristenUnie regelden met GroenLinks en PvdA een verhoging van onder meer het minimumloon, de AOW en de kinderopvangtoeslag.
Lees ook
De spreidingswet is aangenomen, kan een volgend kabinet er nog omheen?
Vreemde situaties
Dat het demissionaire kabinet minder macht heeft, kun je ook zien als een proeftuin voor de nieuwe politieke verhoudingen. Al jaren wordt gezegd dat de Tweede Kamer zich sterker en onafhankelijker moet opstellen tegenover het kabinet. En dat is ook precies wat de nu formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB willen.
Toch kan deze demissionaire periode gaan wringen, zegt Heringa van het Montesquieu Instituut. Vooral voor de VVD: de enige partij die nog beleid van Rutte IV moet verdedigen én aan tafel zit bij de formatie van een nieuw kabinet.
Het kan leiden tot vreemde situaties, zeker omdat bewindslieden in demissionaire periodes ook Kamerlid mogen zijn. Neem minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) die als Kamerlid vorige week tegen haar eigen beleid stemde.
Zij steunde de oproep van BBB en NSC, in een Kamermotie, dat Nederland tegen de Europese Natuurherstelwet moest stemmen. Als minister had Van der Wal deze motie ontraden: het kabinet wilde in Brussel vóór stemmen. Maar in de Tweede Kamer was haar VVD het daar niet mee eens. Bij een hoofdelijke stemming stemde Kamerlid Van der Wal trouw mee met haar fractie: tegen de Natuurherstelwet.
Zo’n dubbelrol is moeilijk uit te leggen, zegt Heringa. „Wat doe je als partij dan nog in het kabinet? Dat is een idioot soort schizofrenie.”